Overwegingen bij COM(2023)314 - Transparantie en integriteit van op ecologische, sociale en governancefactoren gebaseerde ratingactiviteiten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)314 - Transparantie en integriteit van op ecologische, sociale en governancefactoren gebaseerde ratingactiviteiten. |
---|---|
document | COM(2023)314 ![]() ![]() |
datum | 27 november 2024 |
2) De transitie naar een duurzame economie is essentieel om het concurrentievermogen van de economie van de Unie op lange termijn te waarborgen. Duurzaamheid staat al lang centraal in het project van de Unie, en in de Unieverdragen worden de sociale en ecologische dimensies ervan erkend.
3) Om de SDG’s in de Unie te verwezenlijken, moeten kapitaalstromen worden gekanaliseerd naar duurzame beleggingen. Het is van belang het potentieel van de interne markt ten volle te benutten om die doelstellingen te verwezenlijken. In dat verband is het van cruciaal belang om belemmeringen voor een efficiënte kapitaalstroom in de richting van duurzame beleggingen in de interne markt weg te nemen en om te voorkomen dat dergelijke belemmeringen ontstaan.
4) De EU-aanpak van duurzame en inclusieve groei is verankerd in de 20 beginselen van de Europese pijler van sociale rechten om te zorgen voor een eerlijke transitie naar deze doelstelling en voor beleid dat niemand achterlaat. Voorts voorziet het sociale acquis van de EU, met inbegrip van de strategieën voor een Unie van gelijkheid 21 , in normen op het gebied van arbeidsrecht, gelijkheid, toegankelijkheid, gezondheid en veiligheid op het werk, en antidiscriminatie.
5) In maart 2018 publiceerde de Commissie haar actieplan “Duurzame groei financieren” 22 , waarin zij haar strategie voor duurzame financiering vaststelde. De doelstellingen van dat actieplan zijn het integreren van duurzaamheidsfactoren in het risicobeheer en het heroriënteren van kapitaalstromen naar duurzame beleggingen met het oog op duurzame en inclusieve groei.
6) Als onderdeel van het actieplan heeft de Commissie opdracht gegeven tot een studie getiteld “Study on sustainability-related ratings, data and research” 23 om de ontwikkelingen op de markt voor duurzaamheidsgerelateerde producten en diensten in kaart te brengen, de belangrijkste marktdeelnemers te identificeren en mogelijke tekortkomingen aan het licht te brengen. Die studie resulteerde in een inventaris en classificatie van marktdeelnemers en duurzaamheidsgerelateerde producten en diensten die op de markt beschikbaar zijn en in een analyse van het gebruik en de waargenomen kwaliteit van duurzaamheidsgerelateerde producten en diensten door marktdeelnemers. In de studie werd gewezen op het gebrek aan transparantie en nauwkeurigheid van de methoden voor het bepalen van ESG (Environment, Social and Governance)-ratings en op het gebrek aan duidelijkheid over de activiteiten van ESG-ratingaanbieders.
7) In het kader van de Europese Green Deal heeft de Commissie een vernieuwde duurzame strategie voorgesteld. De vernieuwde strategie voor duurzame financiering is op 6 juli 2021 goedgekeurd 24 ..
8) Als follow-up heeft de Commissie in de vernieuwde strategie voor duurzame financiering een openbare raadpleging over ESG-ratings aangekondigd als input voor een effectbeoordeling. Tijdens de openbare raadpleging die in 2022 plaatsvond, bevestigden belanghebbenden hun bezorgdheid over het gebrek aan transparantie met betrekking tot de doelstellingen van ESG-ratings en de methoden voor het bepalen van die ratings, alsook over het gebrek aan duidelijkheid over ESG-ratingactiviteiten.
9) Op internationaal niveau heeft de Internationale organisatie van effectentoezichthouders (“Iosco”) in november 2021 een verslag uitgebracht met een reeks aanbevelingen over ESG-ratingaanbieders 25 .
