Overwegingen bij COM(2025)14 - Goedkeuring van het nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn van Hongarije - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)14 - Goedkeuring van het nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn van Hongarije. |
---|---|
document | COM(2025)14 |
datum | 16 januari 2025 |
(1) Op 30 april 2024 is een hervormd EU-kader voor economische governance in werking getreden. Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht1, samen met de gewijzigde Verordening (EG) nr. 1467/97 betreffende de uitvoering van de procedure bij buitensporige tekorten2 en de gewijzigde Richtlijn 2011/85/EU van de Raad tot vaststelling van de begrotingskaders van de lidstaten3, vormen de kernelementen van het hervormde EU-kader voor economische governance. Het kader is erop gericht gezonde en houdbare overheidsfinanciën en duurzame en inclusieve groei en veerkracht te bevorderen door middel van hervormingen en investeringen, en buitensporige tekorten te voorkomen. Het bevordert ook de nationale verantwoordelijkheid en heeft een grotere focus op de middellange termijn, in combinatie met een meer doeltreffende en coherente handhaving van de regels.
(2) De nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn die de lidstaten bij de Raad en de Commissie indienen, staan centraal in het nieuwe kader voor economische governance. De plannen zijn gericht op twee doelstellingen: i) er onder meer voor zorgen dat de overheidsschuld aan het einde van de aanpassingsperiode een plausibel neerwaarts pad volgt of op een prudent niveau blijft, en dat het overheidstekort op de middellange termijn onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp wordt gebracht en gehouden, en ii) zorgen voor hervormingen en investeringen als antwoord op de belangrijkste uitdagingen die in de context van het Europees Semester zijn vastgesteld, en de gemeenschappelijke prioriteiten van de Unie aanpakken. Daartoe moet in elk plan een middellangetermijntoezegging voor een netto-uitgavenpad4 worden opgenomen, waarbij voor de duur van het plan daadwerkelijk een budgettaire beperking van vier of vijf jaar wordt opgelegd (afhankelijk van de normale parlementaire zittingsperiode in een lidstaat). Daarnaast moet in het plan worden toegelicht hoe de betrokken lidstaat hervormingen en investeringen zal inzetten als antwoord op de belangrijkste uitdagingen die in de context van het Europees Semester zijn vastgesteld, met name in de landspecifieke aanbevelingen (inclusief de aanbevelingen die relevant zijn voor de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden, indien van toepassing), en hoe de lidstaat de gemeenschappelijke prioriteiten van de Unie gaat aanpakken. De periode voor begrotingsaanpassing bestrijkt vier jaar en kan met maximaal drie jaar worden verlengd indien de lidstaat zich verbindt tot een relevante reeks hervormingen en investeringen die aan de criteria van Verordening (EU) 2024/1263 voldoen.
(3) Na de indiening van het plan beoordeelt de Commissie of het aan de voorwaarden van Verordening (EU) 2024/1263 voldoet.
(4) Op aanbeveling van de Commissie moet de Raad vervolgens een aanbeveling goedkeuren waarin het netto-uitgavenpad van de betrokken lidstaat wordt vastgesteld en, in voorkomend geval, de hervormings- en investeringstoezeggingen die ten grondslag liggen aan een verlenging van de aanpassingsperiode worden goedgekeurd.
OVERWEGINGEN BETREFFENDE HET NATIONALE BUDGETTAIR-STRUCTURELE PLAN VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN VAN HONGARIJE
(5) Op 4 november 2024 heeft Hongarije zijn nationale budgettair-structurele plan voor de middellange termijn bij de Raad en de Commissie ingediend. De indiening vond plaats na een verlenging van de in artikel 36 van Verordening (EU) 2024/1263 vastgestelde termijn, zoals overeengekomen met de Commissie. Het plan werd met vertraging ingediend omdat ervoor moest worden gezorgd dat het een nauwkeurig beeld geeft van de begrotingsprocessen en -vastleggingen van Hongarije, in overeenstemming met de begrotingsplanning voor 2025. Op 20 december 2024 heeft Hongarije een addendum bij het plan ingediend waarin recentere gegevens zijn verwerkt, met een herzien netto-uitgavenpad om ervoor te zorgen dat het overheidstekort onder 3 % van het bbp wordt gebracht en dat de verwachte overheidsschuld aan het einde van de aanpassingsperiode op een plausibel neerwaarts pad wordt gebracht en gehouden.
