Overwegingen bij COM(2023)446 - Goedkeuring van de terugtrekking van Euratom uit het Verdrag inzake het Energiehandvest

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Verdrag inzake het Energiehandvest (“de overeenkomst”) is door de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie gesloten bij Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie7 en is op 16 april 1998 in werking getreden.

(2) Aangezien de overeenkomst sinds de jaren 1990 niet wezenlijk is geactualiseerd, is deze gaandeweg achterhaald.

(3) In 2019 hebben de partijen bij de overeenkomst onderhandelingen gevoerd om de overeenkomst te moderniseren en zo in overeenstemming te brengen met de beginselen van de Overeenkomst van Parijs8, de vereisten van duurzame ontwikkeling en de strijd tegen de klimaatverandering, alsook met moderne normen voor de bescherming van investeringen.

(4) De verdragsluitende partijen hebben de onderhandelingen op 24 juni 2022 afgerond. Het resultaat van de onderhandelingen moest tijdens de 33e vergadering van de Conferentie over het Energiehandvest op 22 november 2022 worden goedgekeurd.

(5) In de aanloop naar die vergadering slaagde de Gemeenschap er echter niet in een gemeenschappelijk standpunt over de modernisering van de overeenkomst te bereiken.

(6) Bij gebrek aan een standpunt van de Gemeenschap kan de Conferentie over het Energiehandvest de gemoderniseerde overeenkomst niet goedkeuren. De huidige, niet-gemoderniseerde overeenkomst blijft daarom van toepassing op de Gemeenschap, ondanks het feit dat deze niet in overeenstemming is met het investeringsbeleid en -recht van de Unie, waaronder met name het beginsel van autonomie van het Unierecht, en de energie- en klimaatdoelstellingen van de Unie.

(7) Aangezien er geen alternatief beschikbaar is, moet de Gemeenschap zich uit de overeenkomst terugtrekken. Overeenkomstig artikel 101, tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie moet het besluit tot terugtrekking worden genomen door de Commissie, onder voorbehoud van goedkeuring van de Raad. Er moet daarom een besluit betreffende de goedkeuring van de terugtrekking van de Gemeenschap uit de overeenkomst worden vastgesteld.