Overwegingen bij COM(2021)721 - Wijziging van de Richtlijnen 2011/61/EU en 2009/65/EG wat betreft delegatieregelingen, liquiditeitsrisicobeheer, toezichtrapportage, verlening van bewaar- en bewaarnemingsdiensten en leninginitiëring door alternatieve beleggingsfondsen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2021)721 - Wijziging van de Richtlijnen 2011/61/EU en 2009/65/EG wat betreft delegatieregelingen, liquiditeitsrisicobeheer, ... |
---|---|
document | COM(2021)721 |
datum | 13 maart 2024 |
(2) Een robuuste delegatieregeling, gelijke behandeling van bewaarnemers, samenhang in de toezichtrapportage en een geharmoniseerde aanpak van het gebruik van instrumenten voor liquiditeitsbeheer zijn evenzeer noodzakelijk voor het beheer van instellingen voor collectieve belegging in effecten (“icbe’s”). Daarom is het passend ook Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad 26 , die regels bevat betreffende de vergunningverlening aan en de werking van icbe’s, te wijzigen op het gebied van delegatie, bewaring van activa, toezichtrapportage en liquiditeitsrisicobeheer.
(3) Om de efficiëntie van de activiteiten abi-beheerders te vergroten, moet de in artikel 6, lid 4, van Richtlijn 2011/61/EU opgenomen lijst van toegestane nevendiensten worden uitgebreid met benchmarkbeheer uit hoofde van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad 27 en kredietservicing uit hoofde van Richtlijn 2021/…./EU van het Europees Parlement en de Raad 28 .
(4) Om de rechtszekerheid te waarborgen, moet duidelijk worden gemaakt dat abi-beheerders die nevendiensten met betrekking tot financiële instrumenten verrichten, onderworpen zijn aan de voorschriften van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad 29 . Met betrekking tot andere activa die geen financiële instrumenten zijn, moeten abi-beheerders worden verplicht te voldoen aan de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU.
(5) Om de uniforme toepassing van de in de artikelen 7 en 8 van Richtlijn 2011/61/EU neergelegde vereisten inzake de noodzakelijke personele middelen van abi-beheerders te waarborgen, moet worden verduidelijkt dat een abi-beheerder de bevoegde autoriteiten bij de indiening van de vergunningaanvraag informatie moet verstrekken over de personele en technische middelen die hij zal inzetten om zijn taken uit te voeren en, in voorkomend geval, toezicht te houden op de gedelegeerden. Er moeten ten minste twee hogere leidinggevenden in dienst zijn, of de werkzaamheden van de abi-beheerder voltijds uitoefenen en in de Unie woonachtig zijn.
(6) Om een betrouwbaar overzicht te geven van de delegatieactiviteiten in de Unie die onder artikel 20 van Richtlijn 2011/61/EU vallen, dat als basis kan dienen voor toekomstige beleidsbeslissingen of toezichtmaatregelen, moeten de bevoegde autoriteiten aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) delegatiekennisgevingen verstrekken wanneer een abi-beheerder meer portefeuillebeheer- of risicobeheertaken van de abi aan in derde landen gevestigde entiteiten delegeert dan hij zelf beheert.
(7) Om consequente harmonisatie van het kennisgevingsproces op het gebied van delegatie te waarborgen, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om bij gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad 30 technische reguleringsnormen vast te stellen tot nadere bepaling van de inhoud, de vorm en de procedures, om het proces van kennisgeving van delegatieregelingen van abi-beheerders te standaardiseren. Het kennisgevingsformulier moet gegevensvelden bevatten waarin de activiteiten worden vermeld die de risico- en portefeuillebeheertaken vormen, om te bepalen of een abi-beheerder meer van dergelijke taken heeft gedelegeerd dan hij heeft aangehouden. Die technische reguleringsnormen moeten worden vastgesteld op basis van een door de ESMA ontwikkeld ontwerp.
