Overwegingen bij COM(2021)347 - Richtlijn (EU) 2023/2225 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2008/48/EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad 24 bevat voorschriften op Unieniveau ten aanzien van kredietovereenkomsten voor consumenten en crowdfundingkredietdiensten voor consumenten.

(2) In 2014 heeft de Commissie een verslag over de uitvoering van Richtlijn 2008/48/EG voorgesteld. In 2020 heeft de Commissie een tweede verslag over de uitvoering van de richtlijn en een werkdocument van de diensten van de Commissie voorgesteld, met daarin de resultaten van een Refit-evaluatie van de richtlijn, die een brede raadpleging van relevante belanghebbenden omvatte.

(3) Uit die verslagen en raadplegingen bleek dat Richtlijn 2008/48/EG er gedeeltelijk in was geslaagd te zorgen voor een hoog niveau van consumentenbescherming en de totstandkoming van een goed functionerende interne markt te bevorderen, en dat die doelstellingen nog steeds relevant zijn. De redenen waarom de richtlijn slechts gedeeltelijk doeltreffend was, vloeien voort uit zowel de richtlijn zelf, zoals een onnauwkeurige bewoording van specifieke artikelen, als uit externe factoren, zoals de ontwikkelingen in verband met de digitalisering, de toepassing en handhaving in de praktijk in de lidstaten, alsook uit het feit dat bepaalde aspecten van de kredietmarkt niet onder de richtlijn vallen.

(4) De digitalisering heeft bijgedragen aan marktontwikkelingen die niet voorzien waren toen Richtlijn 2008/48/EG werd vastgesteld. De snelle technologische ontwikkelingen die sinds de richtlijn van 2008 werden opgetekend, hebben immers aanzienlijke veranderingen met zich gebracht voor de markt voor consumentenkrediet, zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde, zoals de opkomst van nieuwe producten en de ontwikkeling van het gedrag en de voorkeuren van de consumenten.

(5) De onnauwkeurige bewoordingen van een aantal bepalingen van Richtlijn 2008/48/EG, die de lidstaten de mogelijkheid bieden uiteenlopende bepalingen vast te stellen die verder gaan dan die van die richtlijn, hebben voor een aantal aspecten van consumentenkrediet tot een versnipperd regelgevingskader in de Unie geleid.

(6) De feitelijke en juridische situatie die uit die nationale verschillen resulteert, brengt in sommige gevallen concurrentieverstoringen tussen kredietgevers in de Unie mee en werpt belemmeringen op voor de interne markt. De situatie beperkt het vermogen van consumenten om te profiteren van het geleidelijk toenemende aanbod van grensoverschrijdend krediet, dat naar verwachting verder zal groeien als gevolg van de digitalisering. Die verstoringen en beperkingen kunnen op hun beurt de vraag naar goederen en diensten beperken. De situatie leidt ook tot een ontoereikend en niet-consistent niveau van bescherming voor consumenten in de Unie.

(7) De afgelopen jaren heeft het krediet dat de consumenten aangeboden krijgen een hele ontwikkeling doorgemaakt. Er zijn nieuwe kredietproducten verschenen, met name in de onlineomgeving, die steeds meer worden gebruikt. Dit heeft geleid tot rechtsonzekerheid met betrekking tot de toepassing van Richtlijn 2008/48/EG op dergelijke nieuwe producten.

(8) Deze richtlijn vormt een aanvulling op de regels van Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten 25 . Ter wille van de rechtszekerheid moet worden verduidelijkt dat in geval van strijdigheid tussen de bepalingen, de bepaling van deze richtlijn als lex specialis van toepassing is.

(9) Overeenkomstig artikel 26 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bestaat de interne markt uit een ruimte waarin het vrije verkeer van goederen en diensten en de vrijheid van vestiging gewaarborgd zijn. De ontwikkeling van een transparanter en efficiënter rechtskader voor consumentenkrediet moet het vertrouwen van de consumenten vergroten en de ontwikkeling van grensoverschrijdende activiteiten vergemakkelijken.

(10) Teneinde de werking van de interne markt voor consumentenkrediet te verbeteren, moet op een aantal kerngebieden een geharmoniseerd Uniekader worden geschapen. Toekomstgerichte Unievoorschriften die aan toekomstige kredietvormen kunnen worden aangepast en die de lidstaten de nodige speelruimte laten bij de omzetting daarvan, zullen, met het oog op de ontwikkeling van de markt voor consumentenkrediet, in het bijzonder in de onlineomgeving, en de toenemende mobiliteit van de Europese burger, helpen om eerlijke mededingingsvoorwaarden te scheppen voor ondernemingen.

(11) In artikel 169, lid 1, en artikel 169, lid 2, punt a), VWEU is bepaald dat de Unie moet bijdragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die zij krachtens artikel 114 VWEU neemt. In artikel 38 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”) is bepaald dat in het beleid van de Unie zorg gedragen wordt voor een hoog niveau van consumentenbescherming.

(12) Het is belangrijk dat consumenten een hoge mate van consumentenbescherming genieten. Op die manier moet het vrije verkeer van kredietaanbiedingen voor zowel kredietgevers als kredietnemers optimaal kunnen functioneren, met inachtneming van de specifieke situaties in de lidstaten.

(13) Volledige harmonisatie is nodig om te waarborgen dat alle consumenten in de Unie een hoog en gelijkwaardig niveau van bescherming van hun belangen genieten en om een goed werkende interne markt te creëren. Het mag de lidstaten derhalve niet worden toegestaan nationale bepalingen te handhaven of in te voeren die afwijken van de in deze richtlijn vastgelegde bepalingen, tenzij deze richtlijn anders bepaalt. Deze beperking moet echter alleen gelden voor door deze richtlijn geharmoniseerde bepalingen. Wanneer zulke geharmoniseerde bepalingen niet bestaan, moeten de lidstaten de vrijheid houden om nationale wetgeving te handhaven of in te voeren. Zo moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben nationale bepalingen te handhaven of in te voeren inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid van de verkoper of de aanbieder van diensten en de kredietgever. De lidstaten moeten ook de mogelijkheid hebben nationale bepalingen te handhaven of in te voeren over het annuleren van een koop- of dienstverleningsovereenkomst indien de consument gebruikmaakt van zijn recht van herroeping van de kredietovereenkomst of de overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten. Op dit punt moet de lidstaten in het geval van kredietovereenkomsten met onbepaalde looptijd de mogelijkheid worden geboden om een minimumtermijn vast te stellen tussen het moment waarop de kredietgever om aflossing verzoekt en de dag waarop het krediet moet worden afgelost.

(14) De in deze richtlijn vervatte definities bepalen het toepassingsgebied van de harmonisatie. De verplichting van de lidstaten om deze richtlijn uit te voeren dient derhalve te worden beperkt tot het door deze definities bepaalde toepassingsgebied. Deze richtlijn mag de lidstaten evenwel niet beletten de bepalingen van de richtlijn overeenkomstig het Unierecht toe te passen op gebieden die niet onder het toepassingsgebied ervan vallen. Derhalve kan een lidstaat met betrekking tot kredietovereenkomsten die buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, nationale wetgeving handhaven of invoeren die overeenstemt met een aantal of alle bepalingen van de richtlijn, bijvoorbeeld nationale wetgeving inzake kredietovereenkomsten bij het sluiten waarvan van de consument wordt verlangd dat hij bij de kredietgever een goed als zekerheid in bewaring geeft, en waarbij de aansprakelijkheid van de consument zich strikt beperkt tot dit in pand gegeven goed. Voorts zouden lidstaten deze richtlijn ook kunnen toepassen op gelieerd krediet dat niet onder de definitie valt die deze richtlijn geeft van een gelieerde kredietovereenkomst. Zo kunnen de bepalingen van deze richtlijn over gelieerde kredietovereenkomsten worden toegepast op kredietovereenkomsten die slechts gedeeltelijk dienen ter financiering van een contract voor de levering van goederen of het verrichten van een dienst.

