Overwegingen bij COM(2021)563 - Herstructurering van de Unieregeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
 nieuw

(1) Richtlijn 2003/96/EG van de Raad 26 is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd 27 . Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van die richtlijn te worden overgegaan.

(2) Richtlijn 2003/96/EG is vastgesteld om de goede werking van de interne markt te verzekeren ten aanzien van de belasting van energieproducten en elektriciteit. In Richtlijn 2003/96/EG zijn ook eisen inzake milieubescherming geïntegreerd, met name in het licht van het Kyotoprotocol bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering.


 2003/96/EG overweging 1 (aangepast)

De werkingssfeer van de Richtlijnen 92/81/EEG en 92/82/EEG van 19 oktober 1992, betreffende respectievelijk de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën 28 en de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën 29 , is beperkt tot minerale oliën.


 2003/96/EG overweging 2 (aangepast)

Het ontbreken van communautaire bepalingen om elektriciteit en andere energieproducten dan minerale oliën aan een minimumbelasting te onderwerpen, kan nadelig zijn voor de goede werking van de interne markt.


 nieuw

(3) Duidelijke regels inzake de belasting op energieproducten en elektriciteit moeten blijven bijdragen tot de soepele werking van de interne markt en tegelijkertijd de klimaat- en milieugerelateerde uitdagingen binnen het kader van de mededeling van de Commissie over de Europese Green Deal aanpakken 30 . Energiebelasting kan bijdragen tot de ambitie om de broeikasgasemissies voor 2030 netto met ten minste 55 % te verminderen ten opzichte van 1990, en tot de doelstelling om de vervuiling tot nul terug te brengen door toepassing van het beginsel dat de vervuiler betaalt, door te waarborgen dat de gevolgen voor het milieu en de gezondheid beter in de belasting op motorbrandstoffen, verwarmingsbrandstoffen en elektriciteit tot uiting komen. De Raad heeft in zijn conclusies over het EU-kader voor energiebelasting bekrachtigd dat energiebelasting bijdraagt tot die doelstellingen 31 .


 2003/96/EG overweging 3 (aangepast)

Voor de goede werking van de interne markt en de verwezenlijking van de doelstellingen van het communautaire beleid in andere sectoren is het nodig dat op communautair niveau minimumbelastingniveaus worden vastgesteld voor de meeste energieproducten, met inbegrip van elektriciteit, aardgas en kolen.


 nieuw

(4) Energiebelasting kan voor de lidstaten een kosteneffectief middel zijn om de beoogde verminderingen van broeikasgassen te verwezenlijken. Voor de goede werking van de interne markt zijn gemeenschappelijke regels inzake die belasting vereist.

(5) De lidstaten moeten echter in staat zijn om energiebelasting op motorbrandstoffen, verwarmingsbrandstoffen en elektriciteit te gebruiken voor allerlei doeleinden die niet noodzakelijk noch specifiek noch uitsluitend betrekking hebben op de vermindering van broeikasgassen.


 2003/96/EG overweging 4

(6) Aanmerkelijke verschillen tussen de door de lidstaten toegepaste nationale belastingniveaus kunnen nadelig blijken voor de goede werking van de interne markt.


 2003/96/EG overweging 5 (aangepast)

(7) Door vaststelling van passende communautaire   Unie  minimumbelastingniveaus kunnen bestaande verschillen in de nationale belastingniveaus kleiner worden gemaakt.


 2003/96/EG overweging 6 (aangepast)

Overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag moeten de eisen inzake milieubescherming worden geïntegreerd in de omschrijving en uitvoering van het beleid van de Gemeenschap op andere terreinen.


 2003/96/EG overweging 7 (aangepast)

(8) Als partij bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering heeft de Gemeenschap   Unie   het protocol van Kyoto   de Overeenkomst van Parijs  bekrachtigd. De belasting van energieproducten — en in voorkomend geval van elektriciteit — is een van de beschikbare instrumenten om de doelstellingen van het protocol van Kyoto   de Overeenkomst van Parijs  te verwezenlijken.


 nieuw

(9) Er moeten regels worden vastgesteld om energiebelasting te baseren op de energie-inhoud van energieproducten en elektriciteit, in combinatie met de milieuprestaties ervan. Daartoe moet worden verwezen naar de definities van Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad 32 , Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad 33 en Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad 34 . Verder moet de lijst van energieproducten worden geactualiseerd met bepaalde biobrandstoffen om een eengemaakte en genormaliseerde behandeling van die brandstoffen te verzekeren.


