Overwegingen bij COM(2024)613 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)613 - .
document COM(2024)613
datum 19 juni 2024
 
(1) Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad3, waarbij de herstel- en veerkrachtfaciliteit werd ingesteld, is op 19 februari 2021 in werking getreden. De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt de lidstaten financiële ondersteuning voor de uitvoering van hervormingen en investeringen, die worden gerealiseerd met budgettaire stimulansen door de EU. In overeenstemming met de prioriteiten van het Europees Semester draagt zij bij tot het economisch en sociaal herstel en de uitvoering van duurzame hervormingen en investeringen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen en de economieën van de lidstaten veerkrachtiger te maken. Zij helpt ook de overheidsfinanciën te versterken en de groei en werkgelegenheid op middellange en lange termijn te stimuleren, de territoriale cohesie binnen de EU te verbeteren en de verdere uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten te ondersteunen.

(2) De REPowerEU-verordening4, die op 27 februari 2023 is vastgesteld, heeft tot doel de EU geleidelijk onafhankelijker te maken van de invoer van Russische fossiele brandstoffen. Dit zou moeten bijdragen tot energiezekerheid en de diversificatie van de energievoorziening van de EU en tegelijkertijd het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, de opslagcapaciteit voor energie en de energie-efficiëntie vergroten. Cyprus heeft een nieuw REPowerEU-hoofdstuk toegevoegd aan zijn nationale herstel- en veerkrachtplan om belangrijke hervormingen en investeringen te financieren die de REPowerEU-doelstellingen helpen verwezenlijken.

(3) Op 16 maart 2023 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd met de titel “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030”5, als basis voor beleidsbeslissingen en met als doel te werken aan een groeibevorderend regelgevingskader. De mededeling schetst het concurrentievermogen rond negen elkaar versterkende aanjagers. Deze aanjagers zijn onder meer de toegang tot particulier kapitaal, onderzoek en innovatie, onderwijs en vaardigheden, en de eengemaakte markt als de belangrijkste beleidsprioriteiten voor hervormingen en investeringen om de huidige productiviteitsuitdagingen aan te pakken en het concurrentievermogen van de EU en haar lidstaten op lange termijn op te bouwen. Na deze mededeling heeft de Commissie op 14 februari 2024 het jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen gepubliceerd6. Daarin worden de sterke punten en uitdagingen van de Europese eengemaakte markt op het gebied van concurrentievermogen beschreven aan de hand van de negen vastgestelde aanjagers.

(4) Op 21 november 2023 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 20247 en daarmee de aanzet gegeven tot de cyclus 2024 van het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid. De Europese Raad heeft op 22 maart 2024 zijn goedkeuring gehecht aan de prioriteiten van de analyse rond de vier dimensies van concurrerende duurzaamheid. Op 21 november 2023 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag 2024 aangenomen, waarin zij Cyprus heeft genoemd als een van de lidstaten die mogelijk door onevenwichtigheden is geraakt of het risico loopt daardoor geraakt te worden, en waarvoor een diepgaande evaluatie nodig zou zijn. Op dezelfde datum heeft de Commissie een advies goedgekeurd over het ontwerpbegrotingsplan 2024 van Cyprus. De Commissie heeft ook een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone goedgekeurd, die de Raad op 12 april 2024 heeft aangenomen, alsook het voorstel voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2024 waarin de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten wordt geanalyseerd, dat de Raad op 11 maart 2024 heeft aangenomen.