Proces voorafgaand aan de indiening van het plan
(6) Om de dialoog die leidt tot de indiening van nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn vorm te geven, heeft de Commissie op 21 juni 2024 overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2024/1263 het referentiepad5 aan Hongarije toegezonden. De Commissie heeft het referentiepad op 4 november 2024 bekendgemaakt6. Het referentiepad is risicogebaseerd en zorgt ervoor dat de overheidsschuld tegen het einde van de begrotingsaanpassingsperiode en zonder verdere begrotingsmaatregelen na de aanpassingsperiode een plausibel neerwaarts pad volgt of op middellange termijn op een prudent niveau blijft, en dat het overheidstekort tijdens de aanpassingsperiode tot onder 3 % van het bbp wordt teruggebracht en op middellange termijn onder die referentiewaarde blijft. De middellange termijn wordt gedefinieerd als de periode van tien jaar na het einde van de aanpassingsperiode. Overeenkomstig artikel 6, punt d), en de artikelen 7 en 8 van Verordening (EU) 2024/1263 is het referentiepad ook consistent met de tekortbenchmark, de schuldhoudbaarheidswaarborg en de waarborg voor de weerbaarheid van het tekort. Het referentiepad van Hongarije bepaalt dat op basis van de aannamen van de Commissie, die de eerdere richtsnoeren van juni 2024 ondersteunen, en uitgaande van een aanpassingsperiode van 4 jaar, de netto-uitgaven niet sneller mogen groeien dan de waarden in tabel 1. Dit komt overeen met een gemiddelde groei van de netto-uitgaven van 4,4 % gedurende de aanpassingsperiode (2025-2028).
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | Gemiddelde 2025-2028 | |
Maximale groei van de netto-uitgaven (jaarlijks, %) | 4,4 | 4,8 | 4,5 | 4,3 | 4,4 |
Tabel 1: Referentiepad dat de Commissie op 21 juni 2024 aan Hongarije heeft verstrekt
Bron: Berekeningen van de Commissie.
(7) Overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) 2024/1263 zijn Hongarije en de Commissie in juli en september 2024 een technische dialoog aangegaan. De dialoog was toegespitst op het door Hongarije beoogde netto-uitgavenpad en de onderliggende aannamen, en de beoogde uitvoering van hervormingen en investeringen als antwoord op de belangrijkste uitdagingen die zijn vastgesteld in het kader van het Europees Semester en de gemeenschappelijke prioriteiten van de Unie op het gebied van een rechtvaardige groene en digitale transitie, sociale en economische veerkracht, energiezekerheid en de opbouw van defensievermogens.
(8) In het door Hongarije ingediende plan wordt geen melding gemaakt van een raadplegingsproces met nationale belanghebbenden (met inbegrip van sociale partners) voorafgaand aan de indiening. Volgens de in het plan verstrekte informatie kan het parlement over het plan worden geraadpleegd nadat de regering de ontwerpbegroting 2025 bij het parlement heeft ingediend.
Andere gerelateerde processen
(9) De Raad heeft op 26 juli 2024 vastgesteld dat er in Hongarije een buitensporig tekort bestond wegens niet-naleving van het tekortcriterium.
(10) Op 26 november 2024 heeft de Commissie een aanbeveling vastgesteld voor een aanbeveling van de Raad krachtens artikel 126, lid 7, VWEU om een einde te maken aan de situatie van een buitensporig overheidstekort in Hongarije7. Bij gebrek aan een nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn dat door de Raad is goedgekeurd, weerspiegelde het correctieve netto-uitgavenpad het referentiepad met een begrotingsaanpassing van vier jaar en bijgewerkt op basis van recentere gegevens, met inbegrip van de najaarsprognose 2024 van de Europese Commissie (tabel 2). Op 16 januari 2025 heeft de Commissie een gewijzigde aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad aan Hongarije op grond van artikel 126, lid 7, VWEU vastgesteld naar aanleiding van haar beoordeling van het nationale budgettair-structurele plan voor de middellange termijn van Hongarije. Deze aanbeveling valt samen met de aanbeveling van de Raad krachtens artikel 126, lid 7, VWEU om een einde te maken aan de situatie van een buitensporig overheidstekort in Hongarije. De gelijktijdige goedkeuring van die aanbevelingen, die is afgestemd op en wordt gerechtvaardigd door de overgang naar het nieuwe kader voor economische governance, zorgt voor consistentie tussen de aanbevolen aanpassingspaden.
Tabel 2: Referentiepad bijgewerkt op basis van recentere gegevens
Jaren | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | Gemiddelde 2025-2028 | |
Groeipercentage (%) | Jaarlijks | 3,9 | 3,3 | 3,3 | 3,1 | 3,4 |
Cumulatief (*) | 7,6 | 11,1 | 14,7 | 18,3 | n.v.t. |
(*) De cumulatieve groeipercentages worden berekend op basis van het referentiejaar 2023.
(11) Op 19 juni 2024 concludeerde de Commissie dat Hongarije wordt geconfronteerd met macro-economische onevenwichtigheden. Hongarije wordt met name geconfronteerd met kwetsbaarheden in verband met prijsdruk en externe financieringsbehoeften en financieringsbehoeften van de overheid, die relevant blijven, hoewel een verbeterende externe omgeving een aantal kortetermijnrisico’s heeft beperkt8.
(12) De Raad heeft op 21 oktober 2024 in het kader van het Europees Semester landspecifieke aanbevelingen tot Hongarije gericht9.
SAMENVATTING VAN HET PLAN EN BEOORDELING DOOR DE COMMISSIE
(13) Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2024/1263 heeft de Commissie het plan op onderstaande wijze beoordeeld.
