Overwegingen bij COM(2011)634 - Wijziging van Verordening 1290/2005 en Verordening 1234/2007 wat de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
1. Verordening (EEG) nr. 3730/87 van de Raad van 10 december 1987 houdende algemene voorschriften voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Gemeenschap[4], later ingetrokken en geïntegreerd in Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten ("Integrale-GMO-verordening")[5], heeft gedurende meer dan twee decennia een betrouwbare regeling voor de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie geboden en heeft aan de sociale cohesie van de EU bijgedragen door de vermindering van de economische en sociale ongelijkheid.

2. Overeenkomstig artikel 39, lid 1, van het Verdrag heeft het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) onder meer tot doel de markten te stabiliseren en redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers te verzekeren. Door de jaren heen heeft de regeling voor voedselverstrekking die twee doelstellingen met succes helpen te bereiken en is zij, door de vermindering van de voedselonzekerheid voor de meest hulpbehoevenden in de Unie, een essentieel instrument gebleken dat bijdraagt aan het garanderen van de brede beschikbaarheid van levensmiddelen in de Europese Unie en er tegelijk voor zorgt dat de interventievoorraden afnemen. De EU-voedselhulpregeling voor de meest hulpbehoevenden dient te blijven bijdragen aan de doelstellingen van het GLB. Tegelijk moet zij gericht zijn op de versterking van de sociale cohesie van de Unie.

3. Het Europees Parlement heeft in zijn verklaring van 4 april 2006 over de bevoorrading van de erkende liefdadigheidsinstellingen voor de uitvoering van het Europees voedselhulpprogramma voor de armste medeburgers[6] opgemerkt dat het Europees voedselhulpprogramma voor de meest hulpbehoevenden zijn deugdelijkheid heeft bewezen en voor miljoenen mensen van levensbelang is geworden. Voorts heeft het Parlement verklaard ongerust te zijn over de toekomst van het Europees voedselhulpprogramma voor de meest hulpbehoevenden en heeft het, als erkenning van de noodzaak aan de voedingsbehoeften van die personen tegemoet te komen, de Commissie en de Raad onder meer verzocht het Europees voedselhulpprogramma een blijvend karakter te geven. Voorts heeft het Europees Parlement in zijn resolutie van 7 juli 2011 er bij de Commissie en de Raad op aangedrongen een tijdelijke oplossing uit te werken voor de resterende jaren van het huidige meerjarig financieel kader om een abrupte inkrimping van de voedselhulp, veroorzaakt door de daling van de financiering van 500 miljoen euro naar 113 miljoen euro, te vermijden en te waarborgen dat mensen die van voedselhulp afhankelijk zijn, niet aan voedselarmoede ten prooi vallen.

4. De achtereenvolgende uitbreidingen van de Unie hebben het potentiële aantal begunstigden van voedselhulpregelingen in de Unie vergroot. Tegelijk hebben de stijgende voedselprijzen de voedselzekerheid voor de meest hulpbehoevenden aangetast en de aan de verschaffing van de voedselhulp verbonden kosten doen stijgen. Als gevolg daarvan is het belang van de regeling die oorspronkelijk bij Verordening (EEG) nr. 3730/87 was ingesteld en nu in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is opgenomen, in de loop der jaren toegenomen. Daarom is het van wezenlijk belang de regeling op EU-niveau voort te zetten en haar verder aan te passen aan de veranderende marktomstandigheden.

5. De huidige regeling voor voedselverstrekking is afhankelijk van de levering van producten uit de interventievoorraden van de Unie, waarbij ter aanvulling op tijdelijke basis ook aankopen op de markt plaatsvinden. De achtereenvolgende hervormingen van het GLB en de gunstige ontwikkelingen van de producentenprijzen hebben er echter toe geleid dat de interventievoorraden geleidelijk zijn afgenomen en dat ook het beschikbare assortiment producten kleiner is geworden. Daarom moeten aankopen op de markt een permanente voorzieningsbron voor de regeling worden, zodat de interventievoorraden kunnen worden aangevuld voor het geval er geen geschikte interventievoorraden voorhanden zijn.

6. Voor zover in het kader van de regeling slechts levensmiddelen op de markten worden aangekocht als er geen voor voedselverstrekking geschikte interventievoorraden voorhanden zijn, gaat het om een specifieke actie die nodig is om de doelstelling van de versterking van de sociale cohesie van de Unie te verwezenlijken.

7. Een EU-regeling kan niet het enige antwoord vormen op de toenemende behoeften aan voedselhulp in de Unie. Om de meest hulpbehoevenden voedselzekerheid te kunnen bieden zijn ook door overheidsinstanties uitgevoerde nationale beleidsmaatregelen nodig en is het optreden van het maatschappelijk middenveld vereist, o.m. in het kader van plaatselijke initiatieven. Een EU-regeling met een sterk cohesie-element kan echter als model voor de voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden dienen, met name in minder ontwikkelde regio's, en kan synergieën helpen teweegbrengen en initiatieven van overheid en privésector ter vergroting van de voedselzekerheid voor personen in nood stimuleren. Bovendien kan zij, gezien de geografische spreiding van de beperktere interventievoorraden die in de lidstaten beschikbaar zijn, tot optimaal gebruik van die voorraden bijdragen. De EU-regeling moet daarom ook de bovenbedoelde nationale beleidsmaatregelen onverlet laten.

