Overwegingen bij COM(2024)618 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)618 - .
document COM(2024)618
datum 19 juni 2024
 
(1) Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad2, waarbij de herstel- en veerkrachtfaciliteit werd ingesteld, is op 19 februari 2021 in werking getreden. De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt de lidstaten financiële ondersteuning voor de uitvoering van hervormingen en investeringen, die worden gerealiseerd met budgettaire stimulansen door de EU. In overeenstemming met de prioriteiten van het Europees Semester draagt zij bij tot het economisch en sociaal herstel en de uitvoering van duurzame hervormingen en investeringen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen en de economieën van de lidstaten veerkrachtiger te maken. Zij helpt ook de overheidsfinanciën te versterken en de groei en werkgelegenheid op middellange en lange termijn te stimuleren, de territoriale cohesie binnen de EU te verbeteren en de verdere uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten te ondersteunen.

(2) De REPowerEU-verordening3, die op 27 februari 2023 is vastgesteld, heeft tot doel de EU geleidelijk onafhankelijker te maken van de invoer van Russische fossiele brandstoffen. Dit zou moeten bijdragen tot energiezekerheid en de diversificatie van de energievoorziening van de EU en tegelijkertijd het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, de opslagcapaciteit voor energie en de energie-efficiëntie vergroten. Malta heeft een nieuw REPowerEU-hoofdstuk toegevoegd aan zijn nationale herstel- en veerkrachtplan om belangrijke hervormingen en investeringen te financieren die de REPowerEU-doelstellingen helpen verwezenlijken.

(3) Op 16 maart 2023 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd met de titel “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030”4, als basis voor beleidsbeslissingen en met als doel te werken aan een groeibevorderend regelgevingskader. De mededeling schetst het concurrentievermogen rond negen elkaar versterkende aanjagers. Deze aanjagers zijn onder meer de toegang tot particulier kapitaal, onderzoek en innovatie, onderwijs en vaardigheden, en de eengemaakte markt als de belangrijkste beleidsprioriteiten voor hervormingen en investeringen om de huidige productiviteitsuitdagingen aan te pakken en het concurrentievermogen van de EU en haar lidstaten op lange termijn op te bouwen. Volgend op deze mededeling heeft de Commissie op 14 februari 2024 het jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen5 gepubliceerd. In dat verslag worden de sterke punten van en uitdagingen voor de eengemaakte markt van de EU uiteengezet, waarbij de jaarlijkse ontwikkelingen worden gevolgd aan de hand van de negen aanjagers van het concurrentievermogen.

(4) Op 21 november 2023 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 20246 en daarmee de aanzet gegeven tot de cyclus 2024 van het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid. De Europese Raad heeft op 22 maart 2024 zijn goedkeuring gehecht aan de prioriteiten van de analyse rond de vier dimensies van concurrerende duurzaamheid. Op 21 november 2023 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag 2024 aangenomen, waarin zij Malta niet heeft genoemd als een van de lidstaten die mogelijk door onevenwichtigheden is geraakt of het risico loopt daardoor geraakt te worden, en waarvoor een diepgaande evaluatie nodig zou zijn. Op dezelfde datum heeft de Commissie een advies goedgekeurd over het ontwerpbegrotingsplan 2024 van Malta De Commissie heeft ook een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone goedgekeurd, die de Raad op 12 april 2024 heeft aangenomen, alsook het voorstel voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2024 waarin de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten wordt geanalyseerd, dat de Raad op 11 maart 2024 heeft aangenomen.

