Overwegingen bij COM(2016)34 - Toegang goederen en diensten uit derde landen tot de interne aanbestedingsmarkt van de EU en ondersteuning onderhandelingen over toegang tot aanbestedingsmarkten derde landen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2016)34 - Toegang goederen en diensten uit derde landen tot de interne aanbestedingsmarkt van de EU en ondersteuning onderhandelingen ... |
---|---|
document | COM(2016)34 |
datum | 29 januari 2016 |
(2) Krachtens artikel 206 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) levert de Unie door de oprichting van een douane-unie in het gemeenschappelijk belang een bijdrage tot een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel, de geleidelijke afschaffing van de beperkingen voor het internationale handelsverkeer en voor buitenlandse directe investeringen, en de vermindering van de douane- en andere belemmeringen.
(3) Overeenkomstig artikel 26 van het VWEU stelt de Unie de maatregelen vast die ertoe bestemd zijn om de interne markt tot stand te brengen of de werking ervan te verzekeren, waaronder een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de Verdragen.
(4) Krachtens artikel III:8 van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel 1994 (GATT 1994) en artikel XIII van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) zijn overheidsopdrachten uitgesloten van de voornaamste multilaterale WTO-regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
(5) De herziene plurilaterale overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de WTO voorziet slechts in beperkte markttoegang voor ondernemingen uit de Unie tot de aanbestedingsmarkten van derde landen en is slechts van toepassing op een beperkt aantal WTO-leden die partij zijn bij die overeenkomst. De herziene overeenkomst inzake overheidsopdrachten is door de Unie in december 2013 gesloten.
(56) In het kader van de Wereldhandelsorganisatie WTO en door middel van haar bilaterale betrekkingen is de Unie een pleitbezorger van een ambitieuze openstelling van de internationale aanbestedingsmarkten van de Unie en haar handelspartners, in een geest van wederkerigheid en wederzijds voordeel.
(7) Indien het betrokken land partij is bij de WTO-overeenkomst inzake overheidsopdrachten of met de EU een handelsovereenkomst heeft gesloten die voorziet in bepalingen inzake overheidsopdrachten, volgt de Commissie de in deze overeenkomst vastgestelde overlegmechanismen en/of procedures voor geschillenbeslechting wanneer de restrictieve praktijken betrekking hebben op overheidsopdrachten die vallen onder verbintenissen inzake markttoegang die het betrokken land ten aanzien van de Unie is aangegaan.
(68) Vele derde landen zijn weigerachtig om hun aanbestedingsmarkten aanbestedings- en concessiemarkten voor internationale concurrentie open te stellen of om hun markten verder open te stellen dan reeds het geval was. Bijgevolg krijgen ondernemers uit de Unie bij heel wat handelspartners van de Unie te maken met restrictieve praktijken in het gunnen van overheidsopdrachten. Deze restrictieve praktijken leiden tot verlies van belangrijke handelsmogelijkheden.
(79) Richtlijn 2004/17/EG2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad 16 van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten bevatten bevat slechts enkele bepalingen die betrekking hebben op de externe dimensie van het aanbestedingsbeleid van de Unie, met name de artikelen 5885 en 5986 van Richtlijn 2004/17/EG. Deze bepalingen hebben echter een beperkt toepassingsgebied en worden door een gebrek aan richtsnoeren nauwelijks toegepast door aanbestedende diensten moeten worden vervangen.
(8) Overeenkomstig artikel 207 VWEU moet de gemeenschappelijke handelspolitiek op het gebied van overheidsopdrachten gegrond worden op eenvormige beginselen.
(10) Bij Verordening (EU) nr. 654/2014 van het Europees Parlement en de Raad 17 zijn regels en procedures vastgesteld met het oog op de uitoefening van de rechten van de Unie uit hoofde van de door haar gesloten internationale handelsovereenkomsten. Voor de behandeling van niet onder dergelijke internationale overeenkomsten vallende goederen en diensten bestaan geen regels en procedures.
(911)Ter wille van de rechtszekerheid voor ondernemers, en aanbestedende diensten en aanbestedende instanties van de Unie en van derde landen moeten de internationale verbintenissen inzake markttoegang die de Unie ten aanzien van derde landen is aangegaan op het gebied van overheidsopdrachten en concessies, hun weerslag krijgen in de rechtsorde van de EU en moet worden gezorgd voor de daadwerkelijke toepassing daarvan. De Commissie moet richtsnoeren uitvaardigen voor de toepassing van de bestaande internationale verbintenissen inzake markttoegang van de Europese Unie. Deze richtsnoeren moeten regelmatig worden bijgewerkt en moeten gemakkelijk te gebruiken informatie bevatten.