(5) Op 30 april 2024 is het nieuwe EU-kader voor economische governance in werking getreden. Het kader omvat de nieuwe Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad. Het bevat ook wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten en van Richtlijn 2011/85/EU over de begrotingskaders van de lidstaten8. De doelen van het nieuwe kader zijn het houdbaarder maken van de overheidsschuld en duurzame en inclusieve groei door middel van geleidelijke begrotingsconsolidatie en hervormingen en investeringen. Het bevordert de nationale verantwoordelijkheid en heeft een grotere focus op de middellange termijn, in combinatie met een doeltreffende en coherentere handhaving. Elke lidstaat moet bij de Raad en de Commissie een nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn indienen. De nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn bevatten de budgettaire, hervormings- en investeringsverbintenissen van een lidstaat, die een planningsperiode van vier of vijf jaar bestrijken, afhankelijk van de normale duur van de nationale zittingsperiode. Het netto-uitgaventraject9 in de nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn moet voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) 2024/1263, met inbegrip van de vereisten om de overheidsschuld uiterlijk aan het einde van de aanpassingsperiode op een plausibel neerwaarts pad te brengen of te houden, of op een prudent niveau onder 60 % van het bbp te blijven, en het overheidstekort op middellange termijn onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp te brengen en/of te handhaven. Indien een lidstaat zich overeenkomstig de criteria van Verordening (EU) 2024/1263 verbindt tot een relevante reeks hervormingen en investeringen, kan de aanpassingsperiode met ten hoogste drie jaar worden verlengd. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun nationale parlementen hierbij worden betrokken en dat onafhankelijke begrotingsinstellingen, sociale partners en andere nationale belanghebbenden indien nodig worden geraadpleegd. Om de opstelling van die plannen te ondersteunen, moet de Commissie de lidstaten op 21 juni 2024 richtsnoeren verstrekken over de inhoud van de plannen en de daaropvolgende jaarlijkse voortgangsverslagen die zij moeten indienen, en zal zij hun overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2024/1263 technische richtsnoeren over de begrotingsaanpassingen toezenden (referentietrajecten en technische informatie, indien van toepassing). Lidstaten moeten hun budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn uiterlijk op 20 september 2024 indienen, tenzij de lidstaat en de Commissie een redelijke verlenging van de termijn overeenkomen.

(6) In 2024 blijft het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid evolueren in overeenstemming met de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De volledige uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen blijft essentieel voor de verwezenlijking van de beleidsprioriteiten in het kader van het Europees Semester, aangezien de plannen daadwerkelijk helpen bij het aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de problemen die zijn aangehaald in de relevante landspecifieke aanbevelingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan. De landspecifieke aanbevelingen 2019, 2020, 2022 en 2023 blijven ook relevant voor herstel- en veerkrachtplannen die worden herzien, bijgewerkt of gewijzigd overeenkomstig de artikelen 14, 18 en 21 van Verordening (EU) 2021/241.

(7) Op 17 mei 2021 heeft Cyprus in overeenstemming met artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 zijn herstel- en veerkrachtplan ingediend bij de Commissie. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan beoordeeld overeenkomstig de beoordelingsrichtsnoeren van bijlage V bij die verordening. Op 28 juli 2021 heeft de Raad zijn besluit betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Cyprus aangenomen10, dat werd gewijzigd op 8 december 2023 overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 om de maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun bij te werken, en het REPowerEU-hoofdstuk op te nemen11. De tranches worden vrijgegeven mits de Commissie overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 besluit dat Cyprus de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die in het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn vastgelegd, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Onder bevredigende verwezenlijking wordt begrepen dat de verwezenlijking van eerdere mijlpalen en streefdoelen niet is teruggedraaid.

(8) Op 30 april 2024 heeft Cyprus zijn nationale hervormingsprogramma 2024 en zijn stabiliteitsprogramma 2024 ingediend, overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1466/97. Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) 2021/241 weerspiegelt het nationale hervormingsprogramma 2024 ook de halfjaarlijkse verslaglegging van Cyprus over de vorderingen bij de verwezenlijking van zijn herstel- en veerkrachtplan.

(9) De Commissie heeft op 19 juni 2024 het landverslag 2024 voor Cyprus12 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Cyprus heeft geboekt bij de uitvoering van de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen die de Raad tussen 2019 en 2023 heeft vastgesteld en werd de balans opgemaakt van de uitvoering door Cyprus van het herstel- en veerkrachtplan. Op basis van deze analyse werden in het landverslag lacunes vastgesteld met betrekking tot de uitdagingen die niet of slechts gedeeltelijk worden aangepakt in het herstel- en veerkrachtplan, alsook nieuwe en opkomende uitdagingen. Ook werd de vooruitgang beoordeeld die Cyprus heeft geboekt bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en bij de verwezenlijking van de kerndoelen van de EU inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding, alsook bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN.