(8) Om de uniforme toepassing van Richtlijn 2011/61/EU te bevorderen, moet worden verduidelijkt dat de in artikel 20 neergelegde delegatieregels van toepassing zijn op alle in bijlage I bij die richtlijn vermelde diensten en op de in artikel 6, lid 4, van die richtlijn bedoelde nevendiensten.
(9) Er moeten ook gemeenschappelijke regels worden vastgesteld om een efficiënte interne markt voor leninginitiërende abi’s tot stand te brengen, te zorgen voor een uniform niveau van beleggersbescherming in de Unie, abi’s in staat te stellen hun activiteiten te ontwikkelen door leningen te initiëren in alle lidstaten van de Unie, en de toegang tot financiering voor EU-ondernemingen te vergemakkelijken, een kerndoelstelling van de kapitaalmarktenunie (KMU) 31 . Gezien de snel groeiende particuliere kredietmarkt is het echter noodzakelijk de potentiële microrisico’s en macroprudentiële risico’s aan te pakken die leninginitiërende abi’s kunnen inhouden en die zich naar het bredere financiële stelsel kunnen verspreiden. De regels voor abi-beheerders die leninginitiërende fondsen beheren, moeten worden geharmoniseerd om het risicobeheer op de hele financiële markt te verbeteren en de transparantie voor beleggers te vergroten.
(10) Om het professionele beheer van abi’s te ondersteunen en de risico’s voor de financiële stabiliteit te beperken, moeten abi-beheerders die abi’s beheren die leningactiviteiten verrichten, waaronder de aankoop van leningen op de secundaire markt, doeltreffende gedragslijnen, procedures en processen hebben voor het verstrekken van leningen, het beoordelen van kredietrisico en het beheren en monitoren van hun kredietportefeuille, die periodiek moeten worden geëvalueerd.
(11) Om het risico van onderlinge verwevenheid tussen leninginitiërende abi’s en andere financiëlemarktdeelnemers te beperken, moeten de abi-beheerders van die abi’s, indien de kredietnemer een financiële instelling is, worden verplicht hun risico te diversifiëren en hun blootstelling aan specifieke limieten te onderwerpen.
(12) Om belangenconflicten te beperken, mogen abi-beheerders en hun medewerkers geen leningen ontvangen van de leninginitiërende abi’s die zij beheren. Evenzo moet het de bewaarder van de abi en zijn medewerkers of de gedelegeerde van de abi-beheerder en zijn medewerkers verboden worden leningen van de betrokken abi’s te ontvangen.
(13) Richtlijn 2011/61/EU moet het recht van abi’s erkennen om leningen te initiëren en die leningen te verhandelen op de secundaire markt. Om moreel risico te voorkomen en de algemene kredietkwaliteit van door abi's geïnitieerde leningen te handhaven, moeten dergelijke leningen onderworpen zijn aan risicobehoudvereisten, teneinde situaties te vermijden waarin leningen uitsluitend worden geïnitieerd om ze te verkopen.
(14) Door abi’s aangehouden langlopende, niet-liquide leningen kunnen liquiditeitsmismatches veroorzaken indien de open-end-structuur van de abi’s beleggers in staat stelt hun rechten van deelneming of aandelen in het fonds frequent te laten terugbetalen. Het is daarom noodzakelijk de risico’s in verband met looptijdtransformatie te beperken door een closed-end-structuur op te leggen voor abi’s die leningen initiëren, omdat closed-end-fondsen niet kwetsbaar zijn voor terugbetalingsverzoeken en geïnitieerde leningen tot het einde van de looptijd kunnen aanhouden.
(15) Het moet worden verduidelijkt dat wanneer een abi-beheerder onderworpen is aan de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU met betrekking tot de leningactiviteiten van de abi die hij beheert, en aan de vereisten van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013 32 , (EU) nr. 346/2013 33 en (EU) 2015/760 34 van het Europees Parlement en de Raad, de specifieke productregels van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 345/2013, artikel 3 van Verordening (EU) nr. 346/2013 en hoofdstuk II van Verordening (EU) 2015/760 voorrang moeten hebben op de meer algemene regels van Richtlijn 2011/61/EU.
