Overwegingen bij COM(2020)579 - Tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (herschikking) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2020)579 - Tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (herschikking). |
---|---|
document | COM(2020)579 |
datum | 22 september 2020 |
(1) Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad 23 , Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad 24 en Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad 25 zijn aanzienlijk gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van die verordeningen te worden overgegaan.
549/2004 overweging 1 (adapted)
De verwezenlijking van het gemeenschappelijke vervoersbeleid vergt een efficiënt luchtvervoerssysteem dat een veilige en reguliere uitvoering van luchtvervoersdiensten mogelijk maakt, waardoor het vrije verkeer van goederen, personen en diensten wordt bevorderd.
549/2004 overweging 2 (adapted)
Tijdens de buitengewone bijeenkomst van 23 en 24 maart 2000 te Lissabon heeft de Europese Raad de Commissie verzocht voorstellen in te dienen over het beheer van het luchtruim, de luchtverkeersleiding en de regeling van de luchtverkeersstromen op basis van het werk inzake het gemeenschappelijke Europese luchtruim dat de door de Commissie ingestelde Groep op hoog niveau heeft verricht. Deze groep, hoofdzakelijk bestaande uit de civiele en militaire luchtvaartnavigatieautoriteiten van de lidstaten, heeft in november 2000 verslag uitgebracht.
1070/2009 overweging 2 (adapted)
nieuw
(2) Met de goedkeuring door het Europees Parlement en de Raad van het eerste pakket wetgeving betreffende het gemeenschappelijke Europese luchtruim, namelijk Verordening (EG) nr. 549/2004 van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europese luchtruim (de kaderverordening) , Verordening (EG) nr. 550/2004 van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtvaartnavigatiedienstenverordening) , Verordening (EG) nr. 551/2004 van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtruimverordening) en Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad 26 van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (de interoperabiliteitsverordening) is een solide rechtsgrondslag gelegd voor een naadloos, interoperabel en veilig systeem voor luchtverkeers beveiliging beheer (Air Traffic Management — ATM). De vaststelling van het tweede pakket, met name Verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad 27 , heeft het initiatief voor een gemeenschappelijk Europees luchtruim verder versterkt door de invoering van de prestatieregeling en het concept van Netwerkbeheerder, teneinde de prestaties van het Europees ATM-netwerk verder te verbeteren. Verordening (EG) nr. 552/2004 is ingetrokken bij Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad 28 , aangezien de regels die nodig zijn voor de interoperabiliteit van ATM-systemen, -onderdelen en -procedures in die verordening zijn opgenomen.
nieuw
(3) Om rekening te houden met de wijzigingen die zijn aangebracht in Verordening (EU) 2018/1139, moet de inhoud van de onderhavige verordening in overeenstemming worden gebracht op die van Verordening (EU) 2018/1139.
550/2004 overweging 3 (adapted)
Bij Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 wordt het kader vastgesteld voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de kaderverordening”) 29 .
551/2004 overweging 4 (adapted)
Bij Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 wordt het kader vastgesteld voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de kaderverordening”) 30 .
551/2004 overweging 5 (adapted)
(4) In artikel 1 van het in 1944 te Chicago ondertekende Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart erkennen de verdragsluitende staten dat „elke staat de volledige en uitsluitende soevereiniteit heeft over het luchtruim boven zijn grondgebied”. De lidstaten van de Gemeenschap Unie oefenen in het kader van die soevereiniteit hun publieke bevoegdheden uit bij het geven van luchtverkeersleiding, conform de geldende internationale verdragen.
1070/2009 overweging 1
(5) Om het gemeenschappelijke vervoersbeleid ten uitvoer te kunnen leggen, is een efficiënt systeem voor luchtvervoer nodig dat het mogelijk maakt de luchtvervoersdiensten op veilige, regelmatige en duurzame wijze uit te voeren, de capaciteit te optimaliseren en het vrije verkeer van goederen, personen en diensten te vergemakkelijken.
1070/2009 overweging 37 (adapted)
nieuw
(6) Bij de gelijktijdige inspanningen gericht op het aanscherpen van de normen inzake luchtvervoersveiligheid en op het verbeteren van de totale prestatie van luchtverkeersbeveiliging ATM- en luchtvaartnavigatiediensten (ANS) voor het algemene luchtvervoer in Europa, dient rekening te worden gehouden met de menselijke factor. Vandaar dat de lidstaten de invoering van zogenaamde „just culture”-beginselen in acht moeten nemen dienen te overwegen. De adviezen en aanbevelingen van de deskundigengroep inzake de menselijke dimensie 31 van het gemeenschappelijk Europees luchtruim moeten in overweging en in rekening worden genomen.
nieuw
(7) Verbeteringen van de milieuprestaties van ATM dragen ook rechtstreeks bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen in de Overeenkomst van Parijs en in de Green Deal van de Europese Commissie, met name via de vermindering van de emissies van de luchtvaart.
549/2004 overweging 6 (adapted)
(8) In 2004 hebben Dde lidstaten hebben een algemene verklaring betreffende militaire vraagstukken in verband met het gemeenschappelijke Europese luchtruim 32 aangenomen. Volgens deze verklaring moeten de lidstaten de civiel-militaire samenwerking versterken en, indien en voor zover dat door alle betrokken lidstaten noodzakelijk wordt geacht, de samenwerking tussen hun strijdkrachten in alle aangelegenheden op het gebied van luchtverkeersbeveiliging luchtverkeersbeheer bevorderen.
549/2004 overweging 3
Voor een vlotte werking van het luchtvervoerssysteem is een consistent hoog veiligheidsniveau in de luchtvaartnavigatiediensten nodig dat een optimaal gebruik van het Europese luchtruim mogelijk maakt, alsmede een consistent hoog veiligheidsniveau in het reizen door de lucht, één en ander overeenkomstig de plicht van de luchtvaartnavigatiediensten om het algemene belang te dienen, waaronder het nakomen van publieke dienstverplichtingen. Derhalve dienen de hoogste eisen ten aanzien van verantwoordelijkheidsbesef en competentie te worden gesteld.