(10) De Commissie heeft uit hoofde van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 een diepgaande evaluatie uitgevoerd voor Cyprus. De belangrijkste bevindingen van de beoordeling door de diensten van de Commissie van macro-economische kwetsbaarheden voor Cyprus voor de toepassing van die verordening zijn gepubliceerd in maart 202413. De Commissie heeft op 19 juni 2024 geconcludeerd dat Cyprus wordt geconfronteerd met macro-economische onevenwichtigheden. Cyprus wordt met name geconfronteerd met kwetsbaarheden in verband met de particuliere, overheids- en buitenlandse schuld, die over het algemeen zijn afgenomen maar wel van belang blijven, terwijl het grote tekort op de lopende rekening verder is opgelopen. De schuldquote van huishoudens en niet-financiële bedrijven is blijven dalen, maar blijft hoog. De bedrijfs- en buitenlandse schuld wordt echter opgedreven door de schulden van special purpose entities, die beperkte risico’s voor de binnenlandse economie inhouden. Het grote volume niet-renderende leningen van banken is de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald, ook in 2023, en de afwikkeling van niet-renderende leningen door kredietaccepterende bedrijven zal naar verwachting helpen bij een verdere vermindering van de particuliere schuld. Niettemin zullen de scherpere financiële voorwaarden waarschijnlijk de druk op huishoudens en bedrijven met hoge schulden doen toenemen. De overheidsschuldquote neemt snel af en Cyprus zal naar verwachting dit jaar en volgend jaar begrotingsoverschotten aanhouden, waardoor de schuldquote verder zal dalen. Het grote tekort op de lopende rekening is in 2023 verder opgelopen, vooral door de aanhoudend grote binnenlandse vraag en de repatriëring van winsten. Verwacht wordt dat het tekort dit en volgend jaar groot zal blijven. De zeer negatieve internationale netto-investeringspositie is vorig jaar niet verbeterd en zal verslechteren tenzij de lopende rekening aanzienlijk verbetert. Er zijn uitgebreide beleidsinspanningen geleverd om de vastgestelde kwetsbaarheden aan te pakken. De volledige en tijdige uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en verdere maatregelen zullen naar verwachting helpen de uitvoer uit te breiden en de overmatige afhankelijkheid van olie-invoer te verminderen.

(11) Op basis van gegevens die gevalideerd zijn door Eurostat14 steeg het overheidsoverschot van Cyprus van 2,7 % van het bbp in 2022 naar 3,1 % in 2023, terwijl de overheidsschuld daalde van 85,6 % van het bbp eind 2022 naar 77,3 % eind 2023.

(12) Op 12 juli 2022 heeft de Raad Cyprus aanbevolen15 actie te ondernemen om er in 2023 voor te zorgen dat de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in overeenstemming is met een algemeen neutrale beleidskoers16, rekening houdend met de aanhoudende tijdelijke en gerichte steun aan huishoudens en bedrijven die het meest kwetsbaar zijn voor stijgingen van de energieprijzen en aan mensen die Oekraïne ontvluchten. De Raad heeft Cyprus aanbevolen om de lopende uitgaven aan te passen aan de veranderende situatie. De Raad heeft Cyprus ook aanbevolen te voorzien in meer overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid, met inachtneming van het REPowerEU-initiatief, onder meer door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen. Volgens ramingen van de Commissie was de begrotingskoers17 in 2023 expansief, en dit met 1 % van het bbp, in een context van hoge inflatie. De groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde) in 2023 heeft een grotendeels neutrale bijdrage van 0,2 % van het bbp aan de begrotingskoers geleverd. Dit omvat de gedaalde kostprijs van de gerichte noodsteunmaatregelen aan huishoudens en bedrijven die het meest kwetsbaar zijn voor stijgingen van de energieprijzen met 0,1 % van het bbp. Het omvat ook hogere kosten om tijdelijke bescherming aan ontheemden uit Oekraïne te bieden (met 0,2 % van het bbp). De groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in 2023 was in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad. De met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven waren goed voor 1,3 % van het bbp in 2023. De nationaal gefinancierde investeringen waren goed voor 3,2 % van het bbp in 2023, een stijging van 1,3 procentpunten ten opzichte van 2022. Cyprus heeft bijkomende investeringen via de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierd. Het land heeft de openbare investeringen voor de groene en de digitale transitie, en voor energiezekerheid, gefinancierd, zoals de installatie van fotovoltaïsche en warmte-isolatiesystemen in openbare gebouwen, energierenovaties in een aantal stedelijke en landelijke brandweerstations, de verbetering van de capaciteiten van de toepasselijke Cypriotische autoriteiten om brandgevaren het hoofd te bieden en de bescherming tegen de risico’s voor burgers, infrastructuur en bossen te verbeteren, de digitalisering van belangrijke workflows in een aantal ministeries en centrale overheidsdiensten, en de uitbreiding van de e-toepassingsomgeving voor de planning en vergunningsverlening voor gebouwen, die deels worden gefinancierd door de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.