(5) Op 30 april 2024 is het nieuwe EU-kader voor economische governance in werking getreden. Het kader omvat de nieuwe Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad. Het bevat ook de gewijzigde Verordening (EG) nr. 1467/97 over de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten en de gewijzigde Richtlijn 2011/85/EU over de begrotingskaders van de lidstaten7. Het nieuwe kader beoogt het houdbaarder maken van de overheidsschuld en duurzame en inclusieve groei door middel van geleidelijke begrotingsconsolidatie en hervormingen en investeringen. Het bevordert de nationale verantwoordelijkheid en heeft een grotere focus op de middellange termijn, in combinatie met een meer doeltreffende en coherentere handhaving. Elke lidstaat moet bij de Raad en de Commissie een nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn indienen. De nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn bevatten de budgettaire, hervormings- en investeringsverbintenissen van een lidstaat, die een planningsperiode van vier of vijf jaar bestrijken, afhankelijk van de normale duur van de nationale zittingsperiode. Het netto-uitgaventraject8 in de nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn moet voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) 2024/1263, met inbegrip van de vereisten om de overheidsschuld uiterlijk aan het einde van de aanpassingsperiode op een plausibel neerwaarts pad te brengen of te houden, of om op een prudent niveau onder 60 % van het bbp te blijven, en om het overheidstekort op middellange termijn onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp te brengen en/of te handhaven. Wanneer een lidstaat zich overeenkomstig de criteria van Verordening (EU) 2024/1263 verbindt tot een relevante reeks hervormingen en investeringen, kan de aanpassingsperiode met ten hoogste drie jaar worden verlengd. Ter ondersteuning van de voorbereiding van die plannen moet de Commissie de lidstaten op [21 juni] 2024 richtsnoeren verstrekken over de inhoud van de plannen en de daaropvolgende jaarlijkse voortgangsverslagen die zij moeten indienen, en zal zij hun overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2024/1263 technische richtsnoeren over de begrotingsaanpassingen toezenden (referentietrajecten en technische informatie indien van toepassing). Lidstaten moeten hun budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn uiterlijk op 20 september 2024 indienen, tenzij de lidstaat en de Commissie een redelijke verlenging van de termijn overeenkomen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun nationale parlementen hierbij worden betrokken en dat onafhankelijke begrotingsinstellingen, sociale partners en andere nationale belanghebbenden worden geraadpleegd, naargelang het geval.

(6) In 2024 blijft het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid evolueren in overeenstemming met de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De volledige uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen blijft essentieel voor de verwezenlijking van de beleidsprioriteiten in het kader van het Europees Semester, aangezien de plannen daadwerkelijk helpen bij het aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de problemen die zijn aangehaald in de relevante landspecifieke aanbevelingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan. De landspecifieke aanbevelingen 2019, 2020, 2022 en 2023 blijven ook relevant voor herstel- en veerkrachtplannen die worden herzien, bijgewerkt of gewijzigd overeenkomstig de artikelen 14, 18 en 21 van Verordening (EU) 2021/241.

(7) Op 13 juli 2021 heeft Malta in overeenstemming met artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 zijn herstel- en veerkrachtplan ingediend bij de Commissie. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan beoordeeld overeenkomstig de beoordelingsrichtsnoeren van bijlage V bij die verordening. Op 5 oktober 2021 heeft de Raad zijn besluit betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Malta aangenomen9, dat werd gewijzigd op 14 juli 2023 overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 om de maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun bij te werken, en het REPowerEU-hoofdstuk op te nemen10. De tranches worden vrijgegeven mits de Commissie overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 besluit dat Malta de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die in het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn vastgelegd, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Onder bevredigende verwezenlijking wordt begrepen dat de verwezenlijking van eerdere mijlpalen en streefdoelen niet is teruggedraaid.

(8) Op 15 april 2024 heeft Malta zijn nationaal hervormingsprogramma 2024 ingediend, overeenkomstig artikel 4, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1466/97. Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) 2021/241 weerspiegelt het nationale hervormingsprogramma 2024 ook de halfjaarlijkse verslaglegging van Malta over de vorderingen bij de verwezenlijking van zijn herstel- en veerkrachtplan.

(9) De Commissie heeft op 19 juni 2024 het landverslag 2024 voor Malta11 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Malta heeft geboekt bij de uitvoering van de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen die de Raad tussen 2019 en 2023 heeft vastgesteld en werd de balans opgemaakt van de uitvoering door Malta van het herstel- en veerkrachtplan. Op basis van deze analyse werden in het landverslag lacunes vastgesteld met betrekking tot de uitdagingen die niet of slechts gedeeltelijk worden aangepakt in het herstel- en veerkrachtplan, alsook nieuwe en opkomende uitdagingen. Ook werd de vooruitgang beoordeeld die Malta heeft geboekt bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en bij de verwezenlijking van de kerndoelen van de EU inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding, alsook bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN.