549/2004 overweging 4
Het initiatief om het gemeenschappelijke Europese luchtruim tot stand te brengen. moet worden ontwikkeld in overeenstemming met de verplichtingen die voortvloeien uit het Eurocontrol-lidmaatschap van de Gemeenschap en haar lidstaten, alsmede met de beginselen die zijn vastgelegd in het op 7 december 1944 te Chicago ondertekende Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart.
549/2004 overweging 5 (adapted)
(9) Het nemen van besluiten met betrekking tot de inhoud en de reikwijdte of de uitvoering van militaire operaties en trainingen behoort niet tot de bevoegdheid van de Gemeenschap Unie uit hoofde van artikel 100, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie .
549/2004 overweging 23 (adapted)
Op 2 december 1987 hebben het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk in Londen regelingen getroffen voor grotere samenwerking inzake het gebruik van de luchthaven van Gibraltar, in de vorm van een gezamenlijke verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen. Deze regelingen zijn nog niet in werking getreden.
550/2004 overweging 1
De lidstaten hebben, zij het elk in verschillende mate, hun nationale verleners van luchtvaartnavigatiediensten gereorganiseerd door hun een grotere mate van autonomie en meer vrijheid te schenken om diensten te verlenen. Deze nieuwe omgeving kenmerkt zich door een toenemende noodzaak om ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan minimumeisen van het algemeen belang.
550/2004 overweging 4
Om het gemeenschappelijk Europees luchtruim tot stand te brengen, dienen maatregelen te worden vastgesteld die een veilige en efficiënte verlening van luchtvaartnavigatiediensten garanderen die strookt met de organisatie en het gebruik van het luchtruim als geregeld bij Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtruimverordening”) 33 . De totstandbrenging van een geharmoniseerde organisatie van de verlening van dergelijke diensten is van belang om op adequate wijze te kunnen voldoen aan de vraag van luchtruimgebruikers en om op een veilige en efficiënte wijze het luchtverkeer te kunnen regelen.
551/2004 overweging 1
De totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim vergt een geharmoniseerde aanpak van de regelgeving voor de organisatie en het gebruik van het luchtruim.
551/2004 overweging 2 (adapted)
In het verslag van de Groep op hoog niveau inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim van november 2000 wordt het noodzakelijk geacht dat het luchtruim op Europese basis wordt ingericht, gereguleerd en strategisch beheerd.
551/2004 overweging 3 (adapted)
In de mededeling van de Commissie van 30 november 2001 over de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim wordt aangedrongen op een structurele hervorming waardoor de totstandkoming van het gemeenschappelijk Europees luchtruim mogelijk wordt, door een geleidelijk meer geïntegreerd beheer van het luchtruim en de ontwikkeling van nieuwe concepten en procedures voor luchtverkeersbeveiliging.
551/2004 overweging 6
Het luchtruim is een gemeenschappelijke hulpbron voor alle categorieën gebruikers waarvan op flexibele wijze gebruik moet worden gemaakt door alle gebruikers, met zekerstelling van billijkheid en transparantie, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van de lidstaten inzake beveiliging en defensie en met hun verplichtingen binnen internationale organisaties.
551/2004 overweging 7
Een efficiënt beheer van het luchtruim is van fundamenteel belang voor verhoging van de capaciteit van het luchtverkeersdienstensysteem, om optimaal tegemoet te kunnen komen aan de behoeften van de verschillende gebruikers en om het hoogst mogelijke flexibel gebruik van het luchtruim te kunnen realiseren.
549/2004 overweging 8
Derhalve, en met het oog op de uitbreiding van het gemeenschappelijke Europese luchtruim tot een groter aantal Europese staten, moet de Gemeenschap gemeenschappelijke doelstellingen en een actieprogramma vaststellen, waarmee de inspanningen van de Gemeenschap, de lidstaten en de verschillende economische actoren worden gebundeld om een meer geïntegreerd operationeel luchtruim, te weten het gemeenschappelijke Europese luchtruim, tot stand te brengen, waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkelingen in Eurocontrol.
549/2004 overweging 24
Aangezien de doelstelling van deze verordening, te weten de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim, wegens het transnationale karakter ervan niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter op communautair niveau tot stand kan worden gebracht, met evenwel gedetailleerde uitvoeringsvoorschriften die rekening houden met specifieke plaatselijke omstandigheden, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
549/2004 overweging 9
Ingeval lidstaten interveniëren om naleving van de communautaire voorschriften te verzekeren, moeten de instanties die de naleving controleren, voldoende onafhankelijk zijn van de verleners van luchtvaartnavigatiediensten.
549/2004 overweging 10
De luchtvaartnavigatiediensten, in het bijzonder luchtverkeersdiensten die vergelijkbaar zijn met openbaar gezag, vereisen een functionele of structurele scheiding. In de diverse lidstaten zijn er grote verschillen in de rechtsvorm van de organisatie ervan.
549/2004 overweging 11
Ingeval een onafhankelijke audit met betrekking tot de verleners van luchtvaartnavigatiediensten wordt verlangd, worden als zodanig erkend de inspecties van de rekenkamers van de lidstaten waar deze diensten worden verleend door de overheid, of door een openbaar lichaam dat aan het toezicht van de rekenkamer onderworpen is, ongeacht of de opgestelde verslagen al dan niet openbaar worden gemaakt.
