Overwegingen bij COM(2017)628 - Standpunt EU in het Permanent Comité van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa mbt een wijziging van aanhangsel II

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa (Verdrag van Bern) ("het verdrag") is door de Unie gesloten bij Besluit 82/72/EEG van de Raad 3 en is op 1 juni 1982 in werking getreden. Met het verdrag wordt de instandhouding nagestreefd van de in Europa in het wild voorkomende dier- en plantensoorten en hun natuurlijke leefmilieus, met name van soorten waarvan de instandhouding samenwerking tussen verschillende staten vereist. Het betreft een intergouvernementeel verdrag dat tot stand is gekomen onder auspiciën van de Raad van Europa.

(2) Ingevolge artikel 17 van het verdrag kan het Permanent Comité een besluit tot wijziging van de aanhangsels van het verdrag vaststellen.

(3) Het Permanent Comité zal op zijn zevenendertigste vergadering, van 5 tot en met 8 december 2017, een besluit tot wijziging van aanhangsel II van het verdrag vaststellen.

(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Permanent Comité, aangezien het besluit voor de Unie bindend zal zijn.

(5) De Unie moet het voorstel steunen om in aanhangsel II van het verdrag de balkanlynx, Lynx lynx spp. balcanicus, op te nemen, een ondersoort van de Euraziatische lynx, Lynx lynx, die al in aanhangsel III van het verdrag is opgenomen, omdat het voorstel wetenschappelijk verantwoord is en in overeenstemming is met de door de Unie aangegane verbintenis tot internationale samenwerking bij de bescherming van de biodiversiteit overeenkomstig artikel 5 van het VN-verdrag inzake biologische diversiteit en de in de Conferentie van de Partijen op grond van dat verdrag genomen besluiten, met name de tijdens de tiende vergadering overeengekomen algemene doelstelling dat tegen 2020 het uitsterven van bekende bedreigde soorten wordt voorkomen en dat hun staat van instandhouding wordt verbeterd en gehandhaafd, in het bijzonder van de soorten die het sterkst achteruitgaan.

(6) Omdat de Euraziatische lynx, Lynx lynx, al is opgenomen in de bijlagen II en IV bij Richtlijn 92/43/EEG van de Raad 4 is voor de opname van de ondersoort balkanlynx, Lynx lynx spp. balcanicus, in aanhangsel II van het verdrag geen aanpassing van het recht van de Unie vereist.