Overwegingen bij COM(2021)582 - Kader voor het herstel en de afwikkeling van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2021)582 - Kader voor het herstel en de afwikkeling van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen. |
---|---|
document | COM(2021)582 |
datum | 22 september 2021 |
(2) De wereldwijde financiële crisis van 2008 heeft de kwetsbaarheden van de financiële sector en de onderlinge verwevenheid ervan blootgelegd. Oorzaken van financiële problemen en falen leken onder meer verband te houden met de ontwikkeling van de financiële markten en met de intrinsieke aard van verzekerings- of herverzekeringsactiviteiten. In dat verband worden verzekeringstechnische risico’s (d.w.z. te lage voorzieningen), onjuiste waardering (d.w.z. te lage premies), wanbeheer van activa en passiva en beleggingsverliezen vaak genoemd als voornaamste bronnen van zorg voor verzekerings- en herverzekeringsondernemingen. In die context is geld van de belastingbetaler gebruikt om de verslechterde financiële situatie van verschillende verzekeringsondernemingen te herstellen. Hoewel Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad 14 tot doel had om het financiële stelsel in de Unie en de veerkracht van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen te versterken, heeft zij het risico op falen van dergelijke verzekerings- en herverzekeringsondernemingen niet volledig weggenomen. Hoge marktvolatiliteit en langdurig lage rentevoeten kunnen bijzonder schadelijk zijn voor de winstgevendheid en de solvabiliteitspositie van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen. De gevoeligheid van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen voor ontwikkelingen op de markt en in de economie vraagt daarom om bijzondere voorzichtigheid en een passend kader om mogelijke verslechtering van de financiële positie van dergelijke ondernemingen, ook preventief, te beheren. Enkele recente gevallen van falen en bijna-falen, met name van grensoverschrijdende aard, hebben zwakke punten van het huidige kader aan het licht gebracht, die moeten worden aangepakt om een ordelijke uittreding van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen uit de markt te organiseren.
(3) Activiteiten, diensten of bedrijfsactiviteiten van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen die niet gemakkelijk binnen een redelijke termijn of tegen redelijke kosten voor verzekeringnemers, begunstigden of benadeelde partijen kunnen worden vervangen, moeten worden beschouwd als kritieke functies die moeten worden voortgezet. Dergelijke activiteiten, diensten of bedrijfsactiviteiten kunnen op Unie, nationaal of regionaal niveau van cruciaal belang zijn. De continuïteit van de bescherming van verzekeringen of herverzekeringen verdient vaak de voorkeur boven de liquidatie van een falende onderneming, aangezien die continuïteit voor verzekeringnemers, begunstigden of benadeelde partijen het gunstigste resultaat oplevert. Daarom is het van cruciaal belang dat er adequate instrumenten beschikbaar zijn om falen te voorkomen en, indien deze situaties zich toch voordoen, om de negatieve gevolgen tot een minimum te beperken door de continuïteit van die kritieke functies te waarborgen.
(4) Het waarborgen van een doeltreffende afwikkeling van falende verzekerings- en herverzekeringsondernemingen binnen de Unie is een essentieel onderdeel van de voltooiing van de interne markt. Het falen van dergelijke ondernemingen heeft niet alleen gevolgen voor de verzekeringnemers en mogelijk voor de reële economie en de financiële stabiliteit van de markten waarop die verzekerings- en herverzekeringsondernemingen rechtstreeks actief zijn, maar ook voor het vertrouwen in de interne markt voor verzekeringen. De voltooiing van de interne markt voor financiële diensten heeft de onderlinge verwevenheid van de verschillende nationale financiële systemen versterkt. Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen opereren op de financiële markten om hun beleggingsportefeuille en de risico’s in verband met hun activiteiten te beheren. Via hun derivatenactiviteiten zijn zij verweven met de interbancaire en andere financiële markten, die in wezen pan-Europees zijn. In die context kan het onvermogen van de lidstaten om het falen van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming te ondervangen en die onderneming op een voorspelbare en geharmoniseerde wijze zodanig af te wikkelen dat bredere systeemschade effectief wordt voorkomen, de stabiliteit van de financiële markten en bijgevolg de interne markt voor financiële diensten ondermijnen.
(5) De wereldwijde financiële crisis van 2008 heeft de noodzaak aangetoond om een passend herstel- en afwikkelingskader voor verzekerings- en herverzekeringsondernemingen te ontwikkelen. Op internationaal niveau heeft de Financial Stability Board (FSB) in oktober 2014 de kernelementen (Key Attributes, KA) voor doeltreffende afwikkelingsregelingen vastgesteld 15 voor verzekeringsondernemingen die een groot of kritiek systeemrisico opleveren als zij falen. De FSB heeft in juni 2016 verdere houvast gepubliceerd voor het ontwikkelen van doeltreffende afwikkelingsstrategieën en -plannen voor systeemrelevante verzekeraars 16 . Tegelijkertijd heeft de International Association of Insurance Supervisors (IAIS) in november 2019 voor alle verzekerings- en herverzekeringsondernemingen Insurance Core Principles vastgesteld, een Common Framework for the Supervision of Internationally Active Insurance Groups (IAIG), waarin de normen voor preventieve herstelplanning en de maatregelen die autoriteiten geacht worden te nemen voor een verzekerings- of herverzekeringsonderneming die de markt verlaat of wordt afgewikkeld, nader worden uitgewerkt 17 . Met deze ontwikkelingen moet rekening worden gehouden bij het vaststellen van een kader voor het herstel en de afwikkeling van falende verzekerings- en herverzekeringsondernemingen.
(6) Veel verzekerings- en herverzekeringsondernemingen zijn buiten de landsgrenzen actief. Een gebrek aan coördinatie en samenwerking tussen overheidsinstanties bij de voorbereiding op en het beheer van de moeilijkheden of het falen van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming die buiten de landsgrenzen actief is, zou het wederzijds vertrouwen van de lidstaten ondermijnen, zou tot een suboptimaal resultaat voor verzekeringnemers, begunstigden en benadeelde partijen leiden en zou de geloofwaardigheid van de interne markt voor verzekeringen aantasten.
(7) In de Europese Unie bestaan momenteel geen geharmoniseerde procedures voor een gecoördineerde afwikkeling van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen. In plaats daarvan bestaan er tussen de lidstaten grote materiële en procedurele verschillen in de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn op falende verzekerings- en herverzekeringsondernemingen. Daarnaast zullen insolventieprocedures voor ondernemingen niet altijd geschikt zijn voor verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, omdat deze procedures mogelijk niet altijd de continuïteit van voor verzekeringnemers, begunstigden en benadeelde partijen, de reële economie of de financiële stabiliteit als geheel kritieke functies kunnen waarborgen.
(8) De continuïteit van de kritieke functies van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen die falen of dreigen te falen moet worden gewaarborgd, waarbij de gevolgen van het falen van een dergelijke onderneming voor de economie en het financiële stelsel tot een minimum moeten worden beperkt. Daarom moet een kader worden vastgesteld dat de autoriteiten een geloofwaardig instrumentarium biedt waarmee zij vroegtijdig en snel kunnen ingrijpen als een verzekerings- of herverzekeringsonderneming faalt of waarschijnlijk zal falen. Een dergelijk kader moet ervoor zorgen dat aandeelhouders de eerste verliezen dragen en dat schuldeisers verliezen dragen na de aandeelhouders, op voorwaarde dat geen enkele schuldeiser grotere verliezen lijdt dan de verliezen die hij had geleden indien de verzekerings- of herverzekeringsonderneming volgens een normale insolventieprocedure was geliquideerd, in overeenstemming met het beginsel dat geen enkele crediteur slechter af mag zijn.
(9) Het vast te stellen kader moet de autoriteiten in staat stellen om de continuïteit van de bescherming van de verzekeringen voor verzekeringnemers, begunstigden en benadeelde partijen te waarborgen, in voorkomend geval levensvatbare activiteiten en portefeuilles van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming over te dragen en verliezen op een billijke en voorspelbare wijze te verdelen. Deze doelstellingen moeten helpen te voorkomen dat verzekeringnemers, begunstigden en benadeelde partijen onnodig verlies lijden of sociale problemen ondervinden, moeten negatieve gevolgen voor de reële economie beperken en moeten de negatieve effecten op financiële markten en de kosten voor de belastingbetaler tot een minimum beperken.
(10) De herziening van Richtlijn 2009/138/EG, en met name de invoering van risicogevoeligere kapitaalvereisten, versterkt toezicht, verscherpte liquiditeitsmonitoring en betere instrumenten voor macroprudentieel beleid, moet de waarschijnlijkheid van een falen van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen verder verkleinen en deze ondernemingen beter weerbaar maken tegen economische stress, ongeacht of deze wordt veroorzaakt door systeemverstoringen of door gebeurtenissen die specifiek zijn voor de individuele onderneming. Ondanks een solide en robuust prudentieel kader, kunnen situaties van financiële moeilijkheden echter niet volledig worden uitgesloten. De lidstaten moeten daarom voorbereid zijn en over adequate herstel- en afwikkelingsinstrumenten beschikken om het hoofd te kunnen bieden aan situaties van zowel een systeemcrisis als falen van individuele ondernemingen. Dergelijke instrumenten moeten mechanismen bevatten waarmee die autoriteiten doeltreffend kunnen omgaan met ondernemingen die falen of waarschijnlijk zullen falen. Bij het gebruik van dergelijke instrumenten en de uitoefening van dergelijke bevoegdheden moet rekening worden gehouden met de omstandigheden waarin het falen zich voordoet.