8. Met het oog op een gezond begrotingsbeheer moet een maximumbedrag voor de EU-hulp worden vastgesteld. De regeling voor de meest hulpbehoevenden moet worden toegevoegd aan de lijst van de voor financiering uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in aanmerking komende maatregelen, die is vastgesteld in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[7].

9. De ervaring leert dat er bepaalde verbeteringen van het beheer van de regeling voor voedselverstrekking nodig zijn. De Commissie moet daarom op basis van de aan de Commissie meegedeelde aanvragen van de lidstaten en van andere relevant geachte informatie, jaarplannen voor de uitvoering van de regeling opstellen. De lidstaten moeten hun aanvragen voor levensmiddelen baseren op nationale programma's voor voedselverstrekking waarin hun doelstellingen en prioriteiten op het gebied van voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden zijn vastgesteld met inachtneming van voedingskundige overwegingen. In dit verband is het wenselijk de lidstaten de mogelijkheid te bieden de voorkeur te geven aan producten uit de Unie. Om een passende vergoeding van de aan de uitvoering van het plan verbonden kosten te verzekeren, dient tot slot te worden bepaald dat het de lidstaten vrijstaat te beslissen bepaalde door de aangewezen organisaties gemaakte kosten met betrekking tot administratie, vervoer en opslag terug te betalen binnen de grenzen van de in het kader van het plan ter beschikking gestelde middelen.

10. Om ervoor te zorgen dat het jaarplan overeenkomstig de toepasselijke regels wordt uitgevoerd, moeten de lidstaten adequate administratieve en fysieke controles verrichten en onregelmatigheden bestraffen.

11. In artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 worden aan de Commissie bevoegdheden overgedragen om een aantal bepalingen van dat artikel uit te voeren.

12. De bevoegdheden die met het oog op de werking van de bij artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 ingestelde regeling aan de Commissie zijn overgedragen, moeten als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("het Verdrag").

13. De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag gedelegeerde handelingen goed te keuren om bepaalde niet-essentiële onderdelen van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 aan te vullen of te wijzigen. De onderdelen waarvoor die bevoegdheid kan worden uitgeoefend en de voorwaarden voor die bevoegdheidsdelegatie moeten worden vastgesteld.

14. Om te waarborgen dat artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 in alle lidstaten eenvormig wordt toegepast, moet de Commissie overeenkomstig artikel 291 van het Verdrag worden gemachtigd tot het vaststellen van uitvoeringshandelingen. De Commissie moet de voor een dergelijke eenvormige toepassing vereiste maatregelen door middel van uitvoeringshandelingen vaststellen overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) nr. XX/XXXX van het Europees Parlement en de Raad van…

15. Met het oog op efficiency en transparantie bij de vaststelling van de jaarplannen moet de Commissie procedures voor de vaststelling en de herziening van die plannen vaststellen door middel van uitvoeringshandelingen. Om dezelfde reden moeten zowel de vaststelling als de eventuele herziening van de jaarplannen door middel van uitvoeringshandelingen geschieden.

16. Om te verzekeren dat de lidstaten een coherent en efficiënt kader wordt geboden om aan de regeling deel te nemen en ze uit te voeren, moet de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen aanvullende, in het jaarplan op te nemen onderdelen vaststellen, alsook voorschriften voor de levering van producten en procedures en termijnen voor de uitslag van interventieproducten, met inbegrip van overdrachten tussen lidstaten.

17. Om te verzekeren dat de door de deelnemende lidstaten ingediende informatie goed kan worden vergeleken, moet de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften over het format van de nationale voedselverstrekkingsprogramma's en de jaarlijkse uitvoeringsverslagen vaststellen.

18. De lidstaten moeten de mogelijkheid krijgen bepaalde uitgaven van liefdadigheidsorganisaties in het kader van de regeling als subsidiabel aan te merken. Om ervoor te zorgen dat deze mogelijkheid in de verschillende lidstaten op eenvormige wijze in de praktijk wordt gebracht, moet de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen vaststellen inzake de vergoeding van die kosten, met inbegrip van termijnen en financiële plafonds.

19. Om ervoor te zorgen dat de inschrijvingen in alle lidstaten volgens uniforme voorschriften worden gehouden, moet de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen met betrekking tot de op de inschrijving betrekking hebbende en de voor de levensmiddelen en hun levering geldende voorwaarden.

20. Om ervoor te zorgen dat de verschillende onderdelen van de controleregeling geharmoniseerde prestaties leveren, moet de Commissie uitvoeringsbepalingen vaststellen met betrekking tot de controleverplichtingen van de lidstaten.

21. Om ervoor te zorgen dat het plan door de autoriteiten van de lidstaten op eenvormige wijze wordt uitgevoerd en om de onderlinge samenwerking te vergemakkelijken, moet de Commissie uitvoeringsbepalingen vaststellen met betrekking tot de procedures en de termijnen voor betalingen, met inbegrip van kortingen in geval van niet-naleving ervan, de boekhoudkundige bepalingen en de taakomschrijving van de nationale interventiebureaus, ook in het geval van overdrachten tussen lidstaten.

22. De Verordeningen (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 1234/2007 moeten bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.