Overwegingen bij COM(2016)154 - Indiening van een voorstel om nieuwe chemische stoffen op te nemen in bijlagen bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Unie heeft het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen ("het verdrag") op 16 november 2004 geratificeerd bij Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen 3 .

(2) Als partij bij het verdrag kan de Unie voorstellen indienen tot wijziging van de bijlagen bij het verdrag. Bijlage A bij het verdrag bevat een lijst van persistente organische verontreinigende stoffen (POP's) die moeten worden uitgebannen, terwijl bijlage B een lijst bevat van POP's die aan beperkingen moeten worden onderworpen en Annex C een lijst bevat van POP's waarvan de onopzettelijke productie moet worden aangepakt.

(3) Volgens beschikbare wetenschappelijke informatie en onderzoeksverslagen, en naar behoren rekening houdend met de in bijlage D bij het verdrag vastgestelde selectiecriteria, vertoont octamethylcyclotetrasiloxaan (CAS-nr. 556-67-2) kenmerken van POP's.

(4) Afgaande op de beschikbare informatie voldoet octamethylcyclotetrasiloxaan aan de criteria van bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad 4 om als een 'persistente, bioaccumulerende en toxische' (PBT) en als een 'zeer persistente en zeer bioaccumulerende' (zPzB) stof voor het milieu te worden beschouwd.

(5) In overeenstemming met artikel 69, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 heeft het Verenigd Koninkrijk een beperkingsdossier overeenkomstig bijlage XV 5 voor octamethylcyclotetrasiloxaan opgesteld om het risico voor het milieu als gevolg van het in de handel brengen en gebruiken van de stof in concentraties gelijk aan of hoger dan 0,1 gewichtspercent in producten voor de persoonlijke verzorging die in normale gebruiksomstandigheden met water worden verwijderd, tegen te gaan.

(6) Octamethylcyclotetrasiloxaan is een stof die over de hele wereld dispersief wordt gebruikt en in het milieu kan worden gedetecteerd. Omdat octamethylcyclotetrasiloxaan zich over grote afstand in het milieu kan verspreiden, zijn de op nationaal niveau of op het niveau van de Unie getroffen maatregelen niet toereikend om een hoge mate van milieu- en gezondheidsbescherming te waarborgen, en is grootschaliger internationale actie noodzakelijk.

(7) De Unie moet daarom een voorstel indienen bij het secretariaat van het verdrag voor de opname van octamethylcyclotetrasiloxaan in de bijlagen A, B en/of C bij het verdrag.