1070/2009 overweging 9 (adapted)
nieuw
(10) Om te garanderen dat het toezicht op de dienstverlening in heel Europa op correcte en consequente wijze plaatsvindt, moeten de nationale toezichthoudende instanties de garantie op voldoende onafhankelijkheid en middelen krijgen. Deze onafhankelijkheid mag deze instanties niet weerhouden van de uitoefening van hun taken Dit mag een nationale toezichthoudende instantie er niet van weerhouden deel uit te maken van een regelgevende instantie die bevoegd is voor meerdere gereguleerde sectoren, als die regelgevende instantie voldoet aan de onafhankelijkheidsvereisten, of organisatorisch te worden samengevoegd met de nationale bevoegde instantie. binnen een administratief kader.
nieuw
(11) De financiering van de nationale toezichthoudende instanties moet hun onafhankelijkheid garanderen en moet hen in staat stellen te werken overeenkomstig de beginselen van billijkheid, transparantie, non-discriminatie en evenredigheid. Passende procedures voor de aanstelling van personeel moeten bijdragen tot de onafhankelijkheid van de nationale toezichthoudende instanties, met name door te waarborgen dat de aanstelling van personen die bevoegd zijn voor strategische beslissingen wordt verricht door een openbare instantie die geen rechtstreekse eigendomsrechten kan doen gelden ten aanzien van verleners van luchtvaartnavigatiediensten.
1070/2009 overweging 10
nieuw
(12) De nationale toezichthoudende instanties spelen een belangrijke rol bij de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke Europees luchtruim en de Commissie moet moeten bijgevolg hun onderlinge samenwerking vergemakkelijken samenwerken om hen op die manier in staat te stellen informatie over hun werkzaamheden en besluitvormingsbeginselen, beste praktijken en procedures voor de toepassing van deze verordening uit te wisselen en een gemeenschappelijke aanpak te ontwikkelen, onder meer door verhoogde samenwerking op regionaal niveau. Deze samenwerking moet op regelmatige basis gebeuren.
550/2004 overweging 6
Lidstaten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op een veilige en efficiënte verlening van luchtvaartnavigatiediensten en voor de controle op naleving door verleners van luchtvaartnavigatiediensten van de op communautair niveau vastgestelde gemeenschappelijke eisen.
550/2004 overweging 7
Lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om erkende organisaties, die technische ervaring hebben, te belasten met de controle op naleving door verleners van luchtvaartnavigatiediensten van de op communautair niveau vastgestelde gemeenschappelijke eisen.
549/2004 overweging 17 (adapted)
De sociale partners moeten naar behoren worden geïnformeerd en geraadpleegd over alle maatregelen met belangrijke sociale gevolgen. Voorts dient het Comité voor de sectoriële dialoog, ingesteld bij Beschikking 98/500/EG van de Commissie van 20 mei 1998 betreffende de oprichting van comités voor de sectoriële dialoog tussen de sociale partners op Europees niveau 34 , te worden geraadpleegd.
nieuw
(13) De samenwerking tussen verleners van luchtverkeersdiensten is een belangrijk instrument om het Europees ATM-systeem te verbeteren en moet worden aangemoedigd. De lidstaten moeten samenwerkingsmechanismen kunnen opzetten die niet beperkt blijven tot vooraf vastgelegde vormen van samenwerking en geografische gebieden.
(14) De veiligheidscertificering van en het veiligheidstoezicht op de verleners van luchtvaartnavigatiediensten worden uitgevoerd door de nationale bevoegde instanties of door het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (het Agentschap), overeenkomstig de voorschriften en procedures van Verordening (EU) 2018/1139. Er zijn aanvullende eisen in verband met financiële draagkracht, aansprakelijkheid en verzekeringsdekking nodig voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten; die moeten het voorwerp uitmaken van een economisch certificaat. Een verlener van luchtvaartnavigatiediensten zou alleen diensten in de Unie mogen aanbieden als hij houder is van zowel een veiligheidscertificaat als het economisch certificaat.
(15) Bij de verlening van gelijkwaardige luchtvaartnavigatiediensten mag geen onderscheid worden gemaakt tussen luchtruimgebruikers.
(16) Luchtverkeersdiensten, die op basis van exclusiviteit worden verleend, moeten worden onderworpen aan eisen inzake aanwijzing en minimumeisen inzake openbaar belang.
(17) Verleners van luchtverkeersdiensten of luchthavenexploitanten moeten de keuze hebben om onder marktvoorwaarden communicatie-, navigatie- en plaatsbepalingsdiensten (CNS), luchtvaartinlichtingendiensten (AIS), luchtverkeersgegevensdiensten (ADS), meteorologische diensten (MET) of terminalluchtverkeersdiensten aan te besteden, onverminderd de veiligheidseisen, als zij van oordeel zijn dat dit kostenefficiëntiewinst oplevert. Naar verwachting zal de mogelijkheid om gebruik te maken van dergelijke aanbestedingen meer flexibiliteit mogelijk maken en de innovatie in de dienstverlening bevorderen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de specifieke behoeften van het leger wat vertrouwelijkheid, interoperabiliteit, systeemveerkracht, gegevenstoegang en ATM-beveiliging betreft.
(18) Wanneer terminalluchtverkeersdiensten worden aanbesteed, mogen ze niet onder de in deze verordening uiteengezette heffingsregeling vallen, noch onder artikel 1, lid 4, van Richtlijn 2009/12/EG van het Europees Parlement en de Raad 35 , die verband houdt met de toepasselijkheid van die regeling.
(19) De verlening van en-routeluchtverkeersdiensten moet organisatorisch gescheiden zijn van de verlening van CNS-, AIS-, ADS-, MET- en terminalluchtverkeersdiensten, met inbegrip van gescheiden rekeningen, teneinde de transparantie te waarborgen en discriminatie, kruissubsidiëring en concurrentieverstoring te voorkomen.
(20) Indien van toepassing moet de aanbesteding van luchtvaartnavigatiediensten worden verricht overeenkomstig Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad 36 en Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad 37 . De nationale toezichthoudende instanties moeten erop toezien dat de aanbestedingseisen voor luchtvaartnavigatiediensten worden nageleefd.