(16) Om marktmonitoring door de toezichthoudende autoriteiten te ondersteunen, zou het verzamelen en delen van informatie via toezichtrapportage kunnen worden verbeterd. Om de efficiëntie te verbeteren en de administratieve lasten voor abi-beheerders te verminderen, zouden dubbele rapportagevereisten uit hoofde van nationale en Uniewetgeving, met name Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad 35 , Verordening (EU) 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad 36 , Verordening (EU) nr. 1011/2012 van de Europese Centrale Bank 37 en Verordening (EU) nr. 1073/2013 van de Europese Centrale Bank 38 , kunnen worden afgeschaft. De Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s) en de Europese Centrale Bank (ECB) moeten, waar nodig met de steun van de nationale bevoegde autoriteiten, de gegevensbehoeften van de verschillende toezichthoudende autoriteiten beoordelen, zodat de wijzigingen in de toezichtrapportagetemplate voor abi-beheerders doeltreffend zijn.
(17) Ter voorbereiding van de toekomstige wijzigingen in de toezichtrapportageverplichtingen moet de reikwijdte van de gegevens die van abi-beheerders kunnen worden verlangd, worden uitgebreid door afschaffing van de beperkingen, die gericht zijn op belangrijke transacties en blootstellingen of tegenpartijen. Indien de ESMA vaststelt dat een periodieke volledige openbaarmaking van de portefeuille aan toezichthouders gerechtvaardigd is, moeten de bepalingen van Richtlijn 2011/61/EU de noodzakelijke verruiming van de reikwijdte van de rapportage mogelijk maken.
(18) Om consequente harmonisatie van de toezichtrapportageverplichtingen te waarborgen, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om bij gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad 39 technische reguleringsnormen vast te stellen tot nadere bepaling van de inhoud, de vorm en de procedures, om het proces van toezichtrapportage door abi-beheerders te standaardiseren. De technische reguleringsnormen moeten de inhoud, de vorm en de procedures beschrijven om het proces van toezichtrapportage te standaardiseren, waarmee het in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 van de Commissie 40 vastgestelde rapportagemodel wordt vervangen. Die technische regulerings- en uitvoeringsnormen moeten worden vastgesteld op basis van een door de ESMA ontwikkeld ontwerp.
(19) Om het toezichtrapportageproces te standaardiseren moet de Commissie ook de bevoegdheid krijgen om door de ESMA ontwikkelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen met betrekking tot de formulieren en gegevensnormen, de rapportagefrequentie en het tijdschema voor de rapportage door abi-beheerders. De Commissie dient deze technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 291 VWEU en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
(20) Om doeltreffender te kunnen reageren op liquiditeitsdruk in gespannen marktomstandigheden en om beleggers beter te beschermen, moeten in Richtlijn 2011/61/EU regels worden opgenomen om uitvoering te geven aan de aanbevelingen van het Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB) 41 .
(21) Om beheerders van in een lidstaat gevestigde open-end-abi’s in staat te stellen het hoofd te bieden aan terugbetalingsdruk onder gespannen marktomstandigheden, moet van hen worden verlangd dat zij ten minste één instrument voor liquiditeitsbeheer kiezen uit de geharmoniseerde lijst in de bijlage, naast de mogelijkheid om terugbetalingen op te schorten. Wanneer een abi-beheerder besluit het instrument voor liquiditeitsbeheer te activeren of te deactiveren, moet hij de toezichthoudende autoriteiten daarvan in kennis stellen. Dit zou de toezichthoudende autoriteiten in staat stellen om potentiële overloopeffecten van liquiditeitsspanningen naar de ruimere markt beter aan te pakken.
