Overwegingen bij COM(2019)246 - Standpunt EU in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV) zal tijdens haar volgende algemene vergadering (op 19 juli 2019) resoluties die gevolgen hebben voor het recht van de Unie, onderzoeken en mogelijk goedkeuren. De Unie is geen lid van de OIV. De OIV heeft de Unie op 20 oktober 2017 echter de bijzondere status verleend waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet.

(2) Twintig EU-lidstaten zijn lid van de OIV. Die lidstaten hebben de mogelijkheid wijzigingen van de ontwerpresoluties van de OIV voor te stellen en hun zal tijdens de volgende algemene vergadering van de OIV op 19 juli 2019 worden gevraagd enkele ontwerpresoluties van de OIV vast te stellen.

(3) Het standpunt van de Unie met betrekking tot die resoluties ten aanzien van aangelegenheden die tot haar bevoegdheid behoren, moet derhalve door de Raad worden vastgesteld en tijdens de vergaderingen van de OIV door de lidstaten die lid zijn van de OIV, worden uitgedragen, waarbij zij gezamenlijk in het belang van de Unie handelen.

(4) Bepaalde door de OIV vastgestelde en gepubliceerde resoluties hebben krachtens Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad 5 en Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie 6 gevolgen voor het recht van de Unie.

(5) Artikel 80, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bepaalt dat de Commissie, wanneer zij oenologische procedés toestaat, rekening moet houden met de door de OIV aanbevolen en gepubliceerde oenologische procedés en analysemethoden.

(6) Artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bepaalt dat de Commissie, wanneer zij analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van de wijnbouwproducten vastlegt, die methoden moet baseren op relevante methoden die zijn aanbevolen en gepubliceerd door de OIV, tenzij zij ondoeltreffend of ongeschikt zouden zijn om de door de Unie nagestreefde doelstelling te verwezenlijken.

(7) Artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bepaalt dat in de Unie ingevoerde wijnbouwproducten moeten zijn geproduceerd overeenkomstig oenologische procedés die zijn toegestaan door de Unie op grond van die verordening, of, voorafgaand aan die toestemming, moeten zijn geproduceerd overeenkomstig oenologische procedés die zijn aanbevolen en gepubliceerd door de OIV.

(8) Artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 bepaalt dat de specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van de bij de oenologische procedés gebruikte stoffen, voor zover zij niet zijn vastgelegd door de Commissie, die moeten zijn welke zijn vastgesteld en bekendgemaakt door de OIV.

(9) Bij ontwerpresolutie OENO-MICRO 16-594A wordt een nieuw oenologisch procedé vastgesteld. Bij ontwerpresolutie OENO-MICRO 17-611 worden de doelstellingen van een bestaand oenologisch procedé geactualiseerd. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben voor het recht van de Unie.

(10) Bij de ontwerpresoluties OENO-TECHNO 15-586, 17-612 en 17-613 worden de toepassingen en doelstellingen van de desbetreffende oenologische procedés geactualiseerd. Bij ontwerpresolutie OENO-TECHNO 18-633 wordt het gebruik van een nieuwe stof voor de uitvoering van het bestaande oenologische procedé toegevoegd. Bij ontwerpresolutie OENO-TECHNO 17-616 wordt een nieuw oenologisch procedé voor de wijnproductie vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben voor het recht van de Unie.

(11) Bij de ontwerpresoluties OENO-SPECIF 17-617, 18-646 en 18-650 worden de monografieën waarbij specificaties worden vastgesteld met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van de bij oenologische procedés gebruikte stoffen geactualiseerd. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben voor het recht van de Unie.

(12) Bij de ontwerpresoluties OENO-SCMA 16-596, 17-619, 17-621 en 17-622 worden nieuwe analysemethoden vastgesteld. Bij ontwerpresolutie OENO-SCMA 18-638 worden een nieuwe analysemethode en een nieuwe grenswaarde voor de aanwezigheid van lood in wijn vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben voor het recht van de Unie.

(13) Wetenschappelijke en technische deskundigen uit de wijnsector hebben deze ontwerpresoluties uitvoerig besproken. Deze resoluties dragen bij aan de internationale harmonisatie van de wijnnormen en zullen een kader bieden voor eerlijke concurrentie in de handel in wijnbouwproducten. Daarom moeten zij worden gesteund.

(14) Om tijdens de onderhandelingen in de aanloop naar de bijeenkomst van de algemene vergadering van de OIV over de nodige flexibiliteit te beschikken, moeten de lidstaten die lid van de OIV zijn, worden gemachtigd om met wijzigingen in deze resoluties in te stemmen voor zover die wijzigingen die resoluties inhoudelijk niet veranderen.