Overwegingen bij COM(2023)674 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10159/21; ST 10159/21 ADD 1; ST 10159/21 COR 1) van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Oostenrijk - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)674 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) (ST 10159/21; ST 10159/21 ADD 1; ST 10159/21 COR 1) van 13 juli 2021 betreffende de ... |
---|---|
document | COM(2023)674 ![]() ![]() |
datum | 19 oktober 2023 |
(2) Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 moet de maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun van elke lidstaat uiterlijk op 30 juni 2022 worden geactualiseerd volgens de daarin vastgestelde methode. Op 30 juni 2022 heeft de Commissie de resultaten van die actualisering aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd.
(3) Op 14 juli 2023 heeft Oostenrijk bij de Commissie een gewijzigd nationaal herstel- en veerkrachtplan ingediend, met inbegrip van een REPowerEU-hoofdstuk overeenkomstig artikel 21 quater van Verordening (EU) 2021/241.
(4) Het gewijzigde nationaal herstel- en veerkrachtplan omvat een met redenen omkleed verzoek aan de Commissie om de Raad voor te stellen het uitvoeringsbesluit van de Raad overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 te wijzigen omdat het herstel- en veerkrachtplan door objectieve omstandigheden gedeeltelijk niet meer haalbaar is. De door Oostenrijk ingediende wijzigingen van het herstel- en veerkrachtplan hebben betrekking op 14 maatregelen.
(5) Op 14 juli 2023 heeft de Raad in het kader van het Europees Semester aanbevelingen aan Oostenrijk gericht. De Raad heeft Oostenrijk met name aanbevolen zo spoedig mogelijk in 2023 en 2024 de geldende noodsteunmaatregelen voor energie af te bouwen. Oostenrijk werd ook aanbevolen te zorgen voor een prudent begrotingsbeleid, met name door de nominale stijging van de nationaal gefinancierde netto primaire uitgaven in 2024 te beperken tot niet meer dan 4,6 %, nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen in stand te houden en te zorgen voor de effectieve absorptie van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen. Voor de periode na 2024 is aanbevolen een begrotingsstrategie op middellange termijn van geleidelijke en duurzame consolidatie te voeren, gecombineerd met investeringen en hervormingen die bevorderlijk zijn voor een hogere duurzame groei, om op middellange termijn tot een prudente begrotingspositie te komen. De Raad heeft ook aanbevolen dat Oostenrijk de toereikendheid en houdbaarheid van de begroting van het stelsel voor langdurige zorg en de houdbaarheid van de begroting van het gezondheidszorgstelsel verzekert. Daarnaast werd Oostenrijk aanbevolen de budgettaire relaties tussen en verantwoordelijkheden van de verschillende bestuursniveaus te vereenvoudigen en rationaliseren en zijn belastingmix te verbeteren om inclusieve en duurzame groei te ondersteunen. Voorts heeft de Raad Oostenrijk aanbevolen door te gaan met de gestage uitvoering van zijn herstel- en veerkrachtplan en zijn cohesiebeleidsprogramma’s en het REPowerEU-hoofdstuk snel af te ronden zodat snel kan worden begonnen met de uitvoering ervan. Bovendien heeft de Raad Oostenrijk aanbevolen de arbeidsmarktdeelname van vrouwen te stimuleren, onder meer door kwaliteitsvolle kinderopvang uit te breiden, en de arbeidsmarktresultaten te verbeteren voor kansarme groepen, zoals laaggeschoolden en mensen met een migratieachtergrond, onder meer door hun niveau van basisvaardigheden op te krikken. Met betrekking tot de uitdagingen waarmee Oostenrijk wordt geconfronteerd op het gebied van energie, heeft de Raad Oostenrijk aanbevolen zijn totale afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en de bronnen van gasvoorziening te diversifiëren om de afhankelijkheid van Rusland te verminderen. Ook heeft de Raad Oostenrijk aanbevolen de ontwikkeling van hernieuwbare energie en de nodige infrastructuur hiervoor te versnellen, onder meer door vergunningsprocedures te vereenvoudigen, en de energie-efficiëntie te verbeteren. Tot slot heeft de Raad aanbevolen de emissies te verminderen, met name in de vervoerssector, en de beleidsinspanningen op te voeren die gericht zijn op het voorzien in en verwerven van de vaardigheden die nodig zijn voor de groene transitie.
(6) De indiening van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan volgde op een in overeenstemming met het nationale rechtskader uitgevoerd proces van raadpleging van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en andere relevante belanghebbenden. De samenvatting van de raadplegingen is samen met het gewijzigde nationale herstel- en veerkrachtplan ingediend.
(7) Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan beoordeeld in overeenstemming met de in bijlage V bij die verordening opgenomen beoordelingsrichtsnoeren.
Wijzigingen op basis van artikel 21 van Verordening (EU) 2021/241
(8) De wijzigingen van het herstel- en veerkrachtplan die Oostenrijk op grond van objectieve omstandigheden heeft ingediend, hebben betrekking op 14 maatregelen.