(22) Beleggers moeten worden geïnformeerd over de voorwaarden voor het gebruik van instrumenten voor liquiditeitsbeheer, zodat zij een beleggingsbeslissing kunnen nemen die strookt met hun risicobereidheid en liquiditeitsbehoeften.
(23) Om consequente harmonisatie op het gebied van liquiditeitsrisicobeheer door beheerders van open-end-fondsen te waarborgen, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om bij gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad 42 technische reguleringsnormen vast te stellen tot nadere bepaling van het proces van het kiezen en gebruiken van instrumenten voor liquiditeitsbeheer, om de markt- en toezichtconvergentie te vergemakkelijken. Die technische reguleringsnormen moeten worden vastgesteld op basis van een door de ESMA ontwikkeld ontwerp.
(24) Om de beleggers te beschermen en risico’s voor de financiële stabiliteit aan te pakken, moeten de bevoegde autoriteiten kunnen verzoeken dat een beheerder van een open-end-fonds het passende instrument voor liquiditeitsbeheer activeert of deactiveert.
(25) Bewaarders spelen een belangrijke rol bij het beschermen van de belangen van beleggers en moeten hun taken kunnen uitvoeren ongeacht het type bewaarnemer dat de activa van de fondsen in bewaring neemt. Daarom is het noodzakelijk centrale effectenbewaarinstellingen in de bewaarnemingsketen op te nemen wanneer zij bewaarnemingsdiensten verlenen aan abi’s, om ervoor te zorgen dat er in alle gevallen sprake is van een stabiele informatiestroom tussen de bewaarnemer van een actief van een abi en de bewaarder. Om overbodige inspanningen te vermijden, hoeven bewaarders geen due diligence vooraf verrichten wanneer zij bewaarneming aan centrale effectenbewaarinstellingen willen delegeren.
(26) Om de samenwerking en de doeltreffendheid op toezichtgebied te verbeteren, moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst een met redenen omkleed verzoek kunnen richten tot de bevoegde autoriteit van een abi-beheerder om toezichtmaatregelen tegen een bepaalde abi-beheerder te nemen.
(27) Om de samenwerking op toezichtgebied te verbeteren moet de ESMA bovendien kunnen verzoeken dat een bevoegde autoriteit een zaak aan de ESMA voorlegt wanneer die zaak grensoverschrijdende gevolgen heeft en gevolgen kan hebben voor de bescherming van beleggers of de financiële stabiliteit. ESMA-analyses van dergelijke gevallen zullen andere bevoegde autoriteiten een beter inzicht in de besproken kwesties verschaffen en zullen bijdragen tot het voorkomen van soortgelijke gevallen in de toekomst en de integriteit van de abi-markt beschermen,
(28) Om de toezichtsconvergentie op het gebied van delegatie te ondersteunen, moet de ESMA collegiale toetsing van de toezichtpraktijken uitvoeren met bijzondere aandacht voor het voorkomen van de oprichting van brievenbusmaatschappijen. De analyse door de ESMA van de collegiale toetsingen zal worden meegenomen in de evaluatie van de in deze richtlijn vastgestelde maatregelen en het Europees Parlement, de Raad en de Commissie erop wijzen welke aanvullende maatregelen nodig kunnen zijn om de doeltreffendheid van de in Richtlijn 2011/61/EU vastgestelde delegatieregelingen te ondersteunen.
(29) Sommige geconcentreerde markten hebben geen concurrerend aanbod van bewaardiensten. Om iets te doen aan dit tekort aan dienstverleners dat tot hogere kosten voor abi-beheerders en een minder efficiënte abi-markt kan leiden, moeten de bevoegde autoriteiten abi-beheerders of abi’s kunnen toestaan in andere lidstaten bewaardiensten in te kopen, terwijl de Commissie in het kader van haar evaluatie van Richtlijn 2011/61/EU nagaat of het passend zou zijn maatregelen voor te stellen om een meer geïntegreerde markt tot stand te brengen.
