Overwegingen bij COM(2023)338 - Instelling van de faciliteit voor Oekraïne - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)338 - Instelling van de faciliteit voor Oekraïne. |
---|---|
document | COM(2023)338 |
datum | 29 februari 2024 |
(2) Sinds het begin van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne op 24 februari 2022 hebben de Unie, de lidstaten en Europese financiële instellingen ongekend omvangrijke steun ter beschikking gesteld ten behoeve van de economische, sociale en financiële veerkracht van Oekraïne; dat bedrag omvat de steun vanuit de Uniebegroting, met inbegrip van de buitengewone macrofinanciële bijstand en steun van de Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling met een volledige of gedeeltelijke garantie door de Uniebegroting, alsook verdere financiële steun van lidstaten.
(3) De Europese Raad van 23 juni 2022 heeft besloten10 om Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen; het land heeft aangegeven sterk te hechten aan een koppeling tussen wederopbouw en hervormingen op zijn Europese traject. Voortdurende krachtige steun voor Oekraïne is een centrale prioriteit voor de Unie en een passende reactie op de sterke politieke toezegging van de Unie om Oekraïne zo lang als nodig te steunen.
(4) De door de Unie verleende macrofinanciële bijstand van maximaal 18 miljard EUR voor 2023 op grond van Verordening (EU) 2022/2463 van het Europees Parlement en de Raad11 werd beschouwd als een passend antwoord op het financieringstekort van Oekraïne voor 2023 en heeft aanzienlijke financiering van andere donoren en internationale financiële instellingen helpen vrijmaken. Dit heeft op een kritiek moment in belangrijke mate bijgedragen tot de macro-economische en financiële veerkracht van Oekraïne.
(5) De Unie biedt ook aanzienlijke financiële steun door middel van een aanvullend pakket dat middelen uit het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa als wereldspeler (NDICI), vastgesteld krachtens Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad12, combineert met leningen van de Europese Investeringsbank.
(6) Daarnaast heeft de Raad, in zijn Besluit (GBVB) 2021/50913, besloten tot bijstandsmaatregelen ten behoeve van de Oekraïense strijdkrachten in het kader van de Europese Vredesfaciliteit ten belope van 5,6 miljard EUR, en tot een militaire bijstandsmissie aan Oekraïne met 0,1 miljard EUR voor de gemeenschappelijke kosten. De Unie en de lidstaten zijn via het Uniemechanisme voor civiele bescherming uit hoofde van Besluit nr. 1313/2013/EU14 van het Europees Parlement en de Raad, gewijzigd bij Verordening (EU) 2021/836 van het Europees Parlement en de Raad15, ook met een ongeziene noodrespons in natura gekomen, die de grootste noodoperatie was sinds dat mechanisme werd ingesteld.
(7) Bovendien hebben de in mei 2022 opgerichte solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne bijgedragen tot het genereren van een geschatte exportwaarde van 31 miljard EUR voor de Oekraïense economie tot eind mei 2023.
(8) De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft Oekraïne sinds 24 februari 2023 schade berokkend van meer dan 270 miljard EUR16 – en de wederopbouwkosten worden geschat op 384 miljard EUR – en geleid tot een verlies aan toegang tot financiële markten en een aanzienlijke daling van de overheidsontvangsten, terwijl de overheidsuitgaven om de humanitaire situatie aan te pakken en de continuïteit van de overheidsdiensten te handhaven, aanzienlijk zijn gestegen. Dergelijke schattingen, evenals de analytische informatie uit alle andere geschikte en latere bronnen, vormen een relevante basis voor het vaststellen van de respectieve financieringsbehoeften voor de komende jaren, met inbegrip van regionale en sectorale overwegingen.
(9) Op 30 maart 2023 heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) het tekort aan overheidsfinanciering tot 2027 op 75,1 miljard EUR geraamd en is met Oekraïne een vierjarenprogramma van 14,4 miljard EUR overeengekomen om beleid te verankeren dat de begrotings-, externe, prijs- en financiële stabiliteit en het economisch herstel ondersteunt, terwijl het bestuur wordt verbeterd en de instellingen worden versterkt om de groei op lange termijn te bevorderen in het kader van de naoorlogse wederopbouw en de weg naar toetreding tot de Europese Unie.
(10) Aangezien de financieringsbehoeften van Oekraïne ten minste tot 2027 niet volledig kunnen worden vervuld, moet flexibele steun aan de Oekraïense regering worden geboden zodat zij kan blijven functioneren en het herstel, de wederopbouw en de modernisering van het land kan ondersteunen.
(11) Gezien de schade aan de Oekraïense economie, samenleving en infrastructuur als gevolg van de Russische aanvalsoorlog moet de steun aan het land voor zijn functioneren, evenals voor verlichting op korte termijn, snel herstel, wederopbouw en modernisering van Oekraïne, alomvattend zijn om de economie te herbouwen en de basis te leggen voor een vrij en welvarend land, dat verankerd is in Europese waarden, goed geïntegreerd in de Europese en wereldwijde economie en goede vooruitgang boekt op de weg naar toetreding tot de Europese Unie.
(12) In dit verband is het nodig om één middellangetermijninstrument op te zetten dat de bilaterale steun van de Unie aan Oekraïne bundelt en zorgt voor coördinatie en efficiëntie. Daartoe moet een faciliteit voor Oekraïne (“de faciliteit”) worden opgezet, die een evenwicht biedt tussen flexibiliteit en programmeerbaarheid van de reactie van de Unie om het financieringstekort, de herstel-, wederopbouw- en moderniseringsbehoeften van Oekraïne aan te pakken en tegelijkertijd de hervormingsinspanningen van Oekraïne te ondersteunen als onderdeel van zijn toetredingstraject tot de Unie.
(13) De faciliteit voor Oekraïne moet worden ondersteund door een samenhangend en prioritair plan voor wederopbouw (het “Oekraïneplan”), opgesteld door de regering van Oekraïne, dat een gestructureerd en voorspelbaar kader biedt voor het herstel, de wederopbouw en de modernisering van Oekraïne, met duidelijke vermelding van de toetredingsvereisten tot de Unie.
(14) De steun van de Unie aan Oekraïne van 2024 tot en met 2027 moet in de eerste plaats en voornamelijk in het kader van de faciliteit voor Oekraïne worden verleend, waarbij wordt gezorgd voor een consistente aanpak via een uniform instrument, door activiteiten in het kader van de bestaande instrumenten te vervangen of, waar passend, aan te vullen.