(15) Een aantal lidstaten heeft Richtlijn 2008/48/EG toegepast op gebieden die niet onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen, teneinde het niveau van consumentenbescherming te verbeteren. Verschillende kredietovereenkomsten die niet binnen het toepassingsgebied van die richtlijn vallen, kunnen immers nadelig zijn voor consumenten, zoals kortlopende kredieten met hoge kosten waarvan het bedrag gewoonlijk lager is dan de minimumdrempel van 200 EUR die in Richtlijn 2008/48/EG is vastgesteld. In die context, en teneinde een hoog niveau van consumentenbescherming te verzekeren en de grensoverschrijdende markt voor consumentenkrediet te bevorderen, moet het toepassingsgebied van deze richtlijn sommige overeenkomsten omvatten die waren uitgesloten van het toepassingsgebied van Richtlijn 2008/48/EG, zoals consumentenkredietovereenkomsten van minder dan 200 EUR. Ook andere potentieel nadelige producten moeten, vanwege de hoge kosten waarmee zij gepaard gaan of de hoge vergoedingen bij gemiste betalingen, onder de richtlijn vallen, om meer transparantie en een betere consumentenbescherming te verzekeren, wat het consumentenvertrouwen zal vergroten. In die zin mogen leasingovereenkomsten, kredietovereenkomsten die in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening worden verleend en die binnen een maand moeten worden afgelost en kredietovereenkomsten waarbij geen rente en andere kosten hoeven te worden vergoed, met inbegrip van regelingen voor uitgesteld betalen, te weten nieuwe digitale financiële instrumenten die consumenten de mogelijkheid bieden om aankopen te doen en die in de loop der tijd af te betalen, en kredietovereenkomsten waarbij het krediet binnen drie maanden dient terugbetaald te worden en er slechts onbeduidende kosten worden aangerekend, niet worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze richtlijn. Voorts moeten alle kredietovereenkomsten tot 100 000 EUR in het toepassingsgebied van de richtlijn worden opgenomen. De bovengrens voor kredietovereenkomsten die onder deze richtlijn vallen moet worden opgetrokken om rekening te houden met indexering om de effecten van de inflatie sinds 2008 en de komende jaren te regulariseren.

(16) Crowdfunding is in toenemende mate een gangbare vorm van financiering voor consumenten, doorgaans voor kleine uitgaven of beleggingen. In Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad 26 worden crowdfundingdiensten, met inbegrip van diensten die het verlenen van krediet faciliteren, die aan consumenten worden aangeboden zoals gedefinieerd in Richtlijn 2008/48/EG, uitgesloten van het toepassingsgebied van die verordening. In die context is deze richtlijn bedoeld als aanvulling op Verordening (EU) 2020/1503, doordat zij die uitsluiting verhelpt door rechtszekerheid te scheppen over de wettelijke regeling die van toepassing is op crowdfundingdiensten wanneer consumenten een krediet willen nemen via een verlener van crowdfundingkredietdiensten.

(17) Een verlener van crowdfundingkredietdiensten beheert een voor het publiek toegankelijk digitaal platform om aspirant-kredietverstrekkers te matchen met consumenten die op zoek zijn naar financiering of om een dergelijke matching te vergemakkelijken. Die financiering zou de vorm van een consumentenkrediet kunnen aannemen. Wanneer verleners van crowdfundingkredietdiensten rechtstreeks krediet aanbieden aan consumenten, zouden de bepalingen van deze richtlijn inzake kredietgevers op hen van toepassing zijn. Wanneer verleners van crowdfundingkredietdiensten het verlenen van krediet faciliteren tussen kredietgevers die in het kader van hun bedrijfs- of beroepsactiviteiten optreden enerzijds en consumenten anderzijds, moeten de verplichtingen voor kredietgevers uit hoofde van deze richtlijn op die kredietgevers van toepassing zijn. In die situatie treden verleners van crowdfundingkredietdiensten op als kredietbemiddelaars en moeten de verplichtingen voor kredietbemiddelaars uit hoofde van deze richtlijn derhalve op hen van toepassing zijn.

(18) Sommige bepalingen van deze richtlijnmoeten voorts gelden voor verleners van crowdfundingkredietdiensten die als zodanig en niet als kredietgevers of als kredietbemiddelaars optreden, wanneer zij het verlenen van krediet faciliteren tussen personen die consumentenkrediet verlenen buiten hun bedrijfs- of beroepsactiviteiten enerzijds en consumenten anderzijds. In deze context moet de verlener van crowdfundingkredietdiensten bepaalde regels en verplichtingen van deze richtlijn nakomen, waaronder de verplichting om een kredietwaardigheidsbeoordeling te verrichten en de regels inzake precontractuele informatie. Personen die buiten hun bedrijfs- of beroepsactiviteiten krediet verlenen aan consumenten via een platform voor crowdfundingkrediet, mogen niet aan de verplichtingen voor kredietgevers uit hoofde van deze richtlijn worden onderworpen.

(19) In het geval van bijzondere kredietovereenkomsten, waarop alleen sommige bepalingen van deze richtlijn van toepassing zijn, moet het de lidstaten vrij blijven staan om dergelijke typen van kredietovereenkomsten in hun intern recht te regelen voor wat andere, niet bij deze richtlijn geharmoniseerde aspecten betreft.

(20) Overeenkomsten voor het op continue basis verlenen van diensten of voor de levering van gelijksoortige goederen, waarbij de consument, zolang de diensten waren verricht, c.q. de goederen worden geleverd, daarvoor in termijnen betaalt, kunnen uit het oogpunt van de belangen van de contractsluitende partijen en de voorwaarden en uitvoering van de transacties sterk verschillen van de onder deze richtlijn vallende kredietovereenkomsten. Dergelijke overeenkomsten mogen daarom niet als kredietovereenkomsten in de zin van deze richtlijn worden beschouwd. Een voorbeeld van een dergelijke overeenkomst is een verzekeringscontract waarbij de premie in maandelijkse termijnen wordt voldaan.

(21) Kredietovereenkomsten die worden gewaarborgd door een onroerend goed en kredietovereenkomsten die ten doel hebben het verkrijgen of het behouden van eigendomsrechten op grond of op een bestaand of gepland gebouw te financieren, dienen buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn te blijven, aangezien dergelijke overeenkomsten worden geregeld bij Richtlijn 2014/17/EG van het Europees Parlement en de Raad 27 . Niet-gewaarborgde kredieten voor de renovatie van voor bewoning bestemde onroerende goederen, ook die waarvan het totale kredietbedrag hoger is dan 100 000 EUR, mogen echter niet worden uitgesloten van het toepassingsgebied van die richtlijn.

(22) Deze richtlijn dient van toepassing te zijn ongeacht of de kredietgever een natuurlijk of een rechtspersoon is. Deze richtlijn mag echter geen afbreuk doen aan het recht van de lidstaten om het verschaffen van krediet aan consumenten uitsluitend tot rechtspersonen of bepaalde rechtspersonen te beperken.

(23) Sommige bepalingen van deze richtlijn moeten gelden voor natuurlijke en rechtspersonen (kredietbemiddelaars) die in het kader van hun bedrijfs- of beroepsactiviteiten tegen vergoeding kredietovereenkomsten aan consumenten voorstellen of aanbieden, consumenten bijstaan bij de voorbereiding van het sluiten van kredietovereenkomsten of namens de kredietgever kredietovereenkomsten sluiten met consumenten.

(24) Informatie voor consumenten, zoals precontractuele of algemene informatie, moet kosteloos worden verstrekt.

(25) Deze richtlijn is in overeenstemming met de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (“het Handvest”) worden erkend. Deze richtlijn is met name volledig in overeenstemming met de rechten op bescherming van persoonsgegevens, eigendom, non-discriminatie, bescherming van het gezins- en beroepsleven en consumentenbescherming krachtens het Handvest.

(26) Consumenten die legaal in de Unie verblijven, mogen bij het aanvragen van, het sluiten van of het beschikken over een kredietovereenkomst of een overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten binnen de Unie niet worden gediscrimineerd op grond van nationaliteit of verblijfplaats of op enige andere grond als bedoeld in artikel 21 van het Handvest.