(102)Ter verbetering van de toegang van Europese ondernemers uit de Unie tot de aanbestedingsmarktenaanbestedings- en concessiemarkten van een aantal derde landen die door restrictieve en discriminerende maatregelen of praktijken op het gebied van overheidsopdrachten worden beschermd, en ter vrijwaring van gelijke concurrentievoorwaarden binnen de Europese eengemaakte interne markt moet naar de niet-preferentiële oorsprongsregels van de douanewetgeving van de EU worden verwezen zodat aanbestedende diensten en aanbestedende instanties weten of moet de behandeling van goederen en diensten uit derde landen die niet onder de internationale verbintenissen van de Unie vallen., worden geharmoniseerd in de Europese Unie.
(113)Met dit doel moeten oorsprongsregels worden vastgesteld zodat aanbestedende diensten weten of goederen en diensten onder internationale verbintenissen van de Europese Unie vallen. De oorsprong van een goed moet worden vastgesteld overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 26 van Verordening (EEG) nr. 2913/1992 van het Europees Parlement en de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek 18 . Volgens deze verordening moeten goederen worden geacht goederen van de Unie te zijn wanneer zij geheel en al zijn verkregen in de Unie. Goederen bij de vervaardiging waarvan een of meer derde landen zijn betrokken, zijn van oorsprong uit het land waar, in een daartoe ingerichte onderneming, de laatste ingrijpende en economisch verantwoorde bewerking of bewerking heeft plaatsgevonden die hetzij tot de fabricage van een nieuw product heeft geleid, hetzij een belangrijk fabricagestadium vertegenwoordigt.
(14) De oorsprong van een dienst moet worden vastgesteld op basis van de oorsprong van de natuurlijke of rechtspersoon die de dienst verstrekt. De in overweging 9 vermelde richtsnoeren moeten gewijd zijn aan de praktische toepassing van de oorsprongsregels.
(15) Gelet op de algemene beleidsdoelstelling van de Unie om de economische groei van ontwikkelingslanden en hun integratie in de mondiale waardeketen te ondersteunen, die de basis vormt voor de instelling door de Unie van een schema van algemene tariefpreferenties, dat is gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad 19 , mag deze verordening niet van toepassing zijn op inschrijvingen waarbij meer dan 50 % van de totale waarde van de inschrijving bestaat uit goederen en diensten die, in overeenstemming met de niet-preferentiële oorsprongsregels van de Unie, van oorsprong zijn uit minst ontwikkelde landen die vallen onder de 'alles-behalve-wapens'-regeling of uit ontwikkelingslanden die kwetsbaar worden geacht als gevolg van onvoldoende diversificatie en integratie in het internationale handelssysteem, zoals respectievelijk bepaald in de bijlagen IV en VII bij Verordening (EU) nr. 978/2012.
(16)7)Gelet op de algemene beleidsdoelstelling van de Unie om kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen, mag deze verordening evenmin van toepassing zijn op inschrijvingen die worden ingediend door kmo's die in de Unie zijn gevestigd en zelfstandige bedrijfsactiviteiten uitoefenen die een rechtstreekse en daadwerkelijke band met de economie van ten minste één lidstaat hebben.
(12) De Commissie moet beoordelen of zij haar goedkeuring kan verlenen ingeval aanbestedende diensten in de zin van Richtlijnen [2004/17/EG, 2004/18/EG en Richtlijn […] van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende de gunning van concessieopdrachten] voor opdrachten met een geraamde waarde van 5 000 000 EUR of meer niet onder door de Europese Unie aangegane internationale verbintenissen vallende goederen en diensten uitsluiten van procedures voor de gunning van opdrachten voor goederen en diensten.
(13) Ter wille van de transparantie zijn aanbestedende diensten die voornemens zijn overeenkomstig deze verordening gebruik te maken van hun bevoegdheid om van procedures voor de gunning van overheidsopdrachten inschrijvingen uit te sluiten die goederen en diensten bevatten van buiten de Europese Unie, waarbij de waarde van de niet onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten meer dan 50% vormt van de totale waarde van deze goederen of diensten, verplicht de ondernemers daarvan op de hoogte brengen in de aankondiging van de opdracht in het Publicatieblad van de Europese Unie.