(13) De belangrijkste prognoses in het stabiliteitsprogramma 2024 kunnen als volgt worden samengevat. Volgens het macro-economische scenario dat aan de budgettaire prognoses ten grondslag ligt, zal het reële bbp in 2024 met 2,9 % en in 2025 met 3,1 % groeien, en wordt uitgegaan van een GICP-inflatie van 2,5 % in 2024 en 2,0 % in 2025. Het overheidsoverschot zal naar verwachting dalen tot 2,9 % van het bbp in 2024 en 2,8 % van het bbp in 2025, terwijl de overheidsschuldquote naar verwachting zal dalen tot 70,6 % eind 2024 en 65,5 % eind 2025. Na 2025 zal het overheidsoverschot naar verwachting dalen tot 2,6 % van het bbp in 2026 en tot 2,1 % in 2027. Daarom wordt verwacht dat het overheidssaldo gedurende de looptijd van het programma onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp zal blijven. Na 2025 zal de overheidsschuldquote naar verwachting dalen tot 59,2 % van het bbp in 2026 en tot 54,2 % van het bbp in 2027.

(14) Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zal het reële bbp groeien met 2,8 % in 2024 en 2,9 % in 2025, en zal de GICP-inflatie 2,4 % bedragen in 2024 en 2,1 % in 2025.

(15) In de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie wordt uitgegaan van een overheidsoverschot van 2,9 % van het bbp in 2024 en een daling van de overheidsschuldquote tot 70,6 % eind 2024. Op basis van de ramingen van de Commissie zal de begrotingskoers naar verwachting neutraal zijn met 0,0 % van het bbp in 2024.

(16) Uitgaven ten belope van 0,7 % van het bbp zullen in 2024 naar verwachting worden gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (“subsidies”) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, tegenover 0,3 % van het bbp in 2023, volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie. Met subsidies van de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde uitgaven zullen hoogwaardige investeringen en productiviteitsverhogende hervormingen mogelijk maken zonder rechtstreekse gevolgen voor het overheidssaldo en de overheidsschuld van Cyprus. Uitgaven ten belope van 0,2 % van het bbp zullen in 2024 naar verwachting worden gesteund met leningen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, tegenover 0,0 % van het bbp in 2023, volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie.

(17) Op 14 juli 2023 heeft de Raad Cyprus aanbevolen18 in 2024 een gezonde begrotingssituatie te handhaven. Bij de uitvoering van hun begroting 2023 en bij de voorbereiding van hun ontwerpbegrotingsplannen voor 2024 werd de lidstaten verzocht ermee rekening te houden dat de Commissie de Raad zou voorstellen om op een tekort gebaseerde buitensporigtekortprocedures in te leiden op basis van de begrotingsresultaten voor 2023. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zal het structurele saldo van Cyprus naar verwachting 2,1 % van het bbp bedragen in 2024, tegenover 1,8 % in 2023, zodat het boven het niveau blijft van de begrotingsdoelstelling van het land op middellange termijn van een structureel saldo van 0,0 % van het bbp. Dit is in overeenstemming met wat de Raad heeft aanbevolen.

(18) Voorts heeft de Raad Cyprus aanbevolen maatregelen te nemen om de van kracht zijnde noodsteunmaatregelen voor energie zo snel mogelijk af te bouwen in 2023 en 2024. De Raad heeft verder aangegeven dat indien nieuwe energieprijsstijgingen nieuwe of voortgezette steunmaatregelen vereisen, Cyprus ervoor moet zorgen dat deze gericht zijn op de bescherming van kwetsbare huishoudens en bedrijven, budgettair haalbaar zijn en stimulansen voor energiebesparing blijven bieden. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zijn de nettobegrotingskosten19 van de noodsteunmaatregelen voor energie geraamd op 0,4 % van het bbp in 2023, 0,3 % in 2024 en 0,0 % in 2025. Met name de lagere accijnzen op olieproducten en de subsidies op elektriciteitsrekeningen zullen naar verwachting in 2024 van kracht blijven, maar naar verwachting uiterlijk 2025 geleidelijk zijn afgeschaft. De noodsteunmaatregelen voor energie zullen naar verwachting niet zo snel mogelijk worden afgebouwd in 2023 en 2024. Dit zou niet in overeenstemming zijn met wat de Raad heeft aanbevolen. De begrotingskosten van noodsteunmaatregelen voor energie ter bescherming van kwetsbare huishoudens en bedrijven worden geraamd op 0,0 % van het bbp in 2024 (0,0 % in 2023).

