Overwegingen bij COM(2018)474 - Vaststelling, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2018)474 - Vaststelling, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor ... |
---|---|
document | COM(2018)474 |
datum | 24 juni 2021 |
(2) Momenteel bestaan er verschillen tussen de lidstaten bij de uitvoering van douanecontroles. Dit is zowel te wijten aan geografische verschillen tussen de lidstaten als aan hun respectieve capaciteiten en middelen. Of de lidstaten kunnen reageren op uitdagingen ten gevolge van voortdurend evoluerende mondiale bedrijfsmodellen en toeleveringsketens hangt niet alleen af van de menselijke factor, maar ook van de beschikbaarheid van moderne en betrouwbare douanecontroleapparatuur. De beschikbaarheid van gelijkwaardige douanecontroleapparatuur is daarom een belangrijk element om het evenwicht tussen de lidstaten te herstellen. Het zal de gelijkwaardigheid bij de uitvoering van douanecontroles in de lidstaten verbeteren en zo voorkomen dat goederenstromen gebruikmaken van de zwakste punten om de EU binnen te komen.
(3) De lidstaten hebben er herhaaldelijk op gewezen dat zij financiële steun nodig hebben en hebben een grondige analyse van de benodigde apparatuur gevraagd. In zijn conclusies over douanefinanciering van 23 maart 2017 18 heeft de Raad de Commissie verzocht om "een oordeel te vormen over de mogelijkheid om benodigde technische apparatuur te financieren uit toekomstige financiële programma's van de Commissie, en ten behoeve van de financiering de coördinatie te verbeteren en de samenwerking tussen douaneautoriteiten en andere rechtshandhavingsautoriteiten te versterken".
(4) Volgens Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad 19 mogen douanecontroles niet alleen worden begrepen als toezicht op de douanewetgeving, maar ook op andere wetgeving betreffende het binnenbrengen, het uitgaan, de doorvoer, het overbrengen, de opslag en de bijzondere bestemming van goederen die tussen het douanegebied van de Unie en landen of gebieden daarbuiten worden vervoerd, en betreffende de aanwezigheid en het verkeer binnen het douanegebied van de Unie van niet-Uniegoederen en goederen die onder de regeling bijzondere bestemming zijn geplaatst. Dergelijke andere wetgeving waarbij de douaneautoriteiten bevoegd worden verklaard voor specifieke controletaken bevat bepalingen inzake belastingheffing, met name wat accijnzen en belasting over de toegevoegde waarde betreft, de externe aspecten van de interne markt, het gemeenschappelijk handelsbeleid en ander gemeenschappelijk beleid van de Unie dat gevolgen heeft voor de handel, de algemene veiligheid van de toeleveringsketen en de bescherming van de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten.
(5) Door de totstandbrenging van een passend en gelijkwaardig niveau van douanecontroles aan de buitengrenzen van de Unie kunnen de voordelen van de douane-unie worden gemaximaliseerd. Een gericht optreden van de Unie op het gebied van douanecontroleapparatuur, waarbij het evenwicht tussen de lidstaten wordt hersteld, zou bovendien bijdragen tot de algehele samenhang tussen de lidstaten. Gezien de uitdagingen waarvoor de wereld staat, met name de aanhoudende noodzaak om de financiële en economische belangen van de Unie en haar lidstaten te beschermen en tegelijk de legitieme handelsstromen te vergemakkelijken, is de beschikbaarheid van moderne en betrouwbare douanecontroleapparatuur aan de buitengrenzen onontbeerlijk.
(6) Het is dan ook opportuun een nieuw Instrument voor financiële ondersteuning van douanecontroleapparatuur op te zetten.
(7) Aangezien de douaneautoriteiten van de lidstaten steeds meer verantwoordelijkheden op zich hebben genomen, vaak op het gebied van de beveiliging van de buitengrenzen, moeten de lidstaten passende financiële steun van de Unie krijgen om te zorgen voor gelijkwaardigheid bij het uitvoeren van grenscontroles en douanecontroles aan de buitengrenzen. Wat de controle van goederen en personen betreft, is het evenzeer belangrijk om de samenwerking te bevorderen tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor grenscontroles of andere taken die aan de grenzen worden uitgevoerd.
(8) Het is dan ook noodzakelijk een Fonds voor geïntegreerd grensbeheer ("het Fonds") op te zetten.
(9) Vanwege de juridische bijzonderheden die van toepassing zijn op titel V van het VWEU en het verschil in toepasselijke rechtsgrond tussen het beleid inzake de buitengrenzen en het beleid inzake douanecontroles, is het juridisch niet mogelijk om het Fonds in één enkel financieel instrument onder te brengen.