Achtergrond: macro-economische en begrotingssituatie en vooruitzichten
(14) Het bbp van Hongarije daalde in 2023 met 0,9 % als gevolg van de zwakke binnenlandse en externe vraag. Volgens de najaarsprognoses 2024 van de Commissie zal de bbp-groei zich naar verwachting herstellen tot 0,6 % in 2024 als gevolg van het herstel van de particuliere consumptie en een positieve bijdrage van de netto-uitvoer. In 2025 zal het reële bbp naar verwachting met 1,8 % stijgen, ondersteund door de consumptie en een gematigd herstel van de investeringen. In 2026 zal de reële bbp-groei naar verwachting stijgen tot 3,1 % als gevolg van de binnenlandse vraag en een herstel van de uitvoer. Verwacht wordt dat het potentiële bbp in Hongarije zal aantrekken van 1,4 % in 2024 tot 1,7 % in 2026 als gevolg van investeringen en een hogere productiviteit. Het werkloosheidspercentage bedroeg in 2023 4,1 % en zal volgens de Commissie in 2024 enigszins stijgen tot 4,5 %, alvorens in 2025 weer af te nemen tot 4,3 % en in 2026 tot 4,1 %. De inflatie (bbp-deflator) zal naar verwachting dalen van 14,6 % in 2023 tot 7,2 % in 2024, en zal in 2025 4,1 % en in 2026 3,3 % bedragen.
(15) In 2023 bedroeg het overheidstekort van Hongarije 6,7 % van het bbp. Volgens de najaarsprognoses 2024 van de Commissie zal het bij ongewijzigd beleid uitkomen op 5,4 % van het bbp in 2024 en dalen tot respectievelijk 4,6 % en 4,1 % van het bbp in 2025 en 2026. In de prognoses van de Commissie is geen rekening gehouden met de begroting van Hongarije voor 2025, die in december 2024 door het nationale parlement is goedgekeurd. De overheidsschuld bedroeg eind 2023 73,4 % van het bbp en zal naar verwachting stijgen tot 74,5 % van het bbp eind 2024. Naar verwachting zal zij eind 2025 stabiliseren op 74,5 % van het bbp en eind 2026 afnemen tot 73,8 %. In de begrotingsprognose van de Commissie zijn alleen op geloofwaardige wijze aangekondigde en voldoende gespecificeerde beleidstoezeggingen opgenomen en zijn niet alle door Hongarije in het plan voorgestelde maatregelen opgenomen.
Netto-uitgavenpad en belangrijkste macro-economische aannamen in het plan
(16) Het nationale budgettair-structurele plan voor de middellange termijn van Hongarije bestrijkt de periode 2025-2028 en omvat een begrotingsaanpassing voor vier jaar.
(17) Het plan bevat de overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) 2024/1263 vereiste informatie.
(18) Het plan, zoals aangevuld door het addendum, bevat de toezegging dat het in tabel 3 aangegeven netto-uitgavenpad zal worden aangehouden, dat overeenkomt met een gemiddelde groei van de netto-uitgaven van 4,0 % over de jaren 2025 tot en met 2028. De in het plan opgenomen gemiddelde groei van de netto-uitgaven tijdens de aanpassingsperiode (2025-2028) is lager dan in het referentiepad dat de Commissie op 21 juni 2024 heeft toegezonden, maar hoger dan in het referentiepad dat op basis van recentere gegevens is bijgewerkt. In het plan wordt ervan uitgegaan dat de potentiële bbp-groei zal stijgen tot 1,5 % in 2025 (van 1,4 % in 2024), alvorens te stijgen tot 1,7 % in 2028. Daarnaast zal het groeipercentage van de bbp-deflator volgens het plan naar verwachting dalen tot 4,1 % in 2025 (van 7,2 % in 2024), alvorens te dalen tot 3,4 % in 2028.
Tabel 3: Netto-uitgavenpad en belangrijkste aannamen in het plan van Hongarije
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | Gemiddelde over de looptijd van het plan 2025-2028 | |
Groei van de netto-uitgaven (jaarlijks, %) | 4,6 | 4,3 | 4,0 | 3,9 | 3,7 | 4,0 |
Groei van de netto-uitgaven (cumulatief, vanaf referentiejaar 2023, %) | 4,6 | 9,1 | 13,5 | 17,9 | 22,2 | n.v.t. |
Potentiële bbp-groei (%) | 1,4 | 1,5 | 1,7 | 1,7 | 1,6 | 1,6 |
Inflatie (groei bbp-deflator) (%) | 7,2 | 4,1 | 3,5 | 3,4 | 3,4 | 3,6 |
Bron: Budgettair-structureel plan voor de middellange termijn van Hongarije en berekeningen van de Commissie.
