Overwegingen bij COM(2004)444 - Voorstel voor een gemeenschappelijk standpunt van de Raad betreffende de onderhandelingen in de Raad van Europa over het Verdrag van 1990 inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Europese Unie beschouwt de voorkoming en de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme als aangelegenheden van fundamenteel belang voor de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.

(2) De beginselen en voorschriften in de wetgeving van de Europese Unie betreffende onder meer het voorkomen en de bestrijding van het witwassen van geld, de bevriezing van vermogensbestanddelen en de bestrijding van terrorisme alsmede de 40 aanbevelingen van de financiële actiegroep witwassen van geld (Financial Action Task Force - FATF) en de 8 speciale aanbevelingen inzake de financiering van terrorisme en andere internationale rechtsinstrumenten, zoals het Verdrag van de Verenigde Naties tegen transnationale georganiseerde misdaad en het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van corruptie, dienen als uitgangspunt voor de huidige onderhandelingen over een aanvullend protocol tot herziening van het Verdrag van 1990 inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van de opbrengsten van misdrijven ("het verdrag") in het kader van de Raad van Europa.

(3) Tijdens deze onderhandelingen wordt onderzocht of de bestaande bepalingen van het verdrag moeten worden gewijzigd. Voorts zal worden onderzocht of ingevolge het door de 53e plenaire vergadering van de Europese Commissie voor strafrechtelijke vraagstukken gewijzigde mandaat maatregelen ter voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme moeten worden opgenomen.

(4) Het verdrag wordt beschouwd als een acquis van de Unie.

(5) Het standpunt van de Unie moet tijdens de lopende onderhandelingen worden gecoördineerd, zodat tijdens de onderhandelingen over een aanvullend protocol bij het verdrag een optimaal resultaat wordt bereikt.

(6) De Unie moet bij het nastreven van haar doelstellingen toezien op de verenigbaarheid zowel met de specifieke verplichtingen die tegenover de internationale gemeenschap zijn aangegaan als met het algemene buitenlandse beleid en interne besluiten.

(7) De Unie wenst haar belangen te beschermen en onnodige onverenigbaarheden tussen Europese en internationale instrumenten die zijn opgesteld in de Raad van Europa of elders te voorkomen.