(27) Consumenten moeten worden beschermd tegen oneerlijke of misleidende praktijken, met name ten aanzien van de verstrekking van informatie door de kredietgever, kredietbemiddelaar of verlener van crowdfundingkredietdiensten overeenkomstig Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en van de Raad 28 . Die richtlijn blijft van toepassing op kredietovereenkomsten en crowdfundingkredietdiensten en fungeert als “veiligheidsnet” om ervoor te zorgen dat in alle sectoren een hoog gemeenschappelijk niveau van bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken kan worden gehandhaafd, ook door ander EU-recht aan te vullen.

(28) In reclame is doorgaans slechts sprake van een of meer specifieke producten, terwijl consumenten hun beslissingen moeten kunnen nemen met volle kennis van het aanbod aan kredietproducten. In dat verband is algemene voorlichting van groot belang om de consument te informeren over het hele assortiment aan producten en diensten dat wordt aangeboden, alsook over de belangrijkste kenmerken daarvan. Consumenten moeten daarom te allen tijde toegang hebben tot algemene voorlichting over de beschikbare kredietproducten. Dit geldt onverminderd de verplichting om consumenten gepersonaliseerde precontractuele informatie te verstrekken.

(29) Er moeten specifieke bepalingen worden vastgesteld inzake reclame voor kredietovereenkomsten of crowdfundingkredietdiensten en bepaalde elementen van de standaardinformatie die aan de consument moeten worden verstrekt, met name om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken. Dergelijke informatie moet op een duidelijke, beknopte en in het oog vallende wijze worden verstrekt door middel van een representatief voorbeeld. De standaardinformatie moet vooraf opvallend, op een duidelijke manier en in een aantrekkelijk formaat worden getoond. Zij moet duidelijk leesbaar zijn en aangepast zijn om rekening te houden met de technische beperkingen van bepaalde media, zoals het scherm van mobiele telefoons. Tijdelijke promotionele voorwaarden, zoals loktarieven waarbij de rentetarieven de eerste maanden van de kredietovereenkomst of crowdfundingkredietdiensten lager zijn, moeten duidelijk als zodanig worden aangemerkt. Consumenten moeten alle essentiële informatie in één oogopslag kunnen zien, ook wanneer zij die op het scherm van een mobiele telefoon bekijken. Het telefoonnummer en e-mailadres van de kredietgever en, in voorkomend geval, van de kredietbemiddelaar en de verlener van crowdfundingkredietdiensten, moeten eveneens aan de consumenten worden meegedeeld, zodat zij snel en efficiënt contact kunnen opnemen met de kredietgever, de kredietbemiddelaar of de verlener van crowdfundingkredietdiensten. Er dient een plafond bepaald te worden wanneer het niet mogelijk is het totale kredietbedrag als het totaal van de ter beschikking gestelde sommen aan te geven, met name wanneer een kredietovereenkomst de consument vrij laat krediet op te nemen met een begrenzing van het bedrag. Het plafond dient de bovengrens van het krediet aan te duiden dat ter beschikking gesteld kan worden van de consument. In specifieke en gerechtvaardigde gevallen kan de hoeveelheid meegedeelde informatie worden beperkt om het begrip van de in reclame voor kredietovereenkomsten of crowdfundingkredietdiensten meegedeelde informatie door de consument te verbeteren wanneer die informatie niet visueel kan worden getoond in de gebruikte drager, bijvoorbeeld bij reclame op de radio. Voorts moet het de lidstaten vrij staan in hun nationale wetgeving informatievereisten voor te schrijven ten aanzien van reclame voor kredietovereenkomsten of crowdfundingkredietdiensten waarin geen informatie wordt gegeven over de kosten van het krediet.

(30) Opdat consumenten met kennis van zaken zouden kunnen beslissen, moeten zij ten minste één dag vóór het sluiten van de kredietovereenkomst of de overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten de nodige informatie krijgen over de kredietvoorwaarden, de kredietkosten en hun verplichtingen. Zij moeten deze informatie in alle rust en wanneer het hen uitkomt, nader kunnen bestuderen. Deze regels laten Richtlijn 93/13/EEG van de Raad onverlet 29 .

(31) Precontractuele informatie moet worden verstrekt via het formulier “Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet”. Om consumenten te helpen om aanbiedingen te begrijpen en te vergelijken, moet naast het formulier “Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet” een overzicht van de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet worden verstrekt waarin de voornaamst elementen van het krediet zijn samengevat en waarop consumenten alle essentiële informatie in één oogopslag moeten kunnen zien, zelfs op het scherm van een mobiele telefoon. De informatie moet duidelijk en duidelijk leesbaar zijn en aangepast zijn aan de technische beperkingen van bepaalde media, zoals het scherm van een mobiele telefoon. Zij moet op passende en geschikte wijze worden getoond op de verschillende kanalen, zodat elke consument de informatie op gelijke voet kan raadplegen, overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad 30 .

(32) Om voor een zo groot mogelijke transparantie te zorgen en aanbiedingen vergelijkbaar te maken, dient precontractuele informatie met name ook het in de gehele Europese Unie op uniforme wijze vastgestelde jaarlijkse kostenpercentage van het krediet te omvatten. Aangezien het jaarlijkse kostenpercentage vooralsnog slechts aan de hand van een voorbeeld kan worden gegeven, moet dit voorbeeld representatief zijn. Daarom moet het bijvoorbeeld overeenkomen met de gemiddelde looptijd en met het totale kredietbedrag voor het soort kredietovereenkomst of crowdfundingkredietdiensten in kwestie en, indien van toepassing, met de gekochte goederen. Bij de keuze van het representatieve voorbeeld moet ook rekening worden gehouden met de frequentie van bepaalde soorten kredietovereenkomsten of crowdfundingkredietdiensten in een specifieke markt. Wat betreft de debetrentevoet, het aflossingstempo en de kapitalisatie van de rente dienen de kredietgevers hun gebruikelijke berekeningsmethode voor het betrokken consumentenkrediet te gebruiken. Indien precontractuele informatie wordt verstrekt minder dan één dag voordat de consument door een kredietovereenkomst of overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten is gebonden, moeten de kredietgevers en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaars en de verleners van crowdfundingkredietdiensten de consumenten één dag na het sluiten van de overeenkomst herinneren aan de mogelijkheid om de kredietovereenkomst te herroepen.

(33) De totale kosten van het krediet voor de consument dienen alle kosten te omvatten, met inbegrip van rente, commissielonen, belastingen, vergoedingen voor kredietbemiddelaars en alle andere vergoedingen die de consument in verband met de kredietovereenkomst of crowdfundingkredietdiensten moet betalen, uitgezonderd de notariskosten. Er moet op objectieve wijze en met inachtneming van de vereisten van professionalisme zoals in deze richtlijn vastgelegd, worden beoordeeld in hoeverre kredietgevers op de hoogte zijn van de kosten.

(34) Kredietovereenkomsten of crowdfundingkredietdiensten met een debetrentevoet die periodiek kan worden aangepast aan wijzigingen van een in de kredietovereenkomst of crowdfundingkredietdiensten vermelde referentierentevoet, moeten niet als kredietovereenkomsten of crowdfundingkredietdiensten met een vaste debetrentevoet worden beschouwd.

(35) Het moet de lidstaten vrij staan om nationale bepalingen te handhaven of in te voeren die de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten verbieden van de consument te verlangen dat hij in samenhang met de kredietovereenkomst of crowdfundingkredietdiensten een bankrekening opent of een overeenkomst sluit voor een andere nevendienst of de kosten of vergoedingen voor zulke bankrekeningen of nevendiensten betaalt. In de lidstaten waar zulke gecombineerde aanbiedingen zijn toegestaan, moeten de consumenten vóór het sluiten van de kredietovereenkomst of overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten worden geïnformeerd over nevendiensten die ter verkrijging van het krediet verplicht zijn, of over de geadverteerde voorwaarden. De kosten voor deze nevendiensten, in het bijzonder verzekeringspremies, moeten worden opgenomen in de totale kosten van het krediet. Als het bedrag van deze kosten niet van tevoren kan worden bepaald, moet de consument in de precontractuele fase adequaat over het bestaan van de kosten worden geïnformeerd. Kredietgevers of verleners van crowdfundingkredietdiensten moeten worden verondersteld kennis te hebben van de kosten van de nevendiensten, die zij zelf of namens een derde aan de consument aanbieden, tenzij de prijs daarvan afhangt van de specifieke kenmerken of situatie van de consument.

