Overwegingen bij COM(2023)362 - Instandhoudings-, beheers- en controlemaatregelen voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan valt - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)362 - Instandhoudings-, beheers- en controlemaatregelen voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale ... |
---|---|
document | COM(2023)362 |
datum | 30 juni 2023 |
(2) Bij Besluit 98/392/EG van de Raad3 heeft de Unie haar goedkeuring gehecht aan het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee. Bij Besluit 98/414/EG van de Raad4 heeft de Unie haar goedkeuring gehecht aan de overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van dat verdrag die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden, waarin beginselen en regels met betrekking tot de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de zee zijn vervat. De Unie neemt in het kader van haar ruimere internationale verplichtingen deel aan de inspanningen die op volle zee worden geleverd om visbestanden in stand te houden.
(3) Bij Besluit 81/608/EEG van de Raad5 heeft de Europese Economische Gemeenschap haar goedkeuring gehecht aan het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (het “NEAFC-Verdrag”), waarbij de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) werd opgericht. De wijzigingen van het NEAFC-Verdrag uit 2004 en 2006 werden goedgekeurd bij Besluit 2009/550/EG van de Raad6. De wijzigingen traden formeel in werking op 29 oktober 2013, hoewel in overeenstemming met de Verklaring uit 2005 over de interpretatie en implementatie van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (de Verklaring van Londen) was overeengekomen de wijzigingen na de aanneming ervan op voorlopige basis te implementeren in afwachting van de inwerkingtreding ervan.
(4) Het NEAFC-Verdrag heeft tot doel de instandhouding op lange termijn en het optimale gebruik van de visbestanden in het verdragsgebied te waarborgen en te zorgen voor duurzame economische, ecologische en sociale voordelen. Daartoe is de NEAFC-commissie bevoegd om wettelijk bindende besluiten (“aanbevelingen”) aan te nemen ten behoeve van de instandhouding, het beheer en de controle van de onder haar bevoegdheid vallende visbestanden. Deze aanbevelingen zijn hoofdzakelijk gericht tot de verdragsluitende partijen bij de NEAFC, maar bevatten ook verplichtingen voor exploitanten (bv. kapiteins van vissersvaartuigen). Deze maatregelen kunnen bindend worden voor de Unie en moeten, in het geval van de Unie, in het Unierecht worden geïmplementeerd voor zover ze niet al onder het Unierecht vallen.
(5) Aanbeveling 19:2014 van de NEAFC7 bevat maatregelen om kwetsbare mariene ecosystemen te beschermen door aanwijzing van gebieden die gesloten zijn voor bodemvisserij en van bestaande bodemvisserijgebieden, en bevat de vereisten voor experimentele visserij. Bepaalde delen van die aanbeveling zijn in het Unierecht geïmplementeerd bij Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad8. Bijgevolg moet met deze verordening de volledige implementatie van die gehele aanbeveling in het Unierecht worden gewaarborgd.
(6) De NEAFC heeft ook de Aanbevelingen 01:20239 en 04:202310 aangenomen, waarin voor roodbaars in de Irmingerzee en voor Rockall-schelvis gesloten gebieden worden aangewezen. Deze aanbevelingen moeten in het Unierecht worden geïmplementeerd.
(7) Voor bepaalde soorten kon de NEAFC geen aanbevelingen aannamen. Zo konden geen maatregelen voor roodbaars in ICES 1 en 2 worden genomen. Om de instandhouding van deze soorten te waarborgen, moeten niettemin instandhoudingsmaatregelen worden aangenomen in overeenstemming met de in de NEAFC naar voren gebrachte standpunten van de Unie.
(8) De laatste implementatie in het Unierecht van NEAFC-controlemaatregelen werd bekrachtigd bij Verordening (EU) nr. 1236/201011. Sindsdien heeft de NEAFC een aantal al in werking getreden maatregelen gewijzigd en nieuwe maatregelen aangenomen die nog niet in het Unierecht zijn geïmplementeerd. Dit betreft met name controlemaatregelen uit hoofde van de controle- en handhavingsregeling van de NEAFC (de regeling).
(9) Deze regeling is een aan de verdragsluitende partijen gerichte aanbeveling tot invoering van controle- en handhavingsmaatregelen voor vaartuigen die onder de vlag van een verdragsluitende partij varen en in het gereglementeerde gebied actief zijn, van regelingen voor inspectie- en bewakingsprocedures op zee in het gereglementeerde gebied van de NEAFC, en van procedures voor inbreuken op de regels. In de regeling is een aantal controlemaatregelen opgenomen die van toepassing zijn op het verdragsgebied en betrekking hebben op wateren die onder de jurisdictie van de verdragsluitende partijen bij de NEAFC vallen, waaronder voorschriften voor de etikettering van bevroren vis. De regeling voorziet ook in een systeem voor havenstaatcontroles dat van toepassing is op vissersvaartuigen van verdragsluitende partijen bij de NEAFC die visbestanden uit het verdragsgebied aan boord hebben en voornemens zijn om havens van een andere verdragsluitende partij aan te doen. Dit systeem vereist een voorafgaande kennisgeving van de exploitant, die door de verdragsluitende partij waarvan het vaartuig de vlag voert, moet worden geverifieerd voordat de havenstaat toestemming geeft voor aanlanding, overlading of gebruik van andere havendiensten.