(15) In dit verband moet de steun van de Unie in het kader van de faciliteit de bilaterale steun vervangen die wordt verleend op grond van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa als wereldspeler (NDICI) dat is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad. Het is niettemin belangrijk ervoor te zorgen dat Oekraïne kan blijven profiteren van regionale, thematische, snelle respons en andere vormen van steun in het kader van NDICI, met inbegrip van programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking, en meer in het algemeen regionale, macroregionale en grensoverschrijdende samenwerking en territoriale ontwikkeling, onder meer door de uitvoering van macroregionale strategieën van de Unie.
(16) Humanitaire hulp, defensie of steun aan lidstaten die bescherming bieden aan Oekraïense vluchtelingen die de oorlog ontvluchten, moet buiten de faciliteit om worden verleend. Bovendien kan Oekraïne blijven profiteren van relevante bestaande programma’s van de Unie.
(17) De faciliteit moet bijdragen tot het dichten van de financieringskloof van Oekraïne tot 2027, door op voorspelbare, continue, ordelijke en tijdige wijze subsidies en zeer gunstige financiële steun te verstrekken. De bijstand moet worden verleend om de macrofinanciële stabiliteit in Oekraïne te ondersteunen en om de problemen te verlichten die Oekraïne ondervindt met betrekking tot externe financiering.
(18) In het kader van de nieuwe faciliteit moet met spoed worden begonnen met investeringen in het herstel, de wederopbouw en de modernisering van Oekraïne om de Oekraïense bevolking behoorlijke levensomstandigheden te bieden, werkgelegenheid en inkomsten te genereren en de hoeveelheid internationale hulp die nodig is geleidelijk te verminderen.
(19) De faciliteit moet het herstel, de wederopbouw en de modernisering nauw verbinden met het perspectief van de Unie, door financiële steun te koppelen aan de uitvoering van hervormingen en investeringen met het oog op de toetreding.
(20) Het middellangetermijnperspectief dat het Oekraïneplan via één enkel instrument biedt, moet Oekraïne ook stimuleren om investeringen en hervormingen te kanaliseren in de richting van de transitie naar een groene, digitale en inclusieve economie, en om gelijkgestemde donoren te mobiliseren voor meerjarige bijdragen ter ondersteuning van Oekraïne.
(21) De inspanningen op het gebied van herstel, wederopbouw en modernisering moeten gebaseerd zijn op eigenaarschap van Oekraïne, nauwe samenwerking en coördinatie met de ondersteunende landen en organisaties, en het proces van Oekraïne op weg naar toetreding tot de Unie. Ook van de regionale en lokale overheden wordt verwacht dat zij een belangrijke rol zullen spelen. Peer-to-peersamenwerking en programma’s die zijn ingebed in partnerschappen tussen steden en regio’s van de Unie enerzijds en Oekraïne anderzijds moeten het proces van herstel, wederopbouw en modernisering verrijken en versnellen.
(22) De Unie moet ook nauw overleg en samenwerking bevorderen tussen lokale overheden, die een grote verscheidenheid aan subnationale niveaus en overheidsafdelingen omvatten, waaronder regio’s, gemeenten, districten en grotere gemeenten (hromady) en hun verenigingen, evenals hun deelname stimuleren aan het herstel, de wederopbouw en de modernisering van Oekraïne, op basis van duurzame ontwikkeling en door de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen op lokaal niveau. De Unie moet de diverse rollen van lokale overheden erkennen, waarbij lokale overheden als pleitbezorgers van een territoriale aanpak van lokale ontwikkeling optreden, onder meer met betrekking tot decentralisatieprocessen, participatie en verantwoordingsplicht, en haar steun voor de capaciteitsopbouw van lokale overheden verder opvoeren.
(23) De Unie moet, op basis van de ervaringen van de lidstaten, de transitie van Oekraïne naar de toetreding ondersteunen. Dergelijke samenwerking moet met name gericht zijn op het delen van de ervaringen die de lidstaten tijdens hun eigen hervormingsprocessen hebben opgedaan.
(24) De steun in het kader van de faciliteit moet ook voortbouwen op synergieën met belangrijke organisaties die de hervormingen en wederopbouw van Oekraïne ondersteunen, zoals de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, de Wereldbank, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, en het Internationaal Monetair Fonds, en deze synergieën maximaal benutten.
(25) Gezien de onzekerheden in verband met de oorlog is het passend dat de faciliteit Oekraïne kan ondersteunen in naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke omstandigheden, met name in het geval van een aanzienlijke verergering van de oorlog, en om zijn macrofinanciële stabiliteit in stand te houden en de doelstellingen van de faciliteit te kunnen verwezenlijken. Dergelijke uitzonderlijke financiering mag alleen worden verleend door middel van een uitvoeringsbesluit van de Raad op voorstel van de Commissie indien wordt geconcludeerd dat het voor Oekraïne onmogelijk is de voorwaarden van de vormen van steun uit hoofde van deze verordening na te komen, wanneer het de begunstigde van de steun is, en moet worden beëindigd zodra de voorwaarden weer kunnen worden vervuld. Dergelijke financiering mag geen afbreuk doen aan de financiering uit andere specifieke instrumenten van de Unie die moeten worden ingezet bij natuurrampen of andere humanitaire noodsituaties of noodsituaties op het gebied van civiele bescherming.
(26) Het algemene beleidskader voor de uitvoering van deze verordening wordt gevormd door het door de Europese Raad en de Raad vastgestelde uitbreidingsbeleid, de associatieovereenkomst, partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst en multilaterale overeenkomsten waarbij de Unie partij is, en andere overeenkomsten die een juridisch bindende relatie met Oekraïne tot stand brengen, alsmede resoluties van het Europees Parlement, mededelingen van de Commissie en gezamenlijke mededelingen van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. De Commissie moet zorgen voor samenhang tussen de bijstand in het kader van de faciliteit en het beleidskader voor de uitbreiding.
(27) In artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt bepaald dat elke Europese staat die de waarden van eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de rechten van de mens, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren, eerbiedigt, en die zich inzet om deze waarden te bevorderen, kan verzoeken lid te worden van de Unie. Die waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die wordt gekenmerkt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.
(28) Een Europese staat die het lidmaatschap van de Unie heeft aangevraagd, kan alleen lid worden van de Unie als vaststaat dat hij volledig voldoet aan de toetredingscriteria die de Europese Raad van Kopenhagen in juni 1993 heeft vastgesteld (de “criteria van Kopenhagen”) en op voorwaarde dat de Unie het vermogen heeft het nieuwe lid op te nemen. De criteria van Kopenhagen hebben betrekking op stabiele instellingen die de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden, het bestaan van een functionerende markteconomie, de capaciteit om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie het hoofd te kunnen bieden, garanderen en op het vermogen om niet alleen de rechten maar ook de plichten die uit de Verdragen voortvloeien, op zich te nemen, zoals het nastreven van de doelstellingen van een politieke, economische en monetaire unie.
