Overwegingen bij COM(2025)7 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 waarbij de machtiging van Polen om een bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 226 van de btw-richtlijn, wordt verlengd - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)7 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 waarbij de machtiging van Polen om een bijzondere maatregel te blijven ... |
---|---|
document | COM(2025)7 |
datum | 14 januari 2025 |
(2) Bij brieven, ingekomen bij de Commissie op 27 maart 2024 en 1 oktober 2024, heeft Polen verzocht om een verdere verlenging, van 1 maart 2025 tot en met 28 februari 2028, van de machtiging om af te wijken van artikel 226 van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de verplichtingen inzake de facturering van de btw, om het verplichte mechanisme van gesplitste betaling te blijven toepassen op leveringen van fraudegevoelige goederen en diensten waarvoor in Polen doorgaans geldt dat de afnemer wordt aangemerkt als de tot voldoening van de btw over bepaalde leveringen gehouden persoon (de zogenaamde “verleggingsregeling”) en sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid.
(3) Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie bij brief van 9 oktober 2024 de overige lidstaten van het verzoek van Polen in kennis gesteld. Bij brief van 10 oktober 2024 heeft de Commissie Polen meegedeeld dat zij over alle nodige gegevens beschikte om het verzoek te beoordelen.
(4) Het verplichte mechanisme van gesplitste betaling is van toepassing op de goederen en diensten die in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 zijn vermeld. Deze bijlage bevat een uitgebreide, gedetailleerde lijst van goederen en diensten die overeenkomstig de Poolse classificatie van goederen en diensten zijn ingedeeld. Aangezien Polen dat indelingssysteem momenteel op nationaal niveau vervangt door het systeem van de gecombineerde nomenclatuur, zoals vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad4, om te voorkomen dat de machtiging om af te wijken van artikel 226 van Richtlijn 2006/112/EG moet worden gewijzigd, moet de lijst in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 worden vervangen door een vereenvoudigde lijst van categorieën goederen en diensten. Polen heeft bevestigd dat de vervanging van de lijst niet leidt tot een uitbreiding van het toepassingsgebied van het verplichte mechanisme van gesplitste betaling. Daartoe blijft de in artikel 2 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 vastgestelde verplichting om de Commissie in kennis te stellen van de nationale maatregel, van toepassing.
(5) Het verslag dat Polen op 13 november 2023 op grond van artikel 2, tweede alinea, van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 van de Raad heeft ingediend over het algehele effect van de verlenging van de machtiging op de omvang van de btw-fraude en op de betrokken belastingplichtigen, toont aan dat, sinds de machtiging is verlengd, het voortgezette gebruik van het verplichte mechanisme van gesplitste betaling voor bepaalde leveringen van goederen en diensten heeft geleid tot een vermindering van met name carrouselfraude in de sectoren waarop dat mechanisme van toepassing is, zoals de sector staal, schroot, edelmetalen en brandstoffen. Polen meldde verder dat de Poolse autoriteiten erin zijn geslaagd de teruggaaftijd tot onder de twintig dagen te brengen wanneer een ondernemer recht heeft op btw-teruggaaf, wat de kasstroompositie van ondernemers verbetert.
(6) Derogaties worden gewoonlijk voor een beperkte periode toegestaan, zodat kan worden nagegaan of de bijzondere maatregel passend en doeltreffend is. Het is daarom passend de derogatie tot en met 28 februari 2028 te verlengen. De in artikel 2 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 vastgestelde verplichting voor Polen om een nieuw verslag over het algemene effect van de derogatie in te dienen als het om een verlenging ervan verzoekt, moet van toepassing blijven.
(7) De bijzondere maatregel zal geen nadelige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.
(8) Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.