Overwegingen bij COM(2007)747 - Wijziging van de btw-richtlijn wat betreft de behandeling van verzekerings- en financiële diensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De financiëledienstensector levert een belangrijke bijdrage aan de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, maar kan zijn rol slechts vervullen wanneer op de interne markt neutrale concurrentievoorwaarden heersen. Er moet worden voorzien in een kader dat rechtszekerheid biedt voor de btw-behandeling van financiële producten en van de verkoop en het beheer van die producten.

(2) De bestaande btw-vrijstellingsregels voor financiële en verzekeringsdiensten die zijn vastgesteld in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde[4], zijn achterhaald en worden op uiteenlopende wijze uitgelegd en toegepast. De complexiteit van de regelgeving en de verschillen in administratieve praktijken veroorzaken rechtsonzekerheid bij de marktdeelnemers en de belastingautoriteiten. Deze onzekerheid heeft aanleiding gegeven tot talrijke geschillen en heeft de administratieve lasten verhoogd. Er moet derhalve worden verduidelijkt welke verzekerings- en financiële diensten zijn vrijgesteld, om aldus meer rechtszekerheid te creëren en de administratieve lasten voor de marktdeelnemers en de autoriteiten te verminderen.

(3) Om de neutraliteit van de belasting te garanderen, moeten de vrijstellingen worden gekoppeld aan de aard van de betrokken diensten, op basis van objectieve economische criteria, en niet aan de personen die deze diensten verrichten.

(4) Er bestaat met name onzekerheid ten aanzien van de outsourcing van activiteiten aan onafhankelijke partijen en ten aanzien van de pooling van activiteiten met meerdere marktdeelnemers. Om dit te verhelpen, moet worden verduidelijkt dat activiteiten die een component van een verzekerings- of financiële dienst zijn, een afzonderlijk geheel vormen en het kenmerkende en essentiële karakter van de vrijgestelde dienst hebben, onder de vrijstelling vallen die van toepassing is op de dienst in kwestie.

(5) Bemiddeling bij verzekeringsdiensten en bemiddeling bij financiële diensten vereisen vergelijkbare werkwijzen. Daarom moeten beide vormen van bemiddeling op dezelfde wijze worden behandeld.

(6) Met de modernisering van de vrijstellingen voor verzekerings- en financiële diensten is ook aansluiting gezocht bij de regelgeving van de interne markt, met name het Actieplan voor financiële diensten[5] en de regels betreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten. Teneinde evenwel rekening te houden met het vereiste dat btw-vrijstellingen strikt dienen te worden uitgelegd, moeten vrijgestelde verzekerings- en financiële diensten in sommige gevallen enger worden omschreven dan in de regelgeving van de interne markt.

(7) Verzekerings- en financiëledienstverleners kunnen steeds vaker de voorbelasting op de door hen ingekochte prestaties precies toerekenen aan de te belasten diensten die zij verrichten. Wanneer deze diensten op een vergoeding zijn gebaseerd, kan de maatstaf van heffing voor deze diensten gemakkelijk worden bepaald. Daarom moeten ook deze marktdeelnemers de mogelijkheid krijgen om voor belastingheffing te kiezen.

(8) Door de grensoverschrijdende samenwerking te versterken kunnen verzekerings- en financiëledienstverleners hun concurrentievermogen verbeteren en de interne markt tot stand helpen brengen. Op voorwaarde dat het beginsel van belastingneutraliteit in acht wordt genomen, moeten deze marktdeelnemers derhalve het recht krijgen om voor belastingheffing te kiezen en samen te werken op basis van kostendeling.

(9) Richtlijn 2006/112/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.