(30) De mogelijkheid bieden om een bewaarder in een andere lidstaat aan te stellen moet gepaard gaan met een groter toezichtsbereik. De bewaarder moet dus worden verplicht niet alleen samen te werken met zijn eigen bevoegde autoriteiten, maar ook met de bevoegde autoriteiten van de abi die hem als bewaarder heeft aangesteld, en met de bevoegde autoriteiten van de abi-beheerder die de abi beheert, indien die bevoegde autoriteiten in een andere lidstaat zijn gevestigd dan die van de bewaarder.
(31) Om de beleggers beter te beschermen, moet de informatiestroom van abi-beheerders naar abi-beleggers worden vergroot. Om de beleggers van een abi in staat te stellen de uitgaven van de abi beter te volgen, moeten abi-beheerders vaststellen welke vergoedingen door de abi-beheerder of de met hem verbonden ondernemingen zullen worden gedragen, en periodiek verslag uitbrengen over alle vergoedingen en kosten die direct of indirect aan de abi of aan een van haar beleggingen zijn toegerekend. Abi-beheerders moeten er ook toe worden verplicht aan beleggers verslag uit te brengen over de portefeuillesamenstelling van geïnitieerde leningen.
(32) Om de markttransparantie te vergroten en effectief gebruik te maken van beschikbare abi-marktgegevens, moet de ESMA worden toegestaan de marktgegevens waarover zij beschikt in geaggregeerde of samengevatte vorm openbaar te maken, en daarom moet de vertrouwelijkheidsnorm worden versoepeld.
(33) De vereisten voor entiteiten uit derde landen die toegang hebben tot de interne markt, moeten worden afgestemd op de normen die zijn vastgesteld in de conclusies van de Raad van 2020 over de herziene EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied 43 en Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad 44 . Daarnaast moeten niet-EU-abi’s of niet-EU-abi-beheerders die onderworpen zijn aan nationale voorschriften en die actief zijn in afzonderlijke lidstaten, voldoen aan het vereiste dat zij niet gevestigd zijn in een derde land dat als niet-coöperatief in belastingzaken wordt beschouwd.
(34) Richtlijn 2009/65/EG moet voor icbe-beheermaatschappijen vergelijkbare voorwaarden waarborgen wanneer er geen reden is om verschillen in regelgeving voor icbe’s en abi-beheerders te handhaven. Dit betreft de delegatieregeling, de behandeling van bewaarnemers, de toezichtrapportagevereisten en de beschikbaarheid en het gebruik van instrumenten voor liquiditeitsbeheer.
(35) Om de uniforme toepassing van de inhoudelijke vereisten voor icbe-beheermaatschappijen te waarborgen, moet worden verduidelijkt dat beheermaatschappijen de bevoegde autoriteiten bij de indiening van de vergunningaanvraag informatie moeten verstrekken over de personele en technische middelen die zij zullen inzetten om hun taken uit te voeren en, in voorkomend geval, toezicht te houden op de gedelegeerden. Er moeten ten minste twee hogere leidinggevenden in dienst zijn of de werkzaamheden van de beheermaatschappij voltijds uitoefenen en in de Unie woonachtig zijn.
(36) Om de uniforme toepassing van Richtlijn 2009/65/EG te waarborgen, moet worden verduidelijkt dat de in artikel 13 van die richtlijn neergelegde delegatieregels van toepassing zijn op alle in bijlage II bij die richtlijn vermelde taken en op de in artikel 6, lid 3, van die richtlijn bedoelde nevendiensten.
(37) Om de juridische kaders van de Richtlijnen 2011/61/EU en 2009/65/EG met betrekking tot delegatie op elkaar af te stemmen, moet het verplicht worden dat icbe-beheermaatschappijen de delegatie van hun taken jegens de bevoegde autoriteiten verantwoorden en objectieve redenen voor de delegatie verstrekken.