(10) Volgens door Eurostat gevalideerde gegevens12 is het overheidssaldo van Malta van 5,5 % van het bbp in 2022 gedaald tot een tekort van 4,9 % in 2023, terwijl de overheidsschuld van 51,6 % van het bbp eind 2022 afnam tot 50,4 % eind 2023. Zoals aangekondigd in haar richtsnoeren voor het begrotingsbeleid voor 202413 zet de Commissie de eerste stap om op tekorten gebaseerde buitensporigtekortprocedures in te leiden op basis van de begrotingsresultaten voor 2023, in overeenstemming met de bestaande wettelijke bepalingen. Op 19 juni 2024 heeft de Commissie een verslag op grond van artikel 126, lid 3, VWEU aangenomen14. In dat verslag wordt de begrotingssituatie van Malta beoordeeld, aangezien het overheidstekort in 2023 de referentiewaarde van 3 % van het bbp overschreed. Gezien deze beoordeling en na bestudering van het advies van de bij artikel 126, lid 4, van het VWEU ingestelde Economisch en Financieel Comité, is de Commissie voornemens in juli de inleiding van een buitensporigtekortprocedure voor te stellen door de Raad aan te bevelen op grond van artikel 126, lid 6, een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Malta vast te stellen.

(11) Op 12 juli 2022 heeft de Raad aanbevolen15 dat Malta actie onderneemt om er in 2023 voor te zorgen dat de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in overeenstemming is met een algemeen neutrale beleidskoers16, rekening houdend met de aanhoudende tijdelijke en gerichte steun aan huishoudens en bedrijven die het meest kwetsbaar zijn voor stijgingen van de energieprijzen en aan mensen die Oekraïne ontvluchten. Malta moest klaarstaan om de lopende uitgaven aan te passen aan de veranderende situatie. Malta werd ook aanbevolen de overheidsinvesteringen voor de groene en digitale transitie en voor energiezekerheid uit te breiden, met inachtneming van het REPowerEU-initiatief, onder meer door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere fondsen van de Unie. Volgens ramingen van de Commissie was de begrotingskoers17 in 2023 contractief, met 0,6 % van het bbp, tegen een achtergrond van hoge inflatie. De groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde) in 2023 heeft een contractieve bijdrage aan de begrotingskoers van 1,6 % van het bbp geleverd. Dit omvat de toegenomen kosten van de gerichte noodsteunmaatregelen voor huishoudens en bedrijven die het meest kwetsbaar zijn voor stijgingen van de energieprijzen met minder dan 0,1 % van het bbp. De groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in 2023 was in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad. In 2023 bedroegen de met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven 0,9 % van het bbp. De nationaal gefinancierde investeringen bedroegen 2,6 % van het bbp in 2023, een stijging van 0,1 procentpunten ten opzichte van 2022. Malta financierde aanvullende investeringen via de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen. Malta financierde overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid, zoals de renovatie van particuliere en openbare gebouwen, waaronder ziekenhuizen en scholen, de elektrificatie van de vervoerssector en projecten in verband met de digitalisering van het openbaar bestuur en de particuliere sector, die gedeeltelijk worden gefinancierd door de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.

(12) Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zal het reële bbp in 2024 groeien met 4,6 % en in 2025 met 4,3 %, met een GICP-inflatie van 2,8 % in 2024 en 2,3 % in 2025.

(13) In de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie wordt uitgegaan van een overheidstekort van 4,3 % van het bbp in 2024, terwijl de overheidsschuldquote naar verwachting zal stijgen tot 52,0 % eind 2024. De daling van het tekort in 2024 weerspiegelt voornamelijk de beperkte groei van het intermediair verbruik en de loonsom, alsook de geleidelijke afschaffing van de kosten in verband met de herstructurering van de nationale luchtvaartmaatschappij. Op basis van de ramingen van de Commissie zal de begrotingskoers in 2024 naar verwachting contractief zijn, met 1,3 % van het bbp.

(14) Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen in 2024 uitgaven ten belope van 0,4 % van het bbp worden gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (subsidies) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, tegenover 0,2 % van het bbp in 2023. Uitgaven die met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gefinancierd, zullen hoogwaardige investeringen en productiviteitsverhogende hervormingen mogelijk maken zonder rechtstreekse gevolgen voor het overheidssaldo en de overheidsschuld van Malta.