(36) Om er bij bepaalde kredietovereenkomsten voor te zorgen dat de consument adequaat wordt beschermd zonder dat de kredietgevers of in voorkomend geval de kredietbemiddelaars voor buitensporige lasten worden geplaatst, dienen de voorschriften met betrekking tot de precontractuele informatie echter te worden beperkt, rekening houdend met het bijzondere karakter van dergelijke overeenkomsten.

(37) Consumenten moeten uitgebreid worden geïnformeerd voordat zij de kredietovereenkomst of overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten sluiten, ongeacht of bij de verkoop van het krediet een kredietbemiddelaar betrokken is. Daarom moeten de voorschriften inzake precontractuele informatie in het algemeen ook gelden voor kredietbemiddelaars. Indien leveranciers van goederen en diensten echter bij wijze van nevenactiviteit als kredietbemiddelaar optreden, is het niet gepast hun de juridische verplichting op te leggen de precontractuele informatie overeenkomstig deze richtlijn te verstrekken. Leveranciers van goederen of diensten kunnen bijvoorbeeld als kredietbemiddelaars in een nevenfunctie worden beschouwd als zij bedrijfs- of beroepsmatig niet in hoofdzaak als kredietbemiddelaar optreden. In deze gevallen wordt toch nog een voldoende niveau van consumentenbescherming bereikt, aangezien de kredietgever er verantwoordelijk voor is dat de consument de volledige precontractuele informatie krijgt, hetzij van de kredietbemiddelaar indien de kredietgever en de bemiddelaar dit overeenkomen, hetzij op een andere passende wijze.

(38) De lidstaten moeten over de mogelijkheid beschikken om het eventueel bindende karakter van de vóór het sluiten van de kredietovereenkomst of de crowdfundingkredietdiensten aan de consument te verstrekken informatie en de periode gedurende welke de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten daardoor gebonden is, te bepalen.

(39) Afgezien van de precontractuele informatie waarop de consumenten recht hebben, kunnen zij nog aanvullende bijstand nodig hebben om uit te maken welke kredietovereenkomst of crowdfundingkredietdiensten in het gamma aangeboden producten voor hun behoeften en financiële situatie het meest geschikt zijn. De lidstaten moeten er daarom voor zorgen dat kredietgevers en, in voorkomend geval, kredietbemiddelaars en verleners van crowdfundingkredietdiensten dergelijke hulp verlenen met betrekking tot de door hen aan de consumenten aangeboden kredietproducten door op hen toegesneden passende toelichting te verschaffen over de relevante informatie, waaronder in het bijzonder met betrekking tot de voornaamste kenmerken van deze producten, zodat de consumenten zich rekenschap kunnen geven van de gevolgen die deze voor hun economische situatie kunnen hebben. Kredietgevers en, in voorkomend geval, kredietbemiddelaars en verleners van crowdfundingkredietdiensten moeten de wijze waarop dergelijke toelichtingen worden gegeven, aanpassen aan de omstandigheden waarin het krediet wordt aangeboden en de behoefte aan bijstand van de consument, rekening houdend met de kennis van de consument van en diens ervaring met krediet, en met de aard van de afzonderlijke kredietproducten. Deze toelichting mag op zichzelf geen persoonlijke aanbeveling zijn.

(40) Zoals aangegeven in het voorstel van de Commissie voor een verordening tot vaststelling van geharmoniseerde regels betreffende artificiële intelligentie (wet op de artificiële intelligentie) 31 , kunnen artificiële-intelligentiesystemen (AI-systemen) makkelijk worden ingezet in meerdere sectoren van de economie en de samenleving, ook grensoverschrijdend, en in de gehele Unie circuleren. In die context moet het kredietgevers, kredietbemiddelaars en verleners van crowdfundingkredietdiensten worden toegestaan om de prijs van hun aanbiedingen voor specifieke consumenten of categorieën van consumenten te personaliseren op basis van geautomatiseerde besluitvorming en profilering van consumentengedrag waarmee zij de koopkracht van de consument kunnen beoordelen. Consumenten moeten daarom duidelijk worden geïnformeerd wanneer de aan hen voorgestelde prijs gepersonaliseerd is op basis van geautomatiseerde verwerking, zodat zij de potentiële risico’s kunnen meenemen in hun aankoopbeslissing.

(41) Praktijken aangaande koppelverkoop dienen in het algemeen niet te worden toegestaan tenzij de financiële diensten of producten die samen met de kredietovereenkomst of crowdfundingkredietdiensten worden aangeboden, niet apart kunnen worden aangeboden omdat zij een wezenlijk onderdeel van het krediet vormen, bijvoorbeeld in het geval van een geoorloofde debetstand. Ofschoon kredietgevers of verleners van crowdfundingkredietdiensten met inachtneming van evenredigheidsoverwegingen van de consumenten moeten kunnen verlangen dat zij over een verzekeringspolis beschikken om de terugbetaling van het krediet te garanderen of de waarde van de zekerheid te verzekeren, moeten consumenten de mogelijkheid hebben hun eigen verzekeraar te kiezen. Dit mag geen afbreuk doen aan de door de kredietgever of verlener van crowdfundingkredietdiensten gestelde voorwaarden, mits de door hun verzekeringspolis geboden waarborg gelijkwaardig is aan die van de door de kredietgever of verlener van crowdfundingkredietdiensten voorgestelde of aangeboden verzekeringspolis. De lidstaten moeten voorts de mogelijkheid hebben om de door verzekeringspolissen verleende dekking geheel of gedeeltelijk te standaardiseren teneinde vergelijkingen tussen de verschillende aanbiedingen te vergemakkelijken voor consumenten die dergelijke vergelijkingen wensen te maken.

(42) Nevendiensten moeten duidelijk en transparant worden voorgesteld. Daarnaast mag het niet mogelijk zijn om de instemming van de consument met dergelijke nevendiensten af te leiden, maar moet die instemming worden gegeven door middel van een duidelijke, actieve handeling waaruit blijkt dat de consument vrijelijk, specifiek, geïnformeerd en ondubbelzinnig instemt. Stilzwijgen, het gebruik van vooraf aangekruiste vakjes of inactiviteit mogen in dat verband niet als instemming gelden.

(43) Het verstrekken van advies in de vorm van een geïndividualiseerde aanbeveling (“adviesdiensten”) is een afzonderlijke activiteit die kan worden gecombineerd met andere aspecten van kredietverlening of -bemiddeling. Opdat consumenten de aard van de hun verleende diensten kunnen begrijpen, moet hun daarom duidelijk worden gemaakt waaruit dergelijke adviesdiensten bestaan en dat hun adviesdiensten worden of kunnen worden verleend, of dat hun geen adviesdiensten worden verleend. Gezien het belang dat door de consument wordt gehecht aan het gebruik van de termen “advies” en “adviseurs”, moeten de lidstaten het gebruik van deze of soortgelijke termen kunnen verbieden wanneer de consument adviesdiensten worden verleend door kredietgevers, kredietbemiddelaars of verleners van crowdfundingkredietdiensten. Het is passend ervoor te zorgen dat de lidstaten voorzien in beschermingsmaatregelen voor gevallen waarin het advies wordt aangeduid als onafhankelijk, om zeker te stellen dat het gamma van de beschouwde producten en de vergoedingsregelingen in verhouding staan tot hetgeen de consument van dergelijk advies verwacht. Wanneer zij adviesdiensten verlenen, moeten kredietgevers, kredietbemiddelaars of verleners van crowdfundingkredietdiensten aangeven of de aanbeveling alleen gebaseerd zal zijn op hun eigen productaanbod of op een breed scala van op de markt beschikbare producten, opdat de consument de redenen voor een aanbeveling kan begrijpen. Voorts moet de kredietgever, de kredietbemiddelaar of de verlener van crowdfundingkredietdiensten aangeven welke vergoeding de consument voor de adviesdiensten verschuldigd is of, indien het bedrag op het tijdstip van bekendmaking niet kan worden vastgesteld, welke methode voor de berekening daarvan wordt gebruikt.