(29) Het is in het algemeen belang van de Unie en van Oekraïne dat de inspanningen van Oekraïne om hervormingen in hun politieke, juridische en economische systemen door te voeren met het oog op het lidmaatschap van de Unie, worden ondersteund. Dat Oekraïne als kandidaat voor toetreding wordt beschouwd, is een strategische investering van de Unie in vrede, veiligheid, stabiliteit en welvaart in Europa, en brengt de Unie in een betere positie om mondiale uitdagingen het hoofd te bieden. Dit leidt ook tot grotere economische en handelsmogelijkheden, tot wederzijds voordeel van de EU en Oekraïne, en zorgt tegelijkertijd voor een geleidelijke transformatie van het land. Het vooruitzicht van het lidmaatschap van de Unie is een krachtige motor voor veranderingsprocessen en leidt tot positieve democratische, politieke, economische en maatschappelijke veranderingen.
(30) De Europese kernwaarden omarmen en er zich op vastleggen is een keuze, en is essentieel voor de aspiratie van Oekraïne om tot de Unie te willen toetreden. Oekraïne moet bijgevolg zijn verantwoordelijkheid nemen en ten volle hechten aan de Europese waarden, alsmede de handhaving van een op regels en waarden gebaseerde wereldorde voorstaan en zich krachtig blijven inzetten voor de noodzakelijke hervormingen in het belang van zijn bevolking.
(31) Wederopbouw van de schade veroorzaakt door de Russische aanvalsoorlog kan niet beperkt blijven tot herstel van de verwoestingen waarbij de situatie wordt teruggebracht naar hoe het was vóór de oorlog. De wederopbouw biedt een kans om Oekraïne te ondersteunen bij zijn integratieproces in de interne markt en bij het versnellen van zijn duurzame groene en digitale transitie, in overeenstemming met het beleid van de Unie. De faciliteit moet de wederopbouw bevorderen op een manier die de economie en samenleving van Oekraïne moderniseert en verbetert, voortbouwend op de regels en normen van de Unie, door op een bestendige manier te investeren in de transitie van Oekraïne naar een groene, digitale en inclusieve economie en in het herstel, de wederopbouw en de modernisering van zijn kritieke infrastructuur, productiecapaciteit en menselijk kapitaal.
(32) De faciliteit moet bijdragen tot de naleving van de Overeenkomst van Parijs en het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering, het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit en het VN-Verdrag ter bestrijding van woestijnvorming, en niet bijdragen tot aantasting van het milieu of schade toebrengen aan het milieu of het klimaat. De in het kader van de faciliteit toegekende financiële middelen moeten met name stroken met de temperatuurdoelstelling op lange termijn om de gemiddelde mondiale temperatuurstijging ruim onder 2 °C te houden ten opzichte van het pre-industriële niveau en om ernaar te blijven streven die stijging te beperken tot 1,5 °C. Zij moeten tevens stroken met de doelstelling om het vermogen tot aanpassing aan de negatieve gevolgen van de klimaatverandering te versterken en klimaatbestendigheid te bevorderen, en met de ondersteuning van het behoud van de biodiversiteit, de circulaire economie en nulvervuiling. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan acties die positieve neveneffecten opleveren en aan meerdere doelstellingen voldoen, onder meer op het gebied van klimaat, biodiversiteit en milieu.
(33) In dit verband moeten maatregelen die in het kader van de faciliteit worden gefinancierd, worden geleid door de beginselen dat geen schade mag worden berokkend en dat niemand aan zijn lot mag worden overgelaten.
(34) Bij de uitvoering van deze verordening moeten de beginselen van gelijkheid en non-discriminatie, zoals uiteengezet in de strategieën voor een Unie van gelijkheid, richtinggevend zijn. Daarbij moeten gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes worden bevorderd, en moet worden gestreefd naar de bescherming en bevordering van vrouwen- en meisjesrechten overeenkomstig de genderactieplannen van de EU en de desbetreffende conclusies van de Raad en internationale verdragen. De uitvoering van de faciliteit moet in overeenstemming zijn met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en moet zorgen voor toegankelijkheid van haar investeringen en technische bijstand.
(35) Het versterken van de rechtsstaat, waaronder de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de bestrijding van corruptie, witwassen en georganiseerde criminaliteit, en transparantie, goed bestuur op alle niveaus, bescherming van vrije en pluralistische media en bestrijding van desinformatie, hervorming van het openbaar bestuur, onder meer op het gebied van overheidsopdrachten, mededinging en staatssteun, blijven belangrijke uitdagingen die voor Oekraïne van wezenlijk belang zijn om dichter bij de Unie te komen en zich voor te bereiden op het volledig nakomen van de verplichtingen van het lidmaatschap van de Unie. Gezien het langetermijnkarakter van de hervormingen op die gebieden en de noodzaak om een staat van dienst op te bouwen, moet de financiële steun uit hoofde van de faciliteit voor Oekraïne gebruikt worden om die kwesties zo spoedig mogelijk aan te pakken.
(36) Volgens het beginsel van de participatieve democratie moet de Unie de versterking van de parlementaire capaciteiten, het parlementair toezicht, democratische procedures en eerlijke vertegenwoordiging in Oekraïne aanmoedigen.
(37) Betere strategische en operationele samenwerking op het gebied van veiligheid tussen de Unie en Oekraïne is van cruciaal belang voor een doeltreffende en doelmatige aanpak van dreigingen op het gebied van veiligheid, georganiseerde criminaliteit en terrorisme.
(38) Acties in het kader van de faciliteit voor Oekraïne moeten, waar passend, vertrouwenwekkende maatregelen en processen ter bevordering van gerechtigheid, waarheidsvinding, herstel en waarborgen ter voorkoming van herhaling, evenals het verzamelen van bewijsmateriaal van tijdens de oorlog gepleegde misdaden ondersteunen.
(39) De beschikbaarstelling van de steun uit hoofde van de faciliteit moet afhankelijk worden gesteld van de noodzakelijke randvoorwaarde dat Oekraïne doeltreffende democratische mechanismen en instellingen – waaronder een parlementair meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat blijft eerbiedigen, en de eerbiediging van de mensenrechten blijft garanderen, met inbegrip van de rechten van personen die tot minderheden behoren.