(11) Sommige lidstaten hebben reeds vereisten inzake preventieve herstelplanning en mechanismen voor de afwikkeling van falende verzekerings- of herverzekeringsondernemingen ingevoerd. Het ontbreken van gemeenschappelijke voorwaarden, bevoegdheden en procedures voor het herstel en de afwikkeling van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen binnen de Unie zal naar alle waarschijnlijkheid echter een belemmering vormen voor het soepele functioneren van de interne markt en voor de samenwerking tussen nationale autoriteiten bij het omgaan met in financiële moeilijkheden verkerende of falende grensoverschrijdende groepen van ondernemingen. Dat geldt in het bijzonder in gevallen waarin verschillende benaderingen ertoe leiden dat nationale autoriteiten niet beschikken over dezelfde mate van controle of dezelfde mogelijkheden om verzekerings- of herverzekeringsondernemingen af te wikkelen. Deze verschillen in herstel- en afwikkelingsregelingen kunnen van invloed zijn op het gelijke speelveld en voor mogelijke verstoringen van de concurrentie tussen ondernemingen zorgen. Deze belemmeringen moeten worden weggenomen, en er moeten regels worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de interne markt niet wordt ondermijnd. Daarom moeten de regels betreffende de preventieve herstelplanning en de afwikkeling van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen aan gemeenschappelijke minimale harmonisatieregels worden onderworpen. Om te zorgen voor consistentie met de bestaande Uniewetgeving op het gebied van verzekeringsdiensten, moet de preventieve herstelregeling en de afwikkelingsregeling van toepassing zijn op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die vallen onder de prudentiële vereisten van Richtlijn 2009/138/EG.
(12) Het falen van een aan een groep verbonden entiteit kan snel de solvabiliteit en de bedrijfsactiviteiten van de hele groep onder druk zetten. Daarom is het noodzakelijk om te beschikken over vereisten inzake preventieve herstelplanning en afwikkelingsplanning voor groepen. Daarnaast moeten de autoriteiten beschikken over doeltreffende middelen om deze entiteiten corrigerende maatregelen op te leggen waarin rekening wordt gehouden met de financiële soliditeit van alle groepsentiteiten, om belemmeringen voor de afwikkelbaarheid in een groepscontext weg te nemen en om een consistente afwikkelingsregeling voor de groep als geheel op te stellen, met name in een grensoverschrijdende context. De vereisten inzake preventieve herstelplanning en afwikkelbaarheid en de afwikkelingsregelingen moeten daarom ook van toepassing zijn op moederondernemingen, holdings en andere groepsentiteiten, met inbegrip van bijkantoren van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die buiten de Unie zijn gevestigd.
(13) De geschiktheid en doeltreffendheid van het herstel- en afwikkelingskader moeten worden gewaarborgd terwijl tegelijkertijd onnodige administratieve lasten en kosten voor ondernemingen en autoriteiten moeten worden vermeden. De uitvoering van een dergelijk herstel- en afwikkelingskader moet derhalve in verhouding staan tot de aard, de omvang en de complexiteit van de betrokken onderneming en van haar activiteiten en diensten. Wat het toepassingsgebied van de vereisten inzake herstel- en afwikkelingsplanning betreft, moeten de autoriteiten op basis van een geharmoniseerde reeks risicogebaseerde criteria bepalen welke ondernemingen aan de planningsvereisten worden onderworpen. Om het vertrouwen in de interne markt voor verzekeringen en herverzekeringen te vergroten en een gelijk speelveld te bevorderen, moet een minimale mate van paraatheid worden bereikt door het vaststellen van een minimaal marktdekkingsniveau. Bij dat minimale marktdekkingsniveau moet echter rekening worden gehouden met de verschillen tussen herstel en afwikkeling, en met het al dan niet bestaan van een algemeen belang voor het nemen van afwikkelingsmaatregelen.
(14) Om dezelfde reden moeten de autoriteiten, waar passend, op ondernemingsspecifieke basis verschillende of beperkte vereisten inzake preventieve herstelplanning en afwikkelingsplanning en informatieverstrekking toepassen, met een lagere frequentie van actualiseringen. Bij het toepassen van deze vereenvoudigde verplichtingen moeten de autoriteiten rekening houden met de aard, de omvang, de complexiteit en de substitueerbaarheid van de activiteiten van een onderneming, haar aandeelhoudersstructuur en rechtsvorm, haar risicoprofiel en de mate van verwevenheid met andere gereglementeerde ondernemingen of met het financiële stelsel in het algemeen. Ook moeten de autoriteiten rekening houden met de vraag of het falen en de daaropvolgende liquidatie van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming volgens een normale insolventieprocedure waarschijnlijk aanzienlijke negatieve gevolgen zal hebben voor verzekeringnemers, financiële markten, andere ondernemingen of de economie in ruimere zin. De autoriteiten moeten jaarlijks aan de Eiopa verslag uitbrengen over de toepassing van dergelijke vereenvoudigde verplichtingen.
(15) Voor een ordelijk afwikkelingsproces, en om belangenconflicten te vermijden, moeten de lidstaten overheidsorganen of met bevoegdheden van openbaar bestuur belaste autoriteiten aanwijzen voor de uitvoering van de functies en taken met betrekking tot het herstel- en afwikkelingskader. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat er voldoende middelen aan deze afwikkelingsautoriteiten worden toegekend. Indien een lidstaat een afwikkelingsautoriteit aanwijst die andere functies heeft, moeten passende structurele regelingen worden getroffen om die functies te scheiden van de functies die verband houden met afwikkeling en om de operationele onafhankelijkheid te waarborgen. Een dergelijke functiescheiding mag er niet toe leiden dat de afwikkelingsfunctie wordt belemmerd in haar toegang tot informatie die nodig is voor het uitoefenen van haar verplichtingen krachtens het herstel- en afwikkelingskader, of dat de samenwerking tussen de verschillende autoriteiten die betrokken zijn bij de toepassing van het herstel- en afwikkelingskader wordt gehinderd.
(16) Gezien de gevolgen die het falen van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming kan hebben voor verzekeringnemers, het financiële stelsel en de economie van een lidstaat, en gezien de mogelijke noodzaak om overheidsmiddelen te gebruiken om het hoofd te bieden aan een dergelijk falen, moeten de ministeries van Financiën of andere betrokken ministeries in de lidstaten in een vroeg stadium nauw bij het proces van crisisbeheer en afwikkeling worden betrokken.
(17) Het is noodzakelijk om op doeltreffende wijze te reageren op verslechterende financiële posities van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen of op inbreuken op wettelijke voorschriften door die ondernemingen, en om escalatie van problemen te voorkomen. Toezichthoudende autoriteiten moeten daarom de bevoegdheid hebben om preventieve maatregelen op te leggen. Dergelijke bevoegdheden om preventieve maatregelen op te leggen, moeten echter in overeenstemming zijn met de interventieladder en met de toezichtbevoegdheden waarin Richtlijn 2009/138/EG reeds voorziet voor soortgelijke omstandigheden, met inbegrip van de toezichtbevoegdheden waarin is voorzien in het in artikel 36 van Richtlijn 2009/138/EG vastgestelde toezichtsproces. Dergelijke bevoegdheden om preventieve maatregelen op te leggen, mogen niet leiden tot een nieuwe, vooraf bepaalde trigger voor een interventie die voorafgaat aan het in titel I, hoofdstuk VI, afdeling 4, van die richtlijn bedoelde solvabiliteitskapitaalvereiste. De toezichthoudende autoriteiten moeten elke situatie afzonderlijk beoordelen en op basis van de omstandigheden, de situatie van de onderneming en hun eigen oordeel als toezichthouder besluiten over de noodzaak van preventieve maatregelen.
(18) Het is van essentieel belang dat groepen of, in voorkomend geval, individuele ondernemingen preventieve herstelplannen opstellen en regelmatig bijwerken, met daarin maatregelen die deze groepen of ondernemingen moeten nemen om hun financiële positie te herstellen na een aanzienlijke verslechtering van die positie die een risico voor hun levensvatbaarheid kan vormen. Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen moeten daarom een reeks kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren vaststellen die aanleiding geven tot de activering van corrigerende maatregelen waarin dergelijke preventieve herstelplannen voorzien. Dergelijke indicatoren moeten verzekerings- en herverzekeringsondernemingen helpen bij het nemen van corrigerende maatregelen in het belang van hun verzekeringnemers en mogen geen nieuwe prudentiële regelgevingsvereisten invoeren. Preventieve herstelplannen die alle juridische entiteiten van wezenlijk binnen de groep bestrijken, moeten gedetailleerd zijn en zijn gebaseerd op realistische aannames die in verschillende robuuste en ernstige scenario’s van toepassing zijn. Deze preventieve herstelplannen moeten integrerend deel uitmaken van het governancesysteem van de onderneming. Bestaande instrumenten kunnen als input dienen voor het opstellen van preventieve herstelplannen, met inbegrip van de eigen risico- en solvabiliteitsbeoordeling, noodplannen of plannen voor het beheer van het liquiditeitsrisico. De verplichting om een preventief herstelplan op te stellen, moet echter evenredig worden toegepast en mag geen afbreuk doen aan de opstelling en indiening van een realistisch saneringsplan zoals voorgeschreven in artikel 138, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG. In voorkomend geval kunnen de elementen van het preventieve herstelplan informatie bieden of als basis dienen voor het opstellen van het saneringsplan zoals vereist krachtens artikel 138, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG.
(19) Gezorgd moet worden voor een adequate mate van paraatheid voor crisissituaties. Van uiteindelijke moederondernemingen of individuele verzekerings- of herverzekeringsondernemingen moet daarom worden geëist dat zij hun preventieve herstelplannen indienen bij toezichthouders voor een volledige beoordeling ervan, waarbij onder meer moet worden gekeken of deze plannen allesomvattend zijn en de levensvatbaarheid van de onderneming of de groep daadwerkelijk en tijdig kunnen herstellen, zelfs in perioden van ernstige financiële stress. Indien een onderneming geen deugdelijk herstelplan presenteert, moeten toezichthouders de bevoegdheid hebben om te verlangen dat die onderneming de nodige maatregelen neemt om de materiële tekortkomingen van het plan te verhelpen.
