Overwegingen bij COM(2023)511 - EU-standpunt in de Internationale Suikerraad met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Internationale Suikerovereenkomst 1992 (“de overeenkomst”) is door de Unie gesloten bij Besluit 92/580/EEG van de Raad1 en is op 1 januari 1993 in werking getreden. De overeenkomst werd gesloten voor een periode van drie jaar tot en met 31 december 1995.

(2) Op grond van de artikelen 3 en 8 van de overeenkomst is de Internationale Suikerraad (“ISC”) ingesteld om bepaalde besluiten te nemen. Op grond van artikel 45, lid 2, van de overeenkomst kan de ISC de overeenkomst verlengen, telkens met ten hoogste twee jaar. Sinds de sluiting ervan werd de overeenkomst regelmatig verlengd, telkens met twee jaar. De overeenkomst werd voor het laatst in november 2021 verlengd bij besluit van de ISC2 en blijft tot en met 31 december 2023 van kracht.

(3) In 2021 is in de ISC overeengekomen om de overeenkomst, en met name de artikelen 1, 23, 25, 32, 33 en 34, te wijzigen. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de wijzigingen in de overeenkomst op 1 januari 2024 in werking zouden treden. Tijdens zijn 62e zitting stemde de ISC ermee in om de periode waarin de leden hun akte van aanvaarding konden neerleggen, te verlengen tot en met 30 april 2024, terwijl de inwerkingtreding van de gewijzigde overeenkomst werd uitgesteld tot 1 januari 2025. Daarom moet de geldigheid van de overeenkomst in haar huidige bewoordingen worden verlengd.

(4) Het is de bedoeling dat de ISC tijdens zijn 63e zitting op 24 november 2023 een besluit neemt over de verlenging van de overeenkomst in haar huidige bewoordingen tot en met 31 december 2024.

(5) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 63e zitting van de ISC, aangezien een verdere verlenging van de overeenkomst in het belang van de Unie is.