Overwegingen bij COM(2006)240 - Sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, van de Regeling inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) In overeenstemming met de richtlijnen van de Raad van 16 november 2000, als gewijzigd door de besluiten van de Raad van 27 mei 2002, 26 november 2003 en 26 november 2004, heeft de Commissie onderhandelingen gevoerd met de Regering van de Volksrepubliek China, de Regering van de Republiek India, de Regering van Japan, de regering van de Republiek Korea, de Regering van de Russische Federatie en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende de sluiting van een Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van een Regeling inzake de voorlopige toepassing van deze Overeenkomst.

(2) In overeenstemming met de richtlijnen van de Raad, heeft de Commissie onderhandelingen gevoerd met de Regering van de Volksrepubliek China, de Regering van de Republiek India, de Regering van Japan, de regering van de Republiek Korea en de Regering van de Russische Federatie betreffende een gerelateerde Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

(3) Op 1 april 2006 hebben de vertegenwoordigers van de zeven partijen bij de ITER-onderhandelingen het eindverslag goedgekeurd betreffende de onderhandelingen betreffende de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, waarin de afronding van het onderhandelingsproces wordt bevestigd, waarin wordt verwezen naar verklaringen van alle Partijen over hun bereidheid om de overeenkomst te sluiten en waarin de gemeenschappelijke overeenstemmingen tussen de Partijen bij de beëindiging van de onderhandelingen en de ontwerp-Regeling inzake de voorlopige toepassing van de overeenkomst zijn opgenomen. Bij diezelfde gelegenheid is het eindverslag over de onderhandelingen betreffende de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project goedgekeurd door de vertegenwoordigers van Euratom, de Regering van de Volksrepubliek China, de Regering van de Republiek India, de Regering van Japan, de regering van de Republiek Korea en de Regering van de Russische Federatie.

(4) Op de ministeriële vergadering over ITER op 24 mei 2006 in Brussel hebben de vertegenwoordigers van de zeven partijen bij de ITER-onderhandelingen de gemeenschappelijke verklaring inzake de tenuitvoerlegging van het project ondertekend, waarin zij hun voornemen hebben bevestigd om ITER gezamenlijk ten uitvoer te leggen en de gemeenschappelijke overeenstemmingen, als opgenomen in bovengenoemd eindverslag betreffende de onderhandelingen inzake de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, toe te passen.

(5) Op de ministeriële vergadering over ITER op 24 mei 2006 in Brussel hebben de vertegenwoordigers van de zeven partijen bij de ITER-onderhandelingen een gemeenschappelijke verklaring inzake de voorrechten en immuniteiten ondertekend, waarin de VS verklaren dat zij voornemens zijn voorrechten en immuniteiten toe te kennen aan de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project die in overeenstemming zijn met de International Organizations Immunities Act van de VS, en waarin de overige zes Partijen bij de onderhandelingen bevestigen dat zij voornemens zijn aan de ITER-Organisatie voorrechten en immuniteiten toe te kennen overeenkomstig de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

(6) De sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, van de Regeling inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project moet worden goedgekeurd.