Overwegingen bij COM(2019)208 - Wijziging Verordening (EG) nr. 715/2007 typegoedkeuring motorvoertuigen mbt emissies lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5/6) en toegang tot informatie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2019)208 - Wijziging Verordening (EG) nr. 715/2007 typegoedkeuring motorvoertuigen mbt emissies lichte personen- en bedrijfsvoertuigen ... |
---|---|
document | COM(2019)208 |
datum | 14 juni 2019 |
(2) Verordening (EG) nr. 715/2007 legt bepaalde emissiegrenswaarden op voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en bevat aanvullende voorschriften inzake de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie. De specifieke technische bepalingen die nodig zijn om die verordening ten uitvoer te leggen, werden vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie 16 en vervolgens bij Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie 17 .
(3) De emissievoorschriften voor typegoedkeuring van motorvoertuigen zijn geleidelijk doch aanzienlijk aangescherpt door de invoering en de daaropvolgende herziening van de Euro-normen. In het algemeen is voor voertuigen een aanzienlijke vermindering van emissies van de verschillende gereguleerde verontreinigende stoffen bewerkstelligd, maar dat is niet het geval voor NOx-emissies van dieselmotoren of deeltjesemissies van benzinemotoren met directe inspuiting, met name indien geïnstalleerd in lichte voertuigen. Daarom zijn maatregelen nodig om deze situatie te verbeteren.
(4) De Commissie heeft in dit verband op basis van eigen onderzoek en externe gegevens een uitvoerige analyse uitgevoerd van de in Verordening (EG) nr. 692/2008 vastgestelde procedures, tests en voorschriften voor de typegoedkeuring, waarbij zij heeft vastgesteld dat de emissies van Euro 5/6-voertuigen onder reële rijomstandigheden op de weg aanzienlijk hoger zijn dan de emissies die worden gemeten tijdens de voorgeschreven nieuwe Europese rijcyclus (New European Driving Cycle — NEDC), vooral wat de NOx-emissies van dieselvoertuigen betreft.
(5) Naar aanleiding van het resultaat van die analyse heeft de Commissie een nieuwe methode ontwikkeld voor het testen van voertuigemissies onder reële rijomstandigheden, de RDE-testprocedure. De RDE-testprocedure werd ingevoerd bij de verordeningen (EU) 2016/427 18 en (EU) 2016/646 19 van de Commissie, vervolgens overgenomen in Verordening (EU) 2017/1151 en bij Verordening (EU) 2017/1154 van de Commissie 20 verder verbeterd.
(6) Bij Verordening (EU) 2016/646 21 zijn de toepassingsdata van de RDE-testprocedure en de nalevingscriteria voor emissies onder reële rijomstandigheden vastgelegd. Daartoe werd gebruikgemaakt van voor de verontreinigende stoffen specifieke conformiteitsfactoren, waarmee de statistische en technische onzekerheden van de via een draagbaar emissiemeetsysteem uitgevoerde metingen in aanmerking konden worden genomen.
(7) Op 13 december 2018 heeft het Gerecht uitspraak gedaan in de gevoegde zaken T-339/16, T-352/16 en T-391/16 22 betreffende een beroep tot nietigverklaring van Verordening (EU) 2016/646. Het Gerecht heeft het deel van Verordening (EU) 2016/646 waarin de conformiteitsfactoren zijn vastgelegd voor de beoordeling van overeenstemming van de RDE-testresultaten met de in Verordening (EG) nr. 715/2007 vastgestelde emissiegrenswaarden, nietig verklaard. Het Gerecht oordeelde dat alleen de wetgever die conformiteitsfactoren had kunnen invoeren, aangezien zij betrekking hadden op een essentieel onderdeel van Verordening (EG) nr. 715/2007.
(8) Het Gerecht trok de technische onderbouwing van de conformiteitsfactoren niet in twijfel. Daarom, en aangezien er in de huidige stand van de technologische ontwikkeling nog altijd een discrepantie bestaat tussen de emissies die worden gemeten onder reële rijomstandigheden op de weg en de emissies die in een laboratorium worden gemeten, is het passend om de conformiteitsfactoren op te nemen in Verordening (EG) nr. 715/2007.
(9) Teneinde fabrikanten in staat te stellen om in het kader van de RDE-testprocedure aan de Euro 6-emissiegrenswaarden te voldoen, moeten de nalevingscriteria voor emissies onder reële rijomstandigheden in twee stappen worden ingevoerd. Tijdens de eerste stap kan, als de fabrikant daarom verzoekt, een tijdelijke conformiteitsfactor worden gehanteerd, maar tijdens de tweede stap mag alleen de definitieve conformiteitsfactor worden gebruikt. De Commissie moet de definitieve conformiteitsfactoren voortdurend herzien in het licht van de technische vooruitgang.
(10) Bij het Verdrag van Lissabon heeft de wetgever de mogelijkheid gekregen om aan de Commissie de bevoegdheid te delegeren om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van een wetgevingshandeling. De maatregelen waarop de in artikel 290, lid 1, van het VWEU bedoelde bevoegdheidsdelegatie betrekking kan hebben, zijn in beginsel dezelfde als die welke vallen onder de regelgevingsprocedure met toetsing die is ingevoerd bij artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG van de Raad 23 . Het is derhalve noodzakelijk de bepalingen van Verordening (EG) nr. 715/2007 die voorzien in het gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing aan te passen aan artikel 290 van het Verdrag.
(11) Teneinde te kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie inzake luchtkwaliteit en de voertuigemissies te verminderen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen ten aanzien van uitvoeringsbepalingen voor de specifieke procedures, tests en voorschriften voor typegoedkeuring. Ook moet zij worden bevoegd om Verordening (EG) nr. 715/2007 aan te vullen door herziening van die bepalingen alsook van de voor het meten van de emissies gebruikte testcycli; de voorschriften voor de uitvoering van het verbod op het gebruik van manipulatie-instrumenten die de doelmatigheid van de emissiecontrolesystemen verminderen; de maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van de verplichting van fabrikanten om onbeperkte en gestandaardiseerde toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie te bieden; het vaststellen van een herziene meetprocedure voor deeltjes. Verder moet de Commissie worden bevoegd om Verordening (EG) nr. 715/2007 te wijzigen teneinde de definitieve conformiteitsfactoren neerwaarts te herzien ter weerspiegeling van de technische vooruitgang van draagbare emissiemeetsystemen, op deeltjesmassa gebaseerde grenswaarden aan te passen en op het deeltjesaantal gebaseerde grenswaarden vast te stellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen moeten het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip ontvangen als de deskundigen van de lidstaten, en moeten hun deskundigen systematisch toegang hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
(12) Om de continuïteit van de uitvoering in het licht van de technische vooruitgang te waarborgen, moeten alle ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening lopende regelgevingsprocedures met toetsing waarin het comité reeds advies heeft uitgebracht, worden voltooid overeenkomstig artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.
(13) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de tenuitvoerlegging van artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 715/2007 moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 24 .
(14) Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van voorschriften voor motorvoertuigen teneinde bij te dragen aan de verwezenlijking van luchtkwaliteitsdoelstellingen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt aangezien motorvoertuigen met een geldige typegoedkeuring over nationale grenzen heen kunnen worden verhandeld, en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
(15) Verordening (EG) nr. 715/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,