(20) Afwikkelingsplanning is een essentieel bestanddeel van een doeltreffende afwikkeling. Afwikkelingsautoriteiten moeten derhalve beschikken over alle informatie die nodig is om de kritieke functies te identificeren en de voorzetting ervan te garanderen. Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen hebben bevoorrechte kennis over hun eigen functioneren en daaruit voortvloeiende problemen, en de afwikkelingsautoriteiten moeten afwikkelingsplannen daarom opstellen op basis van onder meer de door de betrokken ondernemingen verstrekte informatie. Om onnodige administratieve lasten te vermijden, moeten de afwikkelingsautoriteiten in de eerste plaats de nodige informatie opvragen bij de toezichthoudende autoriteiten.
(21) Ondernemingen met een laag risicoprofiel mogen vanwege hun lage risicoprofiel niet worden verplicht om afzonderlijke preventieve herstelplannen op te stellen, noch moeten zij aan afwikkelingsplanning worden onderworpen.
(22) Om te anticiperen op de mogelijke interactie tussen corrigerende en afwikkelingsmaatregelen en om de crisisparaatheid en de afwikkelbaarheid van groepen te verbeteren, moet elke groepsbehandeling voor preventieve herstelplanning en voor afwikkelingsplanning gelden voor alle groepsentiteiten die onder groepstoezicht staan. In de preventieve herstelplannen en in de afwikkelingsplannen moet rekening worden gehouden met de financiële, technische en bedrijfsstructuur van de betrokken groep en de mate van interne onderlinge verwevenheid.
(23) Preventieve groepsherstelplannen en groepsafwikkelingsplannen moeten voor de groep als geheel worden opgesteld en moeten maatregelen bevatten met betrekking tot zowel de uiteindelijke moederonderneming als de afzonderlijke dochterondernemingen die deel uitmaken van die groep. De mate waarin dochterondernemingen in de groepsherstel- en groepsafwikkelingsplannen in aanmerking worden genomen, moet echter in verhouding staan tot de relevantie ervan voor de groep en de verzekeringnemers, de reële economie en het financiële stelsel in de lidstaten waar deze dochterondernemingen actief zijn. De afwikkelingsautoriteiten van de lidstaten waar een groep dochterondernemingen heeft, moeten bij het opstellen van afwikkelingsplannen worden betrokken. De betrokken autoriteiten, handelend in toezicht- of afwikkelingscolleges, moeten alles in het werk stellen om te komen tot een gezamenlijk besluit over de beoordeling en de vaststelling van die plannen. Adequate crisisparaatheid mag echter niet worden beïnvloed door het ontbreken van een gezamenlijk besluit binnen de toezicht- en afwikkelingscolleges. In dergelijke gevallen moet elke toezichthoudende autoriteit die voor een dochteronderneming verantwoordelijk is, de mogelijkheid hebben om een preventief herstelplan te eisen voor de onder haar rechtsgebied vallende dochterondernemingen en om zelf het preventieve herstelplan te beoordelen. Om dezelfde redenen moet elke voor een dochteronderneming verantwoordelijke afwikkelingsautoriteit voor de onder haar rechtsgebied vallende dochterondernemingen een afwikkelingsplan opstellen en bijhouden. Het opstellen van individuele preventieve herstelplannen en afwikkelingsplannen voor ondernemingen die deel uitmaken van een groep, moet uitzonderlijk blijven en naar behoren worden gemotiveerd, en de plannen moeten dezelfde normen toepassen als die welke van toepassing zijn op vergelijkbare ondernemingen in de betrokken lidstaat. Wanneer individuele preventieve herstelplannen en afwikkelingsplannen voor ondernemingen die deel uitmaken van een groep worden opgesteld, moeten de betrokken autoriteiten streven naar een zo groot mogelijke samenhang met de preventieve herstelplannen en de afwikkelingsplannen voor de rest van de groep.
(24) Om alle betrokken autoriteiten volledig en permanent op de hoogte te houden, moeten de toezichthoudende autoriteiten alle preventieve herstelplannen en eventuele wijzigingen daarvan doorgeven aan de betrokken afwikkelingsautoriteiten, en de afwikkelingsautoriteiten moeten de afwikkelingsplannen en eventuele wijzigingen daarvan doorgeven aan de betrokken toezichthoudende autoriteiten.
(25) Op basis van een beoordeling van de afwikkelbaarheid van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen moeten afwikkelingsautoriteiten de bevoegdheid hebben om – hetzij direct, hetzij indirect via de toezichthoudende autoriteit – te eisen dat verzekerings- of herverzekeringsondernemingen hun structuur en organisatie wijzigen. Afwikkelingsautoriteiten moeten ook de mogelijkheid hebben om noodzakelijke, doch evenredige maatregelen te nemen om wezenlijke belemmeringen voor de toepassing van afwikkelingsinstrumenten te beperken of weg te nemen en om de afwikkelbaarheid van de betrokken entiteiten te waarborgen. Afwikkelingsautoriteiten moeten de afwikkelbaarheid van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen beoordelen op het niveau van die ondernemingen waar naar verwachting, overeenkomstig het groepsafwikkelingsplan, afwikkelingsmaatregelen zullen worden genomen. De bevoegdheid van de afwikkelingsautoriteiten om wijzigingen in de structuur en organisatie van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming te eisen, of om maatregelen te nemen om wezenlijke belemmeringen voor de toepassing van afwikkelingsinstrumenten te beperken of weg te nemen en om de afwikkelbaarheid van de betrokken entiteiten te waarborgen, mag niet verder gaan dan hetgeen noodzakelijk is om de structuur en bedrijfsactiviteiten van de betrokken verzekerings- of herverzekeringsonderneming te vereenvoudigen met als doel de afwikkelbaarheid van de onderneming te verbeteren.
(26) De uitvoering van in een preventief herstelplan of in een afwikkelingsplan beschreven maatregelen kan gevolgen hebben voor het personeel van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen. Die plannen moeten daarom procedures bevatten om, in voorkomend geval, werknemersvertegenwoordigers tijdens de herstel- en afwikkelingsprocessen te informeren en raadplegen. In die procedures moet rekening worden gehouden met collectieve overeenkomsten, andere overeenkomsten tussen de sociale partners, het nationale recht en het Unierecht betreffende inspraak van vakbonden en werknemersvertegenwoordigers bij de herstructurering van ondernemingen.
(27) Voor een doeltreffend herstel en afwikkeling van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen of groepsentiteiten die in de hele Unie actief zijn, is in alle fasen van het proces – van de voorbereiding van preventieve herstelplannen en van afwikkelingsplannen tot de feitelijke afwikkeling van een onderneming – samenwerking vereist tussen toezichthoudende autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten in toezicht- en afwikkelingscolleges. Wanneer autoriteiten het oneens zijn over te nemen besluiten over groepen en ondernemingen, moet de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen – “Eiopa”), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad 18 , in laatste instantie een bemiddelende rol spelen.
(28) Tijdens de afwikkelingsfase en de preventieve fase moeten de aandeelhouders de volledige verantwoordelijkheid voor en controle over de verzekerings- of herverzekeringsonderneming behouden. Zij mogen deze verantwoordelijkheid niet langer behouden zodra de onderneming wordt afgewikkeld. Het afwikkelingskader moet garanderen dat tijdig tot afwikkeling wordt overgegaan, d.w.z. nog voordat een verzekerings- of herverzekeringsonderneming balans- of kasstroommatig insolvent is, voordat het volledige aandelenkapitaal is weggevaagd of voordat de verzekerings- of herverzekeringsonderneming niet meer aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen wanneer die betalingen verschuldigd worden. De afwikkeling moet worden geïnitieerd wanneer een toezichthoudende autoriteit, na raadpleging van een afwikkelingsautoriteit, of na te zijn geraadpleegd door een afwikkelingsautoriteit, vaststelt dat een verzekerings- of herverzekeringsonderneming faalt of waarschijnlijk zal falen, en alternatieve maatregelen een dergelijk falen binnen een redelijk tijdsbestek niet zouden voorkomen. Een verzekerings- of herverzekeringsonderneming moet geacht worden te falen of waarschijnlijk te falen in een of meer van de volgende omstandigheden: i) de onderneming maakt inbreuk of zal waarschijnlijk inbreuk maken op het in titel I, hoofdstuk VI, afdeling 4, van Richtlijn 2009/138/EG vastgestelde minimumkapitaalvereiste en er is geen redelijk vooruitzicht op herstel van de naleving; ii) de onderneming voldoet niet meer aan de vergunningvoorwaarden of schiet ernstig tekort bij het voldoen aan haar wettelijke verplichtingen uit hoofde van de op haar van toepassing zijnde wet- en regelgeving of zal waarschijnlijk in de nabije toekomst op zodanige wijze ernstig tekortschieten bij het voldoen aan haar wettelijke verplichtingen uit hoofde van de op haar van toepassing zijnde wet- en regelgeving dat intrekking van de vergunning gerechtvaardigd zou zijn; iii) de verzekerings- of herverzekeringsonderneming is niet in staat of zal waarschijnlijk in de nabije toekomst niet in staat zijn haar schulden of andere verplichtingen, met inbegrip van betalingen aan verzekeringnemers of begunstigden, te voldoen wanneer deze opeisbaar worden; of iv) de verzekerings- of herverzekeringsonderneming heeft buitengewone openbare financiële steun nodig.