10) ESG-ratings spelen een belangrijke rol op de mondiale kapitaalmarkten, aangezien beleggers, kredietnemers en uitgevende instellingen deze ratings steeds vaker gebruiken om met kennis van zaken duurzame beleggings- en financieringsbeslissingen te nemen. Onder meer kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen gebruiken deze ESG-ratings vaak als referentie voor de duurzaamheidsprestaties of voor de duurzaamheidsrisico’s en -kansen in hun beleggingsactiviteiten. Bijgevolg hebben ESG-ratings een aanzienlijk effect op de werking van de markten en op het vertrouwen van beleggers en consumenten. Om ervoor te zorgen dat de ESG-ratings die in de Unie worden gebruikt onafhankelijk, objectief en van toereikende kwaliteit zijn, is het belangrijk dat ESG-ratingactiviteiten worden uitgevoerd in overeenstemming met de beginselen van integriteit, transparantie, verantwoordelijkheid en goed bestuur. Een betere vergelijkbaarheid en een grotere betrouwbaarheid van ESG-ratings zouden de efficiëntie van die snelgroeiende markt ten goede komen en zo de verwezenlijking van de doelstellingen van de Green Deal vergemakkelijken.
11) ESG-ratings faciliteren met name de goede werking van de EU-markt voor duurzame financiering door beleggers en financiële instellingen belangrijke informatie te bieden voor beleggingsstrategieën, risicobeheer en informatieverplichtingen. Daarom moet ervoor worden gezorgd dat ESG-ratings de gebruikers materiële informatie verschaffen die nuttig is bij het nemen van beslissingen, en dat gebruikers van ESG-ratings een beter inzicht krijgen in de doelstellingen die met ESG-ratings worden nagestreefd en beter begrijpen welke specifieke kwesties en parameters die ratings meten.
12) Het is noodzakelijk om de verschillende bedrijfsmodellen van de ESG-ratingmarkt te erkennen. Een eerste bedrijfsmodel is het door gebruikers betaalde model, waarbij de gebruikers voornamelijk beleggers zijn die ESG-ratings kopen om op basis daarvan beleggingsbeslissingen te nemen. Een tweede bedrijfsmodel is het door uitgevende instellingen betaalde model, waarbij ondernemingen ESG-ratings kopen voor het beoordelen van risico’s en kansen in het kader van hun activiteiten.
13) De lidstaten reglementeren de activiteiten van ESG-ratingaanbieders of de voorwaarden voor de afgifte van ESG-ratings niet en houden er geen toezicht op. Om te zorgen voor afstemming op de doelstellingen van de SDG’s en de Europese Green Deal, en gezien de bestaande verschillen, het gebrek aan transparantie en het ontbreken van gemeenschappelijke regels, is het waarschijnlijk dat de lidstaten uiteenlopende maatregelen en benaderingen zouden vaststellen, wat een rechtstreeks negatief effect zou hebben op en belemmeringen zou opwerpen voor de goede werking van de interne markt, en nadelig zou zijn voor de ESG-ratingmarkt. ESG-ratingaanbieders die ESG-ratings afgeven voor gebruik door financiële instellingen en ondernemingen in de Unie, zouden in de verschillende lidstaten aan verschillende regels onderworpen zijn. Uiteenlopende normen en marktpraktijken zouden het moeilijk maken om duidelijkheid te krijgen over de totstandkoming van ESG-ratings en om ESG-ratings te vergelijken, wat leidt tot ongelijke marktvoorwaarden voor gebruikers, extra belemmeringen op de interne markt en het risico dat beleggingsbeslissingen worden verstoord.
14) Deze verordening vormt een aanvulling op het bestaande EU-kader voor duurzame financiering. Uiteindelijk moeten ESG-ratings informatiestromen vergemakkelijken om beleggingsbeslissingen te vergemakkelijken.