(15) Op 14 juli 2023 heeft de Raad Malta aanbevolen18 een voorzichtig begrotingsbeleid te voeren, met name door de nominale stijging van de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven19 in 2024 te beperken tot 5,9 %. Bij het uitvoeren van hun begroting 2023 en het opstellen van hun ontwerpbegrotingsplan voor 2024 werden de lidstaten verzocht er rekening mee te houden dat de Commissie aan de Raad zou voorstellen op het tekort gebaseerde buitensporigtekortprocedures in te leiden op basis van de begrotingsresultaten voor 2023. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen de nationaal gefinancierde netto primaire uitgaven van Malta naar verwachting toenemen met 5,5 % in 2024, hetgeen minder dan de aanbevolen maximale groeivoet is. De netto-uitgaven in 2023 waren echter hoger dan ten tijde van de aanbeveling werd verwacht (verschil van 0,8 % van het bbp). Aangezien de aanbeveling voor 2024 als groeipercentage werd geformuleerd, moet bij de beoordeling van de naleving derhalve ook het basiseffect van 2023 in aanmerking worden genomen. Indien de netto-uitgaven in 2023 gelijk zouden zijn geweest aan die welke ten tijde van de aanbeveling werden verwacht, zou het resulterende groeipercentage van de netto-uitgaven in 2024 0,7 % van het bbp boven het aanbevolen groeipercentage liggen. Daarom wordt geoordeeld dat het risico bestaat dat de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven niet volledig met de aanbeveling in overeenstemming zijn.

(16) Bovendien heeft de Raad Malta aanbevolen om de van kracht zijnde noodsteunmaatregelen voor energie zo snel mogelijk af te bouwen in 2023 en 2024 en de daarmee gepaard gaande besparingen te gebruiken om het overheidstekort terug te dringen. De Raad heeft verder aangegeven dat indien nieuwe energieprijsstijgingen nieuwe of voortgezette steunmaatregelen vereisen, Malta ervoor moet zorgen dat deze gericht zijn op de bescherming van kwetsbare huishoudens en bedrijven, budgettair haalbaar zijn en stimulansen voor energiebesparing blijven bieden. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen de netto begrotingskosten20 van de noodsteunmaatregelen voor energie naar verwachting 1,7 % van het bbp bedragen in 2023, 2,0 % in 2024 en 1,0 % in 2025. Met name wordt ervan uitgegaan dat verlagingen van indirecte belastingen op energieverbruik en subsidies voor energieproductie die de prijs van ingevoerde elektriciteit en koolstofemissies moeten compenseren, in 2024 en 2025 van kracht zullen blijven21. Hoewel rekening wordt gehouden met de uitdagingen waarmee Malta wordt geconfronteerd door zijn grote afhankelijkheid van energie-invoer en zijn blootstelling aan externe schokken die worden versterkt door de kleine omvang van de economie, zullen de noodsteunmaatregelen voor energie in 2023 en 2024 naar verwachting niet zo snel mogelijk worden afgebouwd. Dit dreigt niet in overeenstemming te zijn met wat de Raad heeft aanbevolen. Bijgevolg zijn er geen daarmee gepaard gaande besparingen die kunnen worden gebruikt om het overheidstekort terug te dringen zoals aanbevolen door de Raad. De begrotingskosten van noodsteunmaatregelen voor energie ter bescherming van kwetsbare huishoudens en bedrijven worden geraamd op 0,2 % van het bbp in 2024 (0,1 % in 2023), waarvan 0,2 % van het bbp het prijssignaal behoudt om de vraag naar energie te verminderen en de energie-efficiëntie te verhogen (0,1 % in 2023).

(17) Daarnaast heeft de Raad Malta ook aanbevolen nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen in stand te houden en te zorgen voor een doeltreffende absorptie van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen de nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen naar verwachting toenemen tot 2,8 % van het bbp in 2024 (tegenover 2,6 % van het bbp in 2023). Dit is in overeenstemming met wat de Raad heeft aanbevolen. De overheidsuitgaven die worden gefinancierd met inkomsten uit EU-fondsen, met inbegrip van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, zullen daarentegen naar verwachting stabiel blijven op 0,9 % van het bbp in 2024.

(18) Op basis van de op de afsluitdatum van de prognose bekende beleidsmaatregelen en uitgaand van ongewijzigd beleid, wordt in de voorjaarsprognose 2024 van de Commissie uitgegaan van een overheidstekort van 3,9 % van het bbp in 2025. De daling van het tekort in 2025 weerspiegelt voornamelijk de verwachte daling van de kosten van de steunmaatregelen voor energie. De overheidsschuldquote zou tegen eind 2025 stijgen tot 52,6 %.