(10) Het Fonds moet derhalve worden opgezet als een alomvattend kader voor financiële steun van de Unie op het gebied van grensbeheer, dat het bij deze verordening vastgestelde Instrument voor douanecontroleapparatuur ("het Instrument") omvat, alsook het bij Verordening (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad 20 vastgestelde Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa.
(11) In deze verordening worden voor het Instrument de financiële middelen vastgelegd die voor het Europees Parlement en de Raad in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure het voornaamste referentiebedrag vormen in de zin van punt 17 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 21 .
(12) Verordening (EU, Euratom) [2018/XXX] van het Europees Parlement en de Raad 22 (het 'Financieel Reglement') is op dit Instrument van toepassing. Het bevat regels voor de uitvoering van de Uniebegroting, daaronder begrepen regels voor subsidies.
(13) Bij Verordening (EU) [2018/XXX] van het Europees Parlement en de Raad 23 is het douaneprogramma voor samenwerking op douanegebied vastgesteld, ter ondersteuning van de douane-unie en de douaneautoriteiten. Om de samenhang en de horizontale coördinatie van samenwerkingsacties te handhaven, is het dienstig al deze acties ten uitvoer te leggen onder één wetgevingshandeling en geheel van regels. Daarom moeten alleen de aankoop, het onderhoud en de modernisering van subsidiabele douanecontroleapparatuur worden ondersteund in het kader van dit Instrument, terwijl het Douane-programma voor samenwerking op douanegebied steun moet verlenen voor aanverwante acties, zoals samenwerking bij de beoordeling van behoeften of opleiding met betrekking tot de aangekochte apparatuur.
(14) Voor zover van toepassing moet het Instrument bovendien ook de aankoop of modernisering van douanecontroleapparatuur ondersteunen met het oog op het testen van nieuwe onderdelen of functies in operationele omstandigheden, alvorens de lidstaten beginnen met de grootschalige aankoop van dergelijke nieuwe apparatuur. Tests in operationele omstandigheden moeten met name rekening houden met de resultaten van onderzoek van douanecontroleapparatuur in het kader van Verordening (EU) [2018/XXX] 24 .
(15) De meeste douanecontroleapparatuur is eveneens geschikt voor controles op de naleving van andere wetgeving, zoals de bepalingen m.b.t. grensbeheer, visa of politiesamenwerking. Het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer is dan ook opgevat als twee complementaire instrumenten, met een verschillend maar samenhangend toepassingsgebied voor de aankoop van apparatuur. Enerzijds komt apparatuur die zowel voor grensbeheer als voor douanecontroles kan worden gebruikt niet in aanmerking voor het bij Verordening [2018/XXX] 25 opgezette instrument voor grensbeheer en visa. Anderzijds verleent het bij de onderhavige verordening opgezette instrument voor financiële steun voor douanecontroleapparatuur niet alleen financiële steun voor apparatuur die douanecontroles als hoofddoel heeft, maar staat het ook toe dat die apparatuur voor andere doeleinden, zoals grenscontroles en beveiliging, wordt gebruikt. Deze opdeling zal de samenwerking tussen instanties in het kader van het Europees geïntegreerd grensbeheer, zoals bedoeld in artikel 4, onder e), van Verordening (EU) 2016/1624 26 , bevorderen en douane- en grensautoriteiten in staat stellen samen te werken met gedeelde en interoperabele apparatuur, waardoor de begroting van de Unie een zo groot mogelijk effect krijgt.
(16) In afwijking van het Financieel Reglement is financiering van een actie door verschillende programma’s of instrumenten van de Unie toegestaan om, in voorkomend geval, domeinoverschrijdende samenwerking en interoperabiliteit mogelijk te maken. In dergelijke gevallen mogen de bijdragen echter niet dezelfde kosten dekken, overeenkomstig het in het Financieel Reglement vastgestelde verbod op dubbele financiering.
(17) Gezien de snelle evolutie van de douaneprioriteiten, bedreigingen en technologieën, mogen werkprogramma's geen lange looptijd hebben. Jaarlijkse werkprogramma's zouden echter de administratieve last voor zowel de Commissie als de lidstaten doen toenemen, zonder dat dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van het Instrument. Daarom moeten werkprogramma’s in beginsel betrekking hebben op meer dan één jaar.
(18) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van het werkprogramma in het kader van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 27 .