(9) Oostenrijk heeft toegelicht dat drie streefdoelen in verband met twee maatregelen niet langer volledig haalbaar zijn als gevolg van verstoringen in de toeleveringsketens, die tot kostenstijgingen hebben geleid. Dit betreft respectievelijk de streefdoelen 15 en 16 van investering 1.B.3 (Emissievrije bussen) en de beschrijving van die investering, en streefdoel 40 van hervorming 1.D.1 (Expansierecht hernieuwbare energie) en de beschrijving van die hervorming onder component 1 (Duurzaam herstel). Om de ambitie van het herstel- en veerkrachtplan op peil te houden, heeft Oostenrijk verzocht om verhoging van streefdoel 39 van hervorming 1.D.1 (Expansierecht hernieuwbare energie) onder component 1 (Duurzaam herstel). Op basis hiervan heeft Oostenrijk verzocht de streefdoelen 15, 16 en 40 te verlagen en streefdoel 39 te verhogen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(10) Oostenrijk heeft toegelicht dat twee streefdoelen en één mijlpaal in verband met drie maatregelen niet langer volledig haalbaar zijn binnen het gegeven tijdschema voor de uitvoering vanwege verstoringen in de toeleveringsketens, die hebben geleid tot vertragingen bij de levering van de vereiste materialen en bij het nemen van investeringsbeslissingen. Dit betreft respectievelijk streefdoel 42 van investering 1.D.2 (De industrie omvormen tot klimaatneutraliteit) onder component 1 (Duurzaam herstel), streefdoel 103 van investering 3.D.2 (IPCEI Waterstof) onder component 3 (Op kennis gebaseerd herstel) en mijlpaal 138 van investering 4.C.3 (Renovatie van Volkskundemuseum Wien en Prater Ateliers) onder component 4 (Rechtvaardig herstel). Op basis hiervan heeft Oostenrijk verzocht om het tijdschema voor de uitvoering van de bovengenoemde mijlpaal te verlengen en de inhoud van de streefdoelen te herzien om rekening te houden met de vertragingen. Om de bovengenoemde wijzigingen aan te brengen, moet het uitvoeringsbesluit van de Raad dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(11) Oostenrijk heeft toegelicht dat zes streefdoelen in verband met twee maatregelen vanwege de gestegen kosten niet langer volledig haalbaar zijn. Dit betreft respectievelijk de streefdoelen 46, 47 en 48 van investering 2.A.2 (Ruime beschikbaarheid van gigabit-toegangsnetwerken en totstandbrenging van nieuwe symmetrische gigabitverbindingen) en de beschrijving van die investering onder component 2 (Digitaal herstel) en de streefdoelen 108, 109 en 110 van investering 4.A.2 (Financiering van projecten op het gebied van eerstelijnsgezondheidszorg) onder component 4 (Rechtvaardig herstel). Oostenrijk heeft verzocht de bovengenoemde streefdoelen te wijzigen en te verlagen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(12) Oostenrijk heeft toegelicht dat twee streefdoelen in verband met twee maatregelen niet langer volledig haalbaar zijn omdat er duidelijk betere alternatieven voorhanden zijn om de oorspronkelijke ambities van de maatregelen te verwezenlijken. Dit betreft respectievelijk de streefdoelen 7 en 8 van investering 1.A.3 (Bestrijding van energiearmoede) en de beschrijving van die investering onder component 1 (Duurzaam herstel) en de beschrijving van investering 1.D.2 (De industrie omvormen tot klimaatneutraliteit) onder component 1 (Duurzaam herstel). Op basis hiervan heeft Oostenrijk verzocht de streefdoelen 7 en 8 te wijzigen en te verlagen en de beschrijving van investering 1.D.2 te wijzigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(13) Oostenrijk heeft toegelicht dat acht streefdoelen en één mijlpaal in verband met drie maatregelen niet langer volledig haalbaar zijn door een gebrek aan vraag van potentiële begunstigden. Dit betreft respectievelijk mijlpaal 60 van investering 2.C.2 (Digitaliseringsfonds voor overheidsdiensten) en de beschrijving van die investering onder component 2 (Digitaal herstel), de streefdoelen 70 en 72 van investering 2.D.3 (Groene investeringen in ondernemingen) onder component 2 (Digitaal herstel) en de streefdoelen 123, 124, 125, 126, 127 en 128 van investering 4.B.3 (Klimaatvriendelijke stadscentra) onder component 4 (Rechtvaardig herstel). Om de ambitie van het herstel- en veerkrachtplan op peil te houden, heeft Oostenrijk verzocht om verhoging van streefdoel 71 van investering 2.D.3 (Groene investeringen in ondernemingen) onder component 2 (Digitaal herstel). Op basis hiervan heeft Oostenrijk verzocht mijlpaal 60 te wijzigen, de streefdoelen 70, 72, 123, 126 en 127 te verlagen, streefdoel 71 te verhogen en de streefdoelen 124, 125 en 128 te schrappen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(14) Oostenrijk heeft toegelicht dat twee streefdoelen in verband met één maatregel vanwege vertragingen bij overheidsopdrachten niet langer volledig haalbaar zijn. Dit betreft respectievelijk de streefdoelen 54 en 55 van investering 2.B.2 (Levering van digitale apparatuur voor eindgebruikers aan leerlingen) onder component 2 (Digitaal herstel). Op basis hiervan heeft Oostenrijk verzocht deze twee streefdoelen samen te voegen, het tijdschema voor de uitvoering te verlengen en de beschrijving van de maatregel en van de doelstelling te wijzigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(15) Oostenrijk heeft toegelicht dat twee streefdoelen in verband met één maatregel niet langer volledig haalbaar zijn binnen het gegeven tijdschema voor de uitvoering vanwege tekorten aan arbeidskrachten, veranderingen in de werkpatronen en tijdelijke sluiting van kleuterscholen als gevolg van de COVID-19-pandemie. Dit betreft respectievelijk de streefdoelen 95 en 96 van investering 3.C.3 (Uitbreiding van het basisonderwijs) en de beschrijving van die investering onder component 3 (Op kennis gebaseerd herstel). Op basis hiervan heeft Oostenrijk verzocht het tijdschema voor de uitvoering van de bovengenoemde streefdoelen te verlengen en de beschrijving van streefdoel 95 en van investering 3.C.3 te wijzigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(16) Oostenrijk heeft toegelicht dat twee streefdoelen in verband met één maatregel niet langer volledig haalbaar zijn binnen het gegeven tijdschema voor de uitvoering vanwege de gevolgen van de toestroom van ontheemden als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Dit betreft de streefdoelen 90 en 91 van hervorming 3.C.1 (Betere toegang tot onderwijs) onder component 3 (Op kennis gebaseerd herstel). Op basis hiervan heeft Oostenrijk verzocht de streefdoelen 90 en 91 te schrappen, de mijlpalen 90a, 90b en 91a toe te voegen en de beschrijving van de maatregel te wijzigen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(17) De Commissie is van oordeel dat de door Oostenrijk aangevoerde redenen de wijziging rechtvaardigen krachtens artikel 21, lid 2, van die verordening.
(18) De verdeling van de mijlpalen en streefdoelen in termijnen moet worden gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe toewijzing, de wijzigingen van het plan en het door Oostenrijk ingediende voorlopige tijdschema.
Correcties van schrijffouten
(19) In de tekst van het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn zeven schrijffouten vastgesteld die gevolgen hebben voor drie mijlpalen en streefdoelen en vier beschrijvingen van maatregelen onder acht maatregelen. Het uitvoeringsbesluit van de Raad moet worden gewijzigd om de schrijffouten te corrigeren die niet overeenstemmen met de inhoud van het herstel- en veerkrachtplan dat op 30 april 2021 bij de Commissie is ingediend, zoals overeengekomen tussen de Commissie en Oostenrijk. Deze schrijffouten hebben betrekking op de beschrijving van hervorming 3.A.1 (Strategie voor onderzoek, innovatie en technologie 2030 (RTI-strategie 2030)), de beschrijving van investering 3.A.4 ((Digitale) onderzoeksinfrastructuren), het nummer en de naam van investering 3.B.2 (Bevordering van omscholing en bijscholing) in de tabel “J.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun”, in de rij voor mijlpaal 87, de beschrijving van hervorming 4.A.1 (Verbetering van de eerstelijnsgezondheidszorg), de beschrijving van hervorming 4.B.1 (Bodembeschermingsstrategie), mijlpaal 146 van hervorming 4.D.1 (Uitgaventoetsing gericht op groene en digitale transformatie) en mijlpaal 159 van hervorming 4.D.5 (Hervorming van de sociale milieubelasting) onder component 4 (Rechtvaardig herstel). Deze correcties hebben geen gevolgen voor de uitvoering van de betrokken maatregelen.