(19) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van en criterium 2.2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 bevat het herstel- en veerkrachtplan een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die uiterlijk in 2026 moeten zijn uitgevoerd. Daarvan wordt verwacht dat zij helpen bij het doeltreffend aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de uitdagingen die in de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen (LSA’s) zijn vastgesteld. Om het concurrentievermogen van Malta op lange termijn te stimuleren door middel van de groene en de digitale transitie, en tegelijkertijd sociale rechtvaardigheid te waarborgen, is het van essentieel belang om binnen deze krappe termijn snel werk te maken van de doeltreffende uitvoering van het plan, inclusief het REPowerEU-hoofdstuk. Om de toezeggingen in het plan uiterlijk in augustus 2026 na te komen, is het voor Malta van essentieel belang de hervormingen en investeringen voort te zetten. De systematische betrokkenheid van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere relevante belanghebbenden blijft belangrijk om te zorgen voor een breed draagvlak voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan.

(20) Als onderdeel van de tussentijdse evaluatie van de cohesiefondsen moet Malta overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) 2021/1060 uiterlijk in maart 2025 elk programma evalueren, en daarbij onder meer rekening houden met de uitdagingen die zijn vermeld in de landspecifieke aanbevelingen van 2024 en zijn nationale energie- en klimaatplan. Die evaluatie is de basis voor de definitieve toewijzing van de in elk programma opgenomen EU-financiering. Malta heeft vooruitgang geboekt bij de toepassing van het cohesiebeleid en de Europese pijler van sociale rechten, maar er blijven knelpunten bestaan. Een snellere uitvoering van de programma’s van het cohesiebeleid is van cruciaal belang. De in de programma’s overeengekomen prioriteiten blijven relevant. Investeringen in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie zijn essentieel voor het realiseren van energiebesparingen, het versterken van de duurzaamheid in de energiesector en het verminderen van de afhankelijkheid van internationale energiebronnen. Verdere investeringen in duurzame multimodale oplossingen en actieve mobiliteit zijn belangrijk om de verkeerscongestie terug te dringen en de emissies van het wegvervoer te beperken. Er zijn nog steeds inspanningen nodig om de duurzaamheid van het water- en afvalwaterbeheer te waarborgen. Bovendien zijn praktijken nodig op het gebied van de circulaire economie, waaronder het maximaliseren van het recyclingpotentieel, om het storten van afval terug te dringen en de recyclingdoelstellingen te halen. Daarnaast moet volwasseneneducatie worden bevorderd om het vaardigheidsniveau van de bevolking te verhogen en tekorten aan arbeidskrachten te verlichten. De sociale en arbeidsmarktintegratie van kwetsbare groepen moet verder worden bevorderd, met de nadruk op onderdanen van niet-EU-landen, personen met een handicap en gendergelijkheid. Malta zou ook gebruik kunnen maken van het initiatief voor een platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) om de strategische autonomie van de EU en het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de industrie te ondersteunen.

(21) Naast de economische en sociale uitdagingen die met het herstel- en veerkrachtplan en andere EU-middelen worden aangepakt, heeft Malta te maken met verschillende extra uitdagingen in verband met kenmerken van het belastingstelsel die agressieve fiscale planning in de hand werken, onderwijs en vaardigheden, hernieuwbare energie en vervoer.