(38) Om een betrouwbaar overzicht te geven van de delegatieactiviteiten in de Unie die onder artikel 13 van Richtlijn 2009/65/EG vallen, dat als basis kan dienen voor toekomstige beleidsbeslissingen of toezichtmaatregelen, moeten de bevoegde autoriteiten aan de ESMA delegatiekennisgevingen verstrekken wanneer een icbe-beheermaatschappij meer portefeuillebeheer- of risicobeheertaken aan in derde landen gevestigde entiteiten delegeert dan zij zelf beheert.
(39) Om consequente harmonisatie van het kennisgevingsproces op het gebied van delegatie te waarborgen, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om bij gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad 45 technische reguleringsnormen vast te stellen tot nadere bepaling van de inhoud, de vorm en de procedures, om het proces van kennisgeving van delegatieregelingen van icbe’s te standaardiseren. Het kennisgevingsformulier moet gegevensvelden bevatten waarin de activiteiten worden vermeld die de risico- en portefeuillebeheertaken vormen, om te bepalen of een icbe-beheermaatschappij meer van dergelijke taken heeft gedelegeerd dan zij heeft aangehouden. Die technische reguleringsnormen moeten worden vastgesteld op basis van een door de ESMA ontwikkeld ontwerp.
(40) Om de regels inzake delegatie voor abi’s en icbe's verder op elkaar af te stemmen en te komen tot een meer uniforme toepassing van de Richtlijnen 2011/61/EU en 2009/65/EG, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot de voorwaarden voor delegatie door een icbe-beheermaatschappij aan een derde en de voorwaarden waaronder een icbe-beheermaatschappij kan worden aangemerkt als brievenbusmaatschappij en dus niet langer als beheerder van de icbe kan worden beschouwd. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 46 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
(41) Deze richtlijn geeft uitvoering aan de aanbevelingen van het ESRB 47 om instrumenten voor liquiditeitsbeheer en het gebruik ervan door beheerders van open-end-fondsen te harmoniseren om doeltreffender te kunnen reageren op liquiditeitsdruk in gespannen marktomstandigheden en om beleggers beter te beschermen.
(42) Om in een lidstaat gevestigde icbe-beheermaatschappijen in staat te stellen het hoofd te bieden aan terugbetalingsdruk onder gespannen marktomstandigheden, moet van hen worden verlangd dat zij ten minste één instrument voor liquiditeitsbeheer kiezen uit de geharmoniseerde lijst in de bijlage, naast de mogelijkheid om terugbetalingen op te schorten. Wanneer een beheermaatschappij besluit het instrument voor liquiditeitsbeheer te activeren of te deactiveren, moet hij de toezichthoudende autoriteiten daarvan in kennis stellen. Dit zou de toezichthoudende autoriteiten in staat stellen om potentiële overloopeffecten van liquiditeitsspanningen naar de ruimere markt beter aan te pakken.
(43) Icbe-beleggers moeten worden geïnformeerd over de voorwaarden voor het gebruik van instrumenten voor liquiditeitsbeheer, zodat zij een beleggingsbeslissing kunnen nemen die strookt met hun risicobereidheid en liquiditeitsbehoeften.
(44) Om de beleggers te beschermen en risico’s voor de financiële stabiliteit aan te pakken, moeten de bevoegde autoriteiten kunnen verzoeken dat een icbe-beheermaatschappij het passende instrument voor liquiditeitsbeheer activeert of deactiveert.
(45) Om consequente harmonisatie op het gebied van liquiditeitsrisicobeheer door icbe-beheerders te waarborgen, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om bij gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad 48 technische reguleringsnormen vast te stellen tot nadere bepaling van het proces van het kiezen en gebruiken van instrumenten voor liquiditeitsbeheer, om de markt- en toezichtconvergentie te vergemakkelijken. Die technische reguleringsnormen moeten worden vastgesteld op basis van een door de ESMA ontwikkeld ontwerp.