(40) De steun in het kader van de faciliteit voor Oekraïne, waaronder het proces van Oekraïne richting toetreding, moet worden verleend om algemene en specifieke doelstellingen te bereiken, op basis van vastgestelde criteria en met duidelijke voorwaarden.
(41) De faciliteit voor Oekraïne moet als algemene doelstellingen hebben om Oekraïne te helpen bij het aanpakken van de sociale, economische en ecologische gevolgen van de oorlog, door bij te dragen aan de wederopbouw, met inbegrip van herstel en modernisering van het land; bij het bevorderen van sociale, economische en ecologische veerkracht en geleidelijke integratie in de economie en markten van de Unie en de wereld; en bij het voorbereiden van Oekraïne op het toekomstige lidmaatschap van de Unie door het toetredingsproces te ondersteunen. Dergelijke doelstellingen moeten worden nagestreefd op een manier dat ze elkaar wederzijds versterken.
(42) In overeenstemming met de Europese pijler van sociale rechten moet de faciliteit solidariteit, integratie en sociale rechtvaardigheid ondersteunen met het oog op het scheppen en handhaven van hoogwaardige werkgelegenheid en duurzame groei, het waarborgen van gelijkheid van en toegang tot kansen en sociale bescherming, het beschermen van kwetsbare groepen en het verbeteren van de levensstandaard. De faciliteit moet ook bijdragen tot de bestrijding van armoede en werkloosheid, kwalitatief hoogwaardige banen opleveren, en tot de inclusie en integratie van kansarme groepen leiden. De faciliteit moet voorzien in investeringsmogelijkheden in vaardigheden, onder meer door middel van beroepsonderwijs en -opleiding, met als doel de beroepsbevolking voor te bereiden op de digitale en groene transities. Bovendien moet de faciliteit het versterken van de sociale dialoog, infrastructuur en diensten mogelijk maken.
(43) De faciliteit moet ervoor zorgen dat er sprake is van overeenstemming en complementariteit met de algemene doelstellingen van het externe optreden van de Unie als vastgesteld in artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met inbegrip van de eerbiediging van de grondrechten en -beginselen en de bescherming en bevordering van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat, onder meer op het gebied van corruptiebestrijding, justitie, openbaar bestuur en goed bestuur.
(44) Gezien de onzekerheden in verband met de Russische aanvalsoorlog moet de faciliteit een flexibel instrument zijn waarmee de Unie aan de behoeften van Oekraïne kan voldoen door middel van een gediversifieerd instrumentarium dat voorziet in financiering van de Oekraïense staat, ondersteuning van herstel- en wederopbouwprioriteiten op korte termijn, ondersteuning van investeringen en toegang tot financiering, evenals technische bijstand en capaciteitsopbouw en andere relevante activiteiten.
(45) De steun van de Unie moet worden opgebouwd rond drie pijlers, namelijk i) financiële steun aan de Oekraïense staat voor de uitvoering van hervormingen en investeringen, alsook voor het behoud van de macrofinanciële stabiliteit van het land, zoals uiteengezet in het Oekraïneplan; ii) een investeringskader voor Oekraïne om investeringen aan te trekken en de toegang tot financiering te verbeteren; iii) toetredingssteun om technische expertise en capaciteitsopbouw te mobiliseren.
(46) Aangezien de behoeften op het gebied van herstel, wederopbouw en modernisering aanzienlijk zijn en niet alleen met de begroting van de Unie kunnen worden vervuld, moeten zowel openbare als particuliere investeringen een rol spelen. De faciliteit moet het aantrekken van zowel openbare als particuliere investeringen mogelijk maken en de mogelijkheid bieden om de steun voor investeringen in wederopbouw op lange termijn op te voeren wanneer de omstandigheden dit toelaten, waarbij ook rekening wordt gehouden met het uitvoerings- en opnamevermogen van Oekraïne.
(47) Het totale maximumbedrag voor de steun van de Unie aan de faciliteit moet 50 miljard EUR in lopende prijzen bedragen voor de periode van 2024 tot en met 2027 voor alle soorten steun. Gezien de veranderende omstandigheden en de doelstellingen van de faciliteit zelf moet de steun van de Unie een evenwicht scheppen tussen flexibiliteit en programmeerbaarheid.
(48) Wat de steun van de Unie betreft, anders dan in de vorm van leningen, moet deze verordening worden gefinancierd door en in overeenstemming met de reserve voor Oekraïne, zoals voorgesteld in de wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad17, tot een maximum van 50 miljard EUR voor de periode 2024 tot en met 2027. Dit maximumbedrag vormt voor het Europees Parlement en de Raad in de loop van de jaarlijkse begrotingsprocedure niet het voornaamste referentiebedrag in de zin van punt 18 van het Interinstitutioneel Akkoord van december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen.
(49) De beschikbaarstelling van de reserve voor Oekraïne moet gericht zijn op het verstrekken van ten minste een jaarlijks indicatief bedrag voor steun, anders dan in de vorm van leningen, in overeenstemming met artikel 10 ter van de voorgestelde wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad18.
(50) In het kader van de beperkende maatregelen van de Unie die op grond van artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en artikel 215, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zijn vastgesteld, mogen direct noch indirect fondsen of economische middelen beschikbaar worden gesteld aan of ten behoeve van aangewezen rechtspersonen, entiteiten of organen. Dergelijke aangewezen entiteiten, en entiteiten die daarvan eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan, kunnen bijgevolg geen steun uit de faciliteit ontvangen.
(51) De vastleggingskredieten en de overeenkomstige betalingskredieten uit de reserve voor Oekraïne moeten jaarlijks in de begroting worden vrijgemaakt boven de maxima van het meerjarig financieel kader.
(52) Voor het deel van de steun uit de faciliteit voor Oekraïne dat in de vorm van leningen wordt verstrekt, is het passend de garantie van de Uniebegroting uit te breiden tot de financiële bijstand die aan Oekraïne ter beschikking wordt gesteld en die is toegestaan overeenkomstig artikel 220, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad19. Bijgevolg wordt in de wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad20 voorgesteld om de nodige kredieten in de begroting van de Unie ter beschikking te stellen boven de maxima van het meerjarig financieel kader voor financiële bijstand aan Oekraïne die beschikbaar is tot en met eind 2027.
(53) Met inachtneming van het beginsel dat de begroting van de Unie jaarlijks wordt vastgesteld, moet de mogelijkheid worden gewaarborgd om de flexibiliteit overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 toe te passen op ander beleid, met name voor overdrachten en nieuwe vastleggingen van middelen, om de middelen van de Unie efficiënt te gebruiken en aldus optimaal gebruik te maken van de uit hoofde van de faciliteit beschikbare middelen van de Unie.