(22) Het aanpakken van agressieve fiscale planning blijft cruciaal om de belastingstelsels efficiënter en eerlijker te maken. Gezien de overloopeffecten van agressieve fiscaleplanningsstrategieën tussen de lidstaten is een gecoördineerd optreden ter aanvulling van de EU-wetgeving door middel van nationaal beleid van alle lidstaten van het grootste belang. Malta heeft stappen ondernomen om agressieve fiscaleplanningspraktijken aan te pakken door eerder overeengekomen internationale en Europese initiatieven uit te voeren, en heeft zich er verder toe verbonden de kwestie in zijn herstel- en veerkrachtplan aan te pakken. Als onderdeel van de hervormingsagenda van het plan heeft de Maltese regering een nieuwe wet aangenomen tot invoering van verrekenprijsregels, die vanaf januari 2024 van toepassing is geworden. De wet heeft tot doel de mogelijkheden tot winstverschuiving door ondernemingen te voorkomen. Malta heeft ook opdracht gegeven tot een onafhankelijke studie over uitgaande en inkomende betalingen (d.w.z. tussen inwoners van de EU en niet-EU-ingezetenen), om later passende wetgeving vast te stellen. Zolang Malta geen bronbelasting heft op rente-, dividend- en royaltybetalingen door in Malta gevestigde ondernemingen naar rechtsgebieden met een nultarief en laagbelastende jurisdicties (hier in de betekenis van een rechtsgebied met een wettelijk vennootschapsbelastingtarief van minder dan 9 %, het laagste wettelijke vennootschapsbelastingtarief in de EU), of gelijkwaardige defensieve maatregelen — om ervoor te zorgen dat ondernemingen hun winsten niet onbelast naar niet-EU-landen kunnen verschuiven — blijft het risico van dubbele niet-belasting van deze winsten hoog. Verder blijft de behandeling van in Malta gevestigde ondernemingen die er niet gedomicilieerd zijn, een risico van dubbele niet-belastingheffing vormen voor zowel ondernemingen als particulieren. Dit probleem zal slechts gedeeltelijk worden aangepakt door naleving van de EU-richtlijn inzake minimumbelasting, die alleen van toepassing zal zijn op grote ondernemingen zodra Malta deze heeft omgezet.

(23) Tekorten aan geschoolde arbeidskrachten en discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden vormen een knelpunt voor de toekomstige groei, het concurrentievermogen en de dubbele transitie. In het eerste kwartaal van 2024 werden tekorten aan arbeidskrachten gemeld als een factor die de productie in Malta beperkt, waarbij ongeveer twee keer zo vaak tekorten werden gemeld als gemiddeld voor de EU in de dienstensector en de industrie. Meer dan twee van de drie bedrijven melden moeilijk in te vullen vacatures voor banen waarvoor specialistische ICT-vaardigheden nodig zijn. Uit de meest recente resultaten van het OESO-programma voor internationale studentenbeoordeling (PISA) blijkt dat Malta een van de hoogste percentages voor slechte prestaties in de EU heeft, wat een ernstige uitdaging vormt voor de latere ontwikkeling van vaardigheden. In de hele sociaaleconomische verdeling in Malta presteert ongeveer een op de drie 15-jarige studenten ondermaats op het gebied van wiskunde, lezen en wetenschappen. Het tekort aan leerkrachten is deels verholpen door vervangende leerkrachten, met een kwalificatieniveau dat verschilt van of lager is dan wat vereist is voor volledig gekwalificeerde leerkrachten. Het aantal voortijdige schoolverlaters neemt af, maar blijft boven het EU-gemiddelde, waardoor het reeds grote aantal laaggeschoolde volwassenen toeneemt. Hoewel de deelname van volwassenen aan onderwijs en opleiding (in de afgelopen 12 maanden) in het algemeen in overeenstemming is met het EU-gemiddelde, is de deelname van laaggeschoolden aan leeractiviteiten laag. Hoewel 63 % van de volwassenen in 2023 ten minste over digitale basisvaardigheden beschikte, zijn de verschillen in vaardigheidsniveaus aanzienlijk. Het percentage lerenden dat is ingeschreven in hoger secundair beroepsonderwijs en -opleiding blijft laag. Het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs door de nadruk te leggen op basisvaardigheden, de tekorten aan leerkrachten aan te pakken en prioriteit te geven aan de professionele ontwikkeling van leerkrachten om beter tegemoet te komen aan de leerbehoeften van studenten, en tegelijkertijd de relevantie van de Maltese onderwijs- en opleidingsstelsels voor de arbeidsmarkt in nauwe samenwerking met de sociale partners te vergroten, zijn van cruciaal belang om de zwakker onderwijsresultaten en het ernstige tekort aan en de discrepantie tussen vaardigheden te verminderen.

