Overwegingen bij COM(2025)92 - Wijziging van Verordening 2025/202 tot vaststelling, voor 2025 en 2026, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)92 - Wijziging van Verordening 2025/202 tot vaststelling, voor 2025 en 2026, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden ... |
---|---|
document | COM(2025)92 ![]() ![]() |
datum | 31 maart 2025 |
(2) [De overweging en de desbetreffende bepalingen zullen worden bijgewerkt na afloop van het overleg tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk.] [Op 7 en 8 maart 2024 hebben de Unie en het Verenigd Koninkrijk bilateraal overleg gevoerd overeenkomstig de artikelen 498, leden 2, 4 en 6, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds 10 (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”) over het niveau van de totale toegestane vangsten (TAC) voor zandspieringen en geassocieerde bijvangsten (Ammodytes spp.) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-deelgebied 4, de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a, en de wateren van de Unie van sector 3a. De Unie heeft aan dat overleg deelgenomen op basis van het op 4 maart 2024 door de Raad goedgekeurde standpunt van de Unie. Het resultaat van dat overleg is vastgelegd in een schriftelijk verslag dat op 12 maart 2024 is ondertekend. De relevante TAC moet derhalve worden vastgesteld op het met het Verenigd Koninkrijk overeengekomen niveau.]
(3) [De overweging en de desbetreffende bepalingen zullen worden bijgewerkt na de goedkeuring van het jaarplan van de Unie door de Iccat.] [De beperkingen van de visserijinspanning voor vissersvaartuigen van de Unie die op blauwvintonijn (Thunnus thynnus) vissen in een deel van het verdragsgebied van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat), in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee, en de maximale input en capaciteit voor kwekerijen van de Unie van blauwvintonijn in dat gebied zijn gebaseerd op informatie die wordt verstrekt in de in de artikelen 11, 13 en 15 van Verordening (EU) 2023/2053 van het Europees Parlement en de Raad 11 bedoelde jaarplannen. Op grond van artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) 2023/2053 moeten de lidstaten die plannen jaarlijks uiterlijk op 31 januari aan de Commissie toezenden. Die plannen worden vervolgens door de Commissie gecompileerd en vormen de basis voor de opstelling van een jaarplan van de Unie, dat overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) 2023/2053 aan het Iccat-secretariaat wordt toegezonden voor bespreking en goedkeuring door de Iccat. Op 6 maart 2024 heeft de Iccat het jaarplan van de Unie voor 2024 goedgekeurd. De beperkingen van de visserijinspanning van de Unie en de maximale kweekinput en -capaciteit van de Unie voor 2024 moeten derhalve worden gewijzigd overeenkomstig dat jaarplan.]
(4) [De overweging en de desbetreffende bepalingen zullen worden bijgewerkt na de goedkeuring van het jaarplan van de Unie door de Iccat.] [Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2023/2053 hebben lidstaten in hun bij de Commissie ingediende jaarlijkse visserijplannen en jaarlijkse beheersplannen voor de vangstcapaciteit verzoeken opgenomen om 5 % van hun jaarlijkse quota voor blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee van 2023 naar 2024 over te dragen. Op basis van die plannen heeft de Commissie bij het Iccat-secretariaat een herzien jaarplan van de Unie voor 2024 ingediend voor goedkeuring door de Iccat. Op 24 mei 2024 heeft de Iccat dat plan goedgekeurd. De quota van de betrokken lidstaten voor blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee voor 2024 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.]
(5) Op grond van de artikelen 8 bis, 17 ter en 18 ter van Verordening (EU) 2017/2107 van het Europees Parlement en de Raad 12 zijn de jaarlijkse quota voor bepaalde lidstaten bestemd voor: i) grootoogtonijn (Thunnus obesus) in de Atlantische Oceaan; ii) witte tonijn (Thunnus alalunga) in de Atlantische Oceaan, respectievelijk ten noorden van 5° NB en ten zuiden van 5° NB; en iii) zwaardvis (Xiphias gladius) in de Atlantische Oceaan, respectievelijk ten noorden van 5° NB en ten zuiden van 5° NB, van 2023 naar 2025 overgedragen overeenkomstig de desbetreffende Iccat-aanbevelingen. De quota van de betrokken lidstaten voor die bestanden voor 2025 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(6) Op grond van artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2017/2107 moeten vaartuigen van de Unie kortvinmakreelhaai (Isurus oxyrinchus) in de Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB (“Noord-Atlantische kortvinmakreelhaai”) bij incidentele bijvangst ongedeerd en onmiddellijk in zee terugzetten, voor zover doenbaar, en daarbij terdege rekening houden met de veiligheid van de bemanning. Tijdens haar jaarvergadering van 2021 heeft de Iccat een verbod vastgesteld op het aan boord houden, overladen of aanlanden van delen of volledige karkassen van Noord-Atlantische kortvinmakreelhaai. Dat verbod moet derhalve in het recht van de Unie worden omgezet. Daarnaast moet dat verbod van toepassing zijn tot en met 31 december 2025 of tot de datum waarop een wijziging van Verordening (EU) 2017/2107 tot invoering van dat verbod van toepassing wordt, indien dat eerder is.
(7) [De overweging en de desbetreffende bepalingen zullen worden bijgewerkt na de jaarvergadering van de SPRFMO.] [Tijdens haar twaalfde jaarvergadering in 2024 heeft de Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation — SPRFMO) nieuwe vangstbeperkingen voor Chileense horsmakreel (Trachurus murphyi) vastgesteld en de experimentele visserij op ijsheken (Dissostichus spp.) gehandhaafd. Daarnaast heeft de SPRFMO functioneel daarmee verbonden maatregelen gehandhaafd of gewijzigd. Die maatregelen moeten in het recht van de Unie worden omgezet.]
(8) Tijdens haar jaarvergadering van 2024 heeft de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC) de sluitingsperioden voor ringzegenvaartuigen die vissen op geelvintonijn (Thunnus albacares), grootoogtonijn of gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) gehandhaafd. Die maatregel is in Unierecht omgezet bij Verordening (EU) 2025/202. Daarnaast heeft de IATTC tijdens haar jaarvergadering van 2024 besloten dat de verdragsluitende partijen de jaarlijkse vangsten van grootoogtonijn door individuele ringzegenvaartuigen uiterlijk op 15 februari van het volgende jaar aan haar secretariaat moeten rapporteren en dat ze in extra sluitingsdagen voor individuele ringzegenvaartuigen moeten voorzien indien die vaartuigen specifieke drempels voor vangsten van grootoogtonijn bereiken. Die maatregelen moeten in het recht van de Unie worden omgezet.
(9) Verordening (EU) 2025/202 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(10) De vangstmogelijkheden, en de functioneel daarmee verbonden maatregelen, van Verordening (EU) 2025/202 zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2025. De bij deze verordening ingevoerde maatregelen betreffende vangstmogelijkheden, en de functioneel daarmee verbonden maatregelen, moeten derhalve ook met ingang van die datum van toepassing zijn. Een dergelijke toepassing met terugwerkende kracht doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen aangezien de betrokken vangstmogelijkheden worden verhoogd en er reeds functioneel verbonden maatregelen worden uitgevoerd.
(11) Gezien de urgentie om onderbrekingen in de visserijactiviteiten te voorkomen, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,