(44) De verkoop van kredietproducten waar consumenten niet om hebben gevraagd kan in sommige gevallen gepaard gaan met praktijken die schadelijk zijn voor de consument. In dat verband moet de ongevraagde verkoop van kredietproducten, met inbegrip van ongevraagde reeds goedgekeurde kredietkaarten die aan de consumenten worden toegestuurd of de eenzijdige verhoging van de geoorloofde debetstand of de limiet van de kredietkaart van de consument, worden verboden.

(45) De lidstaten moeten passende maatregelen nemen ter bevordering van verantwoordelijke praktijken in alle stadia van de kredietrelatie, rekening houdend met de specifieke kenmerken van hun kredietmarkt. Deze maatregelen kunnen bijvoorbeeld voorlichting of scholing van de consument inhouden, inclusief waarschuwingen over de risico’s van het niet nakomen van betalingsverplichtingen of overmatige schuldenlast. In de zich uitbreidende kredietmarkt is het met name belangrijk dat kredietgevers zich niet inlaten met onverantwoordelijke leningpraktijken of kredieten toestaan zonder de kredietwaardigheid vooraf te hebben beoordeeld. De lidstaten moeten het nodige toezicht uitoefenen om dergelijk gedrag te vermijden en de noodzakelijke middelen bepalen om de kredietgever te sanctioneren wanneer dat toch het geval is. Onverminderd de bepalingen over kredietrisico van Richtlijn 2013/36/EG van het Europees Parlement en de Raad 32 moeten kredietgevers en verleners van crowdfundingkredietdiensten de verantwoordelijkheid hebben om de kredietwaardigheid van elke consument te beoordelen. Daartoe moeten kredietgevers of verleners van crowdfundingkredietdiensten de mogelijkheid hebben om gebruik te maken van informatie die door de consument is verstrekt, niet alleen bij de voorbereiding van de betrokken kredietovereenkomst of de overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten, maar ook in de loop van een reeds lang bestaande commerciële relatie. Consumenten moeten ook bedachtzaam te werk gaan en hun contractuele verplichtingen nakomen.

(46) Het is van essentieel belang dat de capaciteit en bereidheid van een consument om een krediet terug te betalen wordt beoordeeld en geverifieerd voordat een kredietovereenkomst of een overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten wordt afgesloten. Die kredietwaardigheidsbeoordeling moet in het belang van de consument gebeuren, om onverantwoordelijke kredietverstrekkingspraktijken en buitensporige schulden te voorkomen. Er moet ook rekening worden gehouden met alle noodzakelijke en relevante factoren die van invloed kunnen zijn op het vermogen van een consument om het krediet af te lossen. Lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om bijkomende richtsnoeren te geven met betrekking tot aanvullende criteria en tot de methoden waarmee de kredietwaardigheid van een consument wordt beoordeeld, bijvoorbeeld door grenswaarden vast te stellen voor loan-to-value (lening ten opzichte van de waarde)- of loan-to-income (lening ten opzichte van het inkomen)-verhoudingscijfers.

(47) De beoordeling van de kredietwaardigheid dient te worden gebaseerd op informatie over de financiële en economische situatie van de consument, waaronder het inkomen en de uitgaven. De richtsnoeren van de Europese Bankautoriteit over de oorsprong van en het toezicht op leningen (EBA/GL/2020/06) bevatten aanwijzingen voor de categorieën van gegevens die kunnen worden gebruikt voor de verwerking van persoonsgegevens voor kredietwaardigheidsdoeleinden, waaronder bewijs van inkomen of andere bronnen van terugbetaling, informatie over financiële activa en passiva of informatie over andere financiële verbintenissen. Persoonsgegevens, zoals persoonsgegevens die zijn gevonden op socialemediaplatforms of gezondheidsgegevens, waaronder gegevens over kanker, mogen niet worden gebruikt bij het verrichten van een kredietwaardigheidsbeoordeling. Om de kredietwaardigheidsbeoordeling te vergemakkelijken, moeten consumenten informatie verstrekken over hun financiële en economische situatie. In beginsel mag krediet uitsluitend aan de consument beschikbaar worden gesteld indien het resultaat van de kredietwaardigheidsbeoordeling uitwijst dat de uit de kredietovereenkomst of de overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten voortvloeiende verplichtingen waarschijnlijk op de krachtens die overeenkomst vereiste wijze zullen worden nagekomen. Indien het resultaat van deze beoordeling echter negatief is, kan de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten uitzonderlijk krediet ter beschikking stellen in specifieke en gerechtvaardigde omstandigheden zoals wanneer zij een langdurige relatie hebben met de klant of in geval van leningen om uitzonderlijke gezondheidszorgkosten, studentenleningen of leningen voor consumenten met een beperking te financieren. In dat geval moet de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten bij het besluit om het krediet al dan niet aan de consument beschikbaar te stellen, rekening houden met het bedrag en het doel van het krediet en met de waarschijnlijkheid dat aan de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen zal worden voldaan.

(48) In het voorstel voor een verordening tot vaststelling van geharmoniseerde regels betreffende artificiële intelligentie (wet op de artificiële intelligentie) is bepaald dat AI-systemen die worden gebruikt om de kredietscore of de kredietwaardigheid van natuurlijke personen te evalueren, moeten worden geclassificeerd als AI-systemen met een hoog risico. Zij zijn immers bepalend voor de toegang van deze personen tot financiële middelen of essentiële diensten zoals huisvesting, elektriciteit en telecommunicatiediensten. Gelet op de grote belangen die op het spel staan, moet, wanneer de bij de kredietwaardigheidsbeoordeling geautomatiseerde verwerking wordt gebruikt, de consument recht hebben op menselijke tussenkomst door de kredietgever of de verleners van crowdfundingkredietdiensten. Consumenten moeten ook recht hebben op een zinvolle toelichting van de verrichte beoordeling en van de werking van de gebruikte geautomatiseerde verwerking, met inbegrip van de belangrijkste variabelen, de logica en de risico’s die daarbij komen kijken, en het recht om hun mening te geven en de kredietwaardigheidsbeoordeling en het besluit te betwisten.

(49) Om de krediettoestand van een consument te beoordelen, dient de kredietgever of verlener van crowdfundingkredietdiensten ook de relevante databanken te raadplegen. De wettelijke en feitelijke omstandigheden kunnen vereisen dat die raadpleging in wisselende mate plaatsvindt. Ter voorkoming van concurrentieverstoringen moeten kredietgevers of verleners van crowdfundingkredietdiensten toegang hebben tot private of publieke kredietdatabanken over consumenten in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn, onder voorwaarden die niet discriminerend zijn ten opzichte van in die lidstaat gevestigde kredietgevers of verleners van crowdfundingkredietdiensten. De lidstaten dienen de grensoverschrijdende toegang tot private of publieke databanken te vergemakkelijken, in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 33 . Om de wederkerigheid te versterken, moeten kredietdatabanken ten minste informatie over de betalingsachterstanden van consumenten bevatten, overeenkomstig het Unierecht en het interne recht.

(50) Indien een besluit tot afwijzing van de kredietaanvraag gebaseerd is op de raadpleging van een kredietdatabank, stelt de kredietgever of de verlener van de crowdfundingkredietdiensten de consument daarvan in kennis, alsmede van de in de geraadpleegde databank aangetroffen informatie.