(29) Het gebruik van de afwikkelingsinstrumenten en -bevoegdheden kan de rechten van aandeelhouders en schuldeisers van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen verstoren. Met name de bevoegdheid van de afwikkelingsautoriteiten om de aandelen of alle activa van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming, of een deel daarvan, zonder toestemming van de aandeelhouders aan een particuliere verkrijger over te dragen, doet afbreuk aan de eigendomsrechten van aandeelhouders. Daarnaast kan de bevoegdheid om te bepalen welke passiva van een falende onderneming moeten worden overgedragen om de continuïteit van de diensten te waarborgen en nadelige gevolgen voor verzekeringnemers, begunstigden en benadeelden, de reële economie of de financiële stabiliteit als geheel te voorkomen, de gelijke behandeling van schuldeisers schaden. Een afwikkelingsinstrument dient daarom alleen te worden toegepast op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen die falen of waarschijnlijk zullen falen, en alleen wanneer zulks noodzakelijk is om de afwikkelingsdoelstellingen in het algemeen belang na te streven. Afwikkelingsinstrumenten dienen met name alleen te worden toegepast wanneer de verzekerings- of herverzekeringsonderneming niet op grond van de normale insolventieprocedure kan worden geliquideerd zonder de bescherming van verzekeringnemers, begunstigden en eisers onnodig aan te tasten of het financiële stelsel te destabiliseren. Bovendien dienen afwikkelingsmaatregelen noodzakelijk te zijn voor de snelle overdracht en continuïteit van kritieke functies en dient er geen redelijk vooruitzicht te bestaan op een alternatieve oplossing vanuit de particuliere sector, zoals een kapitaalverhoging door de bestaande aandeelhouders of door een derde, die toereikend is om de volledige levensvatbaarheid van de entiteit te herstellen zonder dat dit van invloed is op de schuldvorderingen uit hoofde van verzekering. Elke aantasting van de rechten van aandeelhouders en schuldeisers die voortvloeit uit afwikkelingsmaatregelen dient verenigbaar te zijn met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Met name wanneer schuldeisers die tot dezelfde categorie behoren in het kader van een afwikkelingsmaatregel verschillend worden behandeld, moeten dergelijke verschillen door het algemeen belang worden gerechtvaardigd en evenredig zijn met de aan te pakken risico’s, waarbij direct noch indirect onderscheid mag worden gemaakt op grond van nationaliteit.
(30) Bij het toepassen van afwikkelingsinstrumenten en het uitoefenen van afwikkelingsbevoegdheden moeten afwikkelingsautoriteiten alle dienstige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de afwikkelingsmaatregel wordt genomen overeenkomstig het beginsel dat schuldvorderingen uit hoofde van verzekering worden getroffen nadat aandeelhouders en andere schuldeisers een passend aandeel van de verliezen hebben gedragen. Bovendien dienen de afwikkelingsautoriteiten ervoor te zorgen dat de kosten voor de afwikkeling van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming tot een minimum worden beperkt en dat schuldeisers van dezelfde categorie op gelijkwaardige wijze worden behandeld.
(31) De afschrijving of omzetting van kapitaalinstrumenten, schuldinstrumenten en andere in aanmerking komende passiva moet een intern mechanisme voor verliesabsorptie omvatten. Dit mechanisme moet – in combinatie met overdrachtsinstrumenten die zijn gericht op handhaving van de continuïteit van de verzekeringsdekking ten bate van de verzekeringnemers, begunstigden en benadeelden – de verwezenlijking van de afwikkelingsdoelstellingen mogelijk maken en het effect van het falen van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming op verzekeringnemers in sterk beperken. In sommige extreme gevallen echter kan de afwikkeling van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming de interventie van specifieke nationale regelingen, in het bijzonder een verzekeringsgarantiestelsel of een afwikkelingsfonds, vereisen om aanvullende middelen voor verliesabsorptie en herstructurering of, als ultieme redmiddel, buitengewone openbare financiële steun te bieden. De nodige waarborgen ter bescherming van de schuldeisers moeten ook het bestaan van dergelijke specifieke nationale regelingen te weerspiegelen, welke regelingen op hun beurt dienen te voldoen aan de staatssteunregels van de Unie. Het afschrijvings- of omzettingsinstrument moet worden toegepast voordat van buitengewone openbare financiële steun gebruik wordt gemaakt.
(32) Er mag niet onevenredig worden ingegrepen in eigendomsrechten. Getroffen aandeelhouders en schuldeisers van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, met inbegrip van verzekeringnemers, mogen derhalve geen grotere verliezen lijden dan de verliezen die zij hadden geleden indien de verzekerings- of herverzekeringsonderneming was geliquideerd op het moment waarop het afwikkelingsbesluit werd genomen. In het geval van een gedeeltelijke overdracht van activa en passiva van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming in afwikkeling aan een particuliere verkrijger of aan een overbruggingsonderneming, dient het resterende deel van de onderneming in afwikkeling te worden geliquideerd volgens de normale insolventieprocedure. De nog in de liquidatieprocedure van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming verwikkelde aandeelhouders en schuldeisers moeten het recht hebben om ter betaling van, of als compensatie voor, hun vorderingen in het kader van de liquidatieprocedure niet minder te ontvangen dan wat zij naar schatting hadden teruggekregen indien de gehele verzekerings- of herverzekeringsonderneming volgens de normale insolventieprocedure was geliquideerd.
(33) Ter bescherming van de rechten van aandeelhouders en schuldeisers moeten duidelijke verplichtingen betreffende de waardering van de activa en passiva van de onderneming in afwikkeling worden vastgelegd, alsmede verplichtingen betreffende de waardering van de behandeling die de aandeelhouders en schuldeisers zouden hebben genoten als de onderneming volgens een normale insolventieprocedure zou zijn geliquideerd. Voordat er een afwikkelingsmaatregel wordt genomen, moet derhalve worden vastgelegd dat er een eerlijke en realistische waardering van de activa en passiva van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming wordt gemaakt. Een dergelijke waardering dient vatbaar te zijn voor beroep. Vanwege de aard van een afwikkelingsmaatregel en de nauwe band ervan met de waardering, dient een dergelijk beroep echter alleen mogelijk te zijn wanneer dit gelijktijdig tegen het afwikkelingsbesluit gericht is. Bovendien moet worden vastgelegd dat er, na toepassing van de afwikkelingsinstrumenten, een vergelijking moet worden gemaakt tussen de behandeling die aandeelhouders en schuldeisers daadwerkelijk hebben genoten en de behandeling die zij volgens de normale insolventieprocedure zouden hebben genoten. Deze achteraf uitgevoerde vergelijking moet los van het afwikkelingsbesluit kunnen worden betwist. Aandeelhouders en schuldeisers die minder hebben ontvangen dan het bedrag dat zij volgens de normale insolventieprocedure zouden hebben ontvangen, dienen recht te hebben op de betaling van het verschil.
(34) Het is belangrijk dat de verliezen bij het falen van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming worden onderkend. De waardering van de activa en passiva van falende verzekerings- of herverzekeringsondernemingen moet berusten op eerlijke, prudente en realistische aannames op het moment dat de afwikkelingsinstrumenten worden toegepast. De financiële toestand van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming mag echter geen gevolgen hebben voor de waardering van de passiva van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming. In uitzonderlijke, spoedeisende situaties moeten afwikkelingsautoriteiten een snelle waardering van de activa of passiva van een falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming kunnen uitvoeren. Deze waardering dient voorlopig te zijn en te gelden totdat er een onafhankelijke waardering is uitgevoerd. De Eiopa moet een raamwerk van beginselen ontwikkelen die bij het verrichten van dergelijke waarderingen moeten worden gehanteerd, en moet toestaat dat afwikkelingsautoriteiten en onafhankelijke taxateurs verschillende specifieke methoden toepassen, naargelang het geval.
(35) Wanneer de afwikkelingsautoriteiten afwikkelingsmaatregelen nemen, moeten zij rekening houden met en gevolg geven aan de maatregelen waarin in de afwikkelingsplannen is voorzien, tenzij de afwikkelingsautoriteiten, rekening houdende met de omstandigheden van de zaak, van oordeel zijn dat de afwikkelingsdoelstellingen op doeltreffender wijze kunnen worden verwezenlijkt door middel van maatregelen waarin in de afwikkelingsplannen niet is voorzien.
(36) Afwikkelingsinstrumenten moeten zijn vormgegeven en geschikt zijn om te worden toegepast in een uiteenlopende reeks grotendeels onvoorspelbare scenario’s, rekening houdende met het feit dat er verschillen kunnen bestaan tussen één verzekerings- of herverzekeringsonderneming in crisis en een ruimere, systemische crisis. Afwikkelingsinstrumenten moeten daarom elk van deze scenario’s beslaan, met inbegrip van de “solvabele run-off” van de onderneming in afwikkeling tot aan de stopzetting ervan, de verkoop van de activiteiten of aandelen van de onderneming in afwikkeling, de oprichting van een overbruggingsonderneming, de afsplitsing van activa en passiva van de problematische of onrendabele portefeuilles van de falende onderneming, en de afschrijving of omzetting van kapitaalinstrumenten en andere in aanmerking komende passiva van de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming.
(37) Wanneer er afwikkelingsinstrumenten zijn gebruikt om verzekeringsportefeuilles over te dragen aan een solide entiteit, bijvoorbeeld een verkrijger uit de particuliere sector of een overbruggingsonderneming, moet het resterende gedeelte van de onderneming binnen een passend tijdsbestek worden geliquideerd. De duur van dit tijdsbestek moet worden gebaseerd op de noodzaak voor de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming om diensten of steun te verlenen om de verkrijger uit de particuliere sector of de overbruggingsonderneming in staat te stellen de door die overdracht verworven activiteiten of diensten uit te oefenen.
(38) Het instrument van verkoop van de onderneming moet de afwikkelingsautoriteiten in staat stellen om de verzekerings- of herverzekeringsonderneming of delen van de bedrijfsactiviteiten daarvan zonder toestemming van de aandeelhouders te verkopen aan een of meer verkrijgers. Wanneer het instrument van verkoop van de onderneming wordt toegepast, dienen de autoriteiten regelingen te treffen voor de verkoop van de betrokken verzekerings- of herverzekeringsonderneming of het betrokken deel van haar bedrijfsactiviteiten volgens een open, transparante en niet-discriminerende procedure, en tegelijkertijd zo veel mogelijk naar een maximale verkoopprijs te streven. Indien een dergelijke procedure om spoedeisende redenen niet mogelijk is, moeten de autoriteiten maatregelen nemen om nadelige effecten op de concurrentie en de interne markt te verhelpen.
