Overwegingen bij COM(2016)468 - Uniekader voor hervestiging

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2016)468 - Uniekader voor hervestiging.
document COM(2016)468 NLEN
datum 14 mei 2024
 
(1) In de conclusies van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 10 oktober 2014 werd onderkend dat "[h]oewel rekening moet worden gehouden met de inspanningen van de lidstaten die te maken krijgen met migratiestromen, [...] alle lidstaten op een billijke en evenwichtige manier [tot hervestiging moeten] bijdragen [...]." 25

(2) In haar mededeling over de Europese migratieagenda 26 van 13 mei 2015 heeft de Commissie gewezen op de behoefte aan een gemeenschappelijke aanpak om ontheemden die bescherming nodig hebben, bescherming te bieden door middel van hervestiging.

(3) Op 8 juni 2015 richtte de Commissie tot de lidstaten een aanbeveling voor een Europese hervestigingsregeling 27 op basis van een eerlijke verdeelsleutel. Hierop volgden de conclusies van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 20 juli 2015, betreffende het hervestigen middels multilaterale en nationale regelingen van 22 504 personen die duidelijk internationale bescherming behoeven 28 . De hervestigingsplaatsen werden verdeeld over de lidstaten en de geassocieerde Dublinstaten volgens de in de bijlage bij de conclusies opgenomen toezeggingen.

(4) Op 15 december 2015 richtte de Commissie tot de lidstaten en de geassocieerde staten een aanbeveling inzake een vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden met Turkije 29 , waarin zij voorstelde dat de deelnemende staten personen zouden toelaten die door het conflict in Syrië ontheemd zijn geraakt en internationale bescherming behoeven. Volgens de verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016 treedt een vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden in werking, zodra de irreguliere grensoverschrijdingen tussen Turkije en de EU ten einde lopen of ten minste aanzienlijk en duurzaam zijn verminderd. De lidstaten zullen op vrijwillige basis aan deze regeling bijdragen.

(5) Volgens de verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016 zouden alle nieuwe irreguliere migranten die vanaf 20 maart 2016 vanuit Turkije oversteken naar de Griekse eilanden naar Turkije worden teruggestuurd. Voor elke Syriër die vanaf de Griekse eilanden naar Turkije wordt teruggestuurd, zal een andere Syriër vanuit Turkije in de EU worden hervestigd, met inachtneming van de kwetsbaarheidscriteria van de VN. In mei 2016 bereikten de lidstaten en de geassocieerde Dublinstaten een consensus over operationele standaardprocedures voor de tenuitvoerlegging van deze hervestigingsregeling.

(6) Op 6 april 2016 stelde de Commissie een mededeling vast, getiteld 'Naar een hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en een verbetering van de legale mogelijkheden om naar Europa te komen' 30 , waarin zij een voorstel voor een gestructureerd hervestigingssysteem aankondigde dat als kader voor het beleid van de Unie inzake hervestiging zou fungeren en in een gemeenschappelijke aanpak zou voorzien voor de veilige en legale binnenkomst in de EU van personen die internationale bescherming nodig hebben.

(7) Op 12 april 2016 heeft het Europees Parlement een resolutie over de situatie in het Middellandse Zeegebied en de behoefte aan een holistische EU-aanpak van migratie 31 aangenomen, waarin het onderstreept dat er een permanent, voor de hele Unie geldend hervestigingsprogramma nodig is, dat voorziet in hervestiging van een beduidend aantal vluchtelingen ten opzichte van het totale aantal vluchtelingen dat bescherming zoekt in de EU.

(8) Er dient, in het verlengde van de bestaande initiatieven, een stabiel en betrouwbaar Uniekader te worden opgezet voor het hervestigen van personen die internationale bescherming nodig hebben, overeenkomstig de jaarlijkse hervestigingsplannen van de Unie en de gerichte hervestigingsregelingen van de Unie waarmee gestalte wordt gegeven aan de concrete toezeggingen van de lidstaten.