(21) Voor het verkeersbeheer van onbemande luchtvaartuigen moeten gemeenschappelijke informatiediensten beschikbaar zijn. Om de kosten van dit verkeersbeheer binnen de perken te houden, moeten de prijzen voor gemeenschappelijke informatiediensten worden gebaseerd op de kosten plus een redelijke winstmarge, en moeten ze ter goedkeuring worden voorgelegd aan de nationale toezichthoudende instanties. Om de verlening van de dienst mogelijk te maken, moeten de vereiste gegevens beschikbaar worden gesteld door verleners van luchtvaartnavigatiediensten.
(22) De prestatie- en heffingsregelingen zijn bedoeld om luchtvaartnavigatiediensten, die onder andere dan marktvoorwaarden worden verleend kostenefficiënter te maken en om een betere kwaliteit van de dienstverlening te bevorderen; daartoe moeten deze regelingen relevante en passende stimulansen omvatten. Met het oog op deze doelstelling mogen de prestatie- en heffingsregelingen geen betrekking hebben op diensten die onder marktvoorwaarden worden verleend.
(23) Om zo doeltreffend mogelijk te zijn, moet het nodige toezicht op de prestatie- en heffingsregelingen worden gericht op aangewezen verleners van luchtverkeersdiensten.
(24) De verantwoordelijkheden voor het toezicht op de prestatie- en heffingsregelingen moeten op passende wijze worden verdeeld.
(25) Gezien de grensoverschrijdende en netwerkelementen die inherent zijn aan de verlening van en-routeluchtvaartnavigatiediensten en het feit dat, ten gevolge daarvan, de prestaties met name moeten worden getoetst aan Uniewijde prestatiedoelstellingen, moet een orgaan van de Unie bevoegd zijn voor de beoordeling en goedkeuring van de prestatieplannen en prestatiedoelstellingen voor en-routeluchtvaartnavigatiediensten, onverminderd een rechterlijke toetsing door een beroepsinstantie en uiteindelijk door het Hof van Justitie. Om te garanderen dat de taken worden uitgevoerd met een hoog niveau van deskundigheid en de nodige onafhankelijkheid, moet dat orgaan van de Unie het als prestatiebeoordelingsorgaan (PRB) optredende Agentschap zijn, dat zijn werkzaamheden moet verrichten overeenkomstig de specifieke governanceregels van Verordening (EU) 2018/1139. Gezien hun kennis van de plaatselijke omstandigheden, die noodzakelijk is om terminalluchtvaartnavigatiediensten te kunnen beoordelen, moeten de nationale toezichthoudende instanties bevoegd zijn voor de beoordeling en goedkeuring van de prestatieplannen en prestatiedoelstellingen voor terminalluchtvaartnavigatiediensten. De toewijzing van kosten tussen en-route- en terminalluchtvaartnavigatiediensten is één enkele verrichting, die relevant is voor beide types diensten, en moet derhalve onder toezicht van het als PBO optredende Agentschap staan.
(26) Ontwerpprestatieplannen op het gebied van en-route- en terminalluchtvaartnavigatiediensten moeten sporen met de respectieve Uniewijde prestatiedoelstellingen en beantwoorden aan bepaalde kwalitatieve criteria, teneinde zoveel mogelijk te garanderen dat de vastgestelde doelstellingen daadwerkelijk worden gehaald. De beoordelingsprocedure moet ervoor zorgen dat tekortkomingen snel worden verholpen.
(27) Er moeten specifieke criteria worden gebruikt voor de prestaties van de netwerkfuncties, gelet op de specifieke kenmerken van deze functies. Voor de netwerkfuncties moeten prestatiedoelstellingen worden opgesteld op de prestatiekerngebieden milieu, capaciteit en kostenefficiëntie.
(28) De heffingsregeling moet worden gebaseerd op het beginsel dat luchtruimgebruikers moeten betalen voor de kosten van de ontvangen diensten, waarbij echter alleen rekening mag worden gehouden met kosten die toerekenbaar zijn aan die dienst en niet op andere wijze worden gedekt. De kosten die verband houden met de Netwerkbeheerder moeten worden opgenomen in de bepaalde kosten die in rekening worden gebracht aan de luchtruimgebruikers. Heffingen moeten de veilige, doelmatige, doeltreffende, daadwerkelijke en duurzame verlening van luchtvaartnavigatiediensten bevorderen teneinde een hoog niveau van veiligheid en kosteneffectiviteit te bereiken en aan de prestatiedoelstellingen te voldoen, en ze moeten een stimulans vormen voor geïntegreerde dienstverlening en de milieueffecten van de luchtvaart verminderen.
(29) Gezien het grensoverschrijdende karakter van de luchtvaart moeten mechanismen voor het moduleren van heffingen om de milieuprestaties en de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren, met name door meer gebruik te maken van duurzame alternatieve brandstoffen, de capaciteit te vergroten en de vertragingen te beperken, met behoud van een optimaal veiligheidsniveau, worden opgezet op het niveau van de Unie. De nationale toezichthoudende instanties moeten ook de mogelijkheid hebben om op lokaal niveau mechanismen voor terminaldiensten op te zetten.
(30) Om luchtruimgebruikers ertoe aan te zetten via de kortste route te vliegen, met wanneer er sprake is van congestie, moet het mogelijk zijn een gemeenschappelijk eenheidstarief voor en-routediensten vast te stellen in het hele gemeenschappelijk Europees luchtruim. De vaststelling van een dergelijk gemeenschappelijk eenheidstarief moet inkomstenneutraal zijn voor verleners van luchtverkeersdiensten.
(31) Er moeten bepalingen worden vastgesteld die de transparantie van de rekeningen van verleners van luchtvaartnavigatiediensten garanderen; dit is een van de middelen om kruissubsidiëring en daaruit voortvloeiende verstoringen te voorkomen.