Het REPowerEU-hoofdstuk op basis van artikel 21 quater van Verordening (EU) 2021/241
(20) Het REPowerEU-hoofdstuk omvat twee nieuwe hervormingen en één nieuwe investering. Hervorming 5.A.1 (Versnelling van vergunningsprocedures voor hernieuwbare energiebronnen) betreft de wijziging van de nationale wet inzake milieueffectbeoordeling. Het is de bedoeling de vergunningsprocedures voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie te stroomlijnen door belangrijke procedurele vereenvoudigingen in te voeren. Hervorming 5.A.2 (Waterstof als sleuteltechnologie voor klimaatneutraliteit) houdt verband met de vaststelling van een nationale waterstofstrategie en de uitvoering van de daarin vervatte belangrijkste maatregelen. Investering 5.B.1 (Fotovoltaïsche systemen) is een subsidieregeling voor particulieren ter ondersteuning van de installatie en uitbreiding van fotovoltaïsche systemen met of zonder opslag van elektriciteit, waardoor de uitbreiding van hernieuwbare energie wordt versneld.
(21) Het REPowerEU-hoofdstuk omvat ook investering 5.B.2 (Financiering van emissievrije bedrijfsvoertuigen en infrastructuur), een opschaling van investering 1.B.4 (Emissievrije bedrijfsvoertuigen) onder component 1 (Duurzaam herstel). De opgeschaalde maatregel houdt verband met een nieuwe financieringsregeling die gericht is op emissievrije zware bedrijfsvoertuigen en de bijbehorende oplaadinfrastructuur, en draagt bij tot de vermindering van de emissies door het wegvervoer. Deze maatregel zorgt voor een aanzienlijke verbetering van het ambitieniveau van de investering die al in het nationale herstel- en veerkrachtplan is opgenomen.
(22) De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk beoordeeld aan de hand van de criteria van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241.
Evenwichtige respons die bijdraagt tot de zes pijlers
(23) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt a), van en criterium 2.1 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, vormt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk in hoge mate (score A) een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie en draagt het zodoende op passende wijze bij tot elk van de zes pijlers in artikel 3 van die verordening, rekening houdend met de specifieke uitdagingen van en de financiële toewijzing aan Oostenrijk.
(24) Het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan bevatte een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie en draagt zodoende bij tot elk van de zes pijlers in artikel 3 van Verordening (EU) 2021/241, rekening houdend met de specifieke uitdagingen van en de financiële toewijzing aan Oostenrijk.
(25) De Commissie is van mening dat de wijziging van het plan samen met het REPowerEU-hoofdstuk alleen gevolgen heeft voor de beoordeling van de bijdrage van het herstel- en veerkrachtplan aan de eerste pijler inzake de groene transitie, de tweede pijler inzake de digitale transformatie en de zesde pijler inzake de volgende generatie. Wat de andere pijlers betreft, hebben de aard en omvang van de voorgestelde wijzigingen van het herstel- en veerkrachtplan geen gevolgen voor de vorige beoordeling dat het plan in hoge mate een alomvattende en voldoende evenwichtige respons op de economische en sociale situatie vormt, noch voor de passende bijdrage ervan tot elk van de zes pijlers in artikel 3 van Verordening (EU) 2021/241.
(26) Wat de pijler inzake de groene transitie betreft, omvat het REPowerEU-hoofdstuk hervormingen en investeringen die bijdragen tot het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie en het versnellen van de uitrol ervan, het opvoeren van de productie van hernieuwbare waterstof en het gebruik van waterstof in sectoren die anders moeilijk koolstofvrij te maken zijn, het uitbreiden en versnellen van de integratie van hernieuwbare energie in het energiesysteem van Oostenrijk en het ondersteunen van emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor.
(27) Wat de pijler inzake de digitale transformatie betreft, hebben de wijzigingen van de maatregelen ertoe geleid dat het gewijzigde plan minder bijdraagt aan deze pijler. Het belangrijkste effect van de herziening betreft de investeringen in de uitrol van de gigabit-netwerken en de investeringen in het digitaliseringsfonds voor overheidsdiensten, met een verlaging van de bijdrage tot het digitale streefdoel van 488 miljoen EUR. De digitale bijdrage van het gewijzigde plan blijft echter ruim boven de minimumdrempel van 20 % (namelijk 36 %), waaruit blijkt dat de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan een belangrijke bijdrage zal leveren aan de digitale transformatie.
(28) Wat de pijler inzake de volgende generatie betreft, doet het gewijzigde plan niets af aan de ambitie van het oorspronkelijke plan. Het schrappen van het tussentijdse streefdoel uit de investering in de levering van digitale apparatuur aan leerlingen heeft geen gevolgen voor het algemene streefdoel. Het streefdoel met betrekking tot leerlingen die vanaf het 5e schooljaar voor bevordering in aanmerking komen, wordt vervangen door twee mijlpalen die gericht zijn op de volledige uitvoering van de nationale gestandaardiseerde beoordelingen van de “individuelle Kompetenzmessung PLUS” (iKMPLUS, individuele bekwaamheidsbeoordeling PLUS) en de uitbreiding daarvan met aanvullende modules, zodat leerlingen toegang hebben tot een gestandaardiseerde beoordeling die hun feedback geeft over hun leervorderingen. Het streefdoel inzake leerlingen met een migratieachtergrond die middelbaar niveau II hebben behaald, wordt vervangen door een nieuwe mijlpaal die gericht is op de vaststelling van criteria voor de beschrijving van de sociaaleconomische situatie van scholen, die ook als leidraad zal dienen voor de toewijzing van personele middelen aan scholen.
Aanpakken van alle of een significant deel van de in de landspecifieke aanbevelingen vastgestelde uitdagingen
(29) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van en criterium 2.2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de uitdagingen (score A) die zijn vastgesteld in de relevante landspecifieke aanbevelingen aan Oostenrijk, met inbegrip van begrotingsaspecten daarvan, of uitdagingen die zijn vastgesteld in andere relevante documenten die de Commissie in het kader van het Europees Semester officieel heeft goedgekeurd.
(30) In het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan wordt met name rekening gehouden met de landspecifieke aanbevelingen die formeel door de Raad zijn aangenomen vóór de beoordeling van het gewijzigde plan door de Commissie. Aangezien de maximale financiële toewijzing aan Oostenrijk naar boven is bijgesteld, zijn alle structurele aanbevelingen voor 2022 en 2023 in de totale beoordeling in aanmerking genomen.
