Overwegingen bij COM(2025)145 - Standpunt EU in het kader van het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan op de ministeriële bijeenkomst van juni 2025

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Ospar-Verdrag (“het verdrag”) is door de Unie bij Besluit 98/249/EG van de Raad8 van 7 oktober 1997 gesloten en is op 25 maart 1998 in werking getreden.

(2) Overeenkomstig artikel 10, lid 3, van het verdrag kan de bij artikel 10, lid 1, van het verdrag ingestelde commissie (“de Ospar-commissie”) besluiten aannemen in overeenstemming met artikel 13 van het verdrag.

(3) De Ospar-commissie zal tijdens haar 28e gewone zitting/bijeenkomst, die op 23 juni 2025 begint, het volgende vaststellen: i) besluiten tot uitbreiding van de grenzen van het zeegebied van Ospar tot de wateren onder de Portugese en Spaanse jurisdictie en de zich daartussen bevindende internationale wateren, tot beperking van bepaalde producten om te voorkomen dat kunststoffen in het mariene milieu vrijkomen, en inzake het beheer van lozingswater van aan boord van schepen geïnstalleerde systemen voor de reiniging van uitlaatgassen (EGCS); ii) een aanbeveling inzake beste praktijken voor het beheer van zwerfvuil op zee, en iii) een regionaal actieplan voor gecoördineerde maatregelen om onderwatergeluid te voorkomen en terug te dringen.

(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Ospar-commissie, aangezien de beoogde maatregelen die door de commissie worden genomen rechtsgevolgen zullen hebben in de zin van artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

(5) Het standpunt van de Unie moet zijn dat voor de bovengenoemde Ospar-maatregelen wordt gestemd, omdat zij de uitvoering van EU-beleid en -wetgeving zullen vergemakkelijken en schade aan het mariene milieu en de biodiversiteit zullen voorkomen en de bescherming ervan zullen verbeteren.