(39) Alle netto-opbrengsten van een overdracht van activa of passiva van de onderneming in afwikkeling moeten bij toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming toevallen aan de onderneming in afwikkeling. Alle netto-opbrengsten van de overdracht van door de onderneming in afwikkeling uitgegeven aandelen of andere eigendomsinstrumenten moeten bij toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming toevallen aan de eigenaren van die aandelen of andere eigendomsinstrumenten. Bij de berekening dienen de uit het falen van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming en uit het afwikkelingsproces voortvloeiende kosten van de opbrengsten te worden afgetrokken.
(40) Informatie over de verkoop van een falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming en onderhandelingen met potentiële verwervers voorafgaand aan de toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming hebben waarschijnlijk een gevoelig karakter en kunnen risico’s inhouden voor het vertrouwen in de verzekeringsmarkt. Het is daarom van belang dat de openbaarmaking van dergelijke informatie, zoals vereist door Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad 19 , kan worden uitgesteld gedurende de tijd die nodig is om de afwikkeling van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming te plannen en structureren.
(41) Een overbruggingsonderneming is een verzekerings- of herverzekeringsonderneming die geheel of gedeeltelijk eigendom is van een of meer overheidsinstanties of onder de zeggenschap van de afwikkelingsautoriteit staat. Het hoofddoel van een overbruggingsonderneming is ervoor te zorgen dat kritieke functies aan de verzekeringnemers van de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming vervuld blijven worden. Een overbruggingsonderneming moet derhalve als een levensvatbare going concern-entiteit worden geëxploiteerd en weer op de markt worden gebracht zodra de omstandigheden dit toelaten, of worden geliquideerd indien de overbruggingsonderneming niet levensvatbaar is.
(42) Het instrument van afsplitsing van activa en passiva moet de autoriteiten in staat stellen om activa, rechten of passiva van een onderneming in afwikkeling over te dragen aan een afzonderlijk vehikel met het oog op de verwijdering, het beheer en de afwikkeling van die activa, rechten of passiva. Om een onrechtmatig concurrentievoordeel voor de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming te voorkomen, mag het instrument van activa en passiva alleen in combinatie met andere instrumenten worden gebruikt.
(43) Een doeltreffende afwikkelingsregeling moet ervoor zorgen dat verzekerings- of herverzekeringsondernemingen op een zodanige wijze kunnen worden afgewikkeld dat de negatieve gevolgen van het falen voor de verzekeringnemers, de belastingbetalers, de reële economie en de financiële stabiliteit tot een minimum beperkt blijven. De afschrijving of omzetting moet ervoor zorgen dat voordat de schuldvorderingen uit hoofde van verzekering worden getroffen, eerst aandeelhouders en schuldeisers van een falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming verliezen lijden en een passend deel van de kosten die voortvloeien uit het falen van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming dragen zodra gebruik wordt gemaakt van een afwikkelingsbevoegdheid. Het afschrijvings- of omzettingsinstrument moet aandeelhouders en schuldeisers van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen en, tot op zekere hoogte verzekeringnemers dus een sterkere prikkel geven om de gezondheid van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming onder normale omstandigheden te monitoren.
(44) Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat de afwikkelingsautoriteiten in een reeks uiteenlopende omstandigheden over de nodige flexibiliteit beschikken om de onderneming in afwikkeling in een solvabele run-off te plaatsen, haar activa, rechten en passiva onder de beste voorwaarden voor de verzekeringnemers over te dragen of resterende verliezen toe te delen. Daarom dient te worden bepaald dat afwikkelingsautoriteiten het afschrijvings- of omzettingsinstrument moeten kunnen toepassen zowel wanneer het doel is om de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming via een solvabele run-off af te wikkelen als wanneer kritieke verzekeringsdiensten worden overgedragen terwijl het resterende deel van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming ophoudt te bestaan en wordt geliquideerd. In dat verband kan de herstructurering van verzekeringsverplichtingen gerechtvaardigd zijn om de voortzetting van een wezenlijk deel van de verzekeringsdekking te waarborgen en wanneer dit in het belang van de verzekeringnemers wordt geacht.
(45) Wanneer er een realistisch vooruitzicht is dat de levensvatbaarheid van de onderneming kan worden hersteld en de verzekeringnemers in het afwikkelingsproces geen verliezen lijden, kan het afschrijvings- of omzettingsinstrument worden gebruikt om van de onderneming in afwikkeling weer een going concern maken. In dat geval moet de afwikkeling door middel van het afschrijvings- of omzettingsinstrument vergezeld gaan van de vervanging van het management, behalve wanneer het aanhouden van het management passend en noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de afwikkelingsdoelstellingen.
(46) Het is niet wenselijk om het afschrijvings- of omzettingsinstrument toe te passen op vorderingen voor zover deze gedekt zijn, een onderpand hebben of anderszins zijn gegarandeerd, aangezien een dergelijke afschrijving of omzetting ondoeltreffend zou kunnen zijn of potentiële negatieve gevolgen voor de financiële stabiliteit zou kunnen hebben. Om ervoor te zorgen dat het afschrijvings- of omzettingsinstrument doeltreffend is en zijn doelstellingen bereikt, is het echter wenselijk dat het kan worden toegepast op een zo breed mogelijk scala aan ongedekte passiva van een falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming. Niettemin is het passend om bepaalde soorten ongedekte passiva van het toepassingsgebied van het afschrijvings- of omzettingsinstrument uit te sluiten. Om de continuïteit van de kritieke functies te kunnen garanderen, mag het afschrijvings- of omzettingsinstrument daarom niet worden toegepast op bepaalde verplichtingen jegens werknemers van de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming of op commerciële vorderingen die betrekking hebben op goederen en diensten die kritiek zijn voor het dagelijkse functioneren van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming. Om aan pensioenfondsen en pensioenbeheerders verschuldigde pensioenrechten en om pensioenbedragen te honoreren, mag het afschrijvings- of omzettingsinstrument niet worden toegepast op de verplichtingen van de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming jegens een pensioenregeling. Om het risico op besmetting van het systeem te beperken, mag het afschrijvings- of omzettingsinstrument evenmin worden toegepast op passiva die voortvloeien uit deelneming aan betalingssystemen met een resterende looptijd van minder dan zeven dagen, noch op verplichtingen jegens verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, met uitzondering van entiteiten die deel uitmaken van dezelfde groep, met een oorspronkelijke looptijd van minder dan zeven dagen.
(47) De bescherming van verzekeringnemers, begunstigden of benadeelden is een van de belangrijkste doelstellingen van bij de afwikkeling van een onderneming. Schuldvorderingen uit hoofde van verzekering mogen daarom alleen als ultieme redmiddel aan de toepassing van het afschrijvings- of omzettingsinstrument worden onderworpen, en afwikkelingsautoriteiten moeten zorgvuldig rekening houden met de gevolgen van een mogelijke afschrijving van schuldvorderingen uit hoofde van verzekering die worden aangehouden door natuurlijke personen en micro-, kleine en middelgrote ondernemingen.
(48) Afwikkelingsautoriteiten moeten bepaalde passiva in een aantal situaties geheel of gedeeltelijk kunnen uitsluiten, zoals wanneer die passiva niet binnen een redelijk tijdsbestek kunnen worden afgeschreven of omgezet, de uitsluiting strikt noodzakelijk en evenredig is voor het bereiken van de afwikkelingsdoelstellingen, of de toepassing van het afschrijvings- of omzettingsinstrument zou leiden tot een waardevernietiging die voor de andere schuldeisers grotere verliezen met zich mee zou brengen dan wanneer die passiva werden uitgesloten. Wanneer deze uitsluitingen worden toegepast, kan het niveau van afschrijving of omzetting van andere in aanmerking komende passiva worden verhoogd om met die uitsluitingen rekening te houden, op voorwaarde dat het beginsel in acht wordt genomen dat geen enkele schuldeiser slechter af mag zijn dan bij een normale insolventieprocedure. Tegelijkertijd mag van de lidstaten niet worden verlangd dat zij de afwikkeling uit hun algemene begroting financieren.
(49) In beginsel moeten de afwikkelingsautoriteiten het afschrijvings- of omzettingsinstrument op zodanige wijze toepassen dat de gelijke behandeling van schuldeisers en de wettelijke rangorde van vorderingen volgens het toepasselijke insolventierecht worden gerespecteerd. Verliezen moeten derhalve eerst door toetsingsvermogensinstrumenten worden opgevangen en op aandeelhouders worden verhaald, ofwel door intrekking of overdracht van aandelen, ofwel door ernstige verwatering. Indien dat niet voldoende is, moet achtergestelde schuld worden omgezet of afgeschreven. Niet-achtergestelde passiva mogen uitsluitend worden omgezet of afgeschreven wanneer de achtergestelde schuld volledig is omgezet of afgeschreven.
(50) Vrijstellingen van passiva, onder meer voor betalings- en afwikkelingssystemen, werknemers of handelscrediteuren, of preferente vorderingen, moeten niet alleen in de Unie, maar ook in derde landen van toepassing zijn. Om ervoor te zorgen dat passiva in derde landen kunnen worden afgeschreven of omgezet, moet worden vastgelegd dat contractuele bepalingen die onder het recht van derde landen vallen, deze mogelijkheid erkennen. Dergelijke contractuele bepalingen dienen niet vereist te zijn voor passiva die zijn vrijgesteld van de toepassing van het afschrijvings- of omzettingsinstrument, of wanneer het recht van het derde land of een met dat derde land gesloten bindende overeenkomst de afwikkelingsautoriteit van de lidstaat in staat stelt haar afschrijvings- of omzettingsbevoegdheden uit te oefenen.