(14) Om de Commissie in staat te stellen een besluit te nemen inzake de uitsluiting van niet onder internationale verbintenissen van de Unie vallende goederen en diensten uit derde landen, moeten aanbestedende diensten hun voornemen om deze goederen en diensten uit te sluiten aan de Commissie meedelen door middel van een standaardformulier dat voldoende informatie bevat om de Commissie in staat te stellen haar besluit te nemen.
(15) Voor opdrachten met een geraamde waarde van 5 000 000 EUR of meer moet de Commissie de voorgenomen uitsluiting goedkeuren indien de internationale overeenkomst inzake markttoegang op het gebied van aanbestedingen tussen de Unie en het land vanwaar de goederen en/of diensten afkomstig zijn, voor de goederen en/of diensten waarvoor uitsluiting wordt voorgesteld, uitdrukkelijk voorbehoud inzake markttoegang bevat zoals door de Unie is aangegaan. Wanneer er geen overeenkomst van die aard bestaat, moet de Commissie de uitsluiting goedkeuren indien het derde land restrictieve maatregelen op het gebied van aanbestedingen handhaaft die leiden tot een gebrek aan wezenlijke wederkerigheid in openstelling van de markt tussen de Unie en het betrokken derde land. Er bestaat een vermoeden van gebrek aan wezenlijke wederkerigheid wanneer de restrictieve maatregelen op het gebied van aanbestedingen aanleiding geven tot ernstige en herhaaldelijke discriminatie van ondernemers, goederen en diensten uit de EU.
(1617) Bij de beoordeling van het bestaan van restrictieve en/of discriminerende maatregelen of praktijken op het gebied van overheidsopdrachten in een derde land dit gebrek aan wezenlijke wederkerigheid moet de Commissie onderzoeken in welke mate de aanbestedingswetgeving aanbestedings- en concessiewetgeving van het betrokken land in overeenstemming met de internationale normen op het gebied van overheidsopdrachten transparantie waarborgt en discriminatie ten aanzien van goederen, diensten en ondernemers van de Unie verhindert. Daarnaast moet zij onderzoeken in welke mate overheden en/of individuele aanbestedende diensten of aanbestedende instanties discriminerende praktijken ten aanzien van goederen, diensten en ondernemers van de Unie handhaven of invoeren.
(15)18)Aangezien de toegang van goederen en diensten uit derde landen tot de aanbestedingsmarkt van de Unie binnen het toepassingsgebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek valt, mogen de lidstaten en of de aanbestedende diensten en aanbestedende instanties daarvan de toegang van goederen en diensten uit derde landen tot hun aanbestedingsprocedures niet beperken op enige andere wijze dan met de maatregelen waarin deze verordening voorziet.
(19) Gelet op de grotere moeilijkheden die aanbestedende diensten ondervinden bij het beoordelen van de verklaringen van de inschrijvers, in het geval van inschrijvingen met goederen en/of diensten van buiten de Europese Unie waarbij de waarde van de niet onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten meer bedraagt dan 50% van de totale waarde van deze goederen of diensten, moet worden gezorgd voor meer transparantie in de behandeling van abnormaal lage inschrijvingen. Naast de regels waarin artikel 69 van de richtlijn inzake overheidsopdrachten en artikel 79 van de richtlijn inzake overheidsopdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten voorzien, moet de aanbestedende dienst die voornemens is een dergelijke abnormaal lage inschrijving te aanvaarden, de andere inschrijvers daarvan schriftelijk in kennis stellen met vermelding van de redenen voor het abnormaal lage niveau van de aangerekende prijs of kosten. Op die manier kunnen deze inschrijvers bijdragen tot een juistere beoordeling van de capaciteit van de geselecteerde inschrijver om de opdracht te volbrengen volgens de in de aanbestedingsdocumenten omschreven voorwaarden. Deze aanvullende informatie zal dus leiden tot een verbetering van de concurrentie op de Europese aanbestedingsmarkt.
(20)19)De Commissie moet te allen tijde op eigen initiatief dan wel op verzoek van belanghebbende partijen of een lidstaat een extern aanbestedingsonderzoek onderzoek kunnen verrichten naar de restrictieve maatregelen of praktijken op het gebied van overheidsopdrachten waaraan die een derde land zich schuldig zou hebben gemaakt ingevoerd of gehandhaafd. Daarbij moet in het bijzonder rekening worden gehouden met het feit dat de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze verordening een aantal voorgenomen uitsluitingen betreffende een derde land heeft goedgekeurd. Dergelijke onderzoeksprocedures kunnen plaatsvinden onverminderd Verordening (EUG) nr. 3286/94 van de Raad van 22 december 1994 654/2014 van het Europees Parlement en de Raadtot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld.
