Overwegingen bij COM(2015)20 - Sluiting van het Verdrag van de VN inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn buitenlandse directe investeringen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek komen te vallen. Overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder e), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("VWEU") is de Europese Unie exclusief bevoegd op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek. Daarom kan alleen de Unie op dat gebied wetgevend optreden en juridisch bindende handelingen vaststellen. Overeenkomstig artikel 2, lid 1, VWEU kunnen de lidstaten zulks slechts zelf doen als zij daartoe door de Unie gemachtigd zijn.

(2) Daarnaast worden in deel 3, titel IV, hoofdstuk 4, van het VWEU gemeenschappelijke regels vastgesteld voor het kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde landen, die ook gelden voor het kapitaalverkeer in verband met investeringen. Door lidstaten met derde landen gesloten internationale overeenkomsten betreffende buitenlandse investeringen kunnen op die regels van invloed zijn.

(3) Overeenkomstig Besluit [XXX] van de Raad van [...] is, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum, het Verdrag inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten van de Commissie van de Verenigde Naties voor internationaal handelsrecht op [...] ondertekend.

(4) Het is wenselijk om de transparantievoorschriften zo breed mogelijk toe te passen op de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten. Wat de Europese Unie betreft, moeten de transparantievoorschriften van toepassing zijn op het Verdrag inzake het Energiehandvest. Het is wenselijk dat de lidstaten het verdrag sluiten en het toepassen op bestaande bilaterale investeringsverdragen met derde landen.

(5) De overeenkomst dient namens de Europese Unie te worden goedgekeurd, de lidstaten moeten worden gemachtigd om het verdrag te sluiten en het toe te passen op bestaande bilaterale investeringsverdragen met derde landen, alsook op geschillen betreffende het Verdrag inzake het Energiehandvest met investeerders uit derde landen.