(24) De uitdaging voor Malta blijft groene economische groei tot stand te brengen, waarbij ontwikkeling en ecologische duurzaamheid in evenwicht zijn. De groene transitie van het land wordt afgeremd door de dominante rol van fossiele brandstoffen in zijn energiesysteem. Het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto-eindverbruik van energie van Malta bedroeg 13,4 % in 2022, een van de laagste percentages in de EU. Dit ligt ver onder het indicatieve streefcijfer van Malta van 28 % voor 2030 en het EU-gemiddelde van 41 % in 2022. Bijna alle geïnstalleerde capaciteit voor hernieuwbare energie is onshore zonne-energie, die langzaam toeneemt (met 4 % in 2023). De lopende hervorming van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, waarbij zonne-energie-installaties op bepaalde nieuwe gebouwen verplicht worden gesteld en de termijnen voor de verlening van vergunningen voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie worden verkort, moet de uitrol ervan vergroten. Malta heeft in zijn exclusieve economische zone een aanzienlijk potentieel voor zonne- en windenergie op zee. Dit potentieel blijft echter onbenut. Het vermogen van Malta om hernieuwbare energie uit te rollen en tegelijkertijd zijn energievoorzieningszekerheid te verbeteren, hangt ook af van goede vooruitgang bij de bouw van de tweede elektriciteitsinterconnector met Italië en de verdere versterking van zijn binnenlandse elektriciteitsnet.

(25) Het terugdringen van verkeerscongestie en hoge emissies van het wegvervoer is een belangrijke prioriteit om de uitdaging van duurzaamheid aan te pakken. De broeikasgasemissies van het wegvervoer zijn met 23,3 % gestegen ten opzichte van het niveau van 2005. Personenauto’s zijn goed voor 86 % van het passagiersvervoer in Malta en dit neemt toe. Congestie blijft de grootste uitdaging voor vervoer in Malta, en is ook van invloed op het concurrentievermogen van de eilanden, en de inspanningen moeten aanzienlijk worden opgevoerd. Om alternatief collectief vervoer over zee te bevorderen, bouwt Malta met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling een netwerk van binnenhavenveerboten uit door de aanlandingplaatsen voor veerboten te verbeteren. Voorts is Malta van plan duurzame multimodale stedelijke mobiliteit te stimuleren door 17,5 km schone stedelijke vervoersinfrastructuur te ontwikkelen via cohesiefondsen, met inbegrip van voetpaden en fietspaden.

(26) Aangezien de economieën van de lidstaten van de eurozone in hoge mate met elkaar zijn verweven en zij collectief bijdragen tot de werking van de economische en monetaire unie, heeft de Raad in 2024 de lidstaten van de eurozone aanbevolen actie te ondernemen, onder meer via hun herstel- en veerkrachtplannen, teneinde uitvoering te geven aan de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone. Voor Malta dragen de aanbevelingen 1, 2, 3 en 4 bij tot de uitvoering van de eerste, tweede, derde en vierde aanbeveling voor de eurozone.

BEVEELT AAN dat Malta in 2024 en 2025 de volgende actie onderneemt:

1. het budgettair-structurele plan voor de middellange termijn tijdig in te dienen. Overeenkomstig de vereisten van het hervormde stabiliteits- en groeipact de groei van de netto-uitgaven22 in 2025 te beperken tot een percentage dat verenigbaar is met het reduceren van het overheidstekort in de richting van de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp en het op een prudent niveau handhaven van de overheidsschuld op middellange termijn. De noodsteunmaatregelen voor energie uiterlijk voor de winter 2024/2025 af te bouwen. Om de resterende risico’s van agressieve fiscale planning aan te pakken, een bronbelasting op uitgaande betalingen in te voeren of gelijkwaardige defensieve maatregelen te nemen, en de regels voor niet-gevestigde ondernemingen te wijzigen;

2. door te gaan met de snelle en doeltreffende uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, en ervoor te zorgen dat de hervormingen en investeringen uiterlijk in augustus 2026 worden voltooid. De uitvoering van de cohesiebeleidsprogramma’s te versnellen. In de tussentijdse evaluatie de nadruk te blijven leggen op de overeengekomen prioriteiten en rekening te houden met de mogelijkheden die het platform voor strategische technologieën voor Europa biedt om het concurrentievermogen te verbeteren;

3. de kwaliteit en de relevantie voor de arbeidsmarkt van onderwijs en opleiding te versterken om de zwakke onderwijsresultaten en het ernstige tekort aan en de discrepantie tussen vaardigheden aan te pakken, met name door de basisvaardigheden van studenten en de professionele ontwikkeling van leerkrachten te bevorderen.;

