Overwegingen bij COM(2023)178 - Goedkeuring van en het markttoezicht op niet voor de weg bestemde mobiele machines die deelnemen aan het verkeer op de openbare weg

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het kan voorkomen dat mobiele machines met eigen aandrijving die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad23 vallen en die ontworpen of gebouwd zijn voor het verrichten van werkzaamheden (“niet voor de weg bestemde mobiele machines”), al dan niet regelmatig, aan het verkeer op de openbare weg moeten deelnemen, meestal om van de ene werkplek naar de andere te worden verplaatst.

(2) Bepaalde aspecten van het ontwerp en de constructie van niet voor de weg bestemde mobiele machines vallen reeds onder harmonisatiewetgeving van de Unie, met name Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad24, Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad25, Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad26 of Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad27, en Richtlijn 2006/42/EG.

(3) Wat de veiligheid van mobiele machines betreft, is Richtlijn 2006/42/EG de belangrijkste wetgevingshandeling die van toepassing is op die machines wanneer zij in de Unie in de handel worden gebracht. Die richtlijn bevat essentiële gezondheids- en veiligheidseisen met betrekking tot de functie van het in het terrein verrijden van mobiele machines, zoals vertragen, stoppen en remmen, de bestuurderszitplaatsen, beveiligingssystemen enz. De essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van die richtlijn zijn echter alleen bedoeld om de veiligheid tijdens het werk met deze machines te regelen, maar hebben geen betrekking op de veiligheidsaspecten van deze machines wanneer daarmee moet worden deelgenomen aan het verkeer op de openbare weg.

(4) Door het ontbreken van geharmoniseerde regels inzake de verkeersveiligheid van niet voor de weg bestemde mobiele machines worden marktdeelnemers die niet voor de weg bestemde mobiele machines produceren of in de Unie op de markt aanbieden, geconfronteerd met aanzienlijke kosten in verband met de verschillende regelgevingsvoorschriften in de lidstaten. Bovendien wordt de verkeersveiligheid voor die machines niet op uniforme wijze op het gehele grondgebied van de Unie gewaarborgd. Derhalve moeten met betrekking tot de verkeersveiligheid van niet voor de weg bestemde mobiele machines geharmoniseerde regels op het niveau van de Unie worden vastgesteld.

(5) Voor de ontwikkeling en werking van de interne markt van de Unie is het wenselijk dat er een geharmoniseerd typegoedkeuringssysteem wordt vastgesteld voor de verkeersveiligheid van niet voor de weg bestemde mobiele machines waarmee aan het verkeer op de openbare kan worden deelgenomen.

(6) Aangezien deze verordening tot doel heeft om de risico’s aan te pakken die voortvloeien uit het wegverkeer van niet voor de weg bestemde mobiele machines die ontworpen en gebouwd worden voor het verrichten van werkzaamheden en niet voor het vervoer van personen, dieren of goederen (behalve het vervoer van materialen die tot de werking van de machine bijdragen), mag deze verordening niet van toepassing zijn op machines die uitsluitend voor het vervoer van personen, dieren of goederen bestemd zijn. Deze verordening is derhalve niet van toepassing op alle soorten nieuwe apparatuur voor persoonlijke mobiliteit (elektrische scooters met een zit- of staplaats voor de bestuurder, elektrische fietsen met inbegrip van fietsen met elektrische ondersteuning en fietsen die bestemd zijn voor het vervoer van commerciële vracht, zelfbalancerende voertuigen met inbegrip van zelfbalancerende persoonlijke transporteurs en hoverboards, elektrische eenwielers, elektrische skateboards en “one-wheel”-boards).

(7) Aangezien deze verordening betrekking heeft op het wegverkeer van niet voor de weg bestemde mobiele machines die ontworpen en gebouwd worden voor het verrichten van werkzaamheden en niet voor het vervoer van werknemers, moeten mobiele machines die zijn uitgerust met meer dan drie zitplaatsen, met inbegrip van die van de bestuurder, eveneens van deze verordening worden uitgesloten.

(8) Langzame niet voor de weg bestemde mobiele machines vormen het grootste deel van de markt voor niet voor de weg bestemde mobiele machines. Daarnaast hebben sommige lidstaten voor niet voor de weg bestemde mobiele machines een maximumsnelheid van 40 km/h vastgesteld. Aangezien de risico’s voor de verkeersveiligheid evenredig zijn aan de wegsnelheid, zou het bovendien niet coherent zijn om een kader dat alleen de veiligheidsrisico’s van niet voor de weg bestemde mobiele machines aanpakt, en niet die van gewone voertuigen, ook betrekking te laten hebben op snelle niet voor de weg bestemde mobiele machines. Deze verordening mag derhalve niet van toepassing zijn op mobiele machines met een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van meer dan 40 km/h.

(9) Individuele goedkeuringen kunnen van nut zijn voor machines die op het grondgebied van slechts één lidstaat aan het verkeer deelnemen en dergelijke goedkeuringen moeten derhalve van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten.

(10) Aangezien kleine en middelgrote ondernemingen niet voor de weg bestemde mobiele machines produceren in kleine series, waarvan het aantal eenheden dat op de markt wordt aangeboden, wordt geregistreerd of in het verkeer wordt gebracht, per jaar en in elke lidstaat niet meer dan vijftig eenheden per type bedraagt, is het wenselijk om nationale typegoedkeuring van kleine series toe te staan en daarom van het toepassingsgebied van deze verordening uit te sluiten. De fabrikant moet echter een EU-typegoedkeuring kunnen aanvragen om te kunnen profiteren van vrije verkeer.