(46) Om marktmonitoring door de toezichthoudende autoriteiten te ondersteunen, moet het verzamelen en delen van informatie via toezichtrapportage worden verbeterd door icbe’s aan toezichtrapportageverplichtingen te onderwerpen. De ETA’s en de ECB moet worden verzocht om, waar nodig met steun van nationale bevoegde autoriteiten, na te gaan welke gegevens de verschillende toezichthoudende autoriteiten nodig hebben gezien de bestaande rapportagevereisten uit hoofde van andere wetgeving van de Unie en de lidstaten, met name Verordening (EU) nr. 600/2014, Verordening (EU) 2019/834, Verordening (EU) nr. 1011/2012 en Verordening (EU) nr. 1073/2013. De uitkomst van deze voorbereidende werkzaamheden zou het mogelijk maken met kennis van zaken te beslissen in welke mate en in welke vorm icbe’s aan de bevoegde autoriteiten verslag moeten uitbrengen over hun transacties.
(47) Om consequente harmonisatie van de toezichtrapportageverplichtingen te waarborgen, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om bij gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad 49 technische reguleringsnormen vast te stellen tot nadere bepaling van de inhoud, de vorm en de procedures, om het proces van toezichtrapportage door icbe’s te standaardiseren. Die technische reguleringsnormen moeten worden vastgesteld op basis van een door de ESMA ontwikkeld ontwerp.
(48) Om het toezichtrapportageproces te standaardiseren moet de Commissie ook de bevoegdheid krijgen om door de ESMA ontwikkelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen met betrekking tot de formulieren en gegevensnormen, de rapportagefrequentie en het tijdschema voor de rapportage door icbe’s. De Commissie dient deze technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 291 VWEU en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
(49) Om de beleggersbescherming te waarborgen en er met name voor te zorgen dat er in alle gevallen sprake is van een stabiele informatiestroom tussen de bewaarnemer van een actief van een icbe en de bewaarder, moet de bewaardersregeling worden uitgebreid zodat centrale effectenbewaarinstellingen in de bewaarnemingsketen worden opgenomen wanneer zij bewaarnemingsdiensten verlenen aan icbe’s. Om overbodige inspanningen te vermijden, hoeven bewaarders geen due diligence vooraf verrichten wanneer zij bewaarneming aan centrale effectenbewaarinstellingen willen delegeren.
(50) Om de toezichtsconvergentie op het gebied van delegatie te ondersteunen, moet de ESMA collegiale toetsingen van de toezichtpraktijken uitvoeren met bijzondere aandacht voor het voorkomen van de oprichting van brievenbusmaatschappijen. De analyse door de ESMA van de collegiale toetsingen zou worden meegenomen in de evaluatie van de in deze richtlijn vastgestelde maatregelen en het Europees Parlement, de Raad en de Commissie erop wijzen welke aanvullende maatregelen nodig kunnen zijn om de doeltreffendheid van de in Richtlijn 2009/65/EG vastgestelde delegatieregeling te ondersteunen.
(51) Om de samenwerking en de doeltreffendheid op toezichtgebied te verbeteren, moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst een met redenen omkleed verzoek kunnen richten tot de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de icbe om toezichtmaatregelen tegen een bepaalde icbe te nemen.
(52) Om de samenwerking op toezichtgebied te verbeteren moet de ESMA bovendien kunnen verzoeken dat een bevoegde autoriteit een zaak aan de ESMA voorlegt wanneer die zaak grensoverschrijdende gevolgen heeft en gevolgen kan hebben voor de bescherming van beleggers of de financiële stabiliteit. ESMA-analyses van dergelijke gevallen zullen andere bevoegde autoriteiten een beter inzicht in de besproken kwesties verschaffen en zullen bijdragen tot het voorkomen van soortgelijke gevallen in de toekomst en de integriteit van de icbe-markten beschermen.