Overwegingen bij COM(2007)821 - Tijdens de vergaderingen van de Internationale walvisvaartcommissie namens de EG in te nemen standpunt

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) In artikel 174, lid 1, van het EG-Verdrag is bepaald dat een van de doelstellingen van het communautaire milieubeleid bestaat in de bevordering op internationaal vlak van maatregelen om het hoofd te bieden aan regionale of mondiale milieuproblemen.

(2) In bijlage IV bij Richtlijn 92/43/EEG van de Raad inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (de Habitatrichtlijn)[15] zijn alle cetaceeënsoorten opgesomd. Geen enkele walvissoort mag in communautaire wateren worden gedood, gevangen of opzettelijk gestoord. Krachtens die richtlijn is het tevens verboden om aan de natuur onttrokken specimens in bezit te hebben, te vervoeren, te verhandelen of te ruilen.

(3) Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer[16], de tekst waarbij de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES) in de EG ten uitvoer wordt gelegd, verbiedt het binnenbrengen van walvisachtigen in de Gemeenschap voor overwegend commerciële doeleinden[17].

(4) In het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) heeft de Gemeenschap de exclusieve bevoegdheid voor het behoud van de biologische rijkdommen van de zee[18].

(5) Het walvisbeleid van de EG zal in communautaire wateren slagkracht missen als het niet wordt geschraagd door een coherent internationaal optreden.

(6) De Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) is bevoegd op het gebied van de instandhouding en het beheer van de mondiale walvisbestanden en is opgericht in het kader van het in 1946 ondertekende Internationale Verdrag tot Regeling van de Walvisvangst (het verdrag). De IWC heeft als taak de walvisbestanden doeltreffend in stand te houden en te beheren en zo een gereguleerde ontwikkeling van de walvisvaartsector mogelijk te maken. Alleen regeringen kunnen lid worden van de IWC. 20 lidstaten van de Europese Unie zijn partij bij de IWC[19]. De Europese Gemeenschap heeft slechts een waarnemersstatus in de IWC en wordt vertegenwoordigd door de Commissie.

(7) De commerciële walvisvangst is in 1986 opgeschort op grond van een moratorium dat door de meeste in de IWC vertegenwoordigde landen is goedgekeurd. Leidende walvisvaartlanden hebben het moratorium altijd betwist en beoefenen nog steeds de walvisvangst voor wat zij noemen wetenschappelijke doeleinden of op grond van andere uitzonderingen.

(8) De IWC werkt op basis van een reglement waarbij de walvisvangst over de hele wereld wordt geregeld. Het reglement is aan het verdrag gehecht en maakt er integrerend deel van uit. Het is bindend voor de partijen en bevat gedetailleerde bepalingen inzake de walvisvangst met betrekking tot de instandhouding en het gebruik van walvisbestanden.

(9) In het kader van de IWC aangenomen voorstellen voor besluiten tot wijziging van het reglement kunnen rechtsgevolgen hebben en van invloed zijn op de verwezenlijking van de doelstellingen van de communautaire beleidslijnen en wetgeving inzake walvisachtigen. Met sommige voorstellen die tijdens elke IWC-vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd, wordt beoogd de walvisvangst toe te staan door de vaststelling van quota, de toepassing van beheersmaatregelen of de instelling van walvisreservaten en een communautair standpunt ter zake is vereist.

(10) Op grond van artikel 10 van het EG-Verdrag zijn de lidstaten verplicht tot loyale samenwerking en mogen zij buiten het raamwerk van de Gemeenschapswetgeving geen verplichtingen aangaan die gevolgen kunnen hebben voor de regelgeving van de Gemeenschap of de werkingssfeer daarvan.

(11) Aangezien de Gemeenschap waarnemer is, moet het communautaire standpunt worden bepaald door de Raad en verdedigd door de lidstaten die gezamenlijk in het belang van de Gemeenschap handelen.

(12) Tijdens toekomstige IWC-vergaderingen moeten de Gemeenschap en de lidstaten nauw samenwerken om te garanderen dat wijzigingen in het verdrag en het reglement daarbij consistent zijn met de doelstelling van de communautaire beleidslijnen en de wetgeving inzake walvissen.