(10) Met Aanbeveling 19:2019 van de NEAFC12 werd een elektronisch meldingssysteem (ERS) ingevoerd voor de verzending van gegevens tussen de verdragsluitende partijen bij de NEAFC en het NEAFC-secretariaat op basis van de FLUX UN/Cefact-standaard voor duurzaam visserijbeheer. De invoering van deze standaard is gekoppeld aan de inwerkingtreding van een nieuwe controle- en handhavingsregeling van de NEAFC. Deze aanbeveling moet in het recht van de Unie worden geïmplementeerd.
(11) In 2022 hielden de Unie, de Faeröer, Groenland, IJsland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk raadplegingen over controlemaatregelen voor bepaalde pelagische visserijen in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan. Deze raadplegingen werden in november 2022 afgesloten, op basis van het standpunt van de Unie dat op 14 oktober 2022 door de Raad werd bekrachtigd. De tijdens deze raadplegingen overeengekomen maatregelen13 moeten in het recht van de Unie worden geïmplementeerd. De partijen die bij deze raadplegingen van de visserijsector betrokken waren, kwamen overeen om de toepassing van een aantal maatregelen uit te stellen, om over voldoende tijd te kunnen beschikken voor de implementatie ervan.
(12) Persoonsgegevens die in het kader van deze verordening worden verwerkt, moeten worden behandeld overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de Verordeningen (EU) 2016/67914 en (EU) 2018/172515 van het Europees Parlement en de Raad. Om de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening te waarborgen, mogen de persoonsgegevens niet langer dan vijf jaar na de ontvangst van de desbetreffende gegevens worden bewaard. Indien de desbetreffende persoonsgegevens nodig zijn voor de follow-up van klachten, inbreuken, gerechtelijke of administratieve procedures, moeten de lidstaten en de Commissie bepaalde gegevens kunnen bewaren tot het eind van de desbetreffende administratieve of gerechtelijke procedures, of zolang als nodig is voor de toepassing van sancties. Bovendien moet overeenkomstig de vereisten van de Verordeningen (EU) 2016/679 en 2018/1725 en van deze verordening met name worden voorzien in waarborgen tegen misbruik, waaronder onopzettelijke of onrechtmatige vernietiging of onopzettelijk verlies, wijziging, en ongeoorloofde verstrekking of toegang.
(13) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad en heeft op [datum]16 advies uitgebracht.
(14) Om toekomstige aanbevelingen van de NEAFC tot wijziging of aanvulling van de in deze verordening genoemde aanbevelingen vlot in het Unierecht te implementeren, moet in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om bepalingen te wijzigen die betrekking hebben op procedures voor de kennisgeving van contactpunten, de verzending van kennisgevingen en machtigingen van vissersvaartuigen, mededelingen van overlading, mededelingen aan het NEAFC-secretariaat, de melding van de totale vangst en visserijinspanning, kennisgevingen van de inzet van inspectievaartuigen en -vliegtuigen, kennisgevingen van inbreuken, bewakingsprocedures, en voor de kennisgeving van inbreuken; vereisten voor opslagplattegronden, lijsten van bestanden waarvoor maatregelen gelden, indicatorsoorten voor kwetsbare mariene ecosystemen (KME’s), coördinaten van de bestaande bodemvisserijgebieden, technische maatregelen die van toepassing zijn in het gereglementeerde gebied; gegevens in berichten, productielogboeken, elektronische visserijlogboeken en meldingen van aanlandingshavens; formaten voor gegevensverzending, procedures voor centra voor de monitoring van de visserij om berichten handmatig te valideren; gegevens voor de kennisgeving van inspecteurs- en inspectieplatforms, bewakingsactiviteiten en bewakings- en waarnemingsverslagen; modellen voor inspectieverslagen, voorschriften voor de bouw en het gebruik van loodsladders, gegevens in kennisgevingen van de aanwijzing van havens en modellen voor de formulieren voor havenstaatcontroles. Met het oog op een vlotte implementatie van toekomstige maatregelen van de Unie die tijdens raadplegingen over de controle van bepaalde pelagische visserijen zijn bekrachtigd door de Unie en andere kuststaten van het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, moet in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) aan de Commissie eveneens de bevoegdheid worden gedelegeerd om bepalingen te wijzigen die betrekking hebben op beperkingen voor pelagische vaartuigen op het behandelen en lozen van vangsten, afwijkingen van het verbod op het gebruik van automatische sorteermachines en afstandsbepalingen.
(15) Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden passende raadplegingen houdt, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen plaatsvinden in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 201617. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde moment als de deskundigen van de lidstaten en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
(16) De instandhoudings- en beheersmaatregelen van de NEAFC die in het gereglementeerde gebied van toepassing zijn, werden voor het laatst in het Unierecht geïmplementeerd bij Verordening (EEG) nr. 1899/85 van de Raad18 en bijlage XII bij Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad19. Omwille van de duidelijkheid, de vereenvoudiging en de rechtszekerheid worden artikel 5, punt h), en hoofdstuk VI van, en bijlage XII bij Verordening (EU) 2019/1241 geschrapt en vervangen door de bepalingen van deze verordening, en Verordening (EEG) nr. 1899/85. Verordening (EEG) nr. 1899/85 wordt ingetrokken en vervangen door de bepalingen van deze verordening.
(17) Om dezelfde redenen worden de artikelen 54 ter en 54 quater van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad20 met bepaalde controlemaatregelen voor pelagische visserijen geschrapt en vervangen door de bepalingen van deze verordening.
(18) De controlemaatregelen van de NEAFC werden voor het laatst in het Unierecht geïmplementeerd bij Verordening (EU) nr. 1236/2010 van het Europees Parlement en de Raad21. Bijgevolg wordt Verordening (EU) nr. 1236/2010 ingetrokken en vervangen door deze verordening.