Overwegingen bij COM(2025)106 - Wijziging van Richtlijn 92/43/EEG wat betreft de beschermingsstatus van de wolf (Canis lupus)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
1. Om de in Besluit (EU) 2024/2669 van de Raad3 uiteengezette redenen heeft de Unie bij de Permanente Commissie van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa (het Verdrag van Bern)4 een voorstel ingediend om het beschermingsniveau van de wolf in het kader van het Verdrag van Bern te verlagen. Tijdens haar 44e vergadering op 6 december 2024 heeft de Permanente Commissie haar goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Unie om de wolf (Canis lupus) te verplaatsen van aanhangsel II (“streng beschermde diersoorten”) bij het Verdrag van Bern naar aanhangsel III (“beschermde diersoorten”) bij dat verdrag.

2. Overeenkomstig artikel 17, lid 3, van het Verdrag van Bern is de wijziging van de beschermingsstatus van de wolf op 7 maart 2025 in werking getreden, drie maanden na het besluit van de Permanente Commissie.

3. Richtlijn 92/43/EEG van de Raad5 is een belangrijk instrument voor natuurbehoud in de Unie, met name in het kader van de internationale verplichtingen van de Unie uit hoofde van het Verdrag van Bern. Om de wijziging van de beschermingsstatus van de wolf om te zetten in het rechtskader van de Unie, moet het besluit van de Permanente Commissie worden verwerkt in Richtlijn 92/43/EEG.

4. Voor de omzetting van het besluit van de Permanente Commissie moet de verwijzing naar de wolf van bijlage IV bij Richtlijn 92/43/EEG naar bijlage V bij die richtlijn worden verplaatst, waardoor de wolf onder de bescherming van artikel 14 van Richtlijn 92/43/EEG komt te vallen.

5. Richtlijn 92/43/EEG heeft tot doel bij te dragen tot het waarborgen van de biodiversiteit door het instandhouden van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is.

6. Richtlijn 92/43/EEG is een instrument op milieugebied, wat inhoudt dat de lidstaten verdergaande beschermingsmaatregelen mogen handhaven of treffen mits deze verenigbaar zijn met de Verdragen, zoals bepaald in artikel 193 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het staat het de lidstaten daarom nog altijd vrij om een strikt beschermingsniveau voor de wolf te handhaven voor de toepassing van Richtlijn 92/43/EEG.

7. Richtlijn 92/43/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.