(19) Daarnaast heeft de Raad Cyprus ook aanbevolen nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen in stand te houden en te zorgen voor een doeltreffende absorptie van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen de nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen naar verwachting grotendeels stabiel blijven op 3,1 % van het bbp in 2024 tegenover 3,2 % van het bbp in 2023. Dit is in overeenstemming met wat de Raad heeft aanbevolen. De overheidsuitgaven die worden gefinancierd met inkomsten uit EU-fondsen, met inbegrip van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, zullen bovendien naar verwachting stabiel blijven op 1,3 % van het bbp in 2024. Dit is het gevolg van hogere uitgaven die worden gefinancierd met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit na een daling van andere EU-subsidies na het einde van de programmeringsperiode 2014-2020 van de structuurfondsen van de EU, waarvoor tot 2023 middelen beschikbaar waren.

(20) Op basis van de op de afsluitdatum van de prognose bekende beleidsmaatregelen en bij ongewijzigd beleid wordt in de voorjaarsprognose 2024 van de Commissie uitgegaan van een overheidsoverschot van 2,9 % van het bbp in 2025. De overheidsschuldquote zal naar verwachting dalen tot 65,4 % eind 2025. Ook een voorzichtig fiscaal beleid moet bijdragen aan de versterking van de externe positie.

(21) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van en criterium 2.2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 bevat het herstel- en veerkrachtplan een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die uiterlijk in 2026 moeten zijn uitgevoerd. Daarvan wordt verwacht dat zij helpen bij het doeltreffend aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de uitdagingen die in de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen zijn vastgesteld. Om het concurrentievermogen van Cyprus op lange termijn te stimuleren door middel van de groene en de digitale transitie, en tegelijkertijd sociale rechtvaardigheid te waarborgen, is het van essentieel belang om binnen deze krappe termijn snel werk te maken van de doeltreffende uitvoering van het plan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk. Om de toezeggingen van het plan uiterlijk in augustus 2026 na te komen, is het van essentieel belang dat Cyprus de uitvoering van hervormingen voorzet en de investeringen versnelt door nieuwe vertragingen aan te pakken en een sterke bestuurlijke capaciteit te waarborgen.

(22) In het kader van de tussentijdse evaluatie van de fondsen voor het cohesiebeleid moet Cyprus overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) 2021/1060 het programma uiterlijk maart 2025 evalueren, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de uitdagingen die in de landspecifieke aanbevelingen voor 2024 en het nationale energie- en klimaatplan zijn vastgesteld. Deze evaluatie vormt de basis voor de definitieve toewijzing van de EU-financiering die in het programma is opgenomen. Hoewel Cyprus vooruitgang heeft geboekt bij de uitvoering van het cohesiebeleid en de Europese pijler van sociale rechten, blijven er uitdagingen bestaan, alsmede sociaal-economische verschillen tussen stedelijke en niet-stedelijke gebieden. Het is van cruciaal belang om de uitvoering van het cohesiebeleidsprogramma te versnellen. Bovendien is het van belang om de bestuurlijke capaciteit van de lokale overheden te waarborgen in afwachting van de voor juni 2024 geplande wetgevingshervorming van Cyprus bij het lokale bestuur. De in het cohesiebeleidsprogramma overeengekomen prioriteiten blijven van belang. Een groter gebruik van hernieuwbare energie, opslagoplossingen, verbetering van de energie-efficiëntie en stedelijk vervoer zijn allemaal van belang voor de groene transitie. Het waterbeheer, met name de behandeling van afvalwater, moet worden verbeterd om te voldoen aan de richtlijn stedelijk afvalwater. Vooruitgang naar een circulaire economie op het gebied van afvalbeheer blijft van cruciaal belang en vereist verbeteringen bij recycling en afvalvermindering. Investeringen in de activering op de arbeidsmarkt en de sociale integratie van kwetsbare groepen moeten verder worden uitgevoerd. De uitvoering van individuele leerrekeningen en de Europese kindergarantie blijven belangrijk. Voorts blijven investeringen in hoogwaardige en betaalbare diensten voor langdurige zorg en sociale huisvesting een prioriteit. Ook moeten de inspanningen voor de aanpak van energiearmoede en de ontwikkeling van de sociale economie worden voortgezet. In het kader van de tussentijdse evaluatie van het cohesiebeleidsprogramma is meer aandacht nodig voor de steeds dringendere behoeften op het gebied van preventie van en paraatheid tegen risico’s in verband met de klimaatverandering. Cyprus kan ook gebruikmaken van het platform voor strategische technologieën voor Europa om de energietransitie te ondersteunen met schone en hulpbronnenefficiënte technologie, waaronder nettonultechnologie.