4. de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen door middel van grootschalige projecten en kleinschalige investeringen in directe energieproductie en -verbruik. De verkeerscongestie aan te pakken door de kwaliteit en efficiëntie van het openbaar vervoer te verbeteren en de investeringen in infrastructuur voor “zachte mobiliteit” op te voeren.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

1PB L 2024/1263, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1263/oj

2Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17), ELI: data.europa.eu/eli/reg/2021/241/oj

3Verordening (EU) 2023/435 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013, (EU) 2021/1060 en (EU) 2021/1755 en Richtlijn 2003/87/EG (PB L 63 van 28.2.2023, blz. 1), ELI: data.europa.eu/eli/reg/2023/435/oj

4COM(2023) 168 final.

5COM(2024) 77 final.

6COM(2023) 901 final.

7Verordening (EU) 2024/1264 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten, (PB L, 2024/1264, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1264/oj) en Richtlijn (EU) 2024/1265 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU betreffende voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (PB L, 2024/1265, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/dir/2024/1265/oj).

8Netto-uitgaven zoals gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EU) 2024/1263 van de Raad van 29 april 2024 (PB L 2024/1263, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1263/oj). Netto-uitgaven zijn overheidsuitgaven ongerekend i) rente-uitgaven, ii) discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, iii) uitgaven voor programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd, iv) nationale uitgaven voor medefinanciering van door de Unie gefinancierde programma’s, v) cyclische elementen van de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen, en vi) eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

9Uitvoeringsbesluit van de Raad van 5 oktober 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Malta (ST 11941/2021 INIT; ST 11941/2021 ADD 1).

10Uitvoeringsbesluit van de Raad van 14 juli 2023 tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van 5 oktober 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Malta (ST 11202/2023 INIT, ST 11202/2023 ADD 1).

11SWD(2024) 618 final.

12Eurostat-Euro Indicators, 22.4.2024.

13COM(2023) 141 final.

14Verslag van de Commissie opgesteld overeenkomstig artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 19.6.2024, COM(2024) 598 final.

15Aanbeveling van de Raad van 12 juli 2022 over het nationale hervormingsprogramma van Italië en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2022 van Italië (PB C 334 van 1.9.2022, blz. 146).

16Op basis van de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie wordt de potentiële outputgroei van Malta op middellange termijn in 2023, die wordt gebruikt als maatstaf voor de begrotingskoers, geraamd op 11,2 % in nominale termen, op basis van de gemiddelde reële potentiële groei over tien jaar en de bbp-deflator van 2023.

17De begrotingskoers wordt gedefinieerd als een maatstaf van de jaarlijkse verandering in de onderliggende begrotingssituatie van de overheid. Die koers heeft tot doel de economische impuls te beoordelen die voortvloeit uit het begrotingsbeleid, zowel dat wat nationaal als dat wat uit de EU-begroting wordt gefinancierd. De begrotingskoers wordt gemeten als het verschil tussen i) de potentiële groei op middellange termijn en ii) de verandering in de primaire uitgaven ongerekend de discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde (en exclusief de tijdelijke COVID-19-crisismaatregelen), maar met inbegrip van uitgaven gefinancierd met niet-terugvorderbare steun (subsidies) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.

18Aanbeveling van de Raad van 14 juli 2023 over het nationale hervormingsprogramma 2023 van Malta en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2023 van Malta (PB C 312 van 1.9.2023, blz. 167).

19De netto primaire uitgaven worden gedefinieerd als nationaal gefinancierde uitgaven ongerekend i) discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, ii) rente-uitgaven, iii) cyclische werkloosheidsuitgaven, en iv) eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

20Het cijfer geeft het niveau weer van de jaarlijkse begrotingskosten van die maatregelen, inclusief inkomsten en uitgaven en, in voorkomend geval, exclusief de inkomsten uit belastingen op uitzonderlijke winsten van energieleveranciers.

21Maatregelen die volgens Malta tot eind 2024 van kracht blijven, worden in de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie in beginsel beschouwd als maatregelen die ook in 2025 begrotingsgevolgen zullen hebben. 

22Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) 2024/1263 wordt onder “netto-uitgaven” verstaan: de overheidsuitgaven ongerekend rente-uitgaven, discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, uitgaven voor programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd, nationale uitgaven voor medefinanciering van door de Unie gefinancierde programma’s, cyclische elementen van de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen en eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

NL NL