15) De regels inzake ESG-ratingaanbieders mogen niet van toepassing zijn op niet-openbare ESG-ratings die worden opgesteld naar aanleiding van een afzonderlijke opdracht en alleen worden afgegeven aan de opdrachtgever, en die niet bedoeld zijn voor openbaarmaking noch voor verspreiding per abonnement of anderszins. Dergelijke regels mogen evenmin van toepassing zijn op ESG-ratings die door Europese financiële ondernemingen worden opgesteld en voor interne doeleinden worden gebruikt. ESG-ratings die door Europese of nationale autoriteiten en door centrale banken worden opgesteld, moeten eveneens van dergelijke regels worden vrijgesteld. Ten slotte mogen dergelijke regels niet van toepassing zijn op de verstrekking van ESG-gegevens die geen rating- of score-element bevatten en niet worden gebruikt in modellen of analyses die leiden tot de ontwikkeling van een ESG-rating.
16) Het is belangrijk regels vast te stellen die ervoor zorgen dat ESG-ratings die worden verstrekt door ESG-ratingaanbieders met een vergunning in de Unie van toereikende kwaliteit zijn, aan passende vereisten zijn onderworpen en de marktintegriteit waarborgen. Die regels zouden van toepassing zijn op algemene ESG-ratings die gebaseerd zijn op ecologische, sociale en governancefactoren en op ratings die slechts gebaseerd zijn op één ecologische, sociale of governancefactor of subcomponent van die factor.
17) Gezien het gebruik van ESG-ratings van buiten de Unie gevestigde aanbieders moeten vereisten worden ingevoerd op basis waarvan ESG-ratingaanbieders uit derde landen hun diensten in de Unie mogen aanbieden. Dit is noodzakelijk om de integriteit van de markt, de bescherming van beleggers en een goede handhaving te waarborgen. Daarom worden voor ESG-ratingaanbieders uit derde landen drie mogelijke mechanismen voorgesteld: gelijkwaardigheid, bekrachtiging en erkenning. Als overkoepelend beginsel moeten het toezicht en de regulering in een derde land gelijkwaardig zijn aan het toezicht op en de regulering van ESG-ratings in de Unie. ESG-ratings die door een in een derde land gevestigde ESG-ratingaanbieder worden verstrekt, kunnen daarom alleen in de Unie worden aangeboden indien de Commissie een positief besluit heeft genomen over de gelijkwaardigheid van het stelsel van het derde land. Ter voorkoming van negatieve effecten als gevolg van een mogelijke abrupte stopzetting van het aanbod in de Unie van ESG-ratings die door een ESG-ratingaanbieder uit een derde land worden afgegeven, is het echter ook noodzakelijk om te voorzien in bepaalde andere mechanismen, namelijk bekrachtiging en erkenning. Elke ESG-ratingaanbieder met een groepsstructuur moet gebruik kunnen maken van het bekrachtigingsmechanisme voor ESG-ratings die buiten de Unie zijn ontwikkeld, mits hij binnen de groep een vergunninghoudende ESG-ratingaanbieder in de Unie vestigt. Kleinere ESG-ratingaanbieders, d.w.z. aanbieders waarvan de netto-omzet kleiner is dan of gelijk is aan de netto-omzetdrempel in de definitie van kleine ondernemingen in Richtlijn 2013/34/EU 26 , die over het algemeen niet tot een groep behoren en mogelijk niet over de middelen beschikken om een vergunninghoudende juridische entiteit in de Unie te hebben, moeten hun diensten in de Unie kunnen blijven aanbieden of beginnen aan te bieden en moeten daarom in aanmerking komen voor een lichtere regeling, namelijk erkenning. Indien de ESG-ratingaanbieder uit een derde land onder toezicht staat, moeten passende samenwerkingsregelingen worden getroffen om een goede informatie-uitwisseling met de betrokken bevoegde autoriteit van het derde land te waarborgen.
18) Om een hoog niveau van beleggers- en consumentenvertrouwen in de interne markt te waarborgen, moeten ESG-ratingaanbieders die ESG-ratings in de Unie verstrekken, een vergunning krijgen. Daarom moeten geharmoniseerde voorwaarden voor een dergelijke vergunning en de procedure voor het verlenen, opschorten en intrekken van een dergelijke vergunning worden vastgesteld.