Gevolgen van de netto-uitgavenverplichtingen van het plan voor de overheidsschuld
(19) Indien het in het plan vastgelegde netto-uitgavenpad en de onderliggende aannamen werkelijkheid worden, zou de overheidsschuld volgens het plan geleidelijk afnemen van 74,0 % van het bbp in 2024 tot 68,2 % van het bbp aan het einde van de aanpassingsperiode (2028), zoals weergegeven in de onderstaande tabel. Na de aanpassingsperiode zal de schuldquote volgens het plan op middellange termijn (d.w.z. tot 2038) blijven afnemen tot 54,5 % van het bbp in 2038. De overheidsschuld zou volgens het plan dus onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het bbp op middellange termijn worden gebracht. Dit is aannemelijk op basis van de aannamen van het plan, aangezien de schuld volgens alle deterministische stresstests van de schuldhoudbaarheidsanalyse van de Commissie voor 2038 onder de 60 % van het bbp zou uitkomen. Op basis van de beleidstoezeggingen en de macro-economische aannamen van het plan is het in het plan voorgestelde netto-uitgavenpad derhalve in overeenstemming met de schuldvereisten van artikel 6, punt a), en artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) 2024/1263.
Tabel 4: Ontwikkeling van de overheidsschuld en het saldo in het plan van Hongarije
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2038 | |
Overheidsschuld (% van het bbp) | 73,4 | 74,0 | 73,5 | 71,3 | 69,9 | 68,2 | 54,5 |
Overheidssaldo (% van het bbp) | -6,7 | -4,9 | -3,6 | -2,5 | -2,0 | -1,5 | -2,2 |
Bron: Budgettair-structureel plan voor de middellange termijn van Hongarije.
Gevolgen van de netto-uitgavenverplichtingen van het plan voor het overheidssaldo
(20) Op basis van het netto-uitgavenpad en de aannamen van het plan zou het overheidstekort dalen van 4,9 % van het bbp in 2024 tot 2,5 % van het bbp in 2026 en tot 1,5 % van het bbp in 2028. Volgens het plan zou het overheidssaldo dus aan het einde van de aanpassingsperiode (2028) de referentiewaarde van 3 % van het bbp niet overschrijden. Het overheidstekort zou verder in de tien jaar na de aanpassingsperiode (d.w.z. tot en met 2038) de 3 % van het bbp niet overschrijden. Op basis van de beleidstoezeggingen en de macro-economische aannamen van het plan is het in het plan voorgestelde netto-uitgavenpad in overeenstemming met de tekortvereisten van artikel 6, punt b), en artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) 2024/1263.
Tijdsprofiel van de begrotingsaanpassing
(21) Het tijdsprofiel van de begrotingsaanpassing, gemeten als de verandering in het structurele primaire saldo, zoals beschreven in het plan, is lineair, krachtens artikel 6, punt c), van Verordening (EU) 2024/1263. Op basis van de beleidstoezeggingen en de macro-economische aannamen van het plan is het in het plan voorgestelde netto-uitgavenpad dan ook in overeenstemming met de in artikel 6, punt c), van Verordening (EU) 2024/1263 bedoelde waarborg om geen uitstel toe te staan.
Tabel 5: Ontwikkeling van het structurele primaire saldo in het plan van Hongarije
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Structureel primair saldo (% van het bbp) | -1,7 | 0,6 | 1,2 | 1,7 | 2,3 | 2,8 |
Verandering in het structurele primaire saldo (procentpunt) | n.v.t. | 2,3 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 |
Bron: Budgettair-structureel plan voor de middellange termijn van Hongarije.
Consistentie tussen het plan en de buitensporigtekortprocedure
(22) Het in het plan uitgestippelde netto-uitgavenpad is in overeenstemming met de vereisten in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten (en met name met de minimale jaarlijkse structurele aanpassing als bedoeld in artikel 3, lid 4, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad).
Consistentie tussen het plan en de waarborg voor de weerbaarheid van het tekort
(23) Het in artikel 8 van Verordening (EU) 2024/1263 neergelegde vereiste van het preventieve deel met betrekking tot de waarborg voor de weerbaarheid van het tekort, die is bedoeld om te voorzien in een gemeenschappelijke marge ten opzichte van de tekortreferentiewaarde van 3 % van het bbp, is vanaf 2027 van toepassing op Hongarije, aangezien het tekort volgens de plannen vanaf 2026 onder de 3 % van het bbp zal uitkomen. In 2027 en 2028 mag overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2024/1263 de jaarlijkse aanpassing van het structurele primaire saldo niet lager zijn dan 0,4 procentpunten van het bbp als het structurele tekort in het voorgaande jaar boven 1,5 % van het bbp is gebleven, om een structurele gemeenschappelijke weerbaarheidsmarge van 1,5 % van het bbp te bereiken. De uit de beleidstoezeggingen en macro-economische aannamen van het plan voortvloeiende budgettaire aanpassing overschrijdt in zowel 2027 als 2028 0,5 % van het bbp. Op basis van de beleidstoezeggingen en de macro-economische aannamen van het plan is het in het plan voorgestelde netto-uitgavenpad in overeenstemming met de waarborg voor de weerbaarheid van het tekort.