(31) Na de voortgang bij de uitvoering van alle relevante landspecifieke aanbevelingen ten tijde van de indiening van het gewijzigde nationale herstel- en veerkrachtplan te hebben beoordeeld, stelt de Commissie vast dat de aanbeveling inzake het voeren van een begrotingsbeleid waarbij voorzichtige begrotingsposities op middellange termijn worden bereikt (2022.1.3), volledig is uitgevoerd. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt met betrekking tot de aanbeveling inzake het uitbreiden van overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie (2022.1.2) en de aanbeveling inzake het uitvoeren van liquiditeits- en steunmaatregelen, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (2020.3.1).
(32) Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan omvat een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de economische en sociale uitdagingen die zijn beschreven in de landspecifieke aanbevelingen die de Raad in het kader van het Europees Semester aan Oostenrijk heeft gericht. Het gaat hierbij met name om het versnellen van de ontwikkeling van hernieuwbare energie en de nodige infrastructuur hiervoor, en het verminderen van de emissies in de vervoerssector. Daarnaast gaat het om het uitbreiden van investeringen in de digitale transitie, het waarborgen van de houdbaarheid van het gezondheidszorgstelsel, het verbeteren van de kinderopvang en het zorgen voor gelijke kansen in het onderwijs en het verhogen van het niveau van basisvaardigheden om de arbeidsmarktresultaten voor kansarme groepen, zoals laaggeschoolden en mensen met een migratieachtergrond, te verbeteren.
(33) Het REPowerEU-hoofdstuk zal naar verwachting bijdragen tot het versterken van de ambitie van het plan met betrekking tot de relevante landspecifieke aanbevelingen op het gebied van energie en de groene transitie. Met name omvatten de inspanningen om de uitbreiding van hernieuwbare energie te versnellen en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen (landspecifieke aanbevelingen 2019.3.3, 2020.3.7, 2022.4.1, 2022.4.2, 2023.4.1 en 2023.4.2) de hervorming van de nationale wet inzake milieueffectbeoordeling, teneinde de vergunningsprocedure te stroomlijnen en zo de uitvoering van projecten op het gebied van hernieuwbare energie te vergemakkelijken. De investering in de subsidieregeling voor de installatie en uitbreiding van fotovoltaïsche systemen op daken om het gebruik van zonne-energie in gebouwen te stimuleren, zal ook bijdragen tot de uitbreiding van hernieuwbare energie en investeringen in de groene transitie (landspecifieke aanbevelingen 2019.3.3, 2020.3.7, 2022.4.2 en 2023.4.3). Evenzo zal de nationale waterstofstrategie, die tot doel heeft de productie en het gebruik van hernieuwbare waterstof in Oostenrijk op te voeren, naar verwachting bijdragen tot een toename van de productie en het gebruik van hernieuwbare energie in Oostenrijk en tot een vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen (landspecifieke aanbevelingen 2019.3.1, 2019.3.3, 2020.3.5, 2020.3.7, 2022.4.2 en 2023.4.3). Tot slot zal de financieringsregeling voor emissievrije zware bedrijfsvoertuigen en oplaadinfrastructuur, die tot doel heeft de emissies in het wegvervoer te verminderen, naar verwachting voorzien in een doeltreffende aanpak van een aantal uitdagingen in verband met investeringen in de groene transitie en duurzame mobiliteit en de vermindering van de emissies in de vervoerssector, en tegelijkertijd de wijziging van investering 1.B.3 (Emissievrije bussen) van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan (landspecifieke aanbevelingen 2019.3.3, 2020.3.6 en 2023.4.5) compenseren.
(34) Wat de belangrijkste wijzigingen als gevolg van de herziening van het plan betreft, zijn bij de wijziging van investering 1.A.3 (Bestrijding van energiearmoede) het streefdoel en de aard van het begunstigdenbestand herzien. De nieuwe maatregel zal naar verwachting echter nog beter gericht zijn op mensen met een grotere kans op energiearmoede. Bovendien wordt de algemene doelstelling van component 1.A (RenovatieWave) om de groene transitie te bevorderen, onder meer door de overgang naar duurzamere en betaalbaardere verwarming (landspecifieke aanbevelingen 2019.3.3, 2020.3.7, 2022.4.3 en 2023.4.4), nog steeds voldoende aangepakt door het vervroegen van twee streefdoelen inzake de vervanging van olie- en gasverwarmingssystemen (1.A.2). Evenzo wordt de verlaging van het streefdoel inzake de installatie van productiecapaciteit voor waterstof uit hernieuwbare bronnen (streefdoel 40, hervorming 1.D.1. (Expansierecht hernieuwbare energie)) gecompenseerd door de verhoging van het streefdoel inzake extra capaciteit uit hernieuwbare bronnen, waardoor de algemene ambitie wat betreft de uitbreiding van de productie van hernieuwbare energie gehandhaafd blijft (landspecifieke aanbevelingen 2019.3.3, 2022.4.1, 2022.4.2, 2020.3.7, 2023.4.1, 2023.4.2 en 2023.4.3). De wijzigingen en vertragingen met betrekking tot investering 1.D.2 (De industrie omvormen tot klimaatneutraliteit) weerspiegelen de noodzaak om prioriteit te geven aan het opvangen van de gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne voor de energieprijzen en -voorziening, zodat beter wordt ingespeeld op de meest recente reeks landspecifieke aanbevelingen op energiegebied (2022.4.1, 2022.4.2, 2023.4.1 en 2023.4.2). Met betrekking tot investeringen in de digitale transitie en de landspecifieke aanbevelingen 2019.3.2, 2020.3.5 en 2020.2.2, blijft met de wijzigingen van investering 2.A.2 (Ruime beschikbaarheid van gigabit-toegangsnetwerken en totstandbrenging van nieuwe symmetrische gigabitverbindingen), betreffende de verlaging van het streefdoel inzake het aantal huishoudens met toegang tot breedband, de ambitie gehandhaafd om de digitale transitie aan te pakken, aangezien de totale investering in de digitale transitie in het Oostenrijkse herstel- en veerkrachtplan (die ruim boven het streefcijfer van 20 % ligt) relatief hoog blijft. Voorts is in het gewijzigde plan de ambitie om de toegang tot onderwijs en basisvaardigheden te verbeteren (landspecifieke aanbevelingen 2019.2.4, 2020.2.1, 2020.2.2 en 2023.3.2) gehandhaafd door de streefdoelen inzake leerlingen die naar de volgende klas zijn bevorderd of een schooltype hebben voltooid en inzake leerlingen met een migratieachtergrond die middelbaar niveau II hebben behaald onder hervorming 3.C.1 (Betere toegang tot onderwijs), te vervangen door drie nieuwe mijlpalen ter verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van het schoolonderwijs in Oostenrijk.