(51) Deze richtlijn strekt niet tot regulering van de verbintenisrechtelijke voorschriften betreffende de geldigheid van kredietovereenkomsten of overeenkomsten inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten. Derhalve mogen de lidstaten op dat gebied nationale voorschriften handhaven of invoeren, mits deze in overeenstemming zijn met de Uniewetgeving. De lidstaten mogen zelf de wettelijke regeling vaststellen die van toepassing is op de aanbieding tot het sluiten van de kredietovereenkomst of de overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten, met name wanneer dat moet worden gegeven en hoe lang dat bindend is voor de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten. Indien die aanbieding samenvalt met het moment waarop de bij deze richtlijn voorgeschreven precontractuele informatie wordt verstrekt, dan moet deze, net als andere extra informatie die de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten aan de consument wil geven, in een afzonderlijk document worden verstrekt. Dat afzonderlijke document kan aan de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet worden gehecht.

(52) De kredietovereenkomst en de overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten moeten in duidelijke en beknopte vorm alle noodzakelijke informatie bevatten over de rechten en plichten die daar voor de consumenten uit voortvloeien, zodat zij daar kennis van kunnen nemen.

(53) Onverminderd Richtlijn 93/13/EEG van de en de precontractuele verplichtingen krachtens deze richtlijn, en om een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, moet de consument tijdig en voorafgaand aan enige wijziging van de algemene voorwaarden van de kredietovereenkomst of de overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten een omschrijving ontvangen van de voorgestelde wijzigingen en, in voorkomend geval, van de noodzaak van toestemming van de consument of van de van rechtswege doorgevoerde wijzigingen; het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van deze wijzigingen; de middelen waarover de consument beschikt om een klacht in te dienen, alsmede de termijn voor het indienen van een klacht en de naam en het adres van de bevoegde autoriteit waarbij de klacht kan worden ingediend. De wijziging van een overeenkomst mag geen gevolgen hebben voor enig consumentenrecht, met inbegrip van het recht op informatie uit hoofde van deze richtlijn.

(54) Met het oog op volledige transparantie moet de consument zowel in de precontractuele fase als bij het sluiten van de kredietovereenkomst of de overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten informatie krijgen over de debetrentevoet. Tijdens de looptijd van de overeenkomst moet de consument bovendien op de hoogte worden gebracht van wijzigingen in de variabele debetrentevoet en de daaruit voortvloeiende wijzigingen in de betalingen. Dit geldt onverminderd bepalingen van nationale wetgeving die geen verband houdt met consumentenvoorlichting, waarin voorwaarden voor of gevolgen van wijzigingen, anders dan wijzigingen betreffende betalingen, zijn voorgeschreven voor debetrentevoeten en andere economische parameters voor het krediet, bijvoorbeeld bepalingen dat de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten de debetrentevoet enkel kan wijzigen indien er een geldige reden is, of dat de consument de overeenkomst vrijelijk kan beëindigen als de debetrentevoet of een andere specifieke economische parameter betreffende het krediet verandert.

(55) In geval van een aanzienlijke overschrijding gedurende meer dan een maand deelt de kredietgever de consument onverwijld informatie mee over de overschrijding, met inbegrip van het betreffende bedrag, de debetrentevoet, de eventuele toepasselijke boetes, kosten of verwijlinteresten. In geval van regelmatige overschrijdingen moet de kredietgever de consument adviesdiensten aanbieden, voor zover beschikbaar, om consumenten te helpen goedkopere alternatieven te vinden of om hen door te verwijzen naar schuldadviesdiensten.

(56) Consumenten moeten een herroepingsrecht zonder sancties en zonder opgave van redenen genieten. Het herroepingsrecht mag echter niet te kwader trouw worden gebruikt.

(57) In het geval van een consument die een kredietovereenkomst of een overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten herroept in verband waarmee hij goederen heeft ontvangen, met name een koop op afbetaling of een huur- of leasingovereenkomst die een koopverplichting omvat, dient deze richtlijn de regelgeving van de lidstaten inzake de teruggave van de goederen of daarmee samenhangende aangelegenheden onverlet te laten.

(58) Het interne recht schrijft in sommige gevallen reeds voor dat gelden niet ter beschikking kunnen worden gesteld aan de consument vóór het verstrijken van een bepaalde termijn. In zulke gevallen is het mogelijk dat consumenten zich ervan willen verzekeren dat zij de gekochte goederen of diensten vroegtijdig ontvangen. In het geval van gelieerde kredietovereenkomsten moeten de lidstaten derhalve de mogelijkheid hebben om uitzonderlijk te bepalen dat, indien de consument uitdrukkelijk een vroegtijdige ontvangst van de aangekochte goederen of diensten wenst, de termijn voor de uitoefening van het herroepingsrecht kan worden verkort tot dezelfde termijn waarbinnen geen gelden ter beschikking gesteld kunnen worden.

(59) In het geval van gelieerde kredietovereenkomsten is er sprake van onderlinge afhankelijkheid tussen de aanschaf van een product of een dienst en de daartoe gesloten kredietovereenkomst of overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten. Derhalve dienen consumenten, indien zij op grond van het Unierecht hun herroepingsrecht ten aanzien van de koopovereenkomst uitoefenen, niet langer gebonden te zijn door de daarmee gelieerde kredietovereenkomst. Dit mag geen afbreuk doen aan de nationale wetgeving inzake gelieerde kredietovereenkomsten in de gevallen waarin op grond van de nationale wetgeving een koopovereenkomst is vernietigd of de consument zijn of haar herroepingsrecht heeft uitgeoefend. Evenmin mag dit afbreuk doen aan de naar intern recht aan de consument toegekende rechten op grond waarvan er geen verbintenis tussen de consument en een leverancier van goederen of diensten mag worden aangegaan, noch een betaling tussen hen mag plaatsvinden, zolang de consument de kredietovereenkomst of de overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten ter financiering van de aanschaf van de goederen of diensten niet heeft ondertekend.

(60) De partijen moeten het recht hebben een kredietovereenkomst met onbepaalde looptijd normaal te beëindigen. Indien dit in de kredietovereenkomst of de overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten is overeengekomen, moet de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten bovendien op objectieve gronden het recht van de consument kunnen opschorten om op grond van een kredietovereenkomst met onbepaalde looptijd krediet op te nemen. Reden daartoe kan bijvoorbeeld zijn een ongeoorloofd of frauduleus gebruik van het krediet of een aanzienlijk verhoogd risico dat de consument zijn of haar verplichting om het krediet af te lossen niet zal kunnen nakomen. Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan interne wetgeving op het gebied van het verbintenissenrecht waarbij de rechten van de partijen om de kredietovereenkomst wegens contractbreuk te beëindigen, worden geregeld.

(61) Het moet de consument onder bepaalde voorwaarden worden toegestaan rechten jegens de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten te doen gelden in geval van problemen in verband met de koopovereenkomst. De lidstaten moeten echter bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden de consument de leverancier moet aanspreken, met name door het instellen van een vordering tegen de leverancier, voordat de consument de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten kan aanspreken. Consumenten mogen niet de rechten worden ontzegd die hun worden toegekend bij het interne recht inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid van de verkoper of de aanbieder van diensten en de kredietgever of de verlener van crowdfundingkredietdiensten.

(62) Consumenten moeten de mogelijkheid krijgen om voor het verstrijken van de in de kredietovereenkomst gestelde termijn aan hun verplichtingen te voldoen. Zoals het Hof van Justitie van de EU in het arrest Lexitor heeft geoordeeld 34 , omvat het recht van de consument op verlaging van de totale kredietkosten in geval van een vervroegde aflossing van het krediet alle de consument aangerekende kosten. Bij vervroegde aflossing moet de kredietgever recht hebben op een eerlijke en objectief verantwoorde vergoeding voor de kosten die rechtstreeks verbonden zijn aan de vervroegde aflossing, waarbij ook wordt gekeken naar de daaruit voortvloeiende besparingen van de kredietgever. Bij de vaststelling van de berekeningsmethode van de vergoeding moet echter een aantal beginselen worden nageleefd. De berekening van de vergoeding voor de kredietgever moet al in de precontractuele fase en in ieder geval tijdens de uitvoering van de kredietovereenkomst transparant en begrijpelijk zijn voor de consument. Bovendien moet de berekeningsmethode voor de kredietgevers eenvoudig te hanteren zijn en moeten de bevoegde autoriteiten gemakkelijk toezicht kunnen houden op de vergoeding. Daarom, en omdat een consumentenkrediet, gezien de gemiddelde duur en omvang ervan, niet wordt gefinancierd met langlopende financieringsmechanismen, dient het maximum voor de vergoeding als vast bedrag te worden vastgesteld. Deze aanpak sluit aan bij het specifieke karakter van consumentenkredieten en dient de aanpak voor andere producten die worden gefinancierd met langlopende financieringsmechanismen, zoals hypothecaire leningen met vaste rente, onverlet te laten.