(54) Beperkingen met betrekking tot de subsidiabiliteit in gunningsprocedures in het kader van de faciliteit moeten worden toegestaan vanwege de specifieke aard van de activiteit of wanneer de activiteit de veiligheid of de openbare orde schaadt.
(55) Om een efficiënte uitvoering van de faciliteit te waarborgen, waaronder de vergemakkelijking van de integratie van Oekraïne in de Europese waardeketens, moeten alle in het kader van deze faciliteit gefinancierde en aangekochte leveringen en materialen afkomstig zijn uit de lidstaten, Oekraïne, partijen bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, landen die vallen onder bijlage I bij Verordening (EU) 2021/947 en bijlage I bij Verordening (EU) 2021/1529 van het Europees Parlement en de Raad, en landen waarvoor wederzijdse toegang tot externe hulp in Oekraïne is vastgesteld door de Commissie, tenzij de leveringen en materialen in geen van die landen tegen redelijke voorwaarden kunnen worden ingekocht.
(56) De Unie moet ervoor zorgen dat de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt, zodat haar externe optreden optimaal effect sorteert. Dat moet worden bereikt door middel van samenhang, overeenstemming en complementariteit met de overige externe financieringsinstrumenten van de Unie en door middel van synergieën met andere beleidsmaatregelen en programma’s van de Unie. Met het oog op een maximaal effect van gecombineerde steunmaatregelen ten behoeve van een gemeenschappelijk doel moet ervoor worden gezorgd dat de faciliteit kan bijdragen aan acties in het kader van andere programma’s.
(57) De Unie moet een multilaterale, op regels en waarden gebaseerde benadering van mondiale goederen en uitdagingen bevorderen en in dat verband samenwerken met de lidstaten, partnerlanden, internationale organisaties en andere donoren.
(58) Gezien de noodzaak om de internationale steun voor het herstel, de wederopbouw en de modernisering van Oekraïne te coördineren, moeten de lidstaten, derde landen, internationale organisaties, internationale financiële instellingen of andere bronnen aan de uitvoering van de faciliteit kunnen bijdragen. Dergelijke bijdragen moeten volgens dezelfde regels en voorwaarden worden uitgevoerd en vormen externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, punt a), ii), punt d) en punt e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.
(59) De Commissie en de lidstaten moeten zorgen voor de naleving, samenhang, consistentie en complementariteit van hun steun, met name door regelmatig overleg te plegen en frequent informatie uit te wisselen in de verschillende fasen van de steuncyclus, ook op lokaal niveau. Gezien de aanwezigheid van diverse internationale donoren moeten de noodzakelijke maatregelen worden genomen om de coördinatie en de complementariteit met andere donoren te verbeteren, onder meer door regelmatig overleg. In dit verband moet het multi-institutioneel donorcoördinatieplatform worden gebruikt als een reeds opgericht forum voor dergelijke uitwisseling.
(60) Op deze verordening zijn de horizontale financiële regels die het Europees Parlement en de Raad op basis van artikel 322 VWEU hebben vastgesteld, van toepassing. Die regels zijn neergelegd in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en bepalen met name de procedure voor het opstellen en uitvoeren van de begroting van de Unie door middel van subsidies, aanbestedingen, prijzen, indirect beheer, financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties, financiële bijstand en de vergoeding van externe deskundigen, en voorzien in controles op de verantwoordelijkheid van financiële actoren.
(61) De financieringsvormen en uitvoeringswijzen in het kader van deze verordening moeten worden gekozen op basis van hun vermogen om de doelstellingen van de faciliteit te verwezenlijken en resultaten te boeken, waarbij met name rekening moet worden gehouden met de kosten van controles, administratieve lasten en het verwachte risico van niet-naleving. Daarbij moet het gebruik van vaste bedragen, financiering volgens een vast percentage en eenheidskosten worden overwogen, alsmede niet aan de kosten gekoppelde financiering als bedoeld in artikel 125, lid 1, van Verordening (EU Euratom) 2018/1046.
(62) Er moet een kaderovereenkomst met Oekraïne worden gesloten om de beginselen van de financiële samenwerking tussen de Unie en Oekraïne vast te leggen, met inbegrip van de nodige mechanismen om de uitgaven in de hand te houden en te controleren. Daarnaast moeten er financierings- en leningsovereenkomsten met Oekraïne worden gesloten, in voorkomend geval afhankelijk van elke pijler, om de voorwaarden voor het vrijmaken van middelen vast te stellen.
(63) In afwijking van artikel 209, lid 3, eerste, tweede en vierde alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is het passend dat terugbetalingen en door een financieringsinstrument gegenereerde inkomsten interne bestemmingsontvangsten vormen voor de faciliteit of het vervolgprogramma ervan.
(64) In afwijking van artikel 213, lid 4, punt a), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is het passend dat overschotten van de voorzieningen voor de garantie voor Oekraïne interne bestemmingsontvangsten vormen voor de faciliteit of het vervolgprogramma ervan.
(65) In het kader van pijler I van de faciliteit moet financiering worden verstrekt ter ondersteuning van de uitvoering van het Oekraïneplan waarin de hervormings- en investeringsagenda van Oekraïne wordt uiteengezet met het oog op de verwezenlijking van de algemene en specifieke doelstellingen van de faciliteit, die ook in een economisch en fiscaal beleidskader moet worden geïntegreerd. Financiering in het kader van deze pijler moet worden verstrekt wanneer naar tevredenheid is voldaan aan de voorwaarden die in het plan zijn uiteengezet.
(66) Oekraïne moet het plan opstellen als een samenhangend, alomvattend en voldoende evenwichtig antwoord op de wederopbouw en modernisering van Oekraïne, ter ondersteuning van zijn economisch, sociaal en ecologisch herstel en zijn vorderingen op weg naar toetreding tot de Unie. Het Oekraïneplan zou als zodanig ook een basis bieden voor andere donoren om de prioritaire financieringsgebieden voor de wederopbouw van Oekraïne te identificeren en de verantwoordelijkheid, samenhang en aanvullende bijdragen daartoe te bevorderen. Met het oog daarop moet Oekraïne ervoor zorgen dat het opgestelde plan op geïntegreerde wijze aan zijn behoeften op het gebied van herstel, wederopbouw en modernisering voldoet, en aangeven in welke mate de maatregelen van het plan naar verwachting door de Unie via de faciliteit zullen worden gefinancierd. Bij de voorbereiding van het plan moet Oekraïne rekening houden met de steun die wordt verleend in het kader van andere programma’s van de Unie. Oekraïne moet zijn plan ontwikkelen en ervoor zorgen dat andere donoren kunnen bijdragen aan de ondersteuning van de maatregelen van het plan, onder meer door de in het kader van de faciliteit beschikbare middelen te verhogen.