Geen ernstige afbreuk doen
(35) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d), van en criterium 2.4 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting waarborgen dat geen enkele erin opgenomen maatregel (score A) voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten ernstige afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad 3 (het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”).
(36) De wijzigingen die in het kader van de herziening van het herstel- en veerkrachtplan in maatregelen zijn aangebracht, hebben geen invloed op de beoordeling van de naleving van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” die voor het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan is uitgevoerd, aangezien het geen inhoudelijke wijzigingen van de maatregelen betreft.
(37) Wat de maatregelen betreft die door het REPowerEU-hoofdstuk zijn toegevoegd, heeft Oostenrijk een systematische beoordeling van elke maatregel verstrekt overeenkomstig de technische richtsnoeren van de Commissie over de toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in het kader van de verordening betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht (2021/C58/01). De hervorming van de nationale wet inzake milieueffectbeoordeling (5.A.1) zorgt voor stroomlijning van de vergunningsprocedures voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie en heeft tot doel de bodembescherming te versterken door overmatig landgebruik te voorkomen. De Oostenrijkse waterstofstrategie (5.A.2) ondersteunt het koolstofvrij maken van het energiesysteem en heeft tot doel de Oostenrijkse afhankelijkheid van de invoer van fossiele brandstoffen te verminderen. Hoewel alleen de productie van hernieuwbare waterstof in Oostenrijk erdoor wordt ondersteund, omvat de strategie ook maatregelen met mogelijkheden voor het gebruik van koolstofarme waterstof onder strikte voorwaarden die garanderen dat broeikasgasemissies worden gescheiden en volledig worden afgevangen. Voorts heeft Oostenrijk toegelicht dat het bij de uitvoering van de in de waterstofstrategie vastgestelde activiteiten zal toezien op de naleving van de criteria voor het duurzaam gebruik en de bescherming van water van Verordening (EU) 2021/2139 4 . De investering in fotovoltaïsche systemen (5.B.1) zorgt voor een vermindering van broeikasgasemissies, maar is ook gericht op installaties die uitsluitend op gebouwen worden aangebracht om extra landgebruik te voorkomen. De investering ter ondersteuning van de uitbreiding van emissievrije bedrijfsvoertuigen en de infrastructuur daarvoor (5.B.2) draagt bij tot het koolstofvrij maken van de vervoerssector en vereist dat de ontvangers Verordening (EU) 2021/2139 naleven. Bij beide investeringen worden de ontvangers ertoe verplicht zich te houden aan ambitieuze normen met betrekking tot herbruikbaarheid en recyclebaarheid.
Bijdrage tot de REPowerEU-doelstellingen
(38) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d bis), van en criterium 2.12 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting daadwerkelijk en in hoge mate (score A) bijdragen tot energiezekerheid, een toename van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, een verhoging van de opslagcapaciteit voor energie of tot de noodzakelijke vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vóór 2030.
(39) De hervorming van de nationale wet inzake milieueffectbeoordeling heeft tot doel de vergunningverlening voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie te versnellen. Zij zal naar verwachting zorgen voor een hoger aandeel hernieuwbare energie in de energiemix van Oostenrijk en zo bijdragen tot de verwezenlijking van de REPowerEU-doelstelling om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, overeenkomstig artikel 21 quater, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2021/241. In het kader van de hervorming i) worden verschillende procedurele vereenvoudigingen ingevoerd, ii) worden investeringen in hernieuwbare energie als projecten van bijzonder groot maatschappelijk belang beschouwd, iii) wordt de duur van vergunningsprocedures op administratief en gerechtelijk niveau verkort, en iv) neemt het gebruik van elektronische instrumenten toe.
(40) De nationale waterstofstrategie voorziet in een nieuw beleids- en regelgevingskader dat gericht is op i) het opvoeren van de productie van hernieuwbare waterstof en het gebruik van waterstof in moeilijk koolstofvrij te maken sectoren, ii) het installeren van een elektrolysecapaciteit van 1 GW in Oostenrijk tegen 2030 en iii) het ontwikkelen van een waterstofinfrastructuur die de invoer van waterstof mogelijk maakt, waardoor wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van de REPowerEU-doelstelling om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, overeenkomstig artikel 21 quater, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2021/241.
(41) De investering die het gebruik van zonne-energie in gebouwen stimuleert, ondersteunt de installatie van fotovoltaïsche systemen (met of zonder opslag van elektriciteit) en draagt zo bij tot de verwezenlijking van de REPowerEU-doelstelling om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, overeenkomstig artikel 21 quater, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2021/241.
(42) De opgeschaalde investering in emissievrije voertuigen en infrastructuur zal naar verwachting de uitstoot van broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen door het wegverkeer verminderen en zo bijdragen tot de REPowerEU-doelstelling om emissievrij vervoer en de infrastructuur daarvoor te ondersteunen, overeenkomstig artikel 21 quater, lid 3, punt e), van Verordening (EU) 2021/241.
(43) De maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk versterken de hervormingen en investeringen in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan van Oostenrijk en zijn in overeenstemming met andere maatregelen die Oostenrijk buiten het kader van het herstel- en veerkrachtplan heeft genomen om zijn energievoorziening veilig te stellen, hernieuwbare energie uit te breiden en de energie-efficiëntie van gebouwen en de industrie te waarborgen.
(44) In het REPowerEU-hoofdstuk wordt ook ingegaan op de noodzaak om te diversifiëren naar niet-fossiele brandstoffen, door de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen en door de ontwikkeling van waterstofinfrastructuur te ondersteunen, waardoor de energievoorzieningszekerheid van Oostenrijk wordt vergroot.
Maatregelen met een grensoverschrijdende of meerlandendimensie of een soortgelijk effect
(45) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt d ter), van en criterium 2.13 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, wordt verwacht dat de in het REPowerEU-hoofdstuk opgenomen maatregelen in hoge mate (score A) een grensoverschrijdende of meerlandendimensie dan wel een grensoverschrijdend of meerlandeneffect zullen hebben.
(46) De maatregelen die gericht zijn op i) het versnellen van de vergunningverlening voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie, ii) het opvoeren van de productie en het gebruik van waterstof, en iii) het ondersteunen van investeringen in fotovoltaïsche systemen, zullen naar verwachting bijdragen tot de uitbreiding van de productie van hernieuwbare energie en de ontwikkeling van de benodigde opslag- en transmissie-infrastructuur, en zo de vraag naar fossiele brandstoffen verminderen.