 2003/96/EG overweging 8 (aangepast)

De Raad moet op gezette tijden de vrijstellingen en verlagingen en de minimumbelastingniveaus bestuderen en daarbij aandacht schenken aan de goede werking van de interne markt, de reële waarde van de minimumbelastingniveaus, de concurrentiepositie van het bedrijfsleven van de Gemeenschap in internationaal verband en de bredere doelstellingen van het Verdrag.


 nieuw

(10) In het belang van fiscale neutraliteit moeten dezelfde minimumbelastingniveaus van toepassing zijn op elke component van de energiebelasting, voor alle energieproducten die voor een bepaald doel worden gebruikt. Voor zover aldus gelijke minimumbelastingniveaus worden vastgelegd, moeten de lidstaten om redenen van fiscale neutraliteit eveneens gelijke niveaus van nationale belasting op alle betrokken producten verzekeren.


 2003/96/EG overweging 9 (aangepast)

De lidstaten moeten de flexibiliteit krijgen die nodig is om een aan de nationale context aangepast beleid te bepalen en uit te voeren.


 nieuw

(11) De lidstaten moeten ook te allen tijde de rangschikking van de in de bijlage met betrekking tot verschillende producten voor een bepaald gebruik vastgestelde minimumbelastingniveaus overnemen, met het oog op een milieugerichte tariefstructuur. De minimumniveaus van de energiebelasting moeten automatisch jaarlijks worden afgestemd om rekening te houden met de ontwikkeling van de reële waarde ervan, teneinde het huidige niveau van tariefharmonisatie te behouden en de door de energie- en voedselprijzen veroorzaakte volatiliteit te verminderen. Deze afstemming moet gebeuren op basis van de wijzigingen van het Uniebrede geharmoniseerde indexcijfer van consumptieprijzen exclusief energie en onbewerkte voedingsmiddelen, zoals gepubliceerd door Eurostat.

(12) Met het oog op een soepele uitvoering van een aantal bepalingen inzake sommige producten is een overgangsperiode nodig.


 2003/96/EG overweging 10 (aangepast)

 nieuw

(13)  Als algemeen beginsel geldt dat de lidstaten belastingniveaus voor energieproducten en elektriciteit moeten toepassen die niet onder de bij deze richtlijn vastgestelde minimumbelastingniveaus liggen.   De lidstaten willen verschillende soorten belastingen op energieproducten en elektriciteit invoeren of handhaven. Daartoe moet het  Het moet  de lidstaten toegestaan zijn om voor de naleving van de communautaire   Unie  minimumbelastingniveaus alle door hen geheven indirecte belastingen (de btw uitgezonderd) samen te tellen.


 2003/96/EG overweging 11 (aangepast)

(14) Het staat elke lidstaat vrij te beslissen met welke fiscale regelingen uitvoering wordt gegeven aan dit communautaire   Unie  kader voor de belasting van energieproducten en elektriciteit. Te dien aanzien zouden lidstaten kunnen beslissen de totale belastingdruk niet te verhogen indien zij van oordeel zijn dat toepassing van dit beginsel van belastingneutraliteit tot herstructurering en modernisering van hun belastingstelsels zou kunnen bijdragen doordat milieubescherming en een betere benutting van de factor arbeid worden aangemoedigd.


 2003/96/EG overweging 12 (aangepast)

(15) Energieprijzen zijn sleutelelementen van het communautaire energie-, vervoer- en milieubeleid  van de Unie  .


 2003/96/EG overweging 13

Belasting bepaalt voor een deel de prijs van energieproducten en elektriciteit.


 2003/96/EG overweging 14

De minimumbelastingniveaus moeten de concurrentiepositie van de verschillende energieproducten en elektriciteit weerspiegelen. In dit verband is het raadzaam de minimumniveaus in de mate van het mogelijke te berekenen op grond van de energie-inhoud van de producten. Deze methode dient evenwel niet te worden toegepast op motorbrandstoffen.


 2003/96/EG overweging 15

In bepaalde omstandigheden of onder permanente voorwaarden moet het toegestaan zijn om, met inachtneming van de communautaire minimumbelastingniveaus en de regels van de interne markt en de mededinging, op eenzelfde product gedifferentieerde nationale belastingniveaus toe te passen.


 2003/96/EG overweging 16 (aangepast)

(16) Omdat warmte slechts in zeer geringe mate intracommunautair   binnen de Unie  wordt verhandeld, dient outputbelasting op warmte buiten de werkingssfeer van dit communautaire   Unie  kader te blijven.