(63) De lidstaten moeten het recht hebben te bepalen dat de kredietgever alleen aanspraak kan maken op de vergoeding voor vervroegde aflossing indien het bedrag dat binnen twaalf maanden moet worden terugbetaald een door de lidstaten te bepalen drempel overschrijdt. Bij het vaststellen van die drempel, die niet hoger mag zijn dan 10 000 EUR, moeten de lidstaten rekening houden met het gemiddelde bedrag van consumentenkredieten op hun markten.

(64) Om de totstandbrenging en de werking van de interne markt te bevorderen en de consumenten in de hele Unie een hoog niveau van bescherming te bieden, dient de vergelijkbaarheid van de informatie met betrekking tot jaarlijkse kostenpercentages in de hele Unie te worden gewaarborgd.

(65) De vaststelling van plafonds voor de rentetarieven, de jaarlijkse kostenpercentages of de totale kosten van het krediet voor de consumenten is in een aantal lidstaten een gebruikelijke praktijk. Dergelijke plafonds zijn gunstig gebleken voor de consumenten. In dat verband moeten de lidstaten hun huidige wettelijke regeling kunnen behouden. Om de consumentenbescherming te vergroten zonder onnodige beperkingen op te leggen aan de lidstaten, moeten plafonds voor de rentetarieven, de jaarlijkse kostenpercentages en de totale kosten van het krediet voor de consument evenwel in de gehele Unie worden ingevoerd.

(66) Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de wetten van de verschillende lidstaten ten aanzien van de praktijk van het verstrekken van kredietovereenkomsten of het verlenen van crowdfundingkredietdiensten. Hoewel de diversiteit aan soorten actoren die bij kredietbemiddeling zijn betrokken, moet worden erkend, toch is het van essentieel belang dat er op Unieniveau bepaalde standaarden gelden die voor een hoge mate van professionalisme en dienstverlening zorgen.

(67) Het toepasselijke kader van de Unie moet de consumenten het vertrouwen inboezemen dat kredietgevers, kredietbemiddelaars en verleners van crowdfundingkredietdiensten hun belang in aanmerking nemen, rekening houdend met de informatie waarover de kredietgever, de kredietbemiddelaar en de verlener van crowdfundingkredietdiensten op dat moment beschikken en op basis van redelijke veronderstellingen omtrent de risico’s gerelateerd aan de situatie van de consument gedurende de looptijd van de voorgestelde kredietovereenkomst of de voorgestelde crowdfundingkredietdiensten. Om een dergelijk consumentenvertrouwen te garanderen, is het belangrijk voor een hoge mate van billijkheid, eerlijkheid en professionalisme in de sector te zorgen, alsook voor een passend beheer van belangenconflicten, waaronder de conflicten die voortvloeien uit vergoedingen, en voor te schrijven dat verstrekte adviezen in het belang van de consument moeten zijn.

(68) Het is passend ervoor te zorgen dat het betrokken personeel van kredietgevers, kredietbemiddelaars en verleners van crowdfundingkredietdiensten over voldoende kennis en bekwaamheid beschikt om een hoge mate van professionalisme te waarborgen. Het moet daarom verplicht zijn om op het niveau van de onderneming blijk te geven van de vereiste graad van relevante kennis en bekwaamheid, zulks op basis van de minimumvoorschriften inzake kennis en bekwaamheid. Het moet de lidstaten vrij staan dergelijke vereisten voor afzonderlijke natuurlijke personen in te voeren of te handhaven. Voor de toepassing van deze richtlijn dient onder personeel dat de in onderhavige richtlijn gereguleerde activiteiten verricht ook personeelsleden in de front- en de backoffice, waaronder de bedrijfsleiding, te worden begrepen die een belangrijke rol spelen in het kredietverleningsproces of het proces voor het verlenen van crowdfundingkredietdiensten. Personen die ondersteunende functies verrichten die geen verband houden met het kredietverleningsproces of het proces voor het verlenen van crowdfundingkredietdiensten, waaronder personele middelen en personeel op het gebied van informatie- en communicatietechnologie, dienen niet als personeelsleden in de zin van deze richtlijn te worden beschouwd. De lidstaten moeten maatregelen invoeren om bewustmaking van de vereisten van deze richtlijn bij kleine en middelgrote kredietgevers (kleine en middelgrote ondernemingen) te ondersteunen en de naleving ervan te faciliteren, bijvoorbeeld via voorlichtingscampagnes, gebruikersgidsen en opleidingen voor werknemers.

(69) Teneinde het vermogen van consumenten te vergroten om geïnformeerde keuzen te maken over het aangaan van leningen en het verantwoord beheren van schulden, moeten de lidstaten maatregelen bevorderen ter ondersteuning van de scholing van consumenten op het gebied van verantwoordelijke kredietneming en schuldbeheer, en in het bijzonder wat betreft consumentenkredietovereenkomsten. Aan die verplichting kan worden voldaan door rekening te houden met het raamwerk voor financiële vaardigheden dat de Unie samen met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft ontwikkeld. Het is van bijzonder belang dat consumenten die voor het eerst een consumentenkrediet afsluiten, voorlichting krijgen, in het bijzonder over digitale hulpmiddelen. In dat verband dient de Commissie voorbeelden van beste praktijken aan te reiken om de nadere uitwerking van maatregelen ter verbetering van de financiële bewustwording van consumenten te versterken. De Commissie kan die voorbeelden van beste praktijken publiceren in coördinatie met soortgelijke verslagen die worden opgesteld in het kader van andere wetgevingshandelingen van de EU.

(70) Gelet op de aanzienlijke gevolgen van handhavingsprocedures voor kredietgevers, consumenten en mogelijkerwijs de financiële stabiliteit, is het passend kredietgevers aan te moedigen om opkomende kredietrisico’s in een vroegtijdig stadium proactief aan te pakken en de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat kredietgevers een redelijke tolerantie betrachten en redelijke pogingen ondernemen om een oplossing voor de situatie te vinden alvorens een handhavingsprocedure in te leiden. Waar mogelijk moeten er oplossingen worden gevonden die rekening houden met onder meer de individuele omstandigheden van de consument, de belangen en rechten van de consument, zijn of haar vermogen om het krediet af te lossen en redelijke behoeften inzake levensonderhoud van de consument, en moeten de kosten voor consumenten bij wanbetaling worden beperkt. De lidstaten mogen de partijen bij een kredietovereenkomst niet beletten om uitdrukkelijk overeen te komen dat de overdracht aan de kredietgever van onder de gelieerde kredietovereenkomst vallende goederen of van de opbrengsten van de verkoop ervan volstaat om het krediet terug te betalen.

(71) Voorbeelden van tolerantiemaatregelen zijn een gehele of gedeeltelijke herfinanciering van een kredietovereenkomst of een wijziging van de vorige algemene voorwaarden van een kredietovereenkomst. Die wijziging kan onder meer het volgende omvatten: een verlenging van de duur van de kredietovereenkomst; een wijziging van het type kredietovereenkomst; uitstel van betaling van gehele afbetalingstermijn of een deel daarvan, gedurende een bepaalde periode; een aanpassing van het rentetarief; het aanbieden van een aflossingsvrije periode; gedeeltelijke aflossingen; valutaomrekening, gedeeltelijke kwijtschelding en schuldconsolidatie.