(11) Aangezien niet voor de weg bestemde mobiele machines in bepaalde gevallen vanwege hun buitensporige afmetingen op openbare wegen onvoldoende manoeuvreerbaar kunnen zijn, of vanwege hun buitensporige gewicht of te hoge massa’s het wegdek van openbare wegen of andere weginfrastructuur zouden kunnen beschadigen, is het wenselijk de lidstaten de bevoegdheid te geven om het verkeer van dergelijke machines te verbieden, zelfs indien daarvoor een typegoedkeuring overeenkomstig deze verordening is verleend.

(12) Om het risico op lichamelijk letsel en schade aan de weginfrastructuur tot een minimum te beperken wanneer niet voor de weg bestemde mobiele machines aan het verkeer op de openbare weg deelnemen, moeten technische voorschriften worden vastgesteld. De technische voorschriften moeten betrekking hebben op onderwerpen in verband met de verkeersveiligheid, zoals de integriteit van de voertuigstructuur, de door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid, de regulateur, de snelheidsbegrenzers en snelheidsmeter, de reminrichtingen, de stuurinrichting, het gezichtsveld en de massa’s en afmetingen.

(13) Om de administratieve lasten voor marktdeelnemers te verminderen, moet deze verordening toestaan dat in niet voor de weg bestemde mobiele machines gebruik wordt gemaakt van onderdelen en technische eenheden waarvoor typegoedkeuring is verleend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 167/2013 of Verordening (EU) 2018/858.

(14) Alle marktdeelnemers die een rol vervullen in de toeleverings- en distributieketen moeten passende maatregelen nemen om te waarborgen dat zij uitsluitend niet voor de weg bestemde mobiele machines op de markt aanbieden die aan deze verordening voldoen. Er moet worden gezorgd voor een duidelijke en evenredige verdeling van de verplichtingen overeenkomstig de rol van alle marktdeelnemers in de toeleverings- en distributieketen.

(15) Om te garanderen dat de procedure voor de controle van de conformiteit van de productie, die een van de hoekstenen van het EU-typegoedkeuringssysteem vormt, correct is toegepast en naar behoren functioneert, moet de bevoegde instantie of een voldoende gekwalificeerde technische dienst die daartoe is aangewezen geregeld verificaties verrichten bij de fabrikanten.

(16) Omwille van de rechtszekerheid moet worden verduidelijkt dat de in Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad28 vastgestelde voorschriften inzake markttoezicht in de Unie en de controle van producten die op de markt van de Unie worden aangeboden, van toepassing zijn op niet voor de weg bestemde mobiele machines die onder deze verordening vallen en op de aspecten die onder de technische voorschriften van deze verordening vallen of worden bestreken, zodat bijlage I bij die verordening moet worden gewijzigd om daarin de referenties van deze verordening op te nemen.

(17) Om voor eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van de EU-typegoedkeuringsprocedure en een aantal administratieve bepalingen van deze verordening te zorgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad29.

(18) Nauwere samenwerking tussen nationale autoriteiten door informatie-uitwisseling en gecoördineerde beoordelingen onder leiding van een coördinerende instantie is van cruciaal belang om een consistent hoge mate van veiligheid en gezondheid binnen de interne markt te garanderen. Dit zou ook leiden tot een efficiënter gebruik van schaarse middelen op nationaal niveau. Daartoe moet een adviesforum voor de lidstaten en de Commissie worden opgericht met als doel om beste praktijken te bevorderen, informatie uit te wisselen en de activiteiten op het gebied van de handhaving van deze verordening te coördineren. Gezien de oprichting van een dergelijk forum en gezien de taken ervan, is het niet nodig een afzonderlijke groep voor administratieve samenwerking op te richten, zoals voorgeschreven door artikel 30, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1020. Wel moet het forum worden beschouwd als een groep voor administratieve samenwerking met het oog op de toepassing van het in artikel 29 van die verordening bedoelde Unienetwerk voor productconformiteit.

(19) Om deze verordening aan te vullen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de harmonisatie van de drempels die door de lidstaten kunnen worden toegepast met betrekking tot de buitensporige afmetingen en massa’s van niet voor de weg bestemde mobiele machines en de toepasbaarheid van de elementen van de technische voorschriften, en tot vaststelling van gedetailleerde technische voorschriften, testprocedures en testmethoden, voor virtuele tests, voor regelingen met betrekking tot de conformiteit van de productie en voor het specificeren van voorschriften met betrekking tot technische diensten. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden passende raadplegingen houdt, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen plaatsvinden met inachtneming van de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven30. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

(20) De lidstaten moeten regels vaststellen voor sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en moeten erop toezien dat zij worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

(21) De Commissie moet aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de werking van deze verordening, en op basis van door de lidstaten verstrekte informatie zo nodig heroverwegen of er een exclusief wetgevingsvoorstel moet worden ingediend voor de harmonisatie van het systeem van individuele goedkeuringen op Unieniveau, dan wel of de overgangsperiode voor de nationale typegoedkeuring moet worden verlengd.

(22) Om de lidstaten, nationale autoriteiten en marktdeelnemers in staat te stellen zich op de toepassing van de bij deze verordening ingevoerde regels voor te bereiden, moet een datum van toepassing worden vastgesteld die na de datum van inwerkingtreding valt. Voorts moet worden voorzien in een overgangsperiode die de fabrikanten de mogelijkheid biedt om, gedurende die periode, aan deze verordening te voldoen en te profiteren van het vrije verkeer of te voldoen aan de desbetreffende nationale typegoedkeuringswetgeving.

(23) Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het vaststellen van geharmoniseerde technische voorschriften, administratieve voorschriften en procedures voor de typegoedkeuring van nieuwe niet voor de weg bestemde mobiele machines die aan het verkeer op de openbare weg deelnemen, alsmede van de regels en procedures voor het markttoezicht op dergelijke machines, niet in voldoende mate door de lidstaten kan worden bereikt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.