 2003/96/EG overweging 17 (aangepast)

(17) Er moeten verschillende communautaire   Unie  minimumbelastingniveaus worden vastgesteld naar gelang van het gebruik van de energieproducten en elektriciteit.


 2003/96/EG overweging 18

 nieuw

(18) Energieproducten die worden gebruikt als motorbrandstof voor bepaalde industriële en commerciële doeleinden en energieproducten die worden gebruikt als brandstof voor verwarming, worden gewoonlijk lager belast dan energieproducten die voor de voortbeweging worden gebruikt.  Om het gebruik te stimuleren, moet elektriciteit altijd tot de laagst belaste energiebronnen behoren, met name in de vervoersector. Daartoe moeten de lidstaten ernaar streven om zo lang als nodig na de inwerkingtreding van deze richtlijn op elektriciteit die wordt gebruikt voor het opladen van elektrische voertuigen, hetzelfde belastingniveau toe te passen als dat voor verwarmingsdoeleinden.


 2003/96/EG overweging 19

Om belasting te kunnen heffen op dieselbrandstof die gebruikt wordt door vervoerders met name die met intracommunautaire activiteiten, moet een specifieke behandeling mogelijk zijn, inclusief maatregelen met het oog op de invoering van een systeem van heffingen op het weggebruik, om de concurrentieverstoring die deze vervoerders zouden kunnen ondervinden te beperken.


 nieuw

(19) Met het oog op het nastreven van de doelstellingen van de richtlijn mag geen onderscheid worden gemaakt tussen commerciële en niet-commerciële diesel, noch tussen zakelijk en niet-zakelijk gebruik van verwarmingsbrandstoffen en elektriciteit.


 2003/96/EG overweging 20

De lidstaten hebben wellicht behoefte aan een mogelijkheid om te differentiëren tussen commerciële en niet-commerciële diesel. Zij kunnen die mogelijkheid benutten om het verschil tussen de belastingheffing op niet-commerciële gasolie gebruikt voor voortbeweging en op benzine kleiner te maken.


 2003/96/EG overweging 21

Zakelijk en niet-zakelijk gebruik van energieproducten en elektriciteit mogen voor belastingdoeleinden verschillend behandeld worden.


 2003/96/EG overweging 22 (aangepast)

(20) Op energieproducten moet in wezen een communautair   Unie  regelgevingskader van toepassing zijn wanneer deze als verwarmingsbrandstof of als motorbrandstof worden gebruikt. In dat opzicht gebiedt de aard en de logica van het belastingstelsel om vormen van duaal gebruik van energieproducten en vormen van gebruik voor andere doeleinden dan als brandstof, alsmede mineralogische procédés, van de werkingssfeer van dit regelgevingskader uit te sluiten. Elektriciteit die op vergelijkbare wijze wordt gebruikt, dient op dezelfde wijze te worden behandeld.


 2003/96/EG overweging 23

Gezien de bestaande internationale verplichtingen en het behoud van de concurrentiepositie van het communautaire bedrijfsleven is het raadzaam de vrijstellingen van energieproducten die worden geleverd voor de niet-recreatieve luchtvaart en zeescheepvaart te handhaven, maar de lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om deze vrijstellingen te beperken.


 nieuw

(21) De Unie en de lidstaten hebben multilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten en luchtvervoer, of bilaterale overeenkomsten met derde landen gesloten. Die overeenkomsten bevatten bepalingen inzake de belasting van luchtvaartbrandstof. Luchtvaartbrandstof kent van oudsher een geprivilegieerde belastingregeling. Met het oog op het nastreven van de doelstellingen van de richtlijn moeten, onverminderd die internationale overeenkomsten, energieproducten en elektriciteit die worden geleverd aan de luchtvaart binnen de EU, met uitzondering van vrachtvluchten, worden belast. Bij gebrek aan efficiëntere alternatieven is de vrijstelling voor brandstof voor vrachtvluchten nog altijd nodig.

(22) Met het oog op een soepele uitvoering van deze richtlijn zouden de minimumbelastingniveaus voor motorbrandstof voor de niet-zakelijke luchtvaart en niet-pleziervluchten binnen de EU in de loop van een overgangsperiode van tien jaar worden ingevoerd, terwijl voor duurzame alternatieve brandstoffen en elektriciteit voor tien jaar een minimumtarief van nul zou gelden. Energieproducten en elektriciteit voor zakelijke luchtvaart en pleziervluchten binnen de EU moeten aan de normale belastingniveaus voor motorbrandstoffen en elektriciteit in de lidstaten worden onderworpen.

