Overwegingen bij COM(2021)21 - Wijziging van Richtlijn 2014/41/EU, met betrekking tot de aanpassing aan de EU-voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Overeenkomstig artikel 62, lid 6, van Richtlijn (EU) 2016/680 9 moet de Commissie met betrekking tot andere handelingen van de Unie die de verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten voor de doeleinden van artikel 1, lid 1, van die richtlijn regelen, nagaan of die handelingen aan Richtlijn (EU) 2016/680 moeten worden aangepast en in voorkomend geval de nodige voorstellen doen om die handelingen te wijzigen teneinde een consequente aanpak van de bescherming van persoonsgegevens binnen het toepassingsgebied van die richtlijn te waarborgen. Die evaluatie heeft ertoe geleid dat Richtlijn 2014/41/EU 10 als een van die andere te wijzigen handelingen is aangemerkt.

(2) Met het oog op een consequente aanpak en een doeltreffende bescherming van persoonsgegevens moeten bij de verwerking van persoonsgegevens krachtens Richtlijn 2014/41/EU in voorkomend geval de voorschriften van Richtlijn (EU) 2016/680 in acht worden genomen. Verordening (EU) nr. 2016/679 11 moet van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens in verband met procedures als bedoeld in artikel 4, punten b), c) en d), van Richtlijn 2014/41/EU, voor zover deze niet onder Richtlijn (EU) 2016/680 vallen.

(3) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van deze richtlijn en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(4) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze richtlijn en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(5) Richtlijn 2014/41/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1725 12 en heeft op XX XXXX 13 advies uitgebracht.