(32) ATM-netwerkfuncties moeten bijdragen tot de duurzame ontwikkeling van het luchtvervoerssysteem en moeten de verwezenlijking van Uniewijde prestatiedoelstellingen ondersteunen. Ze moeten ervoor zorgen dat het luchtruim en de schaarse middelen duurzaam, efficiënt en ecologisch optimaal worden gebruikt, moeten een afspiegeling zijn van operationele behoeften bij de uitrol van de Europese ATM-netwerkinfrastructuur en moeten zorgen voor ondersteuning in geval van netwerkcrises. Een aantal taken die bijdragen tot de uitvoering van deze functie moet worden uitgevoerd door een Netwerkbeheerder; alle operationele belanghebbenden moeten bij de acties van deze Netwerkbeheerder worden betrokken.
(33) Het belang van het netwerk moet altijd vooropstaan in het coöperatieve besluitvormingsproces voor de besluiten die moeten worden genomen door de Netwerkbeheerder. Partijen bij het coöperatieve besluitvormingsproces moeten derhalve zoveel mogelijk handelen met het oog op de verbetering van de werking en de prestaties van het netwerk. De procedures voor het coöperatieve besluitvormingsproces moeten het belang van het netwerk dienen en moeten van dien aard zijn dat problemen zoveel mogelijk bij consensus worden opgelost.
(34) Om de klantgerichtheid van verleners van luchtverkeersdiensten te versterken en luchtruimgebruikers sterker te laten wegen op de besluiten die op hen van toepassing zijn, moeten de belanghebbenden effectiever worden geraadpleegd en betrokken bij belangrijke operationele beslissingen van de verleners van luchtverkeersdiensten.
1070/2009 overweging 11 (adapted)
De aan certificaten verbonden voorwaarden moeten objectief gerechtvaardigd zijn en niet-discriminatoir, evenredig en transparant zijn en verenigbaar zijn met de betreffende internationale normen.
550/2004 overweging 2 (adapted)
Het verslag van de Groep op hoog niveau inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim van november 2002 heeft bevestigd dat regels op communautair niveau nodig zijn om onderscheid te maken tussen regelgeving en dienstverlening en om een certificeringsstelsel in te voeren ter bescherming van het algemeen belang, met name op het gebied van veiligheid, en om het heffingenstelsel te verbeteren.
550/2004 overweging 10
Er moet een gemeenschappelijk stelsel tot stand worden gebracht voor het certificeren van de verleners van luchtvaartnavigatiediensten, als middel om de rechten en plichten van deze dienstverleners vast te leggen en regelmatig te controleren of de eisen worden nageleefd, zonder daarbij afbreuk te doen aan de continuïteit van de dienstverlening.
550/2004 overweging 12
De certificaten dienen wederzijds te worden erkend door alle lidstaten, zodat verleners van luchtvaartnavigatiediensten diensten kunnen verlenen in een andere lidstaat dan in die waarin zij hun certificaat hebben verkregen, zulks binnen de grenzen van de veiligheidseisen.
550/2004 overweging 14
Ter bevordering van de veilige afwikkeling van het luchtverkeer over de grenzen van de lidstaten heen, ten behoeve van de luchtruimgebruikers en hun passagiers, dient het certificeringsstelsel te voorzien in een kader dat lidstaten in staat stelt om verleners voor luchtverkeersdiensten aan te wijzen, ongeacht waar zij hun certificaat hebben verkregen.
550/2004 overweging 5
Het verlenen van luchtverkeersdiensten als bedoeld in deze verordening, hangt samen met het uitoefenen van overheidsbevoegdheden die geen economisch karakter hebben dat de toepassing van de mededingingsregels van het Verdrag zou kunnen rechtvaardigen.
550/2004 overweging 13
De verlening van communicatie-, navigatie- en plaatsbepalingsdiensten en van luchtvaartinlichtingendiensten dient te worden georganiseerd onder marktvoorwaarden, met inachtneming van de bijzondere kenmerken van deze diensten en onder handhaving van een hoog veiligheidsniveau.
550/2004 overweging 15
Lidstaten moeten voor het gehele luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt of voor een deel daarvan, aan de hand van hun analyse van veiligheidsoverwegingen, een of meer verleners van meteorologische diensten kunnen aanwijzen, zonder dat een openbare aanbesteding moet worden georganiseerd.
550/2004 overweging 19
Voorwaarden gesteld aan heffingen die luchtruimgebruikers worden opgelegd dienen billijk en transparant te zijn.
550/2004 overweging 20
Gebruikersheffingen moeten compensatie bieden voor de door verleners van luchtvaartnavigatiediensten en lidstaten geleverde faciliteiten en diensten. De hoogte van de gebruikersheffingen moet in verhouding staan tot de kosten, met inachtneming van de doelstellingen voor veiligheid en economische efficiëntie.
550/2004 overweging 21
Bij de verlening van gelijkwaardige luchtvaartnavigatiediensten mag geen onderscheid worden gemaakt tussen luchtruimgebruikers.
550/2004 overweging 22
Verleners van luchtvaartnavigatiediensten bieden bepaalde faciliteiten en diensten aan die rechtstreeks betrekking hebben op de bediening van vliegtuigen, en waarvan zij de kosten moeten kunnen terugverdienen krachtens het beginsel dat de gebruiker betaalt, hetgeen wil zeggen dat luchtruimgebruikers moeten betalen voor de kosten die zij op, of zo dicht mogelijk bij, het punt van gebruik veroorzaken.
550/2004 overweging 23
Het is van belang dat de transparantie van de kosten welke dergelijke faciliteiten of diensten met zich brengen, gewaarborgd is. Alle wijzigingen in het stelsel of in de hoogte van de heffingen dienen dus aan de luchtruimgebruikers te worden uitgelegd. Dergelijke wijzigingen of investeringen die door de verleners van luchtvaartnavigatiediensten worden voorgesteld, moeten worden toegelicht als onderdeel van een informatie-uitwisseling tussen hun managementinstanties en de luchtruimgebruikers.