Consistentie tussen het plan en de schuldhoudbaarheidswaarborg
(24) Aangezien de overheidsschuld volgens het plan gedurende de aanpassingsperiode tussen 60 % en 90 % van het bbp zal bedragen, moet de schuldquote, overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) 2024/1263, met gemiddeld ten minste 0,5 procentpunt per jaar afnemen totdat die onder 60 % daalt. Deze daling wordt berekend over de periode 2027-2028, d.w.z. vanaf het jaar waarin de procedure bij buitensporige tekorten volgens het plan zou worden stopgezet, en bedraagt 1,7 procentpunt. Op basis van de beleidstoezeggingen en de macro-economische aannamen van het plan is het in het plan voorgestelde netto-uitgavenpad in overeenstemming met de schuldhoudbaarheidswaarborg.
Macro-economische aannamen van het plan
(25) Het plan is gebaseerd op een reeks aannames die consistent zijn met de aannames die ten grondslag liggen aan het referentiepad dat is geactualiseerd op basis van recentere gegevens (met inbegrip van de najaarsprognoses 2024 van de Commissie) in tabel 2, met uitzondering van twee variabelen, namelijk het beginpunt (structureel primair saldo voor 2024) en de groei van de bbp-deflator voor 2026. Deze verschillen in aannames moeten zorgvuldig worden beoordeeld om na te gaan of zij worden geschraagd door deugdelijke en datagestuurde economische argumenten. Hieronder wordt een beoordeling van deze verschillen in aannames gegeven, samen met een beoordeling van elk verschil afzonderlijk.
- Het plan gaat uit van een gunstiger budgettaire uitgangspositie, uitgaande van een structureel primair saldo van 0,6 % van het bbp, tegenover 0,2 % in de najaarsprognoses 2024 van de Commissie. Het hogere structurele primaire saldo in het plan weerspiegelt een beter dan verwacht begrotingsresultaat voor januari-november 2024, met name hoger dan verwachte niet-fiscale ontvangsten en iets lager dan verwachte uitgaven. Bijgevolg wordt deze aanname gerechtvaardigd geacht en draagt ze bij tot een hogere gemiddelde groei van de netto-uitgaven tijdens de aanpassingsperiode.
- In het plan wordt uitgegaan van een inflatie (bbp-deflator) van 3,5 % voor 2026, tegenover 3,3 % in de najaarsprognoses 2024 van de Commissie. In het plan wordt dit verschil verklaard door hogere loonsverhogingen in 2026, gezien de driejarige loonovereenkomst die op 25 november 2024 werd ondertekend tussen werkgevers- en werknemersorganisaties in Hongarije. Dienovereenkomstig zal het minimumloon in 2025 met 9 % stijgen, wat in overeenstemming is met de najaarsprognoses 2024 van de Commissie. In 2026 voorziet de overeenkomst in een stijging van het minimumloon met 13 %, wat een hogere loongroei en inflatie impliceert dan de najaarsprognoses 2024 van de Commissie. Deze aanname wordt gemotiveerd geacht en draagt bij tot een hogere gemiddelde groei van de netto-uitgaven gedurende de aanpassingsperiode in het plan.
Over het geheel genomen wordt het verschil tussen het netto-uitgavenpad in het plan en het op basis van recentere gegevens bijgewerkte referentiepad verklaard door verschillen in aannamen die naar behoren zijn gemotiveerd, overeenkomstig artikel 13, punt b), van Verordening (EU) 2024/1263. Al met al leiden alle verschillen in aannamen tezamen tot een gemiddelde groei van de netto-uitgaven in het plan die hoger is dan in het op basis van recentere gegevens bijgewerkte referentiepad. Op basis van deze beoordeling voldoet het plan aan de eisen van artikel 13, punt b), van Verordening (EU) 2024/1263.
De Commissie zal bij toekomstige beoordelingen van de naleving van het netto-uitgavenpad rekening houden met de bovenstaande beoordeling van de aannamen van het plan.
Begrotingsstrategie in het plan
(26) Het plan bevat geen volwaardige en gekwantificeerde begrotingsstrategie. De exacte specificatie van de relevante beleidsmaatregelen moet worden bevestigd of aangepast en gekwantificeerd in de jaarlijkse begrotingen. In de goedgekeurde begroting voor 2025 worden de beleidsmaatregelen gespecificeerd waarmee de regering de toezegging van netto-uitgaven voor 2025 wil halen. Het plan bevat voorts een aantal niet-gekwantificeerde tekortverhogende maatregelen op verschillende gebieden, die van invloed kunnen zijn op de begrotingsresultaten op middellange termijn. Er kunnen dus verdere begrotingsmaatregelen nodig zijn om de toezeggingen in het plan na te komen.
