Overwegingen bij COM(2017)276 - Wijziging van Richtlijn 1999/62/EG over het in rekening brengen van het gebruik van infrastructuur aan zware vrachtvoertuigen, wat betreft belastingen op voertuigen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2017)276 - Wijziging van Richtlijn 1999/62/EG over het in rekening brengen van het gebruik van infrastructuur aan zware ... |
---|---|
document | COM(2017)276 |
datum | 31 mei 2017 |
(2) De jaarlijkse belasting op voertuigen is een vaste belasting die per definitie is gekoppeld aan het feit dat een voertuig gedurende een bepaalde periode is geregistreerd op naam van een belastingplichtige en geen weergave van de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de wegeninfrastructuur. Om vergelijkbare redenen zijn de belastingen op voertuigen geen effectief instrument om schoner en efficiënter vervoer aan te moedigen of de congestie terug te dringen.
(3) Tolheffingen zijn rechtstreeks gekoppeld aan het gebruik van het wegennet en zijn veel beter geschikt om die doelstellingen te verwezenlijken. Overeenkomstig artikel 7 duodecies van Richtlijn 1999/62/EG kunnen lidstaten die een systeem van tolheffingen invoeren voor nationale vervoerders in de nodige compensaties voorzien.
(4) Voor het bedrijfsleven vormen de belastingen op voertuigen tot dusver een vaste kostprijs, zelfs indien de lidstaten tolgelden zouden innen. Daardoor kunnen de belastingen op voertuigen een belemmering vormen voor de invoering van tolgelden.
(5) De verlaging van de in Richtlijn 1999/62/EG vastgestelde minima moet de lidstaten dan ook meer ruimte bieden om de belastingen op voertuigen te verlagen. Teneinde het risico op verstoringen van de mededinging tussen in verschillende lidstaten gevestigde exploitanten zoveel mogelijk te beperken, moet die vermindering stapsgewijs verlopen.
(6) Richtlijn 1999/62/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.