Overwegingen bij COM(2022)329 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 691/2011 wat betreft de invoering van nieuwe modules voor milieu-economische rekeningen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Besluit nr. 2022/591 van het Europees Parlement en de Raad van 6 april 2022 betreffende een Algemeen Milieuactieprogramma van de Unie tot 2030 12 heeft bevestigd dat gedegen informatie over de belangrijkste ontwikkelingen op milieugebied, de bedreigingen en onderliggende drijvende krachten in het kader van milieuverandering van essentieel belang is voor de ontwikkeling van doeltreffend beleid, de uitvoering daarvan en meer in het algemeen de responsabilisering van de burgers. Er moeten instrumenten ontwikkeld worden om het publiek bewuster te maken van de milieueffecten van economische activiteiten. Milieu-economische rekeningen vormen een van die instrumenten.

(2) In artikel 10 van Verordening (EU) nr. 691/2011 van het Europees Parlement en de Raad 13 is bepaald dat de Commissie verslag moet uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van die verordening en, in voorkomend geval, rekening moet houden met de bevindingen van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 691/2011 bedoelde pilotstudies om de invoering van nieuwe milieu-economische rekeningmodules voor te stellen, zoals milieugebonden overdrachtsrekeningen (subsidies), bosrekeningen en rekeningen voor ecosysteemdiensten.

(3) De nieuwe modules moeten rechtstreeks bijdragen aan de beleidsprioriteiten van de Unie inzake groene groei en hulpbronnenefficiëntie.

(4) De Statistische Commissie van de Verenigde Naties heeft het centrale raamwerk van het systeem van milieu-economische rekeningen (System of Environmental Economic Accounts — SEEA) en SEEA-ecosysteemrekeningen tijdens haar 43e zitting in februari 2012 als internationale statistische norm aangenomen en de SEEA-ecosysteemrekeningen (hoofdstukken 1 tot en met 7, waarin het boekhoudkader en de fysieke rekeningen worden beschreven) tijdens haar 52e zitting in maart 2021. De nieuwe modules van deze verordening zijn volledig in overeenstemming met het SEEA.

(5) Om haar taken uit hoofde van de Verdragen uit te voeren, met name op het gebied van milieu, duurzaamheid en klimaatverandering, heeft de Unie toegang tot volledige en betrouwbare informatie ter zake nodig. Voor empirisch onderbouwde besluitvorming zijn statistieken nodig die voldoen aan strenge kwaliteitscriteria, zoals uiteengezet in Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad 14 , overeenkomstig de doelstellingen ervan. 

(6) Om de vooruitgang in de richting van een groene, concurrerende en veerkrachtige circulaire economie beter te kunnen monitoren en de vooruitgang in de richting van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen in een context van de Unie te kunnen monitoren, zijn aanvullende gegevens nodig.

(7) De conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 6 november 2020 over Europese statistieken moedigen aan dat het Europees statistisch systeem inspeelt op de nieuwe informatiebehoeften in het kader van de Europese Green Deal, met inbegrip van die in verband met de herziening en uitbreiding van het programma voor Europese milieu-economische rekeningen.

(8) In 2019 publiceerde de Europese Rekenkamer Speciaal verslag nr. 2019/16, getiteld “Europese milieu-economische rekeningen: het nut voor beleidsmakers kan worden vergroot” 15 . In dat verslag wordt gewezen op de behoefte aan volledigere gegevens over bossen en ecosystemen en volledige tenuitvoerlegging inzake bosrekeningen.

(9) In artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 691/2011 worden de bronnen opgesomd die de lidstaten voor het opstellen van de milieu-economische rekeningen kunnen gebruiken. Om flexibiliteit te waarborgen en de administratieve lasten voor de respondenten, de nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties te verminderen, moeten de lidstaten innovatieve benaderingen kunnen toepassen. De lidstaten moeten de Commissie altijd informeren en bijzonderheden verstrekken over de kwaliteit van die benaderingen, zodat de Commissie de kwaliteit van de gegevens kan beoordelen.

(10) Aangezien de Unie momenteel uit 27 lidstaten bestaat, is het passend te verwijzen naar de “EU-27”.

(11) De in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 691/2011 opgenomen lijst van mogelijke toekomstige Europese milieu-economische rekeningen moet worden bijgewerkt om ze af te stemmen op de huidige beleidsprioriteiten van de Unie.

(12) Het Europees systeem van rekeningen 1995 (ESR 95) is vervangen door het Europees systeem van rekeningen 2010 (“ESR 2010”), dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad 16 .

(13) “ESR 2010” bevat het referentiekader van gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en boekhoudregels voor het opstellen van de rekeningen van de lidstaten voor de statistische behoeften van de Unie.

(14) Om rekening te houden met de huidige stand van de ontwikkeling van methodologieën om ecosysteemdiensten te waarderen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ter aanvulling van de verordening, door vast te stellen voor welke van de reeds in de rapportagetabellen in deel 5 van bijlage IX opgenomen ecosysteemdiensten monetaire waarden alsmede het eerste referentiejaar en een lijst van aanvaardbare methoden voor de vaststelling van die monetaire waarden moeten worden gerapporteerd. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij de voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 17 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die de gedelegeerde handelingen voorbereiden.

(15) Aangezien de doelstellingen van deze verordening, namelijk de invoering van modules voor nieuwe milieu-uitgavenrekeningen in het huidige wettelijke kader voor Europese statistieken inzake Europese milieu-economische rekeningen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve, op grond van redenen met betrekking tot de samenhang en vergelijkbaarheid, beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(16) Het Comité voor het Europees statistisch systeem is geraadpleegd,