(47) De totale kosten van deze maatregelen bedragen 140 304 520 EUR, ofwel meer dan 66 % van de geraamde kosten van het REPowerEU-hoofdstuk, waarmee het indicatieve streefdoel van 30 % wordt overschreden.
(48) Gezien de centrale geografische ligging van Oostenrijk en zijn elektriciteits- en gasinterconnectoren met de naburige lidstaten, zullen de hervormingen en de investering in het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de vraag naar energie verminderen en zo in hoge mate bijdragen tot de verbetering van grensoverschrijdende energiestromen en de energievoorzieningszekerheid van de Unie.
Bijdrage tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit
(49) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt e), van en criterium 2.5 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk maatregelen die in hoge mate (score A) bijdragen tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit, of de aanpak van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de klimaatdoelstellingen vertegenwoordigen 56 % van de totale toewijzing voor het herstel- en veerkrachtplan en 100 % van de totale geraamde kosten van de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk, berekend volgens de in bijlage VI bij die verordening beschreven methode. Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2021/241 strookt het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk met de informatie in het nationale energie- en klimaatplan voor de periode 2021-2030.
(50) Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan bevat maatregelen die op doeltreffende wijze bijdragen tot de groene transitie, met inbegrip van biodiversiteit, terwijl de wijzigingen van de bestaande maatregelen geen gevolgen hebben voor de algemene ambitie van het plan. Het REPowerEU-hoofdstuk omvat verdere inspanningen om de afhankelijkheid van fossiele energie te verminderen door de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen en zo de groene transitie te versnellen.
(51) Door de invoering van i) structurele vereenvoudigingen voor het stroomlijnen van de vergunningsprocedures voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie, ii) bepalingen ter versterking van de bodembescherming, iii) een nieuw beleids- en regelgevingskader dat een uitbreiding van de productie en het gebruik van hernieuwbare waterstof mogelijk maakt, en iv) stimulansen voor investeringen in emissievrije voertuigen en in zonne-energie op gebouwen, waarbij gebruik wordt gemaakt van apparatuur met hoge duurzaamheid en recyclebaarheid, zullen de hervormingen en investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting een blijvend positief effect hebben.
(52) De maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk dragen bij tot de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen voor 2030 en de doelstelling van klimaatneutraliteit van de EU in 2050, aangezien zij tot doel hebben de productie van hernieuwbare waterstof te ondersteunen, het gebruik van hernieuwbare energie te stimuleren en de koolstofemissies in de vervoerssector te verminderen.
Bijdrage tot de digitale transitie
(53) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt f), van en criterium 2.6 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan maatregelen die in hoge mate bijdragen tot de digitale transitie of tot de aanpak van de daaruit voortvloeiende uitdagingen. De maatregelen ter ondersteuning van de doelstellingen inzake digitalisering zijn goed voor 36 % van de totale toewijzing voor het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, berekend volgens de in bijlage VII bij die verordening beschreven methode.
(54) De positieve beoordeling van de bijdrage tot de digitale transitie in het uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 blijft geldig. Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan omvat wijzigingen van vier maatregelen in verband met de digitale transitie: investering 2.A.2 (Ruime beschikbaarheid van gigabit-toegangsnetwerken en totstandbrenging van nieuwe symmetrische gigabitverbindingen), investering 2.B.2 (Levering van digitale apparatuur voor eindgebruikers aan leerlingen), investering 2.C.2 (Digitaliseringsfonds voor overheidsdiensten) en investering 2.D.2 (Digitale investeringen in ondernemingen) onder component 2 (Digitaal herstel), en omvat geen nieuwe maatregelen die bijdragen tot de digitale transitie. Hoewel de bovengenoemde wijzigingen, in combinatie met de verhoogde maximale financiële bijdrage, leiden tot een verlaging van de digitale bijdrage van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan tot 36 %, blijft de digitale bijdrage aanzienlijk hoger dan het in artikel 19, lid 3, punt f), van Verordening (EU) 2021/241 vastgestelde streefcijfer van 20 %.
(55) Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan blijft een significante bijdrage leveren tot de digitale transitie in Oostenrijk, met name door de ondersteuning van de grootschalige uitrol van gigabit-toegangsnetwerken, de digitalisering van bedrijven en overheidsdiensten, de levering van digitale apparatuur aan leerlingen en de ontwikkeling van digitale vaardigheden en geavanceerde digitale technologieën, zoals kwantumcomputing en micro-elektronica.
Blijvend effecten
(56) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt g), van en criterium 2.7 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zal het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk naar verwachting in hoge mate (score A) een blijvend effect sorteren voor Oostenrijk.
(57) Uit de eerste beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan, overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt g), van en criterium 2.7 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, is gebleken dat het herstel- en veerkrachtplan naar verwachting in hoge mate (score A) een blijvend effect zal sorteren voor Oostenrijk.
(58) Het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan doet niets af aan de ambitie van het oorspronkelijke plan als geheel, met aanzienlijke investeringen die naar verwachting een blijvend effect zullen sorteren, met name wat betreft de groene en de digitale transitie. In het plan wordt rekening gehouden met de onverwacht sterke stijging van de inflatie, verstoringen in de toeleveringsketens en de langdurige gevolgen van de COVID-19-crisis. Daarnaast bevat het plan een nieuw REPowerEU-hoofdstuk dat, in aanvulling op de bestaande maatregelen, naar verwachting ook een blijvend positief effect zal hebben op de Oostenrijkse economie en de groene transitie verder zal stimuleren. In het bijzonder zullen de REPowerEU-maatregelen naar verwachting bijdragen tot de groene transitie door de uitrol van infrastructuur voor hernieuwbare energie uit te breiden en te versnellen en de vervoerssector koolstofvrij te maken. De hervormingen in het REPowerEU-hoofdstuk zullen naar verwachting ook een langdurig effect op Oostenrijk hebben door de vergunningsprocedures voor hernieuwbare energie te vereenvoudigen en te stroomlijnen en de productie en het gebruik van hernieuwbare waterstof op te voeren.
Monitoring en uitvoering
(59) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt h), van en criterium 2.8 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zijn de regelingen die worden voorgesteld in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk passend (score A) om te zorgen voor de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het beoogde tijdschema en de beoogde mijlpalen en streefdoelen alsmede de bijbehorende indicatoren.
(60) Uit de oorspronkelijke beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan bleek dat, overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt h), van en criterium 2.8 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, de in het herstel- en veerkrachtplan voorgestelde regelingen passend (score A) zijn om te zorgen voor de doeltreffende monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het beoogde tijdschema en de beoogde mijlpalen en streefdoelen alsmede de bijbehorende indicatoren.