(9) Een dergelijk kader is nodig als onderdeel van een goed beheerd migratiebeleid, dat verschillen tussen de nationale hervestigingspraktijken en -procedures beperkt, voorziet in de legale en veilige aankomst op het grondgebied van de lidstaten voor onderdanen van derde landen en staatloze personen die internationale bescherming nodig hebben, het risico van een grootschalige irreguliere instroom van onderdanen van derde landen en staatloze personen op het grondgebied van de lidstaten helpt beperken en zo de druk van spontane aankomsten op de asielstelsels van de lidstaten verlicht, blijk geeft van solidariteit met landen in regio's die te maken hebben met een groot aantal ontheemden die internationale bescherming nodig hebben en die uit diezelfde regio dan wel van elders afkomstig zijn door de druk op deze landen te helpen verlichten, de doelstellingen van het buitenlands beleid van de Unie helpt te verwezenlijken door de invloed van de Unie op derde landen te vergroten, en doeltreffend bijdraagt tot mondiale hervestigingsinitiatieven door op internationale fora en met derde landen met één stem te spreken.

(10) Teneinde het risico van een grootschalige irreguliere instroom van onderdanen van derde landen en staatloze personen op het grondgebied van de lidstaten te helpen beperken, solidariteit te betonen met landen in regio's die te maken hebben met een groot aantal ontheemden die internationale bescherming nodig hebben en die uit diezelfde regio dan wel van elders afkomstig zijn door te helpen de druk op deze landen te verlichten, en teneinde de doelstellingen van het buitenlands beleid van de Unie te helpen verwezenlijken, dienen de regio's of derde landen van waaruit hervestiging moet plaatsvinden, te passen binnen een aanpak op maat met derde landen met het oog op een beter beheer van migratie, als bedoeld in de mededeling van de Commissie van 7 juni 2016 over een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda 32 .

(11) Teneinde de verschillen tussen de nationale praktijken en procedures inzake hervestiging te verkleinen, dienen gemeenschappelijke standaardprocedures en gemeenschappelijke toelatingscriteria en uitsluitingsgronden voor de selectie te worden vastgesteld, alsmede een gemeenschappelijke, aan hervestigde personen te verlenen beschermingsstatus.

(12) De gemeenschappelijke standaardprocedures dienen voort te bouwen op de ervaring van de lidstaten op het gebied van hervestiging en op de normen die zij daarbij hanteren, met name de operationele standaardprocedures voor de tenuitvoerlegging van de in de verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016 vervatte hervestigingsregeling met Turkije. Het Uniekader voor hervestiging dient te voorzien in het gebruik van twee soorten standaardprocedures voor hervestiging.

(13) Beide soorten procedures omvatten de volgende fasen: identificatie, registratie, beoordeling en besluit.

(14) Er dient een gewone procedure te worden vastgesteld voor een volledige beoordeling van de behoefte aan internationale bescherming van onderdanen van derde landen of staatloze personen.

(15) Ook dient een versnelde procedure te worden vastgesteld, waarvan de controles van hetzelfde veiligheidsniveau zijn als die van de gewone procedure. Bij de versnelde procedure dient bij de beoordeling van de behoefte aan internationale bescherming van onderdanen van derde landen of staatloze personen echter uitsluitend te worden beoordeeld of zij in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, zonder na te gaan of zij in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus.

(16) De hervestigingsprocedure dient zo snel mogelijk te worden afgerond, teneinde personen die internationale bescherming nodig hebben, ervan te weerhouden de Europese Unie op irreguliere wijze binnen te komen om bescherming te vragen. Tegelijkertijd dient deze procedure ervoor te zorgen dat de lidstaten voldoende tijd hebben om elk geval volledig en naar behoren te onderzoeken. De uiterste termijnen dienen overeen te komen met hetgeen nodig is om de verschillende soorten beoordelingen te verrichten voor de gewone en de versnelde procedure.