Hervormings- en investeringsvoornemens in het plan die inspelen op de belangrijkste uitdagingen die zijn vastgesteld in het kader van het Europees Semester en die de gemeenschappelijke prioriteiten van de Unie aanpakken
(27) In het plan worden beleidsvoornemens met betrekking tot hervormingen en investeringen beschreven om een antwoord te bieden op de belangrijkste uitdagingen die in het kader van het Europees Semester zijn vastgesteld, met name in de landspecifieke aanbevelingen, inclusief de aanbevelingen met betrekking tot de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden, en om de gemeenschappelijke prioriteiten van de EU aan te pakken. Het plan telt ongeveer 132 hervormingen en investeringen die gericht zijn op de gemeenschappelijke prioriteiten van de EU, waarvan er 41 financieel worden ondersteund door de herstel- en veerkrachtfaciliteit en 29 door de fondsen van het cohesiebeleid.
(28) Ten aanzien van de gemeenschappelijke prioriteit van een rechtvaardige groene en digitale transitie, met inbegrip van de klimaatdoelstellingen van Verordening (EU) 2021/1119, bevat het plan meer dan 40 hervormingen en investeringen. Verschillende hervormingen en investeringen in de groene transitie staan als maatregelen in het Hongaarse herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, of worden ondersteund door fondsen van het cohesiebeleid. Het plan omvat maatregelen ter ondersteuning van de transitie naar klimaatneutraliteit en groen vervoer, met name door de uitrol van elektrische auto’s te vergroten, spoorwegen, oplaadnetwerken en fietspaden te ontwikkelen. Andere hervormingen en investeringen zijn erop gericht het afvalbeheer van het land te verbeteren en met name de circulaire economie te ondersteunen, bijvoorbeeld door een afvalbeheerplan op te stellen en slimme afvalinfrastructuur in te voeren. Het plan bevat ook maatregelen ter ondersteuning van milieuvriendelijke productieprocessen en ter versterking van groene vaardigheden. Andere maatregelen hebben tot doel de waterinfrastructuur te verbeteren, de aanpassing aan de klimaatverandering in het waterbeheer te versnellen, investeringen in natuurbehoud te realiseren en een CO2-quotabelasting in te voeren. Verschillende hervormingen en investeringen zijn er ook op gericht bij te dragen tot de digitale transitie van Hongarije door digitale oplossingen aan te bieden op het gebied van belastingrapportage en -monitoring (eVAT, eReceipt en eCashier), digitale vaardigheden te ontwikkelen, het uniforme nationale tarief- en reizigersinformatiesysteem te hervormen en de digitale paraatheid van bedrijven en overheidsdiensten, het energiesysteem en het afvalbeheer te verbeteren. De maatregelen in verband met de gemeenschappelijke prioriteit van een eerlijke groene en digitale transitie zijn gericht op het aanpakken van landspecifieke aanbevelingen (2019, 2020, 2022 en 2023) inzake duurzaam vervoer, afval- en waterbeheer, energietransitie, belastingvereenvoudiging, kwaliteit van de besluitvorming, digitalisering van bedrijven en de arbeidsmarkt. Het plan bevat geen maatregelen in verband met de landspecifieke aanbevelingen van 2023 en 2024 over de geleidelijke afschaffing van subsidies voor fossiele brandstoffen.
(29) Ten aanzien van de gemeenschappelijke prioriteit van sociale en economische veerkracht, met inbegrip van de Europese pijler van sociale rechten, bevat het plan een 80-tal hervormingen en investeringen waarvan Hongarije verwacht dat zij zullen bijdragen aan het versterken van de sociale en economische veerkracht van het land. Verschillende hervormingen en investeringen met betrekking tot sociale en economische weerbaarheid staan als maatregel in het Hongaarse herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, of worden ondersteund door fondsen in het kader van het cohesiebeleid. Het plan omvat maatregelen ter verbetering van de toegang tot de arbeidsmarkt voor bepaalde kwetsbare groepen zoals jongeren en ouderen (bijvoorbeeld door het creëren van nieuwe plaatsen in crèches), huisvesting (met inbegrip van de ontwikkeling van nieuwe sociale woningen in het kader van het programma om achterstand in huisvesting in te halen, en diverse programma’s om huisvesting te creëren), onderwijs (onder meer door verhoging van de salarissen van leerkrachten) en gezondheidszorg (bijvoorbeeld de ontwikkeling van eerstelijnszorg en ziekenhuizen). Het plan omvat ook maatregelen ter bevordering van de sociale cohesie en de digitale en infrastructurele ontwikkeling in het openbaar en hoger onderwijs, alsook in beroepsopleiding en -onderwijs. Er zijn verschillende maatregelen om via omscholing de inzetbaarheid te verbeteren en om de ontwikkeling van ondernemingen te ondersteunen. Maatregelen zoals preferentiële leningen voor kleine en middelgrote ondernemingen