(61) De aard en omvang van de voorgestelde wijzigingen in het herstel- en veerkrachtplan van Oostenrijk hebben geen gevolgen voor de vorige beoordeling van de doeltreffende monitoring en uitvoering van het plan. De mijlpalen en streefdoelen bij de gewijzigde maatregelen, waaronder die in het REPowerEU-hoofdstuk, zijn duidelijk en realistisch en de voorgestelde indicatoren voor die mijlpalen en streefdoelen zijn relevant, acceptabel en robuust.
Kosten
(62) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt i), van en criterium 2.9 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 is de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk verstrekte motivering voor het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan in redelijke mate (score B) redelijk en aannemelijk, strookt zij met het kostenefficiëntiebeginsel en staan de kosten in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.
(63) Voor de beoordeling van de kosten van het oorspronkelijke plan heeft Oostenrijk voor alle maatregelen individuele kostenramingen verstrekt. De meeste kostenramingen werden aannemelijk geacht, onderbouwd met referentiekosten voor de belangrijkste kostenfactoren, ondersteund door duidelijk bewijs en in overeenstemming met vergelijkbare hervormingen of investeringen. De in het oorspronkelijke plan verstrekte motivering van het bedrag van de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan was in redelijke mate redelijk en aannemelijk, was in overeenstemming met het kostenefficiëntiebeginsel, en de kosten stonden in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen. Deze kreeg destijds een score B.
(64) Oostenrijk heeft gedetailleerde informatie verstrekt over de kosten in verband met alle gewijzigde maatregelen, alsook voor de nieuwe en opgeschaalde investeringen in het REPowerEU-hoofdstuk. De geraamde kosten van de maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk zijn in overeenstemming met de aard en het type van de beoogde hervormingen en investeringen, en gaan vergezeld van concrete kostengegevens en studies. De wijzigingen in de kostenramingen voor gewijzigde maatregelen waren gerechtvaardigd en evenredig, en de redelijkheid en aannemelijkheid van deze kostenramingen zijn dan ook niet gewijzigd ten opzichte van het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan. Oostenrijk heeft de voorgestelde wijzigingen uitvoerig gemotiveerd, zo mogelijk vergezeld van gegevens over de uitvoering van de projecten. De meeste kosten van de nieuwe en gewijzigde maatregelen zijn goed gemotiveerd, redelijk en aannemelijk en omvatten geen kosten die worden gedekt door bestaande of geplande EU-financiering. In sommige gevallen waren er slechts beperkte details beschikbaar over de methodologie en aannamen die werden gebruikt om de kostenramingen te maken, mede omdat de maatregelen nieuw zijn, waardoor dit beoordelingscriterium geen score A heeft gekregen. Tot slot stroken de geraamde totale kosten van het herstel- en veerkrachtplan met het kostenefficiëntiebeginsel en staan zij in verhouding tot de verwachte nationale economische en sociale gevolgen.
Bescherming van de financiële belangen van de Unie
(65) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt j), van en criterium 2.10 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, zijn de in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk voorgestelde regelingen en de in dit besluit vermelde aanvullende maatregelen passend (score A) om corruptie, fraude en belangenconflicten bij het gebruik van de financiële middelen die op grond van deze verordening zijn verstrekt, te voorkomen, op te sporen en recht te zetten, en wordt verwacht dat de regelingen daadwerkelijk dubbele financiering op grond van deze verordening en andere Unieprogramma’s voorkomen. Dit laat de toepassing onverlet van andere instrumenten om de naleving van het Unierecht te bevorderen en te handhaven, onder meer voor het voorkomen, opsporen en rechtzetten van corruptie, fraude en belangenconflicten, en het beschermen van de begroting van de Unie overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad 5 .
(66) In de oorspronkelijke beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan werd geconcludeerd dat, overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt j), van en criterium 2.10 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, de in het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan voorgestelde regelingen passend (score A) zijn om corruptie, fraude en belangenconflicten bij het gebruik van de financiële middelen die op grond van deze verordening zijn verstrekt, te voorkomen, op te sporen en recht te zetten, en dat werd verwacht dat de regelingen daadwerkelijk dubbele financiering op grond van deze verordening en andere Unieprogramma’s voorkomen.
(67) Sinds de oorspronkelijke beoordeling heeft de Commissie toegang gekregen tot informatie over de feitelijke toepassing van het Oostenrijkse audit- en controlesysteem. Het gaat hierbij onder meer om de voorlopige bevindingen van de door de Commissie in Oostenrijk verrichte audit over de bescherming van de financiële belangen van de Unie.
(68) In het licht van deze informatie is de Commissie van oordeel dat het interne controlesysteem van het Oostenrijkse herstel- en veerkrachtplan over het algemeen toereikend is, maar enkele tekortkomingen vertoont die moeten worden verholpen door middel van een specifieke mijlpaal inzake audit en controle. Deze tekortkomingen hebben betrekking op een zwak punt in de registratie van de gegevens die vereist zijn op grond van artikel 22, lid 2, punt d), i) tot en met iii), van de verordening betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit, de controles op dubbele financiering en op financiering uit andere Unieprogramma’s, en de documentatie van deze controles. Het in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan van Oostenrijk beschreven internecontrolesysteem en de in dit besluit vermelde aanvullende maatregelen, onder meer voor het verzamelen en beschikbaar stellen van gegevens over eindontvangers, zijn toereikend voor het voorkomen, opsporen en rechtzetten van corruptie, fraude en belangenconflicten bij het gebruik van de financiële middelen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en om dubbele financiering uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Unieprogramma’s te voorkomen.
(69) Er moet een nieuwe mijlpaal inzake audit en controle worden geïntroduceerd. Om te zorgen voor een doeltreffende uitvoering van evenredige maatregelen ter bescherming van de financiële belangen van de Unie overeenkomstig artikel 22 van de verordening betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit, moeten juridisch bindende overeenkomsten worden ondertekend tussen de verantwoordelijke instanties op federaal niveau en de uitvoerende organen die geheel of gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. In dergelijke overeenkomsten moeten deze uitvoerende organen worden verplicht tot a) het verzamelen van en bieden van toegang tot de bij artikel 22, lid 2, punt d), i) tot en met iii), van de verordening betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit vereiste gegevens, en b) het uitvoeren van passende controles van dubbele financiering tussen de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Unieprogramma’s en het documenteren daarvan. Wanneer de bovengenoemde verplichtingen reeds wettelijke voorschriften zijn, is er geen juridisch bindende overeenkomst nodig.
Coherentie van het herstel- en veerkrachtplan
(70) Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt k), van en criterium 2.11 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241, bevat het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk in hoge mate (score A) maatregelen voor de uitvoering van projecten voor hervormingen en overheidsinvesteringen die coherente acties vormen.