550/2004 overweging 24
Er moet ruimte zijn voor een differentiatie in de heffingen die bijdraagt aan het maximaliseren van de capaciteit van het hele systeem. Financiële stimulansen kunnen een nuttige manier zijn om de invoering te versnellen van grond- of boordapparatuur die de capaciteit vergroot, om hoge prestaties te belonen of een compensatie te bieden voor het ongemak dat gepaard gaat met de keuze voor minder aantrekkelijke routes.
550/2004 overweging 25
In het kader van het genereren van inkomsten met het oog op een redelijk rendement van het kapitaal en in direct verband met besparingen dankzij de verbetering van de efficiëntie dient de Commissie te onderzoeken of het mogelijk is een reserve op te bouwen die tot doel heeft de gevolgen van een plotselinge verhoging van heffingen ten laste van luchtruimgebruikers te beperken op tijdstippen van minder luchtverkeer.
550/2004 overweging 26
De Commissie dient de haalbaarheid te onderzoeken van tijdelijke financiële steun voor maatregelen om de capaciteit van het Europese luchtverkeersleidingssysteem als geheel te vergroten.
550/2004 overweging 27
De Commissie moet regelmatig, in samenwerking met Eurocontrol en met de nationale toezichthoudende instanties en luchtruimgebruikers, de wijze beoordelen waarop heffingen ten laste van luchtruimgebruikers worden vastgesteld en opgelegd.
551/2004 overweging 8
Uit de activiteiten van Eurocontrol blijkt dat het niet realistisch is om het routenetwerk en de luchtruimstructuur geïsoleerd te willen ontwikkelen, aangezien elke afzonderlijke staat integraal deel uitmaakt van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging, zowel binnen als buiten de Gemeenschap.
551/2004 overweging 13
Het is van wezenlijk belang dat een gemeenschappelijk, geharmoniseerde luchtruimstructuur van routes en sectoren tot stand komt, dat de huidige en toekomstige organisatie van het luchtruim wordt gebaseerd op gemeenschappelijke beginselen, en dat het luchtruim wordt ingericht en beheerd overeenkomstig geharmoniseerde regels.
nieuw
(35) De beschikbaarheid van relevante operationele gegevens is van essentieel belang om de flexibele verlening van luchtverkeersgegevensdiensten mogelijk te maken op grensoverschrijdende en Uniewijde basis. Dergelijke gegevens moeten dan ook ter beschikking worden gesteld van de relevante belanghebbenden, met inbegrip van toekomstige nieuwe verleners van luchtverkeersgegevensdiensten. De nauwkeurigheid van de informatie over de status van het luchtruim en over specifieke luchtverkeerssituaties en de tijdige verspreiding van deze informatie onder civiele en militaire luchtverkeersleiders heeft een direct effect op de veiligheid en efficiëntie van de activiteiten. Tijdige toegang tot actuele informatie over de status van het luchtruim is van essentieel belang voor alle partijen die profijt willen trekken van luchtruimstructuren die ter beschikking worden gesteld als zij hun vliegplannen indienen of opnieuw indienen.
550/2004 overweging 16
Verleners van luchtvaartnavigatiediensten dienen door middel van geschikte regelingen een nauwe samenwerking tot stand te brengen en onderhouden met militaire autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor activiteiten die van invloed kunnen zijn op het algemeen luchtverkeer.
550/2004 overweging 17
De rekeningen van alle verleners van luchtvaartnavigatiediensten dienen zo transparant mogelijk te zijn.
550/2004 overweging 18
De invoering van geharmoniseerde beginselen en voorwaarden voor toegang tot operationele gegevens dient de verlening van luchtvaartnavigatiediensten en de werkzaamheden van luchtruimgebruikers en luchthavens in een nieuwe omgeving te vergemakkelijken.
551/2004 overweging 9
Er moet een geleidelijk meer geïntegreerd operationeel luchtruim tot stand worden gebracht voor algemeen en-route luchtverkeer in het hoger luchtruim; de interface tussen het hoger luchtruim en het lager luchtruim moet dienovereenkomstig worden bepaald.
551/2004 overweging 10
Een Europees vluchtinformatiegebied voor het hoger luchtruim, dat onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten valt binnen de werkingssfeer van deze verordening, moet gezamenlijke planning en publicatie van luchtvaartinlichtingen bevorderen, zodat regionale knelpunten worden weggenomen.
1070/2009 overweging 30 (adapted)
nieuw
(36) Het aanbieden van moderne, volledige, kwalitatieve en tijdige luchtvaartinlichtingen heeft een grote impact op de veiligheid en het vergemakkelijken van de toegang tot het communautaire luchtruim van de Unie en op de mogelijkheden om zich voor vrij verkeer binnen dat luchtruim te bewegen. Vertrekkende van het masterplan inzake luchtverkeersbeveiliging moet de Gemeenschap het initiatief nemen om deze sector, in samenwerking met Eurocontrol, te moderniseren en te garanderen dat de gebruikers deze gegevens kunnen raadplegen via één openbaar toegangspunt, met een moderne, gebruikersvriendelijke en gevalideerde geïntegreerde briefing. De toegang tot die gegevens moet worden vergemakkelijkt door middel van een passende informatie-infrastructuur .
nieuw
(37) Het veilige en efficiënte gebruik van het luchtruim is alleen mogelijk via nauwe samenwerking tussen civiele en militaire luchtruimgebruikers, hoofdzakelijk op basis van het concept van flexibel luchtruimgebruik en effectieve civiel-militaire coördinatie, zoals tot stand gebracht door de ICAO. Er moeten regels worden vastgesteld om de toepassing van dit concept te garanderen, en de Commissie moet de bevoegdheid krijgen om maatregelen te nemen die voor een grotere harmonisatie zorgen.