hebben tot doel de exportcapaciteit van bedrijven te verbeteren. Op het gebied van onderzoek en innovatie bevat het plan maatregelen zoals de oprichting van nationale laboratoria om innovatie te bevorderen. Voorts omvat het plan hervormingen en investeringen die gericht zijn op de modernisering van het openbaar bestuur en de belastingen. Het plan omvat maatregelen om de goedgekeurde nationale strategie en het nationale actieplan voor corruptiebestrijding uit te voeren en regelmatig uitgaventoetsingen uit te voeren. De hervormingen en investeringen in het plan zijn bedoeld om gevolg te geven aan de landspecifieke aanbevelingen van 2019, 2020, 2022, 2023 en 2024 inzake onderwijs, onderzoek en ontwikkeling, sociaal beleid, ondernemingsklimaat, begrotingskader, belastingen, corruptiebestrijding, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, arbeidsmarkt en gezondheidszorg. Het plan bevat geen maatregelen om gevolg te geven aan de landspecifieke aanbeveling van 2022 over de houdbaarheid van het pensioenstelsel op lange termijn, aangezien de regering volgens het plan in de nabije toekomst geen wijzigingen in het pensioenstelsel plant. Het bevat ook geen maatregelen om gevolg te geven aan de landspecifieke aanbevelingen van 2023 en 2024 in verband met macro-economische onevenwichtigheden inzake doeltreffende coördinatie van macro-economisch beleid en het geleidelijk afschaffen van rente- en prijsplafonds om het verstorende effect ervan te verminderen. Het plan bevat geen maatregelen om de landspecifieke aanbevelingen van 2019, 2020, 2022, 2023 en 2024 over de toereikendheid van werkloosheidsuitkeringen aan te pakken, aangezien het plan aangeeft dat de regering niet voornemens is de duur van de werkloosheidsuitkering te wijzigen. Het plan bevat geen maatregelen om gevolg te geven aan de landspecifieke aanbevelingen van 2023 en 2024 inzake de sociale dialoog. Tot slot bevat het plan geen maatregelen om gevolg te geven aan de landspecifieke aanbevelingen van 2020, 2023 en 2024 inzake het beperkte gebruik van noodmaatregelen in overeenstemming met het beginsel van de eengemaakte markt en de rechtsstaat.
(30) Ten aanzien van de gemeenschappelijke prioriteit van energiezekerheid, bevat het plan hervormingen en investeringen waarvan Hongarije verwacht dat zij zullen bijdragen aan de versterking van de energiezekerheid van het land. Verschillende van deze hervormingen en investeringen zijn opgenomen in het Hongaarse herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, of worden ondersteund door fondsen in het kader van het cohesiebeleid. Het plan omvat maatregelen om de uitrol van windmolenparken te ondersteunen, de energie-efficiëntie van woningen te verhogen, de installatie van zonnepanelen voor woningen te ondersteunen en verwarmingssystemen te elektrificeren. Andere hervormingen in het plan zijn gericht op de uitrol van alternatieve hernieuwbare energie, de modernisering van openbare gebouwen (zoals ziekenhuizen, onderwijsinstellingen) en de verbetering van de energie-efficiëntie van de industrie en bedrijven. Het plan bevat ook maatregelen om energienetwerken te ontwikkelen en de capaciteit voor energieopslag te vergroten. De maatregelen in het plan die verband houden met de gemeenschappelijke prioriteit van energiezekerheid zijn gericht op het aanpakken van de landspecifieke aanbevelingen (2022, 2023 en 2024) inzake energie.
(31) Ten aanzien van de gemeenschappelijke prioriteit van defensievermogens bevat het plan geen maatregelen. In het plan wordt ervan uitgegaan dat het niveau van de defensie-uitgaven gedurende de looptijd van het plan op een niveau van 2 % van het bbp zal worden gehandhaafd.
(32) Het plan bevat informatie over de samenhang en, in voorkomend geval, de complementariteit met de fondsen van het cohesiebeleid en het herstel- en veerkrachtplan van Hongarije. In het hervormings- en investeringshoofdstuk van het plan wordt uitdrukkelijk vermeld of een maatregel is opgenomen in het herstel- en veerkrachtplan of in de cohesiebeleidsprogramma’s. Daarnaast biedt tabel 9 in het plan een uitgebreid overzicht van de maatregelen en het verband ervan met het herstel- en veerkrachtplan, de cohesiebeleidsprogramma’s en de gemeenschappelijke prioriteiten. In het plan wordt uitgelegd dat de regering het niet eens is met de beleidsmaatregelen om het pensioenstelsel te hervormen zoals die zijn voorgesteld door de onafhankelijke deskundige met betrekking tot de in het herstel- en veerkrachtplan beoogde hervorming. In het plan wordt ook vermeld dat de regering sommige uitzonderlijke winsten en sectorale belastingen later zal afschaffen dan in het kader van de desbetreffende maatregel van het herstel- en veerkrachtplan is toegezegd, en dat er voor andere geen plannen zijn om ze geleidelijk af te schaffen.