(23) Brandstof voor de scheepvaart, inclusief visserij, moet ook worden belast, en de lidstaten die partij zijn bij internationale overeenkomsten krachtens welke die brandstof is vrijgesteld, moeten ervoor zorgen dat zij uiterlijk op de datum van toepassing van deze richtlijn de onverenigbaarheden opheffen. Er moet een verschillend belastingniveau kunnen worden toegepast op het gebruik van energieproducten en elektriciteit voor geregelde lijndiensten over water, visserij en vrachtvervoer over water binnen de EU en hun respectieve aanlegactiviteiten. Vanwege de eigen aard van dat gebruik moeten de minimumbelastingniveaus lager zijn dan de voor algemeen motorbrandstofgebruik geldende niveaus. Om het gebruik van duurzame alternatieve brandstoffen en elektriciteit te stimuleren, moeten deze brandstoffen en elektriciteit voor tien jaar van belasting worden vrijgesteld. Energieproducten en elektriciteit voor de overige scheepvaart binnen de EU moeten aan de normale belastingniveaus voor motorbrandstoffen en elektriciteit in de lidstaten worden onderworpen. 

(24) De lidstaten mogen voor de luchtvaart buiten de EU (onverminderd internationale verplichtingen) en voor de scheepvaart, inclusief visserij, buiten de EU, vrijstelling verlenen of dezelfde belastingniveaus als binnen de EU toepassen, afhankelijk van het soort activiteit.


 2003/96/EG overweging 24

 nieuw

(25) Het moet de lidstaten toegestaan zijn binnen hun grondgebied bepaalde andere vrijstellingen of verlagingen toe te passen, mits dit de  milieudoelstellingen en de  goede werking van de interne markt niet schaadt en niet tot concurrentieverstoringen leidt.


 2003/96/EG overweging 25

 nieuw

(26) Meer bepaald kunnen  hoogrenderende  warmtekrachtkoppeling en — met het oog op de bevordering van het gebruik van alternatieve energiebronnen — energie uit hernieuwbare bronnen in aanmerking komen voor een bevoorrechte behandeling.


 2003/96/EG overweging 26

Het is wenselijk om ter stimulering van biobrandstoffen een communautair regelgevingskader te creëren waarbinnen de lidstaten vrijstelling of verlaging van belastingen kunnen verlenen, zodat wordt bijgedragen tot een betere werking van de interne markt en de lidstaten en de marktdeelnemers een voldoende mate van rechtszekerheid wordt geboden. Het is dienstig concurrentieverstoringen te beperken en de producenten en distributeurs van biobrandstoffen een stimulans in de vorm van een kostprijsverlaging te blijven bieden, onder meer met aanpassingen door de lidstaten waarin wijzigingen van de grondstoffenprijzen verdisconteerd zijn.


 2003/96/EG overweging 27 (aangepast)

Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de toepassing van de toepasselijke bepalingen van Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop 35 , noch van Richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken 36 , wanneer het product dat bestemd is voor gebruik, wordt aangeboden voor verkoop of wordt gebruikt als motorbrandstof of als additief in motorbrandstoffen ethylalcohol is volgens de definitie in Richtlijn 92/83/EEG.


 2003/96/EG overweging 28

Met name bij gebreke van sterkere harmonisatie op Gemeenschapsniveau of wegens een dreigende verslechtering van de internationale concurrentiepositie of op grond van sociale of milieuoverwegingen, kunnen bepaalde belastingvrijstellingen of belastingverlagingen nodig blijken.


 nieuw

(27) Gerichte verlagingen van het belastingniveau kunnen noodzakelijk zijn ter stimulering van de verwezenlijking van de milieubeschermingsdoelstellingen, alsmede van verbeteringen in de energie-efficiëntie van de productiesector van de Unie.

(28) Gerichte verlagingen van het belastingniveau kunnen noodzakelijk zijn om de sociale gevolgen van energiebelastingen aan te pakken. Een belastingvrijstelling kan tijdelijk noodzakelijk zijn om kwetsbare huishoudens te beschermen.


 2003/96/EG overweging 29

Bedrijven die overeenkomsten sluiten met het oog op een aanzienlijke verbetering van de milieubescherming en de energie-efficiëntie, verdienen aandacht. Van deze bedrijven verdienen de energie-intensieve een specifieke behandeling.


 2003/96/EG overweging 30

Wellicht hebben de lidstaten overgangsperioden en -regelingen nodig om zich soepel te kunnen aanpassen aan de nieuwe communautaire belastingniveaus en daardoor negatieve neveneffecten te vermijden.