19) Om te zorgen voor een hoog niveau van informatie voor beleggers en andere gebruikers van ESG-ratings, moet informatie over ESG-ratings en ESG-ratingaanbieders beschikbaar worden gesteld op het Europees centraal toegangspunt (ESAP) 27 . Het ESAP moet het publiek een gemakkelijke gecentraliseerde toegang tot dergelijke informatie bieden.
20) Om de kwaliteit en betrouwbaarheid van ESG-ratings te waarborgen, moeten ESG-ratingaanbieders ratingmethoden gebruiken die rigoureus, systematisch, objectief, continu en valideerbaar zijn. ESG-ratingaanbieders moeten hun ESG-ratingmethoden doorlopend en ten minste eenmaal per jaar evalueren.
21) Om een hoger niveau van transparantie te verzekeren, moeten ESG-ratingaanbieders informatie openbaar maken over de methoden, modellen en belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen die zij bij hun ESG-ratingactiviteiten en in elk van hun ESG-ratingproducten gebruiken. In het licht van het gebruik van ESG-ratings door beleggers moet in de ratingproducten uitdrukkelijk worden vermeld op welke dimensie van de dubbele materialiteit de rating betrekking heeft, of het gaat om zowel een materieel financieel risico voor de beoordeelde entiteit als het materiële effect van de beoordeelde entiteit op het milieu en de samenleving in het algemeen, of dat slechts met een van beide rekening is gehouden. Zij moeten ook expliciet vermelden of de rating betrekking heeft op andere dimensies. Om dezelfde reden moeten ESG-ratingaanbieders meer gedetailleerde informatie over de methoden, modellen en belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen verstrekken aan abonnees van ESG-ratings. Die informatie moet gebruikers van ESG-ratings in staat stellen hun eigen “due-diligence”-onderzoek te verrichten bij de beoordeling of zij al dan niet op deze ESG-ratings zullen vertrouwen. Bij de openbaarmaking van informatie over modellen mag echter geen gevoelige bedrijfsinformatie worden vrijgegeven of innovatie worden belemmerd.
22) ESG-ratingaanbieders moeten ervoor zorgen dat zij ESG-ratings verstrekken die onafhankelijk, objectief en van toereikende kwaliteit zijn. Het is belangrijk organisatorische vereisten in te voeren om potentiële belangenconflicten te voorkomen en te ondervangen. Om hun onafhankelijkheid te waarborgen, moeten ESG-ratingaanbieders situaties waarin sprake is van belangenconflicten vermijden en deze conflicten adequaat beheren indien zij niet te vermijden zijn. ESG-ratingaanbieders moeten belangenconflicten tijdig openbaar maken. Ook moeten zij gegevens bijhouden over alle significante bedreigingen voor de onafhankelijkheid van de ESG-ratingaanbieder en die van zijn werknemers en andere personen die bij het ratingproces betrokken zijn, en over de genomen voorzorgsmaatregelen om die bedreigingen te ondervangen. Om mogelijke belangenconflicten te voorkomen, mag het ESG-ratingaanbieders bovendien niet worden toegestaan een aantal andere diensten aan te bieden, waaronder adviesdiensten, diensten op het gebied van creditratings, benchmarks of beleggingen, auditdiensten, bancaire diensten en verzekerings- en herverzekeringsdiensten. Tot slot moeten ESG-ratingaanbieders passende interne beleidslijnen en procedures vaststellen met betrekking tot werknemers en andere personen die bij het ratingproces betrokken zijn, teneinde belangenconflicten te voorkomen, op te sporen, te elimineren, te beheren en openbaar te maken en de kwaliteit, integriteit en degelijkheid van het ESG-rating- en toetsingsproces te allen tijde te waarborgen. Deze beleidslijnen en procedures moeten in het bijzonder internecontrolemechanismen en een compliancefunctie omvatten.