(19) Gezien de technische aard van dit Instrument is centrale tenuitvoerlegging onontbeerlijk om de specifieke doelstelling van gelijkwaardige douanecontroles te bereiken, maar er zijn voorbereidende werkzaamheden nodig op technisch niveau. De tenuitvoerlegging moet dan ook worden ondersteund door behoeftenevaluaties die gebaseerd zijn op de nationale deskundigheid en ervaring van de douanediensten van de lidstaten. Voor de uitvoering van deze evaluaties moet een duidelijke methode worden gevolgd, met een minimumaantal stappen voor het verzamelen van de benodigde informatie.
(20) Om regelmatige monitoring en rapportering te garanderen, moet worden voorzien in een passend kader voor toezicht op de resultaten die worden bereikt door het Instrument en de acties in het kader daarvan. Deze monitoring en rapportage moeten worden gebaseerd op indicatoren waarbij de gevolgen van de acties in het kader van het Instrument worden gemeten. Evenredige rapporteringseisen moeten bepaalde minimuminformatie bevatten over douanecontroleapparatuur boven een bepaalde kostendrempel.
(21) Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 28 moet dit Instrument worden geëvalueerd op basis van informatie die verzameld is aan de hand van specifieke monitoringvoorschriften, waarbij echter overregulering en administratieve lasten, in het bijzonder voor de lidstaten, worden vermeden. Voor zover van toepassing kunnen deze eisen meetbare indicatoren bevatten, als basis voor de evaluatie van de effecten van het Instrument op het terrein.
(22) Om op passende wijze te kunnen reageren op veranderende beleidsprioriteiten, bedreigingen en technologieën, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gedelegeerd aan de Commissie, zodat zij de lijst van voorwerpen van douanecontroles kan wijzigen voor acties die in aanmerking komen voor steun uit hoofde van het Instrument, alsook de lijst van indicatoren om de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen te meten. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
(23) Overeenkomstig het Financieel Reglement, Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 29 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2988/95 van de Raad 30 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad 31 en Verordening (EU) 2017/1939 32 moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd aan de hand van evenredige maatregelen, daaronder begrepen voorkoming, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden en fraude, terugvordering van verloren gegane, onverschuldigd betaalde of onjuist bestede financiële middelen alsmede, in voorkomend geval, oplegging van administratieve sancties. Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 kan OLAF onderzoeken verrichten, met inbegrip van controles en inspecties ter plaatse, om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie zijn geschaad. Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad kan het Europees Openbaar Ministerie overgaan tot onderzoek en vervolging van fraude en andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in de zin van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad 33 . Personen of entiteiten die middelen van de Unie ontvangen, moeten overeenkomstig het Financieel Reglement ten volle meewerken aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie, de nodige rechten en toegang verlenen aan de Commissie, OLAF, het EMO en de Europese Rekenkamer alsmede ervoor zorgen dat derden die betrokken zijn bij de uitvoering van middelen van de Unie gelijkwaardige rechten verlenen.
(24) Horizontale financiële regels die door het Europees Parlement en de Raad zijn vastgesteld op basis van artikel 322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn van toepassing op deze verordening. Deze regels zijn neergelegd in het Financieel Reglement en bepalen met name de procedure voor het opstellen en uitvoeren van de begroting door middel van subsidies, overheidsopdrachten, prijzen, indirecte uitvoering, en voorzien in controles op de verantwoordelijkheid van financiële actoren. De op basis van artikel 322 VWEU vastgestelde regels hebben ook betrekking op de bescherming van de begroting van de Unie in geval van algemene tekortkomingen ten aanzien van de rechtsstaat in de lidstaten, aangezien de eerbiediging van de rechtsstaat een essentiële basisvoorwaarde is voor een goed financieel beheer en effectieve EU-financiering.
(25) De soorten financiering en de uitvoeringsmethoden in het kader van deze verordening worden gekozen op grond van hun vermogen om de specifieke doelstelling van de acties te verwezenlijken en resultaten op te leveren, met name rekening houdend met de controlekosten, de administratieve lasten en het verwachte risico van niet-naleving. Dit houdt mede in dat het gebruik van vaste bedragen, forfaits en eenheidskosten moet worden overwogen, alsmede financiering die niet gekoppeld is aan de kosten die bedoeld zijn in artikel 125, lid 1, van het Financieel Reglement.
(26) Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een instrument ter bevordering van de douane-unie en de douaneautoriteiten, ten gevolge van geografische verschillen onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen, maar dankzij het gelijkwaardige niveau en de gelijkwaardige kwaliteit van douanecontroles die tot stand komen door een gecoördineerde aanpak en gecentraliseerde financiering, beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vastgestelde subsidiariteitsbeginsel Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat de verordening niet verder dan nodig is om dit doel te verwezenlijken.