(33) Het plan voorziet in een overzicht van de behoeften op het gebied van overheidsinvesteringen in Hongarije in verband met de gemeenschappelijke prioriteiten van de EU, met uitzondering van de vierde prioriteit, die betrekking heeft op de opbouw van defensievermogens. Wat betreft de gemeenschappelijke prioriteit van een eerlijke groene en digitale transitie, met inbegrip van de klimaatdoelstellingen, omvatten de investeringsbehoeften in het plan meer investeringen in de groene en digitale transitie van bedrijven en de digitalisering van het openbaar bestuur. Nieuwe investeringen zijn bedoeld om het onderwijsstelsel uit te rusten met digitale instrumenten en de bijbehorende infrastructuur. Wat de gemeenschappelijke prioriteit van sociale en economische veerkracht betreft, bevat het plan investeringsbehoeften voor bedrijven om hun export- en innovatiecapaciteit te verbeteren. Volgens het plan zijn er investeringen nodig om een actief arbeidsmarktbeleid te ontwikkelen, met name via om- en bijscholingsprogramma’s, en om de armste huishoudens te ondersteunen. In de gezondheidszorg zijn investeringen in de digitalisering van gezondheidszorgprocessen gericht op het vergemakkelijken van de toegang tot gezondheidsdiensten en het verbeteren van de kwaliteit van de zorg. Overheidsinvesteringen in de renovatie van spoorlijnen en digitalisering dragen bij tot een duurzamere vervoerssector. Wat de gemeenschappelijke prioriteit van energiezekerheid betreft, omvat het plan investeringsbehoeften op het gebied van de opwekking van hernieuwbare energie, de verbetering van de energie-efficiëntie in woningen en openbare gebouwen, alsmede de ontwikkeling van elektriciteitsnetwerken en elektromobiliteit, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur.
Conclusie van de beoordeling door de Commissie
(34) Concluderend is de Commissie van oordeel dat het plan van Hongarije aan de vereisten van Verordening (EU) 2024/1263 voldoet.
ALGEMENE CONCLUSIE
(35) Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2024/1263 moet het in het plan vastgelegde netto-uitgavenpad door de Raad aan Hongarije worden aanbevolen.
BEVEELT AAN dat Hongarije:
(1) Waarborgt dat de groei van de netto-uitgaven de in bijlage I bij deze aanbeveling vastgestelde maxima niet overschrijdt.
Voorts verzoekt de Raad Hongarije te zorgen voor hervormingen en investeringen als antwoord op de belangrijkste uitdagingen die in de context van het Europees Semester zijn vastgesteld, met name in de landspecifieke aanbevelingen, en voor de aanpak van de gemeenschappelijke prioriteiten van de Unie.
BIJLAGE I
Maximale groeipercentages van de netto-uitgaven
(jaarlijkse en cumulatieve groeipercentages, nominaal)
Hongarije
Jaren | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Groeipercentages (%) | Jaarlijks | 4,3 | 4,0 | 3,9 | 3,7 |
Cumulatief (*) | 9,1 | 13,5 | 17,9 | 22,2 |
(*) De cumulatieve groeipercentages worden berekend op basis van het referentiejaar 2023. De cumulatieve groeipercentages worden gebruikt bij de jaarlijkse monitoring van de naleving achteraf in de controlerekening.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
1Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad (PB L, 2024/1263, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1263/oj).
2Verordening (EU) 2024/1264 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L, 2024/1264, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1264/oj).
3Richtlijn (EU) 2024/1265 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU betreffende voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (PB L, 2024/1265, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/dir/2024/1265/oj).
4Netto-uitgaven in de zin van artikel 2 van Verordening (EU) 2024/1263, namelijk de overheidsuitgaven ongerekend i) rente-uitgaven, ii) discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, iii) uitgaven voor programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd, iv) nationale uitgaven voor medefinanciering van door de Unie gefinancierde programma’s, v) cyclische elementen van de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen, en vi) eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.
5De aan de lidstaten en het Economisch en Financieel Comité verstrekte voorafgaande richtsnoeren omvatten paden met en zonder verlenging van de aanpassingsperiode (respectievelijk 4 en 7 jaar). Zij omvatten ook de belangrijkste initiële voorwaarden en onderliggende aannamen die de Commissie in het kader van haar prognose van de overheidsschuld op middellange termijn heeft gebruikt. Het referentiepad is berekend op basis van de in de Debt Sustainability Monitor 2023 van de Commissie beschreven methode (https://economy-finance.ec.europa.eu/publications/debt-sustainability-monitor-2023_en). Het is gebaseerd op de voorjaarsprognose 2024 van de Europese Commissie en de verlenging ervan op middellange termijn tot 2033, en de bbp-groei op lange termijn en de vergrijzingskosten zijn in overeenstemming met het gezamenlijke vergrijzingsverslag 2024 van de Europese Commissie en de Raad (https://economy-finance.ec.europa.eu/publications/2024-ageing-report-economic-and-budgetary-projections-eu-member-states-2022-2070_en).
6https://economy-finance.ec.europa.eu/economic-and-fiscal-governance/national-medium-term-fiscal-structural-plans_en#hungary.
7Aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad om een einde te maken aan de buitensporigtekortsituatie in Hongarije van 26.11.2024 (COM(2024) 953 final).
8Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank, bijlage 4 (COM(2024) 600 final).
9Aanbeveling van de Raad van 21 oktober 2024 inzake het economisch, begrotings-, werkgelegenheids- en structuurbeleid van Hongarije.
NL NL