23) Om meer duidelijkheid te scheppen en het vertrouwen in de activiteiten van ESG-ratingaanbieders te vergroten, moeten vereisten worden vastgesteld voor het doorlopend toezicht op ESG-ratingaanbieders op het niveau van de Unie. Om te zorgen voor een gelijk speelveld in termen van doorlopend toezicht en om het risico van regelgevingsarbitrage in de lidstaten uit te sluiten, moet de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) de exclusieve verantwoordelijkheid voor de vergunningverlening en het toezicht krijgen. Tegelijkertijd moet een dergelijke exclusieve verantwoordelijkheid de toewijzing van toezichtmiddelen op het niveau van de Unie optimaliseren, zodat de ESMA het centrum van het toezicht wordt.
24) De ESMA moet alle informatie kunnen opvragen die nodig is om haar toezichthoudende taken doeltreffend uit te voeren. Zij moet daarom dergelijke informatie kunnen opvragen bij ESG-ratingaanbieders, personen die bij ESG-ratingactiviteiten betrokken zijn, beoordeelde entiteiten, derden waaraan de ESG-ratingaanbieders operationele functies hebben uitbesteed en personen die anderszins nauw en wezenlijk verbonden zijn met ESG-ratingaanbieders of ESG-ratingactiviteiten.
25) De ESMA haar toezichthoudende taken kunnen uitvoeren en met name ESG-ratingaanbieders kunnen dwingen een einde te maken aan een inbreuk, volledige en juiste informatie te verstrekken of mee te werken aan een onderzoek of een inspectie ter plaatse. Om ervoor te zorgen dat de ESMA deze toezichthoudende taken kan uitvoeren, moet de ESMA sancties of dwangsommen kunnen opleggen.
26) Gezien haar rol om ESG-ratingaanbieders een vergunning te verlenen en er toezicht op uit te oefenen, moet de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen die geen beleidskeuzen inhouden opstellen en aan de Commissie voorleggen. De ESMA moet nader specificeren welke informatie nodig is voor de verlening van vergunningen aan ESG-ratingaanbieders. De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om die technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 290 VWEU en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad 28 .
27) In haar rol om ESG-ratingaanbieders een vergunning te verlenen en er toezicht op uit te oefenen, moet de ESMA toezichtvergoedingen kunnen aanrekenen aan onder toezicht staande entiteiten. Dergelijke vergoedingen moeten door de onder toezicht staande entiteiten worden betaald.
28) Teneinde verdere technische elementen van deze verordening te specificeren, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de specificaties van de procedure voor het opleggen van geldboeten of dwangsommen, met inbegrip van bepalingen inzake de rechten van verdediging, bepalingen inzake termijnen en de inning van geldboeten of dwangsommen, en nadere regels inzake verjaringstermijnen voor het opleggen en handhaven van sancties, evenals het soort vergoedingen, de zaken waarvoor vergoedingen verschuldigd zijn, het bedrag van de vergoedingen en de wijze waarop die vergoedingen moeten worden betaald. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 29 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, moeten het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten ontvangen, en moeten hun deskundigen systematisch toegang hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
29) Er is een aantal maatregelen ter ondersteuning van kleinere ESG-ratingaanbieders nodig om hen in staat te stellen hun activiteiten voort te zetten of de markt te betreden na de toepassingsdatum van deze verordening. Deze maatregelen moeten onder meer de ESMA de mogelijkheid bieden om kleinere ESG-ratingaanbieders vrij te stellen van een aantal organisatorische vereisten indien zij aan bepaalde criteria voldoen. Daarnaast moet voor de eerste maanden na de toepassing van deze verordening een overgangsregeling worden ingevoerd om de eerste toepassingsfase voor kleinere ESG-ratingaanbieders te vergemakkelijken. Tot slot moeten de toezichtvergoedingen in verhouding staan tot de nettojaaromzet van de betrokken ESG-ratingaanbieder.
30) Aangezien de doelstellingen van deze verordening, namelijk het vaststellen van een consistente en doeltreffende regeling om de tekortkomingen en kwetsbaarheden van ESG-ratings aan te pakken, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt maar om redenen van schaal en effecten beter op Unieniveau kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
31) Deze verordening dient van toepassing te zijn onverminderd de toepassing van de artikelen 101 en 102 VWEU.