(21)20)Wanneer de Commissie op basis van de haar ter beschikking staande informatie redenen heeft om aan te nemen dat een derde land een restrictieve praktijk op het gebied van overheidsopdrachten heeft ingevoerd of handhaaft, moet zij een onderzoek kunnen instellen. Indien het bestaan van een restrictieve en/of discriminerende maatregel of praktijk op het gebied van overheidsopdrachten in een derde land wordt bevestigd, moet de Commissie het betrokken land uitnodigen besprekingen aan te knopen om de kansen voor ondernemers, goederen en diensten uit de Unie met betrekking tot bij inschrijvingen voor overheidsopdrachten in dat land te verbeteren.
(18)21)Het is van het grootste belang dat het onderzoek op een transparante wijze wordt uitgevoerd. Daarom moet een verslag met de belangrijkste bevindingen van het onderzoek openbaar worden gemaakt.
(19) Indien het bestaan van een restrictieve praktijk op het gebied van overheidsopdrachten in een derde land wordt bevestigd, moet de Commissie het betrokken land uitnodigen besprekingen aan te knopen om de kansen voor ondernemers, goederen en diensten bij inschrijvingen voor overheidsopdrachten in dat land te verbeteren.
(2222)Indien de besprekingen met het betrokken land er niet binnen een redelijke termijn toe leiden dat de kansen van Europese ondernemers, goederen en diensten uit de Unie bij inschrijvingen voor overheidsopdrachten in voldoende mate verbeteren, moet de Commissie indien nodig passende restrictieve maatregelen nemen kunnen besluiten over prijsaanpassingen die van toepassing zijn op inschrijvingen die worden ingediend door ondernemers van oorsprong uit dat land, met inbegrip van goederen en diensten van oorsprong uit dat land.
(23) Deze prijsaanpassingen mogen enkel worden toegepast met het oog op maatregelen kunnen inhouden dat een aantal goederen en diensten uit derde landen van aanbestedingsprocedures in de Europese Unie moeten worden uitgesloten of dat op de prijs de beoordeling van inschrijvingen voor bestaande uit goederen of diensten uit dat het betrokken land een verplichte toeslag moet worden toegepast. Om te voorkomen dat deze maatregelen worden omzeild, kan het ook noodzakelijk zijn om deze toe te passen op een aantal in de Europese Unie gevestigde rechtspersonen die onder buitenlandse controle staan of in buitenlands bezit zijn, uit te sluiten wanneer deze en, hoewel zij in de Europese Unie zijn gevestigd, geen zelfstandige bedrijfsactiviteiten uitoefenen waardoor zij die een rechtstreekse en daadwerkelijke band met de economie van een betrokken ten minste één lidstaat hebben. De passende maatregelen mogen niet onevenredig zijn ten opzichte van de restrictieve praktijken op het gebied van overheidsopdrachten waar zij een antwoord op vormen.
(24) De Commissie moet kunnen voorkomen dat een voorgenomen uitsluiting mogelijk Prijsaanpassingen mogen geen negatieve gevolgen hebben heeft voor lopende handelsbesprekingen met het betrokken land. Wanneer een land met de Unie inhoudelijke onderhandelingen is aangegaan over markttoegang op het gebied van overheidsopdrachten kan de Commissie de maatregelen derhalve opschorten tijdens de onderhandelingen.en de Commissie van oordeel is dat er redelijke vooruitzichten bestaan om de restrictieve praktijken inzake overheidsopdrachten in de nabije toekomst te kunnen wegwerken, moet zij dan ook een uitvoeringshandeling kunnen aannemen om te bepalen dat de goederen en diensten uit dat land voor een termijn van één jaar niet mogen worden uitgesloten van procedures voor de gunning van overheidsopdrachten.
(26) Gelet op het algemene beleid van de Unie met betrekking tot de minst ontwikkelde landen, zoals onder meer bepaald bij Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad van 22 juli 2008 betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode vanaf 1 januari 2009, is het aangewezen goederen en diensten uit deze landen gelijk te stellen met goederen en diensten van de Unie.
(25) Om de toepassing van een prijsaanpassing door aanbestedende diensten of aanbestedende instanties te vereenvoudigen, moet ervan worden uitgegaan dat de maatregel van toepassing is op alle ondernemers van oorsprong uit een betrokken derde land waarmee geen overeenkomst inzake overheidsopdrachten is gesloten, tenzij zij kunnen aantonen dat minder dan 50 % van de totale waarde van hun inschrijving bestaat uit goederen of diensten van oorsprong uit het betrokken derde land.
