Overwegingen bij COM(2022)503 - Uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces (codificatie) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2022)503 - Uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het ... |
---|---|
document | COM(2022)503 |
datum | 28 februari 2024 |
2020/2172 overweging 2 (aangepast)
(2) Er zijn stabilisatie- en associatieovereenkomsten gesloten met alle deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces .
1215/2009 overweging 3 (aangepast)
(3) Een openstelling van de markt van de Unie voor invoer vanuit de landen op de westelijke Balkan moet bijdragen tot het proces van politieke en economische stabilisering in de regio zonder dat dit nadelige gevolgen voor de Unie heeft.
2020/2172 overweging 5 (aangepast)
(4) Het systeem van autonome handelsmaatregelen dat oorspronkelijk werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad 8 vormt een waardevolle steun voor de economieën van de partners van de Westelijke Balkan.
1215/2009 overweging 5 (aangepast)
(5) Deze maatregelen vormen een onderdeel van het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie om tegemoet te komen aan de specifieke situatie op de westelijke Balkan. Zij vormen geen precedent voor het handelsbeleid van de Unie met andere derde landen.
1215/2009 overweging 6 (aangepast)
(6) Overeenkomstig het stabilisatie- en associatieproces, dat gebaseerd is op de Regionale Aanpak en de conclusies van de Raad van 29 april 1997, zijn aan de ontwikkeling van bilaterale betrekkingen tussen de Europese Unie en de landen op de westelijke Balkan bepaalde voorwaarden verbonden. De toekenning van autonome handelspreferenties is afhankelijk van de eerbiediging van democratische grondbeginselen en de rechten van de mens alsook de bereidheid van de betrokken landen om onderling economische betrekkingen te ontwikkelen. De toekenning van verbeterde autonome handelspreferenties aan landen die deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces, dient te worden gekoppeld aan hun bereidheid tot daadwerkelijke economische hervormingen en regionale samenwerking, met name door de totstandbrenging van vrijhandelzones in overeenstemming met de desbetreffende GATT/WTO-normen. Bovendien is voor de toekenning van autonome handelspreferenties vereist dat de begunstigde partijen een daadwerkelijke administratieve samenwerking met de Unie aangaan ter voorkoming van elk risico op fraude.
1215/2009 overweging 7
(7) Handelspreferenties kunnen slechts worden toegekend aan landen of gebieden die een douaneadministratie hebben.
1215/2009 overweging 9 (aangepast)
(8) De handelsmaatregelen waarin deze verordening voorziet, dienen er rekening mee te houden dat Servië en Kosovo ( 9 *) elk een afzonderlijk douanegebied vormen.
1215/2009 overweging 12
(9) Voor de vaststelling van de oorsprong en voor de administratieve samenwerking moeten de desbetreffende bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie 10 en Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie 11 worden toegepast.
1336/2011 overweging 9 (aangepast)
(10) Ten einde de bepalingen vast te stellen die nodig zijn voor de toepassing van deze verordening, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de nodige wijzigingen en technische aanpassingen aan bijlage I naar aanleiding van wijzigingen in de codes van de gecombineerde nomenclatuur en de onderverdelingen van het geïntegreerd tarief van de Europese Unie (Taric), alsmede de nodige aanpassingen als gevolg van de toekenning van handelspreferenties in het kader van andere overeenkomsten tussen de Unie en de in deze verordening genoemde landen en gebieden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 12 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen .
1336/2011 overweging 10 (aangepast)
(11) Om eenvormige voorwaarden te garanderen voor de uitvoering van deze richtlijn, wat betreft de opschorting van het recht om gebruik te maken van de preferentiële regelingen in geval van niet-naleving, alsmede de afgifte van certificaten van echtheid waarin wordt verklaard dat de goederen van oorsprong zijn uit het betrokken land of gebied en voldoen aan de omschrijving in deze verordening, en voor de door deze verordening voorziene, tijdelijke opschorting van de volledige regeling of van een deel daarvan, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 13 .
1215/2009 overweging 15 (aangepast)
(12) De periode gedurende dewelke deze verordening van toepassing is dient te worden beperkt tot 31 december 2025 ,
1215/2009