 2003/96/EG overweging 31

 nieuw

(29)  Met het oog op de financiële, economische en ecologische gevolgen voor de lidstaten, zoals de noodzaak om de vervoerssector te elektrificeren,   Er moet er een procedure komen volgens welke de lidstaten voor een bepaalde periode andere belastingvrijstellingen of -verlagingen mogen invoeren.  Ter bescherming van het milieu en de volksgezondheid, waaronder de vermindering van luchtverontreiniging, moet er een procedure komen volgens welke de lidstaten voor een bepaalde periode specifieke hogere tarieven mogen invoeren. Die goedkeuring moet, na een naar behoren gemotiveerd verzoek door de lidstaten en op voorstel van de Commissie, door middel van een uitvoeringsbesluit van de Raad worden vastgesteld, overeenkomstig artikel 291 van het VWEU.   Dergelijke vrijstellingen en verlagingen   maatregelen  moeten op gezette tijden geëvalueerd worden.


 nieuw

(30) De lijst van aan de bepalingen inzake controle en verkeer van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad 37 onderworpen energieproducten moet bepaalde energieproducten bevatten om een eengemaakte en genormaliseerde behandeling van die producten te verzekeren en het risico op belastingontduiking, -ontwijking of -misbruik in aanmerking te nemen.

(31) Om het vrije verkeer te verzekeren en tegelijkertijd de veiligheidseisen voor bedrijfsvoertuigen en containers voor speciale doeleinden te respecteren, moet de definitie van normale reservoirs van dergelijke voertuigen tot uitdrukking brengen dat brandstofreservoirs niet uitsluitend door de fabrikant ervan op bedrijfsvoertuigen worden geplaatst.


 2003/96/EG overweging 32 (aangepast)

(32) Er moet worden bepaald dat de lidstaten bepaalde nationale maatregelen bij de Commissie moeten aanmelden; die aanmelding ontslaat de lidstaten niet van de in artikel 88   108,  , lid 3, van het Verdrag   VWEU  neergelegde verplichting bepaalde nationale maatregelen aan te melden. Deze richtlijn doet   mag  geen afbreuk  doen  aan het resultaat van enigerlei toekomstige, uit hoofde van de artikelen 87   107  en 88   108  van het Verdrag   VWEU  , ingeleide procedure inzake staatssteun.


 2003/96/EG overweging 33

(33) De werkingssfeer van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop Richtlijn 2008/118/EG moet waar passend worden uitgebreid tot de producten en indirecte belastingen die onder deze richtlijn vallen.


 nieuw

(34) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze richtlijn, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om vast te stellen of de bepalingen inzake controle en verkeer van Richtlijn 2008/118/EG moeten gelden voor producten die aanleiding geven tot ontduiking, ontwijking of misbruik. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 38 .


 2003/96/EG overweging 34 (aangepast)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden 39 ,


 nieuw

(35) Er moet worden verwezen naar de momenteel toepasselijke versie van de gecombineerde nomenclatuur. Om te waarborgen dat de verwijzingen naar de gecombineerde nomenclatuur (GN) in deze richtlijn wanneer nodig worden geactualiseerd en de minimumbelastingtarieven de prijsontwikkeling weerspiegelen, moet overeenkomstig artikel 290 van het VWEU aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen handelingen vast te stellen om verwijzingen naar die GN-codes te actualiseren en de minimumbelastingniveaus bij te werken aan de hand van de jaarlijkse schommelingen van de consumentenprijsindex. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangt de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen stelselmatig toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(36) Iedere vijf jaar en voor de eerste maal vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn moet de Commissie aan de Raad een verslag overleggen over de toepassing ervan, met een specifieke beoordeling van de minimumbelastingniveaus, het effect van innovatie en de technologische ontwikkelingen, met name ten aanzien van energie-efficiëntie, het gebruik van elektriciteit in het vervoer en de rechtvaardiging voor de vrijstellingen, verlagingen en differentiaties die in deze richtlijn zijn neergelegd. In het verslag moet rekening worden gehouden met de goede werking van de interne markt, sociale en milieuoverwegingen, de reële waarde van de minimumniveaus van belasting en de bredere doelstellingen van de Verdragen.

(37) De verplichting tot omzetting van deze richtlijn in intern recht dient te worden beperkt tot de bepalingen die ten opzichte van de vorige richtlijn materieel zijn gewijzigd. De verplichting tot omzetting van de ongewijzigde bepalingen vloeit voort uit de vorige richtlijn.

(38) Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in intern recht en de toepassingsdata van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten.


 2003/96/EG