(38) Het SESAR-project is erop gericht de veilige, efficiënte en ecologisch duurzame ontwikkeling van het luchtvervoer mogelijk te maken door het Europese en mondiale ATM-systeem te moderniseren. Opdat het project zo effectief mogelijk zou zijn, moet worden gezorgd voor een goede coördinatie tussen de fasen van het project. Het Europees ATM-masterplan moet het resultaat zijn van de definitiefase van SESAR en moet bijdragen tot de verwezenlijking van de Uniewijde doelstellingen.
(39) Het concept van gemeenschappelijke projecten moet gericht zijn op de tijdige, gecoördineerde en gesynchroniseerde toepassing van de in het Europees ATM-masterplan geïdentificeerde essentiële operationele wijzigingen met gevolgen voor het hele netwerk. De Commissie moet worden belast met de uitvoering van een kosten-batenanalyse van de financiering, teneinde de uitrol van het SESAR-project te versnellen.
(40) De naleving van de bij Verordening (EU) 2018/1139 vastgestelde eisen voor ATM-systemen en -onderdelen moet de interoperabiliteit van die systemen en onderdelen garanderen, ten gunste van het gemeenschappelijk Europees luchtruim.
551/2004 overweging 11
Luchtruimgebruikers worden geconfronteerd met uiteenlopende voorwaarden van toegang tot en van bewegingsvrijheid binnen het communautaire luchtruim. Dit is te wijten aan het gebrek aan harmonisatie in de classificatie van het luchtruim.
551/2004 overweging 12
De herindeling van het luchtruim moet uitgaan van operationele behoeften, ongeacht de bestaande grenzen. Gemeenschappelijke algemene beginselen voor de instelling van uniforme functionele luchtruimblokken dienen te worden uitgewerkt in overleg met en op basis van technisch advies van Eurocontrol.
551/2004 overweging 14
Het concept van het flexibel gebruik van het luchtruim moet effectief worden toegepast; het gebruik van luchtruimsectoren moet worden geoptimaliseerd, met name in piektijden voor het algemeen luchtvaartverkeer en in de gedeelten van het luchtruim met een grote verkeersdichtheid, door samenwerking tussen lidstaten met betrekking tot het gebruik van die sectoren voor militaire operaties en trainingen. Daarom moeten de nodige middelen worden vrijgemaakt voor een doeltreffende implementatie van het concept van het flexibel gebruik van het luchtruim, rekening houdend met zowel de civiele als de militaire behoeften.
551/2004 overweging 15
De lidstaten dienen zich in te zetten om met aangrenzende lidstaten samen te werken teneinde het begrip „flexibel gebruik van het luchtruim” over de nationale grenzen heen in toepassing te brengen.
551/2004 overweging 16
Verschillen in de organisatie van de civiel-militaire samenwerking in de Gemeenschap beperken een uniform en efficiënt beheer van het luchtruim en het doorvoeren van veranderingen. Het welslagen van het gemeenschappelijk Europees luchtruim hangt af van een effectieve samenwerking tussen de civiele en militaire autoriteiten, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de lidstaten op defensiegebied.
551/2004 overweging 17
Garanties voor militaire operaties en trainingen moeten worden gesteld voorzover de toepassing van gemeenschappelijke beginselen en criteria afbreuk doet aan de veilige en efficiënte uitvoering ervan.
551/2004 overweging 18
Er moeten adequate maatregelen worden genomen om de effectiviteit van de regeling van luchtverkeersstromen te verbeteren, met als doel om bestaande operationele eenheden, waaronder de Central Flow Management Unit van Eurocontrol, te ondersteunen, teneinde efficiënte vluchtoperaties te garanderen.
549/2004 overweging 7
Het luchtruim is een beperkte hulpbron die alleen dan optimaal en efficiënt kan worden gebruikt wanneer de behoeften van alle gebruikers in aanmerking worden genomen en, waar van toepassing, worden vertegenwoordigd in de gehele ontwikkeling, besluitvorming en implementatie van het gemeenschappelijke Europese luchtruim, met inbegrip van het Single Sky Comité.
549/2004 overweging 25
De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden 38 .
549/2004 overweging 26 (adapted)
Volgens artikel 8, lid 2, van het standaardreglement van orde voor comités 39 die zijn opgericht volgens artikel 7, lid 2, van Besluit 1999/468/EG, kan de voorzitter van een comité besluiten betrokken derden uit te nodigen om een vergadering van het comité bij te wonen. Indien passend dient de voorzitter van het Single Sky Comité vertegenwoordigers van Eurocontrol uit te nodigen om als waarnemer of als expert vergaderingen bij te wonen,
549/2004 overweging 18
Belanghebbende partijen, zoals verleners van luchtvaartnavigatiediensten, luchtruimgebruikers, luchthavens, industrie en belangenorganisaties van beroepspersoneel moeten de Commissie kunnen adviseren met betrekking tot de technische aspecten van de verwezenlijking van het gemeenschappelijke luchtruim.
549/2004 overweging 12
Het is wenselijk het gemeenschappelijke Europese luchtruim uit te breiden naar derde landen in Europa, hetzij in het kader van de deelneming van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van Eurocontrol, na toetreding van de Gemeenschap tot Eurocontrol, hetzij door middel van overeenkomsten tussen de Gemeenschap en die landen.
549/2004 overweging 13
De toetreding van de Gemeenschap tot Eurocontrol vormt een belangrijk onderdeel van de totstandbrenging van een pan-Europees luchtruim.
549/2004 overweging 14
Bij de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim dient de Gemeenschap, waar nodig, zo nauw mogelijk samen te werken met Eurocontrol om synergie op regelgevingsgebied en een consistente aanpak te waarborgen en om duplicering tussen beide partijen te voorkomen.
549/2004 overweging 15 (adapted)
Overeenkomstig de conclusies van de Groep op hoog niveau is Eurocontrol de organisatie die beschikt over de nodige deskundigheid om de Gemeenschap te ondersteunen in haar rol als regelgever. Voor onderwerpen die op het werkterrein van Eurocontrol liggen, moeten daarom de uitvoeringsmaatregelen worden ontwikkeld op basis van een mandaat aan die organisatie, met inachtneming van de in een samenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en Eurocontrol op te nemen voorwaarden.