(17) De voor de hervestigingsprocedure verzamelde persoonsgegevens dienen gedurende maximaal vijf jaar vanaf de dag van hervestiging te worden bewaard. Aangezien onderdanen van derde landen of staatloze personen die reeds door één lidstaat zijn hervestigd of die gedurende de laatste vijf jaar hervestiging naar een lidstaat weigerden, van hervestiging naar een andere lidstaat dienen te worden uitgesloten, dient de opslag van persoonsgegevens, waaronder vingerafdrukken en gezichtsopnamen, gedurende die periode noodzakelijk te worden geacht.

(18) De keuze van de hervestigingsprocedure dient voor elke gerichte hervestigingsregeling van de Unie te worden gemaakt. Een versnelde procedure kan aangewezen zijn op humanitaire gronden of wanneer dringend juridische of fysieke bescherming nodig is.

(19) Er is geen subjectief recht op hervestiging.

(20) Om de regels voor de bij gerichte hervestigingsregelingen van de Unie toe te passen procedure te kunnen aanvullen, dient de Commissie te worden gemachtigd overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen om de procedure aan te passen aan de omstandigheden in het derde land van waaruit de hervestiging plaatsvindt, teneinde de rol vast te stellen die dat derde land in de procedure speelt. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden zorgt voor passende raadpleging, onder meer op deskundigenniveau, in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 33 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(21) Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van het Uniekader voor hervestiging, dienen uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad te worden verleend voor het vaststellen van het jaarlijkse hervestigingsplan van de Unie, met daarin het maximaal te hervestigen aantal personen, de details inzake de deelname van de lidstaten aan het plan en hun respectieve bijdragen aan het totale aantal te hervestigen personen, alsmede de algemene geografische prioriteiten.

(22) Deze bevoegdheden dienen te worden uitgeoefend op grond van een voorstel van de Commissie inzake het maximale te hervestigen aantal personen en de algemene geografische prioriteiten. De Commissie dient haar voorstel tegelijk te presenteren met haar voorstel voor het ontwerp van de jaarlijkse begroting van de Unie. De Raad dient ernaar te streven het voorstel binnen twee maanden goed te keuren. De Commissie en de Raad dienen rekening te houden met de besprekingen binnen het comité op hoog niveau inzake hervestiging.

(23) Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van het Uniekader voor hervestiging, dient de Commissie de bevoegdheid te worden verleend om gerichte hervestigingsregelingen van de Unie vast te stellen, met daarin het precieze aantal van het totale aantal te hervestigen personen en de deelname van de lidstaat, overeenkomstig het jaarlijkse hervestigingsplan van de Unie. Die bevoegdheid moet worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren 34 . De onderzoeksprocedure dient te worden gebruikt voor het vaststellen van gerichte hervestigingsregelingen van de Unie, aangezien deze regelingen aanzienlijke gevolgen hebben. De Commissie dient na de goedkeuring van het jaarlijkse hervestigingsplan van de Unie en telkens wanneer dit nodig is gedurende de periode waarop het jaarlijkse hervestigingsplan van de Unie betrekking heeft, zo snel mogelijk gerichte hervestigingsregelingen van de Unie vast te stellen. De Commissie dient rekening te houden met de besprekingen binnen het comité op hoog niveau inzake hervestiging.

(24) In elke gerichte hervestigingsregeling van de Unie dient te worden vastgesteld welke procedurele standaardvoorschriften op de uitvoering daarvan van toepassing dienen te zijn. Daarnaast dienen er regelingen voor lokale samenwerking in te worden opgenomen, voor zover zulks bevorderlijk is voor de uitvoering van deze regelingen.

(25) Hervestigde personen dient internationale bescherming te worden verleend. De in het asielacquis opgenomen bepalingen inzake de inhoud van internationale bescherming dienen van toepassing te zijn vanaf het moment waarop hervestigde personen op het grondgebied van de lidstaten aankomen, met inbegrip van de regels die begunstigden van internationale bescherming moeten weerhouden van secundaire bewegingen.

