Overwegingen bij COM(2013)694 - EU standpunt binnen de VN over wijzigingen van vele reglementen en resoluties betreffende voertuigen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2013)694 - EU standpunt binnen de VN over wijzigingen van vele reglementen en resoluties betreffende voertuigen. |
---|---|
document | COM(2013)694 |
datum | 9 oktober 2013 |
(2) Bij Besluit 2000/125/EG van de Raad[4] is de Unie toegetreden tot de Overeenkomst betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen ("Parallelle Overeenkomst").
(3) Bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad[5] zijn de nationale goedkeuringssystemen van de lidstaten vervangen door een goedkeuringsprocedure van de Unie, waardoor een geharmoniseerd kader is vastgesteld voor de bestuursrechtelijke bepalingen en de algemene technische voorschriften voor alle nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden. Met die richtlijn zijn de VN/ECE-reglementen als voorschriften voor de typegoedkeuring of als alternatieven voor de wetgeving van de Unie in het EG-typegoedkeuringssysteem opgenomen. Sinds de vaststelling van Richtlijn 2007/46/EG is de wetgeving van de Unie in het kader van de EG-typegoedkeuring voor voertuigen steeds meer vervangen door VN/ECE-reglementen.
(4) Gezien de opgedane ervaring en de technische ontwikkelingen moeten de voorschriften voor bepaalde elementen of kenmerken die onder de VN/ECE-Reglementen nrs. 3, 4, 5, 6, 7, 10, 12, 14, 16, 17, 19, 23, 31, 37, 38, 43, 48, 49, 50, 54, 67, 69, 70, 77, 83, 87, 91, 94, 95, 98, 99, 100, 101, 103, 107, 110, 112, 113, 115, 117, 119, 121, 123, 128 en 129 en onder de Geconsolideerde resolutie betreffende de constructie van voertuigen (R.E.3) vallen, worden aangepast.
(5) Om de relevante veiligheidsvoorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen te harmoniseren, moet het ontwerp voor het mondiaal technisch reglement inzake zijdelingse paalbotsingen worden aangenomen.
(6) Het is wenselijk het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Administratief Comité van de Herziene Overeenkomst van 1958 en in het Uitvoerend Comité van de Parallelle Overeenkomst moet worden ingenomen over het aannemen van die VN/ECE-reglementen.