(23) Naast de economische en sociale uitdagingen die in het herstel- en veerkrachtplan en andere EU-fondsen aan bod komen, wordt Cyprus geconfronteerd met verscheidene extra uitdagingen in verband met het bestuur van staatsondernemingen, onderwijsresultaten, discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden, de uitrol van hernieuwbare energiebronnen, de uitbreiding en modernisering van het elektriciteitsnet en de aanpassing aan de klimaatverandering.

(24) Een goed functionerend en concurrerend ondernemingsklimaat is van cruciaal belang voor economische efficiëntie en groei. In dit verband voldoet het bestuur van staatsondernemingen niet volledig aan de internationale normen. De afgelopen jaren is een aantal beleidsmaatregelen ingevoerd om het financiële toezicht op publieke entiteiten te verbeteren, maar het gebrek aan een volledige inventaris en een regelmatige rapportageverplichting beperkt de effectieve prestatiemonitoring en planning van staatsondernemingen. Bovendien blijven belangrijke aspecten van corporate-governancepraktijken ontoereikend, zoals de op verdiensten gebaseerde benoeming van raden van bestuur, eigendomsbeleid, prestatiegericht beheer, transparantie en verantwoordingsplicht voor financiële prestaties. In die context bestaat er bezorgdheid over de kwaliteit en de prijzen van diensten in sectoren die worden gedomineerd door staatsondernemingen, zoals de elektriciteitssector.

(25) De zeer zwakke prestaties van Cyprus in het onderzoek van het Programme for International Student Assessment (PISA) 2022 tonen aan dat ondermaatse prestaties op het gebied van basisvaardigheden (d.w.z. geletterdheid, rekenen en wetenschap) een grote uitdaging vormen. Ondanks de formeel voldoende kwalificaties van onderwijzend personeel is de permanente opleiding van leerkrachten (waaronder op competenties gebaseerde onderwijs- en leermethoden) ontoereikend. In 2021 waren de meeste kandidaat-leerkrachten niet geslaagd voor het examen om te worden benoemd. Het onderwijsstelsel heeft de onderwijsmiddelen onvoldoende beoordeeld en aangepast aan de behoeften van de studenten, waardoor zij de sleutelcompetenties niet voldoende kunnen ontwikkelen. Op de arbeidsmarkt komen discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden steeds vaker voor, en de deelname aan programma’s voor beroepsonderwijs en -opleidingen blijft aanzienlijk lager dan het EU-gemiddelde. Die lage deelname houdt verband met zowel capaciteitsbeperkingen als een beperkte aantrekkelijkheid, aangezien de meeste desbetreffende scholen zich in stedelijke gebieden bevinden (wat het voor studenten die op het platteland wonen moeilijk maakt zich in te schrijven) en de meeste leerlingen een sterke voorkeur hebben om in plaats daarvan tertiair onderwijs te volgen. Volwasseneneducatie heeft een beperkt potentieel om deze situatie te verbeteren, aangezien het percentage volwassenen (25-64 jaar) dat in de voorafgaande 12 maanden aan leeractiviteiten had deelgenomen in 2022 28,3 % bedroeg (tegenover 39,5 % in de EU). Dit is een aanzienlijke daling ten opzichte van 44,8 % in 2016, wat het potentieel van Cyprus ondermijnt om zijn economische concurrentievermogen te verbeteren.

(26) Ondanks de aanzienlijke stappen die zijn gezet om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, blijven er aanzienlijke uitdagingen bestaan. Hernieuwbare energie was in 2022 goed voor slechts 17 % van de elektriciteitsmix van Cyprus. Dit ligt nog steeds aanzienlijk onder de doelstelling van 31,5 % hernieuwbare elektriciteitsopwekking uiterlijk 2030, zoals aangegeven door Cyprus in het ontwerp van het nationaal energie- en klimaatplan. Omdat Cyprus afhankelijk is van aardolieproducten, die volledig worden ingevoerd en aan meer dan 80 % van de energiebehoefte voldoen, blijft het land kwetsbaar voor schommelingen in de mondiale energieprijzen. Er blijven aanzienlijke uitdagingen bestaan bij de modernisering en uitbreiding van het bestaande elektriciteitsnet om de uitrol van hernieuwbare energiebronnen op te vangen. Cyprus kampt met aanzienlijke capaciteitsbelemmeringen voor het elektriciteitsnet op korte termijn om een stijging van hernieuwbare energie op te vangen, wat leidt tot terugkerende tekorten. Dit blijkt duidelijk uit de officiële gegevens van de Cypriotische energiereguleringsinstantie. Eind november 2023 had het Cypriotische systeem in totaal 782,57 MW aan operationele installaties voor hernieuwbare energie (waarvan 157,50 MW windenergie, 625,93 MW fotovoltaïsche energie en 9,15 MW biomassa-energie). Tegelijkertijd heeft de instantie bouwvergunningen goedgekeurd voor een totaal van 2 383 MW aan hernieuwbare-energieprojecten. Een overkoepelende strategie voor energieopslag zou de flexibiliteit en de voorzieningsstabiliteit kunnen vergroten en de kosten van de op- en afschaling van conventionele energiecentrales kunnen verlagen.