(67) Hoewel het Oekraïneplan de basis moet vormen voor de steun die wordt verleend in het kader van de eerste pijler van de faciliteit, moet het ook een referentie zijn voor de steun die wordt verleend in het kader van de tweede en derde pijler van de faciliteit. De maatregelen die in het kader van de tweede en derde pijler worden gefinancierd, moeten de doelstellingen en de uitvoering van het plan ondersteunen.
(68) Het Oekraïneplan moet hervormings- en investeringsmaatregelen bevatten, samen met de kwalitatieve en kwantitatieve stappen die een bevredigende uitvoering van die maatregelen garanderen, en een indicatief tijdschema voor de uitvoering van die maatregelen. Maatregelen die vanaf 1 januari 2023 zijn ingegaan, moeten in aanmerking komen.
(69) Het plan moet voorwaarden bevatten die de verwachte vooruitgang in de uitvoering van de daarin opgenomen maatregelen weergeven. Deze voorwaarden moeten de vorm aannemen van kwalitatieve of kwantitatieve stappen. Deze stappen moeten uiterlijk op 31 december 2027 worden gepland, hoewel de algehele voltooiing van de maatregelen waarop dergelijke stappen betrekking hebben, zich tot na 2027 kan uitstrekken. Gezien de noodzaak om de macrofinanciële stabiliteit van Oekraïne te waarborgen en tegelijkertijd zijn herstel-, wederopbouw- en moderniseringsinspanningen met het oog op de toetreding tot de Unie te ondersteunen, moet het plan met name voorwaarden bevatten die verband houden met i) essentiële vereisten, zoals macrofinanciële stabiliteit, begrotingstoezicht en beheer van de overheidsfinanciën, die zo kunnen worden gedefinieerd dat ze bevredigende vooruitgang op weg naar verwezenlijking weerspiegelen, en ii) de in het plan vastgestelde sectorale en structurele hervormingen en investeringen. De betalingen moeten dienovereenkomstig worden gestructureerd op basis van dergelijke categorieën voorwaarden, die de doelstellingen van de faciliteit weergeven.
(70) Bij de voorbereiding en uitvoering door Oekraïne van het plan moet met name rekening worden gehouden met de situatie in de regio’s en gemeenten van Oekraïne, met het oog op hun specifieke behoeften op het gebied van herstel en wederopbouw, hervorming, modernisering en decentralisatie; deze voorbereiding en uitvoering moeten plaatsvinden in overleg met regionale, lokale, stedelijke en andere overheidsinstanties, in overeenstemming met het beginsel van meerlagig bestuur en rekening houdend met een bottom-upbenadering. In dit verband moet het plan met name de economische, sociale, ecologische en territoriale ontwikkeling van de regio’s en gemeenten van Oekraïne bevorderen en de decentralisatiehervorming in heel Oekraïne en de convergentie naar de normen van de Unie ondersteunen; het plan moet er ook voor zorgen dat subnationale overheden, met name gemeenten, worden betrokken bij de besluitvorming over het gebruik van steun in het wederopbouwproces op lokaal niveau, en dat de door deze overheden geselecteerde en uitgevoerde wederopbouwprojecten een voldoende substantieel deel van de steun uitmaken.
(71) Het plan moet tevens een toelichting bevatten op het systeem van Oekraïne om onregelmatigheden, corruptie, fraude en belangenconflicten bij het gebruik van de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen doeltreffend te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, en over de regelingen om dubbele financiering van dezelfde uitgaven uit de faciliteit en uit andere Unieprogramma’s en donoren te voorkomen. De maatregelen in het kader van het plan moeten, in voorkomend geval, bijdragen tot een doeltreffend beheers- en controlesysteem. Dergelijke maatregelen moeten door Oekraïne worden uitgevoerd vóór een indicatieve datum die, naargelang van de maatregel, gedurende de looptijd van de faciliteit kan worden vastgesteld.
(72) De Commissie moet het Oekraïneplan beoordelen op basis van de in deze verordening uiteengezette lijst van criteria. Gezien het belang van de financiële gevolgen van de steun aan het Oekraïneplan moeten aan de Raad uitvoeringsbevoegdheden worden verleend. Bij een positieve beoordeling van het plan dient de Commissie een voorstel in ter goedkeuring van het plan door de Raad.
(73) Gezien de onzekerheden en de behoefte aan flexibiliteit bij de uitvoering van de faciliteit moet Oekraïne bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek kunnen indienen voor een voorstel tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van de Raad, wanneer het Oekraïneplan, met inbegrip van relevante kwalitatieve en kwantitatieve stappen, vanwege objectieve omstandigheden, geheel of gedeeltelijk niet meer haalbaar is voor Oekraïne. De Commissie kan, in overleg met Oekraïne, ook een voorstel doen tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van de Raad, met name om rekening te houden met een wijziging van de beschikbare bedragen. Oekraïne moet ook een met redenen omkleed verzoek tot wijziging van het plan kunnen indienen, onder meer door indien nodig aanvullingen voor te stellen, om rekening te houden met aanvullende financiering, ter beschikking gesteld door andere donoren of uit andere bronnen, zoals inkomsten uit bevroren en geblokkeerde Russische tegoeden.
(74) Financiële steun voor het Oekraïneplan moet mogelijk zijn in de vorm van een lening. In het kader van de dringende financieringsbehoeften van Oekraïne is het passend de financiële bijstand te organiseren uit hoofde van de gediversifieerde financieringsstrategie van artikel 220 bis van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, die daarin als één enkele financieringsmethode is vastgelegd en waarvan verwacht wordt dat zij zal zorgen voor een grotere liquiditeit van obligaties van de Unie en de uitgiften van de Unie aantrekkelijker en kostenefficiënter zal maken.
(75) Gezien de situatie van Oekraïne als gevolg van de Russische aanvalsoorlog, en om het land te ondersteunen op zijn traject naar stabiliteit op lange termijn, is het passend om Oekraïne leningen tegen zeer gunstige voorwaarden te verstrekken met een maximale looptijd van 35 jaar, waarvan de aflossing van de hoofdsom niet vóór 2034 begint. Het is tevens passend af te wijken van artikel 220, lid 5, punt e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en de Unie de mogelijkheid te geven om, voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027, de rentekosten (financieringskosten en kosten van liquiditeitsbeheer) te dekken en de administratieve kosten (algemene beheerskosten) die anders door Oekraïne zouden worden gedragen, kwijt te schelden. De subsidie voor financieringskosten moet worden verleend als een instrument dat passend wordt geacht om de doeltreffendheid van de steun uit hoofde van de faciliteit te garanderen in de zin van artikel 220, lid 1, van Verordening (EU Euratom) 2018/1046.