(72) Consumenten die problemen ondervinden om hun financiële verbintenissen na te komen, hebben baat bij gespecialiseerde hulp bij het beheren van hun schuld. Het doel van schuldadviesverstrekking bestaat erin consumenten met financiële problemen te helpen en hen te begeleiden bij het aflossen, in de mate van het mogelijke, van hun uitstaande schuld, waarbij een fatsoenlijke levensstandaard moet worden gehandhaafd en hun waardigheid moet worden bewaard. Deze gepersonaliseerde, onafhankelijke bijstand die wordt verstrekt door professionele marktdeelnemers die geen kredietgevers, kredietbemiddelaars, verleners van crowdfundingkredietdiensten of kredietdiensten zijn, kan juridisch advies, geld- en schuldbeheer en sociale en psychologische bijstand omvatten. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat consumenten door onafhankelijke professionele marktdeelnemers direct of indirect schuldadviesdiensten wordt verleend en dat consumenten die problemen hebben om hun schuld af te lossen naar schuldadviesdiensten worden doorverwezen voordat een handhavingsprocedure wordt ingeleid. De lidstaten blijven vrij om specifieke eisen voor dergelijke diensten te handhaven of in te voeren.

(73) Om voor transparantie en stabiliteit op de markt te zorgen en in afwachting van verdere harmonisatie moeten de lidstaten de nodige maatregelen nemen met het oog op de regulering van en het toezicht op kredietgevers en verleners van crowdfundingkredietdiensten.

(74) De lidstaten zorgen ervoor dat niet-kredietinstellingen zijn onderworpen aan een passende toelatingsprocedure, die onder meer inschrijving van de niet-kredietinstelling in een register omvat, alsook aan een regeling voor toezicht door een bevoegde autoriteit.

(75) Deze richtlijn regelt alleen bepaalde verplichtingen van de kredietbemiddelaars jegens de consumenten. Daarom moet het de lidstaten vrij staan bijkomende verplichtingen voor kredietbemiddelaars te handhaven of in te voeren, inclusief de voorwaarden waaronder een kredietbemiddelaar een vergoeding mag krijgen vanwege een consument die een beroep heeft gedaan op zijn diensten.

(76) De overdracht van de rechten van de kredietgever op grond van een kredietovereenkomst of een overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten mag de positie van de consument niet verzwakken. De consument moet ook naar behoren worden geïnformeerd omtrent de overdracht van de kredietovereenkomst of overeenkomst inzake de verlening van crowdfundingkredietdiensten aan een derde. Wanneer de oorspronkelijke kredietgever, in overleg met de nieuwe houder van de schuldvorderingen, tegenover de consument het krediet nog steeds beheert, heeft de consument er echter geen zwaarwegend belang bij om over de overdracht geïnformeerd te worden. Daarom zou een verplichting op Unieniveau om de consument over de overdracht in te lichten in dergelijke gevallen te ver voeren.

(77) Het moet de lidstaten vrij staan nationale bepalingen te handhaven of in te voeren die voorzien in collectieve vormen van communicatie wanneer zulks nodig is met het oog op de doeltreffendheid van complexe transacties zoals securitisatie of liquidatie van activa in het kader van de gedwongen administratieve liquidatie van banken.

(78) De consumenten moeten toegang hebben tot adequate en effectieve alternatieve geschillenbeslechting voor de beslechting van geschillen die uit de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn ontstaan. Daartoe kan indien nodig een beroep worden gedaan op bestaande instanties. Die toegang is reeds gewaarborgd bij Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad 35 , wat relevante contractuele geschillen betreft. De consumenten moeten echter ook toegang hebben tot alternatieve geschillenbeslechtingsprocedures voor de beslechting van precontractuele geschillen over de bij deze richtlijn ingestelde rechten en verplichtingen, bijvoorbeeld in verband met de vereisten op het gebied van precontractuele informatie, adviesdiensten en kredietwaardigheidsbeoordelingen en in verband met de informatie die wordt verstrekt door kredietbemiddelaars die worden vergoed door kredietgevers en dus geen rechtstreekse contractuele band hebben met consumenten. De alternatieve geschillenbeslechting en de entiteiten die deze aanbieden, moeten voldoen aan de kwaliteitsvereisten van Richtlijn 2013/11/EU.

(79) De lidstaten dienen bevoegde autoriteiten aan te wijzen die gemachtigd zijn te zorgen voor de handhaving van deze richtlijn en dienen ervoor te zorgen dat die bevoegde autoriteiten over de noodzakelijke onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden, alsmede over toereikende middelen beschikken voor de uitoefening van hun taken. De bevoegde autoriteiten van verschillende lidstaten moeten onderling samenwerken wanneer dat voor de vervulling van hun taken uit hoofde van deze richtlijn nodig is.

(80) De lidstaten moeten regels vaststellen inzake de sancties voor overtredingen van de nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn, en erop toezien dat deze worden toegepast. Hoewel de keuze van de sancties bij de lidstaten blijft berusten, moeten de sancties doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

(81) De huidige nationale voorschriften inzake sancties verschillen sterk binnen de EU. Niet alle lidstaten zorgen er immers voor dat er doeltreffende, evenredige en afschrikkende boeten kunnen worden opgelegd aan handelaren die verantwoordelijk zijn voor de wijdverbreide inbreuk of de wijdverbreide inbreuk met een Uniedimensie. Om ervoor te zorgen dat de autoriteiten van de lidstaten doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties kunnen opleggen in verband met wijdverbreide inbreuken of wijdverbreide inbreuken met een Uniedimensie die onderworpen zijn aan onderzoeks- en handhavingsmaatregelen in overeenstemming met Verordening 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad 36 , moeten geldboeten worden ingevoerd als een element van sancties voor dergelijke inbreuken. Om ervoor te zorgen dat de geldboeten een afschrikkend effect hebben, moeten de lidstaten in hun interne recht de maximale geldboete voor dergelijke inbreuken vaststellen op een niveau dat ten minste 4 % van de jaaromzet van de inbreukmakende kredietgever, kredietbemiddelaar of verlener van crowdfundingkredietdiensten in de betrokken lidstaat of lidstaten bedraagt. In sommige gevallen kunnen die handelaren ook een groep van ondernemingen zijn.

(82) Om de transparantie en het consumentenvertrouwen te versterken, kan de bevoegde autoriteit iedere administratieve sanctie wegens inbreuken op de krachtens deze richtlijn vastgestelde bepalingen openbaar maken, tenzij dit ernstig gevaar zou opleveren voor de financiële markten of de betrokken partijen in onevenredige mate zou schaden.

(83) Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde aspecten van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt rekening houdend met marktontwikkelingen in het licht van de digitalisering en de doelstelling om grensoverschrijdende kredietverstrekking te vergemakkelijken, maar beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(84) Teneinde niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn te wijzigen, dient de bevoegdheid om handelingen in de zin van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen aan de Commissie te worden gedelegeerd wat betreft de vaststelling van aanvullende hypothesen voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 37 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(85) Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken 38 hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van die stukken gerechtvaardigd.

(86) Rekening houdend met het aantal wijzigingen dat als gevolg van de ontwikkelingen in de consumentenkredietsector in Richtlijn 2008/48/EG moet worden aangebracht, en omwille van de duidelijkheid van de Uniewetgeving, moet die richtlijn worden ingetrokken en worden vervangen door deze richtlijn.

(87) De lidstaten moeten de nodige bepalingen aannemen om aan deze richtlijn te voldoen vanaf [PB: gelieve de datum in te vullen: zes maanden nadat de omzettingstermijn is verstreken]. Gezien de moeilijke economische omstandigheden als gevolg van de COVID-19-pandemie en de specifieke problemen waarmee micro-, kleine en middelgrote ondernemingen worden geconfronteerd, moeten dergelijke ondernemingen echter voldoende tijd krijgen om zich voor te bereiden op de toepassing van deze richtlijn. Derhalve moeten de lidstaten, wat betreft micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, de nodige bepalingen aannemen om aan deze richtlijn te voldoen vanaf [PB: gelieve de datum in te vullen: achttien maanden nadat de omzettingstermijn is verstreken].

(88) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 39 en heeft op XX XXXX 40 een advies uitgebracht.