Overwegingen bij COM(2015)522 - Financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds in 2015 en vaststelling van de derde tranche voor 2015 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2015)522 - Financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds in 2015 en vaststelling van de derde tranche voor ... |
---|---|
document | COM(2015)522 |
datum | 23 oktober 2015 |
(2) Overeenkomstig artikel 145, eerste alinea, van het Financieel Reglement van het 10e EOF heeft de Europese Investeringsbank de Commissie de bijgewerkte ramingen meegedeeld met betrekking tot de vastleggingen en de betalingen voor de instrumenten die zij beheert.
(3) Artikel 58, lid 2, van het Financieel Reglement van het 10e EOF bepaalt dat bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor vorige EOF worden opgebruikt. Daarom moet een verzoek om bijdragen in het kader van het 10e EOF worden gedaan.
(4) Overeenkomstig artikel 1, tweede alinea, van Besluit 2013/759/EU van de Raad betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (hierna 'Overbruggingsfaciliteit' genoemd) 8 worden de in artikel 1, lid 2, onder a), van de Interne Akkoorden van het 8e, 9e en 10e EOF vastgestelde bijdragen van de lidstaten na de inwerkingtreding van het 11e EOF dienovereenkomstig verminderd. Deze vermindering zal in 2015, 2016 en 2017 gevolgen hebben voor bijdragen van de lidstaten overeenkomstig de door elke lidstaat gekozen aanpassingsoptie.
(5) Op 10 november 2014 heeft de Raad op voorstel van de Commissie besloten 9 het aandeel van de Commissie van het jaarlijkse bedrag van de bijdragen van de lidstaten aan het EOF voor 2015 vast te stellen op 3,4 miljard EUR en het aandeel van de Europese Investeringsbank op 200 miljoen EUR.
(6) Na het verzoek van zowel de Commissie als de EIB wordt bij het totale bedrag voor 2015 rekening gehouden met het door de Raad op 6 juni 2015 10 aangepaste maximum van 3,4 miljard EUR, waarbij het aandeel van de Commissie neerkomt op 3,2 miljard EUR en dit van de EIB op 200 miljoen EUR.