(26) Overeenkomstig het voorstel van de Commissie voor een verordening tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking) 35 dient, teneinde alle inspanningen van elke lidstaat in aanmerking te nemen, voor de berekening van het door de Commissie voorgestelde corrigerende toewijzingsmechanisme het daadwerkelijk naar een lidstaat hervestigde aantal personen te worden opgeteld bij het aantal verzoeken om internationale bescherming.

(27) Gelet op de expertise van de UNHCR wat betreft het bevorderen van de verschillende vormen van toelating van onderdanen die internationale bescherming nodig hebben, vanuit derde landen waar zij als ontheemde verblijven, tot lidstaten die bereid zijn hen toe te laten, dient de UNHCR een belangrijke rol te blijven spelen bij de hervestigingsinspanningen in het kader van het Uniekader voor hervestiging. Behalve de UNHCR dient ook andere internationale actoren, zoals de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), te worden verzocht om de lidstaten bij te staan bij de tenuitvoerlegging van het Uniekader voor hervestiging.

(28) [Het Asielagentschap van de Europese Unie] dient de lidstaten overeenkomstig zijn mandaat bij te staan bij de tenuitvoerlegging van het Uniekader voor hervestiging.

(29) Er dient een comité op hoog niveau inzake hervestiging te worden opgericht voor breed overleg met alle belanghebbenden over de tenuitvoerlegging van het Uniekader voor hervestiging.

(30) De hervestigingsinspanningen die de lidstaten leveren uit hoofde van deze verordening, dienen te worden ondersteund met toereikende financiering uit de begroting van de Unie. Teneinde de hervestigingsregelingen naar behoren en duurzaam te laten functioneren, dienen er wijzigingen te worden aangebracht in Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad 36 .

(31) Deze verordening laat onverlet dat de lidstaten nationale hervestigingsregelingen die de doelstellingen van de Unie uit hoofde van deze verordening niet in gevaar brengen, kunnen vaststellen of uitvoeren, bijvoorbeeld als deze leiden tot een extra aantal hervestigingsplaatsen voor de uit hoofde van deze verordening vastgestelde gerichte hervestigingsregelingen van de Unie, bovenop hun bijdrage aan het maximale aantal uit hoofde van het jaarlijkse hervestigingsplan van de Unie te hervestigen personen.

(32) Er dient te worden gezorgd voor complementariteit met lopende initiatieven die in het kader van de Unie zijn genomen voor hervestiging en toelating op humanitaire gronden.

(33) Deze verordening is in overeenstemming met de grondrechten en met de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn vastgesteld en dient derhalve te worden toegepast op een wijze die strookt met deze rechten en beginselen, ook wat betreft de rechten van het kind, het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven en het algemene beginsel van non-discriminatie.

(34) De verwerking van persoonsgegevens door de autoriteiten van de lidstaten in het kader van deze verordening dient te worden verricht overeenkomstig Verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

(35) De verwerking van persoonsgegevens door het [Asielagentschap van de Europese Unie] in het kader van deze verordening dient te worden verricht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad, 37 alsmede [Verordening (EU) nr. XXX/XXX (verordening EU-Asielagentschap) 38 ], en in overeenstemming te zijn met de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid.

(36) De toepassing van deze Verordening dient tegelijk te worden geëvalueerd met die van Verordening (EU) nr. 516/2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie.

(37) [Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, hebben deze lidstaten te kennen gegeven dat zij wensen deel te nemen aan de vaststelling en toepassing van deze verordening.]

OF

(37) [Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat Protocol, nemen deze lidstaten niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaten.]

OF

(37) [Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat.

(37a)Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, heeft Ierland (bij brief van ...) laten weten te willen deelnemen aan de vaststelling en toepassing van deze verordening.]

OF

(37) [Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, heeft het Verenigd Koninkrijk (bij brief van ...) laten weten te willen deelnemen aan de vaststelling en toepassing van deze verordening.

(37a)Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van deze verordening, en is deze niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat.]

(38) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening; deze is bijgevolg niet bindend voor noch van toepassing in deze lidstaat.