(71) Het oorspronkelijke herstel- en veerkrachtplan is opgebouwd rond vier componenten die investerings- en hervormingsmaatregelen bevatten om bij te dragen tot de overkoepelende doelstelling om langdurige structurele uitdagingen en uitdagingen die tijdens de COVID-19-crisis nijpender zijn geworden, aan te pakken. Voorts zijn de investeringen en hervormingen ingebed in een samenhangend kader om de Oostenrijkse economie klaar te maken voor de toekomst, met name wat betreft de groene en de digitale transitie, innovatie, concurrentievermogen en sociale cohesie. In de oorspronkelijke beoordeling werd geconcludeerd dat het herstel- en veerkrachtplan in hoge mate (score A) maatregelen bevat voor de uitvoering van projecten voor hervormingen en overheidsinvesteringen die coherente acties vormen.
(72) Met de wijziging worden de vier bestaande componenten gewijzigd en wordt een extra (vijfde) component, het REPowerEU-hoofdstuk, toegevoegd. De wijzigingen in de bestaande componenten doen niets af aan de algemene samenhang van het plan, rekening houdend met de manier waarop de componenten elkaar wederzijds versterken en aanvullen. De aanvullende component in verband met de doelstellingen van REPowerEU zorgt voor een extra coherentielaag, aangezien deze maatregelen omvat om de uitstoot van broeikasgassen verder te verminderen en het gebruik van hernieuwbare energie te bevorderen, wat met name belangrijk is in het kader van het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De wijzigingen hebben geen tegenstrijdige doelstellingen of mogelijke negatieve gevolgen voor elkaar.
Eventuele andere beoordelingscriteria
(73) De Commissie is van mening dat de door Oostenrijk voorgestelde wijzigingen niet van invloed zijn op de positieve beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan zoals uiteengezet in Uitvoeringsbesluit van de Raad ST 10159/21; ST 10159/21 ADD 1; ST 10159/21 COR 1 van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Oostenrijk met betrekking tot de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het plan aan de hand van de beoordelingscriteria van artikel 19, lid 3, punt c).
Raadplegingsproces
(74) Ter voorbereiding van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk hebben de Oostenrijkse autoriteiten van februari tot en met april 2023 een brede raadpleging gehouden, waarbij de sociale partners, lokale en regionale autoriteiten, maatschappelijke organisaties en andere relevante belanghebbenden zijn betrokken, met name als onderdeel van het proces voor het opstellen van het nationale hervormingsprogramma. Daarnaast hebben de autoriteiten in maart 2023 een online openbare raadpleging gehouden. Die raadpleging is gepubliceerd op de website over het herstel- en veerkrachtplan van Oostenrijk, waarbij in het bijzonder de sociale partners, relevante belanghebbenden van maatschappelijke organisaties, jongerenorganisaties en vertegenwoordigers van regionale en lokale autoriteiten werden uitgenodigd om voorstellen in te dienen. Na deze raadpleging hebben de autoriteiten de feedback, met inbegrip van de schriftelijke bijdragen die zij in het kader van de openbare raadpleging hebben ontvangen, verwerkt in het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan. Verschillende suggesties van de gemeentelijke en regionale autoriteiten en van andere relevante belanghebbenden zijn overgenomen, bijvoorbeeld met betrekking tot emissievrije bedrijfsvoertuigen. Met name de investeringen en hervormingen van het REPowerEU-hoofdstuk weerspiegelen grotendeels de resultaten van de openbare raadpleging.
Positieve beoordeling
(75) De Commissie heeft het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk positief beoordeeld en concludeert dat het plan op bevredigende wijze voldoet aan de beoordelingscriteria van Verordening (EU) 2021/241. Nu moeten, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van en bijlage V bij die verordening, de hervormingen en investeringsprojecten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk worden vastgelegd, alsmede de relevante mijlpalen, streefdoelen en indicatoren en het bedrag dat de Unie in de vorm van niet-terugbetaalbare financiële steun ter beschikking stelt voor de uitvoering van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk.
Financiële bijdrage
(76) De totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Oostenrijk worden geraamd op 4 187 412 730 EUR. Aangezien het bedrag van de geraamde totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan hoger is dan de geactualiseerde maximale financiële bijdrage die voor Oostenrijk beschikbaar is, moet de overeenkomstig artikel 11 berekende financiële bijdrage die aan het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Oostenrijk is toegewezen, gelijk zijn aan het totale bedrag van de financiële bijdrage die voor het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Oostenrijk beschikbaar is. Dit bedrag is gelijk aan 3 750 853 030 EUR 6 .
(77) Overeenkomstig artikel 21 bis, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 heeft Oostenrijk op 14 juli 2023 een verzoek ingediend tot toewijzing van de in artikel 21 bis, lid 1, van die verordening bedoelde ontvangsten, die over de lidstaten worden verdeeld op basis van de indicatoren die zijn vastgesteld in de methode van bijlage IV bis bij Verordening (EU) 2021/241. De totale kosten van de in artikel 21 quater, lid 3, punten b) tot en met f), bedoelde maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk worden geraamd op 210 304 520 EUR. Aangezien dit bedrag gelijk is aan het voor Oostenrijk beschikbare toewijzingsaandeel, moet de aanvullende niet-terugbetaalbare financiële steun die voor Oostenrijk beschikbaar is, gelijk zijn aan het toewijzingsaandeel. Dit bedrag is gelijk aan 210 304 520 EUR.
(78) De totale financiële bijdrage die voor Oostenrijk beschikbaar is, moet 3 961 157 550 EUR bedragen.
Voorfinanciering voor REPowerEU
(79) Oostenrijk heeft verzocht om de volgende financiering voor de uitvoering van zijn REPowerEU-hoofdstuk: 210 304 520 EUR uit de inkomsten uit het emissiehandelssysteem uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad.
(80) Voor deze bedragen heeft Oostenrijk op 14 juli 2023 krachtens artikel 21 quinquies van Verordening (EU) 2021/241 verzocht om 20 % van de gevraagde financiering voor te financieren. Afhankelijk van de beschikbare middelen moet die voorfinanciering ter beschikking van Oostenrijk worden gesteld, onder voorbehoud van de inwerkingtreding van en in overeenstemming met een tussen de Commissie en Oostenrijk te sluiten overeenkomst krachtens artikel 23, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241 (de “financieringsovereenkomst”).
(81) Uitvoeringsbesluit van de Raad ST 10159/21; ST 10159/21 ADD 1; ST 10159/21 COR 1 van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Oostenrijk moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. Ten behoeve van de duidelijkheid moet de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit volledig worden vervangen.