(51) Aandeelhouders en schuldeisers moeten, voor zover nodig, bijdragen aan het mechanisme voor de toedeling van verliezen van een falende onderneming. De lidstaten moeten er daarom voor zorgen dat tier 1-, tier 2- en tier 3-kapitaalinstrumenten de verliezen volledig opvangen op het point of non-viability (PoNV) van de uitgevende verzekerings- of herverzekeringsonderneming. Afwikkelingsautoriteiten moeten dan ook verplicht worden om die instrumenten volledig af te schrijven, dan wel om deze, in voorkomend geval, in tier 1-instrumenten om te zetten op het point of non-viability en voordat er een afwikkelingsmaatregel wordt genomen. Daartoe moet het point of non-viability worden opgevat als het moment waarop de desbetreffende afwikkelingsautoriteit vaststelt dat de verzekerings- of herverzekeringsonderneming voldoet aan de afwikkelingsvoorwaarden, of het moment waarop de afwikkelingsautoriteit besluit dat de verzekerings- of herverzekeringsonderneming niet langer levensvatbaar zou zijn indien deze kapitaalinstrumenten niet zouden worden afgeschreven of omgezet. Deze vereisten moeten worden opgenomen in de voor het instrument geldende voorwaarden en in elk prospectus of aanbiedingsdocument dat in verband met de instrumenten wordt gepubliceerd of verstrekt.
(52) De afwikkelingsautoriteiten moeten beschikken over alle nodige wettelijke bevoegdheden die, in diverse combinaties, bij het inzetten van de afwikkelingsinstrumenten kunnen worden uitgeoefend om een effectieve uitvoering van de afwikkeling te waarborgen. Tot die wettelijke bevoegdheden dienen te behoren de bevoegdheid om aandelen, activa, rechten of passiva van een falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming over te dragen aan een andere entiteit, zoals een andere onderneming of een overbruggingsonderneming, de bevoegdheid om aandelen van een falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming af te schrijven of in te trekken of passiva van een falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming af te schrijven of om te zetten, de bevoegdheid om het bestuur te vervangen, en de bevoegdheid om de betaling van schuldvorderingen tijdelijk op te schorten. Daarbij zijn aanvullende bevoegdheden vereist, zoals de bevoegdheid om van andere onderdelen van de groep te eisen dat zij de continuïteit van essentiële diensten garanderen.
(53) Het is niet nodig om exact voor te schrijven hoe de afwikkelingsautoriteiten moeten ingrijpen in de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming. De afwikkelingsautoriteiten moeten de keuze hebben tussen het overnemen van de zeggenschap door middel van een rechtstreekse interventie in de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming of door middel van een bestuursmaatregel. Zij dienen op basis van de omstandigheden van de zaak te beslissen.
(54) Om ervoor te zorgen dat afwikkelingsmaatregelen naar behoren worden gemeld en openbaar worden gemaakt, moeten procedurele vereisten worden vastgelegd. De informatie die de afwikkelingsautoriteiten en hun professionele adviseurs tijdens het afwikkelingsproces hebben verkregen, zal waarschijnlijk echter gevoelig zijn en moet daarom aan een effectieve vertrouwelijkheidsregeling worden onderworpen voordat het afwikkelingsbesluit openbaar wordt gemaakt. Alle informatie die met betrekking tot een besluit wordt verstrekt voordat het besluit wordt genomen – bijvoorbeeld over de vraag of aan de voorwaarden voor afwikkeling wordt voldaan, over het gebruik van een bepaald instrument of over een maatregel in de loop van de procedure – moet worden geacht gevolgen te hebben voor de publieke en particuliere belangen die bij de maatregel spelen. Daarom moet ervoor worden gezorgd dat er passende mechanismen zijn om dergelijke informatie, met inbegrip van informatie over de inhoud en de details van herstel- en afwikkelingsplannen en de resultaten van een beoordeling in dat verband, vertrouwelijk te houden.
(55) De afwikkelingsautoriteiten moeten beschikken over aanvullende bevoegdheden om de effectiviteit van de overdracht van aandelen of schuldinstrumenten en activa, rechten en passiva aan een derde-verkrijger of aan een overbruggingsonderneming te waarborgen. Met name om de overdracht van schuldvorderingen uit hoofde van verzekering te vergemakkelijken zonder afbreuk te doen aan het algemene risicoprofiel van de desbetreffende portefeuille en van de bijbehorende technische voorzieningen en kapitaalvereisten, moeten de economische voordelen van herverzekeringsovereenkomsten behouden blijven. Afwikkelingsautoriteiten moeten daarom de mogelijkheid hebben om schuldvorderingen uit hoofde van verzekering samen met hun overeenkomstige herverzekeringsrechten over te dragen. Deze mogelijkheid moet ook de bevoegdheid omvatten om rechten van derden van de overgedragen instrumenten of activa te verwijderen, de naleving van contracten af te dwingen en de continuïteit van regelingen ten aanzien van de ontvanger van de overgedragen activa en aandelen te waarborgen. Het recht van een partij om een contract met een onderneming in afwikkeling of een groepsentiteit daarvan te beëindigen om andere redenen dan de afwikkeling van de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming, moet eveneens onverlet blijven. Daarnaast moeten de afwikkelingsautoriteiten de aanvullende bevoegdheid hebben om van de resterende verzekerings- of herverzekeringsonderneming, die volgens de normale insolventieprocedure wordt geliquideerd, te eisen dat deze de diensten levert die nodig zijn om de onderneming waaraan activa of aandelen uit hoofde van de toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming of het instrument van de overbruggingsonderneming zijn overgedragen, in staat te stellen haar bedrijfsactiviteiten uit te voeren.
(56) Volgens artikel 47 van het Handvest heeft eenieder wiens door het Unierecht gewaarborgde rechten en vrijheden zijn geschonden, recht op een doeltreffende voorziening in rechte. De besluiten van afwikkelingsautoriteiten moeten derhalve vatbaar zijn voor beroep.
(57) De crisisbeheersingsmaatregelen van afwikkelingsautoriteiten kunnen complexe economische beoordelingen en een ruime beoordelingsmarge vergen. Afwikkelingsautoriteiten beschikken specifiek over de nodige deskundigheid om dergelijke beoordelingen te maken en om over het juiste gebruik van de beoordelingsmarge te beslissen. Daarom is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de complexe economische beoordelingen die afwikkelingsautoriteiten in dit verband maken, door nationale rechterlijke instanties worden gebruikt wanneer zij de betrokken crisisbeheersingsmaatregelen evalueren. Dat deze beoordelingen complex zijn, mag de nationale rechterlijke instanties er echter niet van weerhouden te onderzoeken of de bewijselementen waarop de afwikkelingsautoriteit zich baseert, materieel juist, betrouwbaar en samenhangend zijn, en of die elementen het relevante feitenkader vormen voor de beoordeling van een complexe toestand en of zij de daaruit getrokken conclusies kunnen schragen.
(58) Om op spoedeisende situaties te kunnen reageren, moet worden bepaald dat de instelling van beroep niet mag leiden tot een automatische opschorting van de gevolgen van het betwiste besluit en dat het besluit van de afwikkelingsautoriteit onmiddellijk uitvoerbaar is, vanuit de veronderstelling dat opschorting ervan in strijd zou zijn met het algemeen belang.
(59) Het is noodzakelijk bescherming te bieden aan derden die te goeder trouw activa, rechten en passiva van de instelling in afwikkeling hebben verworven uit hoofde van de uitoefening van de afwikkelingsbevoegdheden door de autoriteiten. Het is evenzeer noodzakelijk om de stabiliteit van de financiële markten te waarborgen. Een recht van beroep tegen een afwikkelingsbesluit moet derhalve alle latere, op grond van een vernietigd besluit genomen bestuurlijke handelingen of transacties onverlet laten. In dergelijke gevallen dienen de rechtsmiddelen ten aanzien van een onrechtmatig besluit beperkt te blijven tot de toekenning van schadevergoeding aan de getroffen personen.
(60) Soms moeten er mogelijk dringend crisisbeheersingsmaatregelen worden genomen wegens ernstige risico’s voor de financiële stabiliteit in de lidstaten en de Unie. Procedures naar nationaal recht betreffende de aanvraag van voorafgaande rechterlijke goedkeuring van een crisisbeheersingsmaatregel en de beoordeling van een dergelijke aanvraag door een rechterlijke instantie moeten derhalve snel verlopen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de desbetreffende autoriteit haar beslissing kan nemen zodra een rechterlijke instantie haar goedkeuring heeft gegeven. Deze mogelijkheid mag geen afbreuk doen aan het recht van belanghebbenden om bij de rechter een verzoek tot nietigverklaring van de beslissing in te dienen. Om de toepassing van het afwikkelingsbesluit niet onnodig te vertragen, mag een dergelijke mogelijkheid echter slechts voor een beperkte periode nadat de afwikkelingsautoriteit de crisisbeheersingsmaatregel heeft genomen, worden toegestaan.
(61) De efficiënte afwikkeling en de noodzaak om bevoegdheidsconflicten te voorkomen vereisen dat er geen normale insolventieprocedure ten aanzien van de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming wordt ingeleid of voortgezet zolang de afwikkelingsautoriteit haar afwikkelingsbevoegdheden uitoefent of afwikkelingsinstrumenten toepast, behalve op initiatief of met instemming van de afwikkelingsautoriteit. Het is derhalve noodzakelijk om vast te leggen dat bepaalde contractuele verplichtingen gedurende een beperkte periode kunnen worden opgeschort om afwikkelingsautoriteiten in staat te stellen de afwikkelingsinstrumenten toe te passen. Deze mogelijkheid dient echter niet te gelden voor verplichtingen jegens door een lidstaat aangewezen systemen als bedoeld in Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad 20 , met inbegrip van centrale tegenpartijen. Richtlijn 98/26/EG beperkt het risico dat aan deelname aan betalings- en afwikkelingssystemen is verbonden, met name door de verstoring ten gevolge van de insolventie van een deelnemer in een dergelijk systeem te beperken. Deze bescherming moet in crisissituaties van toepassing blijven, en de exploitanten van betalings- en afwikkelingssystemen en andere marktdeelnemers moeten over de nodige zekerheid blijven beschikken. Een crisispreventie- of crisisbeheersingsmaatregel hoeft dus niet per se te worden beschouwd als een insolventieprocedure in de zin van Richtlijn 98/26/EG, mits bij voortduring aan de materiële verplichtingen uit hoofde van het betrokken contract wordt voldaan.
