Overwegingen bij COM(2024)177 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)177 - .
document COM(2024)177
datum 17 april 2024
 
(1) De Unie ondertekende het Verdrag inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme (CETS nr. 198), aangenomen op 2 april 2009. Op 18 december 2023 hebben 25 lidstaten1 het Verdrag ondertekend, waarvan er 232 het hebben geratificeerd.

(2) Op 23 november 2023 heeft het Comité van Ministers van de Raad van Europa het mandaat tot oprichting van het Comité van deskundigen inzake de ontneming van criminele vermogensbestanddelen aangenomen. Het Comité van deskundigen inzake de ontneming van criminele vermogensbestanddelen is, onder het gezag van het Comité van Ministers en het Europees Comité voor strafrechterlijke vraagstukken, belast met de opstelling van een aanvullend protocol tot aanvulling van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme. Voorgesteld werd dat deze werkzaamheden op 29 mei 2024 van start zouden gaan en eind 2025 zouden zijn afgerond.

(3) Volgens het mandaat zal het beoogde Aanvullende Protocol waarschijnlijk bepalingen bevatten ter versterking van de zekerheid en consistentie bij de verdeling van geconfisqueerde vermogensbestanddelen tussen de staten die partij zijn in transnationale zaken, bepalingen ter waarborging van een efficiënt en doeltreffend beheer van in beslag genomen, geconfisqueerde en gerepatrieerde vermogensbestanddelen, met inbegrip van de tenuitvoerlegging van beslissingen tot confiscatie, bepalingen ter facilitering van de invoering van procedures voor confiscatie zonder strafrechtelijke veroordeling en van ruimere confiscatie in strafzaken, met inbegrip van samenwerking met betrekking tot en uitvoering van verzoeken in transnationale zaken en alle andere kwesties die naar oordeel van het Comité van deskundigen gevolgen hebben voor de versterking van de samenwerking tussen de partijen op het gebied van de ontneming van vermogensbestanddelen.

(4) De Unie heeft reeds gemeenschappelijke regels vastgesteld die in ruime maten overlappen met bepaalde elementen die voor de inhoud van het beoogde Aanvullende Protocol in aanmerking worden genomen. Die gemeenschappelijke regels omvatten met name de richtlijn betreffende de ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen en Verordening (EU) 2018/18053 inzake de wederzijdse erkenning van bevriezingsbevelen en confiscatiebevelen. Bovendien blijven de Kaderbesluiten 2003/577/JBZ4 en 2006/783/JBZ5 van toepassing in de betrekkingen tussen bepaalde lidstaten. Daarom is het gebied van de ontneming van criminele vermogensbestanddelen een gebied dat reeds grotendeels wordt bestreken door de regels van de Unie die het risico lopen te worden aangetast of gewijzigd door de elementen die in aanmerking worden genomen voor het beoogde Aanvullende Protocol.

(5) Daarom moet de Unie deelnemen aan de onderhandelingen over een aanvullend protocol tot aanvulling van het Verdrag inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme (CETS nr. 198),