(76) Oekraïne moet elk jaar kunnen vragen om de rentesubsidie en de kwijtschelding van administratieve kosten.
(77) De financiële verplichtingen die voortvloeien uit de uit hoofde van deze verordening verstrekte leningen mogen niet worden ondersteund door de garantie voor extern optreden, in afwijking van artikel 31, lid 3, tweede zin, van Verordening (EU) 2021/947. Steun van het type lening in het kader van de faciliteit moet financiële bijstand vormen in de zin van artikel 220, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Met het oog op de financiële risico’s en de budgettaire dekking mogen geen voorzieningen worden gevormd voor de financiële bijstand in de vorm van leningen uit hoofde van de faciliteit, die zoals voorgesteld boven de maxima wordt gegarandeerd, en mag, in afwijking van artikel 211, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, geen voorzieningspercentage worden vastgesteld.
(78) Het is belangrijk zowel flexibiliteit en programmeerbaarheid als stabiliteit te garanderen bij het verlenen van steun van de Unie aan Oekraïne. Daartoe moeten betalingen in het kader van de faciliteit plaatsvinden volgens een vast kwartaalschema, afhankelijk van de beschikbaarheid van financiering, op basis van een door Oekraïne ingediend betalingsverzoek en nadat de Commissie heeft geverifieerd of naar behoren aan de desbetreffende voorwaarden is voldaan. Indien aan een voorwaarde niet is voldaan overeenkomstig het indicatieve tijdschema dat is vastgesteld in het besluit tot goedkeuring van het plan, moet de Commissie op de betaling een bedrag in mindering brengen dat overeenkomt met die voorwaarden. De uitbetaling van de overeenkomstige ingehouden middelen zou kunnen plaatsvinden tijdens de volgende betaalperiode en tot twaalf maanden na de oorspronkelijke uiterste termijn die in het indicatieve tijdschema is vastgelegd, mits aan de voorwaarden is voldaan.
(79) Om ervoor te zorgen dat Oekraïne toegang heeft tot voldoende financiering om te voorzien in zijn behoeften aan macrofinanciële stabiliteit en om het herstel, de wederopbouw en de modernisering van het land op gang te brengen, moet Oekraïne toegang hebben tot maximaal 7 % van de niet-terugbetaalbare financiële steun en lening in de vorm van voorfinanciering, afhankelijk van de beschikbaarheid van financiering en de naleving van de voorwaarden voor steun aan Oekraïne in het kader van de faciliteit.
(80) In afwijking van artikel 116, leden 2 en 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is het passend om de betalingstermijn vast te stellen vanaf de datum van mededeling van het besluit waarmee de uitbetaling aan Oekraïne wordt goedgekeurd en om de betaling van vertragingsrente door de Commissie aan Oekraïne uit te sluiten.
(81) Transparantie bij de uitvoering van de faciliteit is een belangrijke vereiste van de steun van de Unie. Oekraïne moet tweemaal per jaar gegevens publiceren over personen en entiteiten die financieringsbedragen ontvangen van meer dan 500 000 EUR voor de uitvoering van hervormingen en investeringen die in het Oekraïneplan zijn gespecificeerd. De informatie hoeft niet te worden gepubliceerd wanneer bekendmaking afbreuk dreigt te doen aan de rechten en vrijheden van de betrokken personen of entiteiten of de commerciële belangen van ontvangers dreigt te schaden. De kaderovereenkomst moet nauwkeurige regels en een tijdschema bevatten voor de verzameling van gegevens door Oekraïne en voor de toegang van de Commissie en OLAF, ook wat betreft de vorm van de informatie.
(82) In het kader van pijler II van de faciliteit moet een investeringskader worden opgezet ter ondersteuning van investeringen in herstel en wederopbouw door bedrijven uit de particuliere sector, gemeenten, staatsbedrijven of andere actoren. In het investeringskader voor Oekraïne moeten de in het Oekraïneplan vastgestelde prioriteiten aan bod komen, en de doelstellingen en de uitvoering ervan worden ondersteund. Het investeringskader voor Oekraïne moet de Oekraïense autoriteiten bij het beheer ervan betrekken.
(83) Het investeringskader moet een geïntegreerd financieringspakket vormen dat voorziet in financieringscapaciteit in de vorm van financieringsinstrumenten, begrotingsgaranties en blendingverrichtingen in Oekraïne. De steun uit hoofde van het investeringskader voor Oekraïne moet in indirect beheer worden uitgevoerd, waarbij met name gebruik moet worden gemaakt van de financiële en technische capaciteit van internationale financiële instellingen en Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, met inbegrip van hun deelname aan het risico van investeringen met eigen middelen. Gezien de omvang van de investeringen in herstel en wederopbouw in Oekraïne die risicodeling vereisen, is het noodzakelijk dat de Unie een speciale garantiecapaciteit tot stand brengt, de garantie voor Oekraïne. Door de garantie voor Oekraïne gedekte verrichtingen worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 208, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Exportkredietinstellingen en andere financiële instellingen die handelsbevorderende ondersteuning bieden, kunnen optreden als financiële intermediairs. Bij de uitvoering en het beheer van de garantie voor Oekraïne moet de Commissie zorgen voor nauwe coördinatie met de steun die wordt verleend in het kader van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling+ dat is opgericht bij Verordening (EU) 2021/947.
(84) De flexibiliteit van de steun in het kader van de faciliteit moet worden vergroot door te voorzien in een flexibele uitvoering van de garantie voor Oekraïne, die geleidelijk kan worden verstrekt. Het is passend af te wijken van artikel 211, lid 2, tweede zin, van de tweede alinea van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 om toe te staan dat de opbouw van de voorziening tot en met 31 december 2027 gelijk is aan het bedrag van de voorziening dat overeenkomt met de toegekende garantie in plaats van aan het bedrag van de totale voorziening. Als onderdeel van de afwijking moet het ook mogelijk zijn de voorziening geleidelijk op te bouwen om de voortgang bij de selectie en uitvoering van de financierings- en investeringsverrichtingen ter ondersteuning van de doelstellingen van de faciliteit weer te geven, in plaats van het in artikel 211, lid 2, tweede zin, van de tweede alinea van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bedoelde financieel memorandum te weerspiegelen.
