Overwegingen bij COM(2025)159 - Goedkeuring van de sluiting van de Overeenkomst met Zwitserland over de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op 12 maart 2024 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de Zwitserse Bondsstaat over een breed pakket maatregelen in verband met de bilaterale betrekkingen met de Zwitserse Bondsstaat, bestaande uit institutionele bepalingen en bepalingen inzake staatssteun in en, waar nodig, specifieke aanpassingen van overeenkomsten tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat op gebieden die verband houden met de interne markt, een overeenkomst over de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie en een overeenkomst die de basis vormt voor de permanente bijdrage van Zwitserland tot het terugbrengen van economische en sociale verschillen tussen regio’s 6 . De Raad had de Commissie ook gemachtigd onderhandelingen te openen met de Zwitserse Bondsstaat over nieuwe overeenkomsten inzake elektriciteit, gezondheid en voedselveiligheid, over de deelname van Zwitserland aan de agentschappen van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma van de Unie en voor de spoorwegen, en over de wijziging van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer teneinde cabotage toe te staan.

(2) De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een breed pakket overeenkomsten, waaronder een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan programma’s van de Unie (“de overeenkomst”), alsook protocollen betreffende institutionele, staatssteun- en wijzigingsbepalingen voor overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat op gebieden die verband houden met de interne markt waaraan Zwitserland deelneemt, een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat over de regelmatige financiële bijdrage van Zwitserland tot het terugbrengen van economische en sociale verschillen in de Europese Unie, een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake gezondheid, een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake elektriciteit, een protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten tot vaststelling van een gemeenschappelijke ruimte voor voedselveiligheid en een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de voorwaarden voor de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma.

(3) De overeenkomst heeft betrekking op aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (de “Gemeenschap”) vallen, namelijk de associatie met het programma voor onderzoek en opleiding van Euratom en met de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER. De overeenkomst moet derhalve namens de Gemeenschap worden gesloten voor wat betreft aangelegenheden die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (het “Euratom-Verdrag”) vallen. 

(4) De sluiting van de overeenkomst door de Commissie, handelend namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, voor wat betreft aangelegenheden die onder het Euratom-Verdrag vallen, moet worden goedgekeurd. De overeenkomst moet tegelijk met de andere elementen van het pakket en als integrerend deel van dat pakket worden gesloten.

(5) Om de reikwijdte van hun samenwerking te vergroten, is in de overeenkomst bepaald dat de partijen de overeenkomst overeenkomstig hun respectieve interne procedures en wetgeving voorlopig toepassen met ingang van 1 januari 2025, tenzij de datum van ondertekening na 15 november 2025 valt, in welk geval de partijen de overeenkomst voorlopig toepassen met ingang van 1 januari 2026.

(6) De overeenkomst moet derhalve voorlopig door de Gemeenschap worden toegepast wat betreft aangelegenheden die onder het Euratom-Verdrag vallen.

(7) De voorlopige toepassing moet worden beperkt in de tijd zoals bepaald in de overeenkomst en uiterlijk op 31 december 2028 eindigen indien Zwitserland op die datum zijn interne procedures die nodig zijn voor de inwerkingtreding van de verschillende overeenkomsten die deel uitmaken van het brede pakket, niet heeft voltooid.

(8) De ondertekening, voorlopige toepassing en sluiting van de overeenkomst met betrekking tot aangelegenheden die onder het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen, is onderworpen aan een afzonderlijke procedure uit hoofde van dat Verdrag,