(62) Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat aan afwikkelingsautoriteiten bij het overdragen van de activa en passiva aan een verkrijger uit de particuliere sector of een overbruggingsonderneming een voldoende lange termijn wordt gegund om na te gaan welke contracten moeten worden overgedragen. Daarom moet het voor afwikkelingsautoriteiten mogelijk zijn de rechten van tegenpartijen te beperken om financiële contracten voortijdig, versneld of anderszins te beëindigen voordat de overdracht heeft plaatsgevonden. Dergelijke beperkingen moeten de afwikkelingsautoriteiten de gelegenheid bieden om een getrouw beeld te krijgen van de balans van de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming, zonder de wijzigingen in waarde en bereik die grootschalige uitoefening van beëindigingsrechten met zich mee zou brengen, en moeten helpen te voorkomen dat er marktinstabiliteit ontstaat. Ingrepen in de contractuele rechten van tegenpartijen moet echter worden beperkt tot het strikt noodzakelijke. Beperkingen op de door de afwikkelingsautoriteiten opgelegde beëindigingsrechten mogen daarom alleen worden toegepast met betrekking tot crisisbeheersingsmaatregelen of gebeurtenissen die rechtstreeks verband houden met de toepassing van dergelijke maatregelen. Beëindigingsrechten die voortvloeien uit een andere wanbetaling, zoals onder meer het niet betalen of niet bijstorten bij onvoldoende marge, moeten derhalve behouden blijven.
(63) Het is noodzakelijk om legitieme kapitaalmarktregelingen te behouden in het geval van een overdracht van sommige, doch niet alle activa, rechten en passiva van een falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming. Daarom is het passend te voorzien in waarborgen om te voorkomen dat gekoppelde verplichtingen, rechten en contracten in voorkomend geval worden gesplitst, zoals contracten met dezelfde tegenpartij die onder zekerheidsregelingen vallen, financiëlezekerheidsovereenkomsten die tot overdracht leiden, salderingsovereenkomsten, overeenkomsten tot saldering bij vroegtijdige beëindiging en gestructureerde financieringsregelingen. Ingeval dergelijke waarborgen van toepassing zijn, moeten de afwikkelingsautoriteiten verplicht zijn alle gekoppelde contracten binnen een beschermde regeling over te dragen of deze allemaal bij de falende verzekerings- of herverzekeringsonderneming te laten. Deze waarborgen moeten garanderen dat de kapitaalvereisten die voor de toepassing van Richtlijn 2009/138/EG voor door een verrekeningsovereenkomst gedekte posities gelden, onverlet worden gelaten.
(64) Om de verzekerings- en herverzekeringsonderneming financiële stabiliteit te bieden, moet een moratorium op de afkooprechten van verzekeringnemers worden ingesteld. Een dergelijk moratorium, en de daaruit voortvloeiende financiële stabiliteit voor de betrokken onderneming, moeten de afwikkelingsautoriteiten voldoende tijd geven om deze ondernemingen te waarderen en te beoordelen welke afwikkelingsinstrumenten moeten worden toegepast. Een dergelijk moratorium moet ook zorgen voor een gelijke behandeling van verzekeringnemers en zo mogelijke negatieve financiële gevolgen voorkomen voor verzekeringnemers die hun verzekering niet als eersten lieten afkopen. Aangezien een van de doelstellingen van afwikkeling de voortzetting van de verzekeringsdekking is, moeten verzekeringnemers alle verplichte betalingen uit hoofde van de betrokken verzekeringsovereenkomsten blijven verrichten, ook in het geval van lijfrenten.
(65) Door ervoor te zorgen dat afwikkelingsautoriteiten over dezelfde afwikkelingsinstrumenten en -bevoegdheden beschikken, wordt gecoördineerd optreden bij het falen van een grensoverschrijdende groep gemakkelijker gemaakt. Om de samenwerking te bevorderen en gefragmenteerde nationale reacties te voorkomen, zijn er echter verdere maatregelen nodig. Om bij de afwikkeling van groepsentiteiten overeenstemming over een groepsafwikkelingsregeling te bereiken, moeten afwikkelingsautoriteiten worden verplicht elkaar te raadplegen en samen te werken in afwikkelingscolleges. Om een forum voor discussie en het bereiken van een dergelijke overeenstemming te bieden, moeten afwikkelingscolleges rond de kern van de bestaande colleges van toezichthouders worden ingesteld door daarin afwikkelingsautoriteiten op te nemen en er bevoegde ministeries, de Eiopa en, in voorkomend geval, de voor verzekeringsgarantiestelsels verantwoordelijke autoriteiten bij te betrekken. Afwikkelingscolleges dienen geen besluitvormingsorganen te zijn, maar platforms die de besluitvorming door nationale autoriteiten vergemakkelijken, waarbij het aan de betrokken nationale autoriteiten staat om de gezamenlijke besluiten te nemen.
(66) Bij de afwikkeling van grensoverschrijdende groepen dient een evenwicht te worden nagestreefd tussen, enerzijds, de behoefte aan procedures die met het kritieke karakter van de situatie rekening houden en efficiënte, rechtvaardige en tijdige oplossingen voor de groep als geheel mogelijk maken en, anderzijds, de noodzaak om de verzekeringnemers, de reële economie en de financiële stabiliteit te beschermen in alle lidstaten waar de groep actief is. De verschillende afwikkelingsautoriteiten dienen daarom in het afwikkelingscollege hun standpunten te delen, en de door de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau voorgestelde afwikkelingsmaatregelen moeten in het kader van de groepsafwikkelingsplannen tussen de verschillende afwikkelingsautoriteiten worden voorbereid en besproken. Om het nemen van gezamenlijke besluiten waar mogelijk te vergemakkelijken en te versnellen, moeten afwikkelingscolleges ook rekening houden met de standpunten van de afwikkelingsautoriteiten van alle lidstaten waar de groep actief is.
(67) Afwikkelingsmaatregelen van de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau moeten steeds rekening houden met het effect ervan op de verzekeringnemers, de reële economie en de financiële stabiliteit in de lidstaten waar de groep actief is. De afwikkelingsautoriteiten van de lidstaat waar een dochteronderneming is gevestigd, moeten daarom de mogelijkheid hebben om in laatste instantie en in naar behoren gemotiveerde gevallen bezwaar te maken tegen de besluiten van de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau wanneer die afwikkelingsautoriteiten van mening zijn dat de afwikkelingsmaatregelen niet geschikt zijn, hetzij vanwege de noodzaak om de verzekeringnemers, de reële economie en de financiële stabiliteit in de desbetreffende lidstaat te beschermen, hetzij vanwege de verplichtingen waaraan vergelijkbare ondernemingen in die lidstaten zijn onderworpen.
(68) Groepsafwikkelingsregelingen moeten een gecoördineerde afwikkeling vergemakkelijken, aangezien dat de kans vergroot dat er een optimaal resultaat voor alle ondernemingen van een groep wordt bereikt. De groepsafwikkelingsautoriteiten moeten daarom groepsafwikkelingsregelingen voorstellen en aan het afwikkelingscollege voorleggen. Afwikkelingsautoriteiten die het oneens zijn met een groepsafwikkelingsregeling of besluiten om onafhankelijke afwikkelingsmaatregelen te nemen, moeten de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau en de andere afwikkelingsautoriteiten die onder de groepsafwikkelingsregeling vallen, meedelen waarom zij het niet eens zijn en tevens nadere bijzonderheden verstrekken omtrent elke onafhankelijke afwikkelingsmaatregel die zij voornemens zijn te treffen. Elke afwikkelingsautoriteit die besluit af te wijken van de groepsafwikkelingsregeling, moet naar behoren rekening houden met de potentiële gevolgen van een dergelijke afwijking voor de verzekeringnemers, de reële economie en de financiële stabiliteit in de lidstaten waar de andere afwikkelingsautoriteiten gevestigd zijn en met de potentiële gevolgen van deze afwijking voor andere delen van de groep.
(69) Om een gecoördineerd optreden op groepsniveau te waarborgen, moet de afwikkelingsautoriteiten worden verzocht om binnen een groepsafwikkelingsregeling hetzelfde instrument toe te passen op entiteiten die tot de groep behoren en die aan de afwikkelingsvoorwaarden voldoen. Groepsafwikkelingsautoriteiten moeten daarom de bevoegdheid hebben om het instrument van de overbruggingsonderneming op groepsniveau toe te passen om een groep als geheel te stabiliseren en de eigendom van dochterondernemingen over te dragen aan de overbruggingsonderneming met het oog op de verdere verkoop van dergelijke dochterondernemingen, hetzij als pakket, hetzij afzonderlijk, wanneer de marktomstandigheden daarvoor geschikt zijn. Daarnaast moet de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau de bevoegdheid hebben om het afschrijvings- of omzettingsinstrument op het niveau van de moederonderneming toe te passen.
(70) Een doeltreffende afwikkeling van internationaal actieve verzekerings- en herverzekeringsondernemingen en groepen vereist samenwerking tussen de afwikkelingsautoriteiten van lidstaten en van derde landen. Daartoe moet de Eiopa, wanneer de situatie zulks rechtvaardigt, worden gemachtigd om niet-bindende kaderregelingen voor samenwerking met autoriteiten van derde landen te ontwikkelen en aan te gaan overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EU) nr. 1094/2010. Om dezelfde reden moet het nationale autoriteiten worden toegestaan om bilaterale regelingen te sluiten met autoriteiten van derde landen in overeenstemming met de kaderovereenkomsten voor samenwerking van de Eiopa. De ontwikkeling van dergelijke bilaterale regelingen moet zorgen voor een effectieve planning, besluitvorming en coördinatie met betrekking tot dergelijke internationaal actieve verzekerings- en herverzekeringsondernemingen. Om een gelijk speelveld te creëren, moeten dergelijke bilaterale regelingen wederkerig zijn, waarbij de afwikkelingsautoriteiten elkaars procedures erkennen en handhaven, tenzij er een uitzondering geldt op grond waarvan de erkenning van afwikkelingsprocedure van een derde land kan worden afgewezen.