549/2004 overweging 16
Voor het opstellen van de maatregelen die nodig zijn voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim is brede raadpleging van de economische en sociale belanghebbende partijen vereist.
550/2004 overweging 8
Voor een soepele werking van het luchtvervoerssysteem zijn ook uniforme strenge veiligheidsnormen voor verleners van luchtvaartnavigatiediensten vereist.
550/2004 overweging 9
Er moeten regelingen worden getroffen om systemen voor vergunningen van luchtverkeersleiders te harmoniseren, teneinde de beschikbaarheid van luchtverkeersleiders te verbeteren en de wederzijdse erkenning van vergunningen te bevorderen.
550/2004 overweging 28
Gezien de bijzonder gevoelige aard van informatie inzake verleners van luchtvaartnavigatiediensten, mogen de nationale toezichthoudende instanties geen informatie openbaar maken die onder het beroepsgeheim valt, ongeacht de wijze waarop een systeem voor de beoordeling en publicatie van de prestaties van die dienstverleners is georganiseerd,
549/2004 overweging 19
De prestaties op Europees niveau van het systeem van luchtvaartnavigatiediensten als geheel moeten regelmatig worden getoetst, onder handhaving van een hoog veiligheidsniveau, teneinde de doeltreffendheid van de genomen maatregelen te beoordelen en aanvullende maatregelen voor te stellen.
549/2004 overweging 21
De effecten van de ter uitvoering van deze verordening genomen maatregelen dienen te worden beoordeeld in het licht van de verslagen die de Commissie regelmatig moet indienen.
551/2004 overweging 19
Er moet worden nagedacht over de uitbreiding van de concepten voor het hoger luchtruim naar het lager luchtruim, aan de hand van een tijdschema en toepasselijke studies,
549/2004 overweging 22
Deze verordening doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om bepalingen vast te stellen betreffende de organisatie van hun strijdkrachten. In het kader van deze bevoegdheid kunnen de lidstaten maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat hun strijdkrachten over voldoende luchtruim beschikken om te kunnen trainen. Derhalve moet worden voorzien in een vrijwaringsclausule om de uitoefening van deze bevoegdheid mogelijk te maken.
nieuw
(41) Om rekening te houden met technische of operationele ontwikkelingen, met name door bijlagen te wijzigen of door de bepalingen inzake netwerkbeheer aan te vullen, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie worden gedelegeerd. De inhoud en het toepassingsgebied van elke bevoegdheidsdelegatie zijn in detail uiteengezet in de relevante artikelen. Bij het vaststellen van gedelegeerde handelingen krachtens deze verordening is het van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 40 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
(42) Om te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening, met name wat betreft de voorwaarden voor aanwervings- en selectieprocedures voor nationale toezichthoudende instanties, regels inzake de economische certificering van verleners van luchtvaartnavigatiediensten, regels voor de toepassing van de prestatie- en heffingsregelingen, met name met betrekking tot de vaststelling van Uniewijde prestatiedoelstellingen, de classificatie van en-route- en terminalluchtvaartnavigatiediensten, de criteria en procedures voor de beoordeling van de ontwerpprestatieplannen en de prestatiedoelstellingen van verleners van luchtverkeersdiensten en de Netwerkbeheerder, het toezicht op de prestaties, de regels voor het verstrekken van informatie over kosten en heffingen, de inhoud en vaststelling van de kostenbasis voor heffingen en de vaststelling van eenheidstarieven voor luchtvaartnavigatiediensten, stimuleringsmechanismen en risicodelingsmechanismen, de aanstelling van de Netwerkbeheerder en de voorwaarden voor die aanstelling, de taken van de Netwerkbeheerder en de governancemechanismen die hij moet toepassen, de regels voor de uitoefening van de netwerkfuncties, de voorwaarden voor het raadplegen van belanghebbenden over belangrijke operationele beslissingen van verleners van luchtverkeersdiensten, de eisen inzake de beschikbaarheid van operationele gegevens, de toegangsvoorwaarden en -prijzen, de toepassing van het concept van flexibel luchtruimgebruik, de vaststelling van gemeenschappelijke projecten en de governancemechanismen die daarop van toepassing zijn, moeten uitvoeringsbevoegdheden worden verleend aan de Commissie. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 41 .
1070/2009 overweging 11 (adapted)
(43) De sociale partners moeten beter worden geïnformeerd en geraadpleegd over alle maatregelen die belangrijke sociale gevolgen hebben. Ook moet op communautair het niveau van de Unie het Comité voor de sectorale dialoog, opgericht bij Besluit 98/500/EG 42 van de Commissie, worden geraadpleegd.
549/2004 overweging 20 (adapted)
(44) De sancties strafmaatregelen die de lidstaten vaststellen voor de overtredingen van deze verordening en van de in artikel 3 bedoelde maatregelen door gebruikers van het luchtruim en dienstverleners dienen doeltreffend en proportioneel te zijn en een ontmoedigende werking te hebben.
nieuw
(45) Gezien de juridische situatie van het Koninkrijk Spanje met betrekking tot de soevereiniteit en jurisdictie op het grondgebied waar de luchthaven is gelegen, is deze verordening niet van toepassing op de luchthaven van Gibraltar.
549/2004 overweging 24 (adapted)
(46) Aangezien de doelstelling van deze verordening, te weten de totstandbrenging tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim, wegens het transnationale karakter ervan niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve , maar door het transnationale karakter ervan beter op communautair het niveau van de Unie tot stand kan worden gebracht, met evenwel gedetailleerde uitvoeringsvoorschriften die rekening houden met specifieke plaatselijke omstandigheden, kan de Gemeenschap Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze die doelstelling te verwezenlijken.,
550/2004