(27) Cyprus staat voor verschillende uitdagingen bij de inspanningen om de weerbaarheid tegen klimaatverandering aan te pakken, zoals een zwak institutioneel kader voor de aanpassing aan de klimaatverandering en een gebrek aan duurzame waterbeheerpraktijken ter ondersteuning van veerkrachtige landbouw. Het land is duidelijk kwetsbaar voor klimaatverandering en het nationale aanpassingsbeleid en de nationale aanpassingsmaatregelen zijn onvoldoende ontwikkeld. Cyprus lijdt onder lage neerslagniveaus en hoge temperaturen, wat mee bijdraagt tot de hoogste waterstress in de EU. Hoewel de Cypriotische landbouw profijt trekt uit steeds waterefficiëntere irrigatiesystemen, heeft de sector nog steeds het grootste waterverbruik vanwege een aanzienlijk verlies aan watervoorraden in ontoereikende distributie- en opslagnetwerken. Bovendien heeft de sector al te kampen met de gevolgen van de klimaatverandering, zoals bodemaantasting en woestijnvorming, wat leidt tot lagere gewasopbrengsten. Doeltreffend waterbeheer, doeltreffende wateropslag en het gebruik van waterefficiënte gewassen worden van het grootste belang. De antropogene druk op habitats en ecosystemen, met name in kustgebieden, verergert de situatie. De huidige aanpak van het land ten aanzien van de aanpassing aan de klimaatverandering blijft grotendeels niet-bindend. Dit vraagt om betere institutionele regelingen om de klimaatbestendigheid en het concurrentievermogen op lange termijn te versterken.

(28) Aangezien de economieën van de lidstaten van de eurozone in hoge mate met elkaar zijn verweven en zij collectief bijdragen tot de werking van de economische en monetaire unie, heeft de Raad in 2024 de lidstaten van de eurozone aanbevolen actie te ondernemen, onder meer via hun herstel- en veerkrachtplannen, teneinde uitvoering te geven aan de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone. Voor Cyprus dragen de aanbevelingen 1, 2, 3 en 4 bij tot de uitvoering van de eerste, tweede, derde en vierde aanbevelingen voor de eurozone.

(29) In het licht van de diepgaande evaluatie van de Commissie en haar conclusie betreffende het bestaan van onevenwichtigheden zijn de aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven. Het in aanbeveling 1 bedoelde beleid helpt om kwetsbaarheden in verband met overheids- en externe schulden aan te pakken. Het in aanbeveling 4 bedoelde beleid draagt bij om aanbeveling 1 aan te pakken door de vraag naar energie-invoer te verminderen en door te helpen de externe balans te verbeteren. Aanbeveling 1 draagt bij tot zowel de aanpak van onevenwichtigheden als de uitvoering van de aanbeveling voor de eurozone, overeenkomstig overweging 28,

BEVEELT AAN dat Cyprus in 2024 en 2025 de volgende actie onderneemt:

1. de budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn tijdig in te dienen; overeenkomstig de vereisten van het hervormde stabiliteits- en groeipact de groei van de netto-uitgaven20 in 2025 te beperken tot een percentage waarmee de schuldquote op een plausibel neerwaarts traject op de middellange termijn komt en waarbij de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van een overheidstekort van 3 % van het bbp wordt geëerbiedigd;

2. de bestuurlijke capaciteit te versterken om de herstel- en veerkrachtfaciliteit te beheren, investeringen te versnellen en de vaart erin te houden bij de uitvoering van hervormingen; nieuwe vertragingen aan te pakken teneinde een verdere snelle en effectieve uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan mogelijk te maken, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, ervoor te zorgen dat de hervormingen en investeringen uiterlijk in augustus 2026 worden voltooid; de uitvoering van het cohesiebeleidsprogramma te versnellen; bij de tussentijdse evaluatie aandacht te blijven besteden aan de overeengekomen prioriteiten, actie te ondernemen voor een betere aanpak van de behoeften op het gebied van preventie en paraatheid tegen aan de klimaatverandering gerelateerde risico’s, daarbij de mogelijkheden die het platform voor strategische technologieën voor Europa biedt om het concurrentievermogen te verbeteren, in overweging nemend;