(85) Om de middelen in het kader van deze pijler efficiënt te gebruiken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijziging van het voorzieningspercentage voor de garantie voor Oekraïne. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
(86) In het kader van pijler III van de faciliteit moet de steun voornamelijk gericht zijn op geleidelijke aanpassing aan de regels, normen, beleidsmaatregelen en praktijken van de Unie (“acquis”) met het oog op het toekomstige lidmaatschap van de Unie, en zo bijdragen tot de uitvoering van het Oekraïneplan. Bij dit proces moet ook rekening worden gehouden met relevante aanbevelingen van internationale organen, zoals de Raad van Europa en de Commissie van Venetië (Commissie voor democratie middels het recht). De steun moet ook gericht zijn op het versterken van de capaciteit van belanghebbenden, waaronder de sociale partners, maatschappelijke organisaties en lokale overheden.
(87) Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad en Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95, (Euratom, EG) nr. 2185/96 en (EU) 2017/1939 van de Raad moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd door middel van evenredige maatregelen, waaronder maatregelen die verband houden met preventie, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden, fraude, corruptie, belangenconflict, dubbele financiering en met de terugvordering van verloren gegane, ten onrechte betaalde of onjuist bestede financiële middelen.
(88) Met name moet het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig Verordeningen (Euratom, EG) nr. 2185/96 en (EU, Euratom) nr. 883/2013 de bevoegdheid hebben om administratieve onderzoeken uit te voeren, met inbegrip van controles en verificaties ter plaatse, om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad.
(89) Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 moeten de nodige rechten en toegang worden verleend aan de Commissie, OLAF, de Europese Rekenkamer en, indien van toepassing, het Europees Openbaar Ministerie (EOM), ook van derden die betrokken zijn bij de uitvoering van middelen van de Unie. Oekraïne moet ook onregelmatigheden met betrekking tot het gebruik van de middelen aan de Commissie melden.
(90) De versterking van de internecontrolesystemen, de bestrijding van corruptie, de bevordering van transparantie, goed bestuur en een doeltreffend beheer van de overheidsmiddelen zijn belangrijke hervormingsprioriteiten voor Oekraïne en moeten door de faciliteit worden ondersteund.
(91) De Commissie moet ervoor zorgen dat de financiële belangen van de Unie in het kader van de faciliteit doeltreffend worden beschermd. Daartoe moet een onafhankelijke controlecommissie worden ingesteld om de Commissie informatie te verstrekken over mogelijk wanbeheer van middelen. Dergelijke informatie moet ter beschikking worden gesteld van OLAF en, in voorkomend geval, van de relevante Oekraïense autoriteiten. De Commissie moet, met de hulp van de delegatie van de Unie, bevoegd zijn controles uit te voeren op de wijze waarop Oekraïne de middelen gedurende de gehele levenscyclus van het project uitvoert. Het auditcomité moet zorgen voor een regelmatige dialoog en samenwerking met de Europese Rekenkamer.
(92) Hoewel het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van Oekraïne is om ervoor te zorgen dat de faciliteit wordt uitgevoerd in overeenstemming met de toepasselijke normen, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel en de specifieke voorwaarden voor de faciliteit, moet de Commissie in dat opzicht voldoende zekerheid van Oekraïne kunnen krijgen. Daartoe moet Oekraïne zich er in het plan toe verbinden dat het zijn huidige beheers- en controlesysteem verbetert en verkeerd gebruikte bedragen terugvordert. Oekraïne moet een monitoringsysteem opzetten dat input levert voor een jaarlijks voortgangsverslag. Oekraïne moet gegevens en informatie verzamelen om onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, in verband met de door de faciliteit ondersteunde maatregelen. In de kaderovereenkomst en de financierings- en leningovereenkomsten moeten de verplichtingen van Oekraïne worden opgenomen om te zorgen voor de verzameling van en toegang tot voldoende gegevens over personen en entiteiten die financiering ontvangen voor de uitvoering van de maatregelen van het Oekraïneplan.
(93) De financiële belangen van de Unie moeten ook worden beschermd wanneer de fondsen worden uitgevoerd in direct beheer door middel van subsidies en aanbestedingen en in indirect beheer met onder pijlerbeoordelingen vallende entiteiten, met name in het kader van de tweede en derde pijler van de faciliteit.
(94) Er moeten werkprogramma’s worden vastgesteld om de bijstand in het kader van de faciliteit uit te voeren.
(95) De communicatiecapaciteiten van Oekraïne moeten worden versterkt om te zorgen voor sterke en vrije pluralistische media en publieke steun voor en begrip van de waarden van de Unie en de voordelen en verplichtingen van een mogelijk lidmaatschap van de Unie, en tegelijkertijd desinformatie aan te pakken. Er moet ook worden gezorgd voor zichtbaarheid van de financiering van de Unie.
(96) De Commissie moet voorzien in duidelijke toezichts- en evaluatiemechanismen om voor een effectieve verantwoordingsplicht en transparantie te zorgen bij de uitvoering van de begroting van de Unie, en om te zorgen voor een doeltreffende beoordeling van de vooruitgang inzake de doelstellingen van deze verordening.
(97) De Commissie moet elk jaar de uitvoering van de steun in het kader van de faciliteit voor Oekraïne beoordelen. Zij moet het bij deze verordening ingestelde comité in staat stellen om over voldoende informatie te beschikken om de Commissie bij te staan. Voor een doeltreffend toezicht op de uitvoering moet Oekraïne eenmaal per jaar verslag uitbrengen in een jaarlijks voortgangsverslag over de uitvoering. Dergelijke door de regering opgestelde verslagen moeten naar behoren in het Oekraïneplan worden weerspiegeld. Aan de ontvangers van Uniefinanciering die in het kader van de tweede en derde pijler van de faciliteit wordt uitgevoerd, moeten evenredige rapportagevereisten worden opgelegd.
(98) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad21.
(99) De Commissie zal naar behoren rekening houden met Besluit 2010/427/EU van de Raad en de rol van de EDEO waar passend, en met name bij het toezicht op de vervulling van de voorwaarden voor steun van de Unie, bij haar beoordeling van het Oekraïneplan en bij het inwinnen van advies over het investeringskader voor Oekraïne.
(100) Aangezien de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar beter op EU-niveau kunnen worden verwezenlijkt, kan de EU, overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.
(101) Ter waarborging van de continuïteit van steunverlening op het gegeven beleidsterrein moet deze verordening met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.