(71) Zowel met betrekking tot dochterondernemingen van groepen in de Unie of derde landen als met betrekking tot bijkantoren van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen in de Unie of derde landen moet samenwerking tussen de afwikkelingsautoriteiten plaatsvinden. Dochterondernemingen van groepen uit derde landen zijn ondernemingen die in de Unie zijn gevestigd en derhalve volledig aan het Unierecht zijn onderworpen, met inbegrip van het recht inzake de toepassing van afwikkelingsinstrumenten. Het is echter noodzakelijk dat lidstaten het recht behouden om op te treden met betrekking tot bijkantoren van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen met hoofdkantoor in derde landen wanneer de erkenning en de toepassing van afwikkelingsprocedure van een derde land met betrekking tot een bijkantoor de reële economie of financiële stabiliteit in de Unie in gevaar zouden brengen, of wanneer verzekeringnemers uit de Unie niet op dezelfde wijze zouden worden behandeld als verzekeringnemers uit derde landen. In die omstandigheden moeten de lidstaten het recht hebben om, na raadpleging van hun afwikkelingsautoriteiten, de afwikkelingsprocedure van een derde land niet te erkennen.
(72) De Eiopa moet de convergentie van de praktijken van afwikkelingsautoriteiten bevorderen door middel van richtsnoeren die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 worden uitgevaardigd. Meer in het bijzonder moet de Eiopa het volgende specificeren: a) de toepassing van vereenvoudigde verplichtingen voor bepaalde ondernemingen; b) de methoden die moeten worden gebruikt bij het bepalen van de marktaandelen en de criteria voor de reikwijdte van de preventieve herstelplanning; c) een minimumlijst van kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren en een reeks scenario’s voor preventieve herstelplannen; d) de criteria voor de identificatie van kritieke functies; e) de details van de maatregelen voor het aanpakken of wegnemen van belemmeringen voor de afwikkelbaarheid en de omstandigheden waarin elke maatregel mag worden toegepast; en f) de wijze waarop informatie in samengevatte of geaggregeerde vorm moet worden verstrekt in verband met de vertrouwelijkheidsvereisten.
(73) Technische normen voor financiële diensten moeten een consistente harmonisatie en toereikende bescherming van verzekeringnemers, beleggers en consumenten in de hele Unie bevorderen. Het zou efficiënt en passend zijn om de Eiopa, als orgaan met hooggespecialiseerde expertise, te belasten met de uitwerking van aan de Commissie voor te leggen ontwerpen van technische regelgevings- en uitvoeringsnormen die geen beleidskeuzen inhouden.
(74) De Commissie dient, wanneer daarin in deze richtlijn is voorzien, de door de Eiopa ontwikkelde ontwerpen van technische reguleringsnormen vast te stellen door middel van gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 VWEU en in overeenstemming met de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 tot nadere bepaling van de volgende elementen: a) de informatie die in de preventieve herstelplannen moet worden opgenomen; b) de inhoud van afwikkelingsplannen en groepsafwikkelingsplannen; c) de kwesties en criteria voor de beoordeling van de afwikkelbaarheid; d) verschillende elementen van de waardering, zoals de methode voor de berekening van de buffer voor extra verliezen die in voorlopige waarderingen moeten worden opgenomen en de methode voor de waardering van verschillen in behandeling; e) de inhoud van de contractuele looptijd die moet worden opgenomen in een financieel contract dat onder het recht van een derde land valt; f) de operationele werking van afwikkelingscolleges. De Commissie moet, wanneer daarin in deze richtlijn is voorzien, door de Eiopa ontwikkelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen vaststellen door middel van uitvoeringshandelingen op grond van artikel 291 VWEU, overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010, met het oog op nadere bepaling van de procedures, de inhoud en de minimumreeks standaardformulieren en -templates voor de verstrekking van informatie ten behoeve van afwikkelingsplannen en de samenwerking van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming.
(75) Richtlijn 2009/138/EG voorziet in de wederzijdse erkenning en handhaving in alle lidstaten van besluiten tot reorganisatie of liquidatie van verzekeringsondernemingen. Die richtlijn zorgt ervoor dat alle activa en passiva van de onderneming, ongeacht het land waarin deze zich bevinden, in één enkele procedure in de lidstaat van herkomst worden behandeld en dat de schuldeisers in de lidstaten van ontvangst op dezelfde manier worden behandeld als de schuldeisers in de lidstaat van herkomst. Om tot een doeltreffende afwikkeling te komen, moeten de in Richtlijn 2009/138/EG neergelegde bepalingen inzake reorganisatie en liquidatie van toepassing zijn bij het gebruik van afwikkelingsinstrumenten, zowel wanneer deze instrumenten op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen worden toegepast als wanneer deze worden toegepast op andere entiteiten die onder de afwikkelingsregeling vallen. Deze bepalingen moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(76) Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad 21 , Richtlijn 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad 22 en Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad 23 bevatten regels inzake de bescherming van aandeelhouders en schuldeisers van ondernemingen die binnen het toepassingsgebied van die richtlijnen vallen. In een situatie waarin afwikkelingsautoriteiten snel moeten handelen, zouden deze regels een doeltreffende afwikkelingsmaatregel en de toepassing van afwikkelingsinstrumenten en -bevoegdheden door afwikkelingsautoriteiten kunnen belemmeren. Afwijkingen uit hoofde van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad 24 en Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad 25 moeten daarom worden uitgebreid tot maatregelen die in het kader van de afwikkeling van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen worden genomen. Om maximale rechtszekerheid voor de belanghebbende partijen te garanderen, moeten dergelijke afwijkingen duidelijk worden geformuleerd, restrictief zijn en mogen zij alleen worden gebruikt in het algemeen belang en wanneer aan de voorwaarden voor afwikkeling is voldaan.
(77) Om alle betrokken autoriteiten een adequate uitwisseling van en toegang tot informatie te bieden, moet ervoor worden gezorgd dat de afwikkelingsautoriteiten in alle relevante fora vertegenwoordigd zijn en dat de Eiopa profiteert van de deskundigheid die nodig is om de taken in verband met het herstel en de afwikkeling van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen uit te voeren. Daarom moet Verordening (EU) nr. 1094/2010 worden gewijzigd om afwikkelingsautoriteiten aan te wijzen als bevoegde autoriteiten in de zin van die verordening. Een dergelijke gelijkstelling van afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten is consistent met de overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 aan de Eiopa toevertrouwde functies om actief bij te dragen en deel te nemen aan de ontwikkeling van herstel- en afwikkelingsplannen.
(78) Het is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, de personen die de daadwerkelijke zeggenschap over hun bedrijf uitoefenen, en hun bestuurlijke, beleidsbepalende of toezichthoudende orgaan hun verplichtingen met betrekking tot de afwikkeling van dergelijke ondernemingen nakomen. Ook is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat deze ondernemingen, de personen die de daadwerkelijke zeggenschap over hun bedrijf uitoefenen, en hun bestuurlijke, beleidsbepalende of toezichthoudende orgaan in de hele Unie op dezelfde wijze worden behandeld. Daarom moeten de lidstaten worden verplicht om te voorzien in bestuurlijke sancties en andere bestuurlijke maatregelen die doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Dergelijke bestuurlijke sancties en andere bestuurlijke maatregelen moeten voldoen aan bepaalde essentiële vereisten ten aanzien van de adressaten ervan, in aanmerking te nemen criteria bij het opleggen van een bestuurlijke sanctie of andere bestuurlijke maatregel, bekendmaking van bestuurlijke sancties of andere bestuurlijke maatregelen, essentiële sanctiebevoegdheden en hoogte van bestuurlijke geldboeten. De Eiopa moet, met strikte inachtneming van het ambtsgeheim, een centrale database bijhouden met alle bestuurlijke sancties of andere bestuurlijke maatregelen en informatie over de beroepen die haar door de toezichthoudende autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten zijn gemeld.
(79) De lidstaten mogen niet worden verplicht regels vast te stellen voor bestuurlijke sancties of andere bestuurlijke maatregelen wegens inbreuken op deze richtlijn die onder het nationale strafrecht vallen. Het handhaven van strafrechtelijke sancties in plaats van bestuurlijke sancties of andere bestuurlijke maatregelen wegens inbreuken mag de afwikkelingsautoriteiten en de toezichthoudende autoriteiten evenwel niet beperken of anderszins beïnvloeden in hun vermogen om tijdig met afwikkelingsautoriteiten en toezichthoudende autoriteiten in andere lidstaten samen te werken, toegang te hebben tot informatie en informatie uit te wisselen, ook nadat de desbetreffende inbreuken voor vervolging naar de bevoegde rechterlijke instanties zijn verwezen.
(80) Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de harmonisatie van de regels en procedures voor de afwikkeling van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de effecten van het falen van een onderneming in de hele Unie beter kan worden verwezenlijkt op het niveau van de Unie, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
(81) Bij het nemen van besluiten of maatregelen op grond van deze richtlijn moeten de toezichthoudende autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten steeds terdege rekening houden met de gevolgen van hun besluiten en maatregelen voor verzekeringnemers, de reële economie en de financiële stabiliteit in andere lidstaten, en moeten zij rekening houden met het belang van een eventuele dochteronderneming of grensoverschrijdende activiteiten voor de verzekeringnemers, de financiële sector en de economie van de lidstaat waar die dochteronderneming is gevestigd of de activiteiten worden uitgevoerd, ook als de betrokken dochteronderneming of de grensoverschrijdende activiteiten van minder belang zijn voor de geconsolideerde groep.