3. het concurrentievermogen van de economie te versterken door de inspanningen te versnellen om het bestuur van staatsondernemingen beter met de internationale normen te laten overeenkomen en vaardigheidsniveaus en onderwijsresultaten verder te verbeteren; permanente opleidingen van leerkrachten te verbeteren en de onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken door de capaciteit en de aantrekkelijkheid van programma’s voor beroepsonderwijs en ‑opleidingen verder te verbeteren en volwasseneneducatie te bevorderen;

4. het net en de opslag te moderniseren en uit te breiden om een stijgend aandeel hernieuwbare energie op te vangen; de uitvoering van maatregelen voor de aanpassing aan de klimaatverandering te verbeteren door de nadruk te leggen op het bevorderen van het institutionele kader voor klimaatadaptatie en duurzame waterbeheerpraktijken in de landbouw toe te passen.


Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

1PB L, 2024/1263, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2023/435/oj.

2PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2011/1176/oj.

3Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2021/241/oj).

4Verordening (EU) 2023/435 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013, (EU) 2021/1060 en (EU) 2021/1755 en Richtlijn 2003/87/EG (PB L 63 van 28.2.2023, blz. 1, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2023/435/oj).

5COM(2023) 168 final.

6COM(2024) 77 final.

7COM(2023) 901 final.

8Verordening (EU) 2024/1264 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L, 2024/1264, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1264/oj) en Richtlijn (EU) 2024/1265 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU betreffende voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (PB L, 2024/1265, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/dir/2024/1265/oj).

9Netto-uitgaven in de zin van artikel 2 van Verordening (EU) 2024/1263 van de Raad van 29 april 2024 (PB L, 2024/1263, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1263/oj). Netto-uitgaven zijn de overheidsuitgaven ongerekend i) rente-uitgaven, ii) discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, iii) uitgaven voor programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd, iv) nationale uitgaven voor medefinanciering van door de Unie gefinancierde programma’s, v) cyclische elementen van de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen en vi) eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

10Uitvoeringsbesluit van de Raad van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Cyprus (10686/2021).

11Uitvoeringsbesluit van de Raad van 8 december 2023 tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Cyprus (15571/2023).

12COM(2024) 613 final.

13COM(2024) 81 final.

14Eurostat Euro-indicatoren van 22 april 2024.

15Aanbeveling van de Raad van 12 juli 2022 over het nationale hervormingsprogramma 2022 van Cyprus en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2022 van Cyprus (PB C 334 van 1.9.2022, blz. 104).

16Op basis van de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie wordt uitgegaan van een potentiële productiegroei op middellange termijn van Cyprus in 2023, die wordt gebruikt om de begrotingskoers te meten, van 8,5 % nominaal, op basis van de gemiddelde reële potentiële groei over tien jaar en de bbp-deflator van 2023.

17De begrotingskoers is gedefinieerd als een maatstaf van de jaarlijkse verandering in de onderliggende begrotingssituatie van de overheid. Het doel ervan is de economische impuls te beoordelen die voortvloeit uit het begrotingsbeleid, zowel het nationale als het uit de EU-begroting gefinancierde beleid. De begrotingskoers wordt gemeten als het verschil tussen i) het groeipotentieel op middellange termijn en ii) de verandering in de primaire uitgaven ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde (en met uitsluiting van COVID-19-gerelateerde tijdelijke noodmaatregelen), met inbegrip van uitgaven gefinancierd met niet-terugvorderbare steun (subsidies) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.

18Aanbeveling van de Raad van 14 juli 2023 over het nationale hervormingsprogramma 2023 van Cyprus en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2023 van Cyprus (PB C 312 van 1.9.2023, blz. 116).

19Het cijfer geeft het niveau weer van de jaarlijkse begrotingskosten van die maatregelen, inclusief inkomsten en uitgaven en, in voorkomend geval, exclusief de inkomsten uit belastingen op uitzonderlijke winsten van energieleveranciers.

20“Netto-uitgaven” in de zin van artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2024/1263: de overheidsuitgaven ongerekend rente-uitgaven, discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, uitgaven voor programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd, nationale uitgaven voor medefinanciering van door de Unie gefinancierde programma’s, cyclische elementen van de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen en eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

NL NL