(26) De aanbestedende diensten, aanbestedende instanties, categorieën aanbestedende diensten of categorieën aanbestedende instanties die de prijsaanpassing moeten toepassen, kunnen het best door de lidstaten worden aangeduid. Teneinde te waarborgen dat op een passend niveau actie wordt ondernomen en dat de lasten billijk over de lidstaten worden verdeeld, moet de Commissie het definitieve besluit nemen, op basis van een lijst die door elke lidstaat wordt ingediend. Indien nodig kan de Commissie op haar eigen initiatief een lijst opstellen.
(27) Het is van belang dat aanbestedende diensten en aanbestedende instanties toegang krijgen tot een gamma producten van hoge kwaliteit met een concurrerende prijs die aan hun aankoopbehoeften voldoen. Daarom moeten aanbestedende diensten en aanbestedende instanties over de mogelijkheid beschikken om maatregelen tot prijsaanpassingen ter beperking van de toegang van niet onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten terzijde kunnen schuivenniet toe te passen ingeval er geen goederen of diensten uit de Unie en/of onder internationale verbintenissen vallende goederen of diensten beschikbaar zijn die aan de behoeften van de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie voldoen, om te voorzien in essentiële openbare behoeften, bijvoorbeeld op het gebied van volksgezondheid of openbare veiligheid, of ingeval de toepassing van de maatregel zou leiden tot een onevenredige stijging in de prijs of de kosten van de opdracht.
(28) In geval van onjuiste toepassing door aanbestedende diensten of aanbestedende instanties van uitzonderingen op maatregelen tot prijsaanpassingen ter beperking van de toegang voor niet onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten moet de Commissie het correctiemechanisme kunnen toepassen dat vervat ligt in artikel 3 van Richtlijn 89/665/EEG van de Raad 20 van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken of in artikel 8 van Richtlijn 92/13/EEG van de Raad 21 van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie. Met hetzelfde doel Daarnaast zijn moeten opdrachten die in strijd met besluiten van de Commissie inzake door aanbestedende diensten aangemelde voorgenomen uitsluitingen of die in strijd met maatregelen totprijsaanpassingen ter beperking van de toegang voor niet onder internationale verbintenissen vallende goederen en diensten door aanbestedende diensten of aanbestedende instanties aan een ondernemer zijn gegund, onverbindend worden verklaard in de zin van Richtlijn 2007/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007.
(2731)Om in de rechtsorde van de Europese Unie rekening te houden met internationale verbintenissen inzake markttoegang die na de vaststelling van deze verordening zijn gesloten, moet de Commissie overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gemachtigd handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst van internationale overeenkomsten die als bijlage bij deze verordening is gevoegd. Het is bijzonder belangrijk dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden een passende raadpleging houdt, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op passende wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
(3029)Om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te verzekeren moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 22 van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.
(30) De onderzoeksprocedure moet worden gebruikt voor het aannemen van uitvoeringshandelingen voor de vaststelling, intrekking, opschorting of herinvoering van een prijsaanpassing.
(2931)De raadplegingsprocedure moet worden gebruikt voor de vaststelling het aannemen van uitvoeringshandelingen voor de opmaak van de voor de aanpassing van de standaardformulieren voor bekendmaking van aankondigingen van opdrachten of concessies, indiening van kennisgevingen bij de Commissie en de oorsprong van goederen of diensten. Deze besluiten hebben uit financieel oogpunt geen effect op de aard en het toepassingsgebied van uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen. Deze handelingen dienen integendeel zuiver administratieve doeleinden en hebben tot doel de toepassing van de bij deze verordening ingevoerde regels te vereenvoudigen.
(302)Door middel van regelmatige verslaglegging door deDe Commissie zal ten minste om de drie jaar verslag uitbrengen over toezicht kunnen worden gehouden op de toepassing en de doeltreffendheid van de bijvan deze verordening vastgestelde procedures.
(313)Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het ter verwezenlijking van de basisdoelstelling van invoering van een gemeenschappelijk buitenlands beleid op het gebied van aanbestedingen noodzakelijk en passend dat gemeenschappelijke regels worden vastgesteld over de behandeling van inschrijvingen die niet onder internationale verbintenissen van de Europese Unie vallende goederen en diensten omvatten. Deze verordening over de toegang van ondernemers, goederen en diensten uit derde landen gaat overeenkomstig artikel 5, lid 34, van het Verdrag betreffende de Europese Unie niet verder dan wat noodzakelijk is om de nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken,