Overwegingen bij COM(2023)752 - Passagiersrechten voor multimodale reizen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)752 - Passagiersrechten voor multimodale reizen. |
---|---|
document | COM(2023)752 |
datum | 29 november 2023 |
(2) Bij de toepassing van de in het kader van die verordeningen vastgestelde en beschermde rechten zijn echter tekortkomingen aan het licht gekomen voor passagiers die reizen of van plan zijn te reizen met een combinatie van vervoerswijzen, waardoor het volledige potentieel van passagiersrechten niet kan worden gerealiseerd.
(3) In het kader van het gemeenschappelijk vervoersbeleid is het belangrijk dat de rechten worden gewaarborgd van passagiers die op een andere vervoerswijze overstappen, om de ontwikkeling van multimodaal reizen te ondersteunen en passagiers een ruimere keuze aan reismogelijkheden te bieden.
(4) De bij de Verordeningen (EG) nr. 261/2004, (EG) nr. 1107/2006, (EU) 2021/782, (EU) nr. 1177/2010 en (EU) nr. 181/2011 vastgestelde EU-normen voor de bescherming van reizigers die met één vervoerswijze reizen, moeten daarom worden uitgebreid tot de rechten van passagiers die op andere vervoerswijzen overstappen, zodat wordt gewaarborgd dat ondernemingen die bij een multimodale reis betrokken zijn volgens geharmoniseerde regels werken.
(5) Passagiers die multimodale reizen maken, moeten rechtsbescherming krijgen als er geen specifieke sectorale wetgeving van de Unie ter zake bestaat.
(6) De in deze verordening vastgestelde rechten voor passagiers die multimodale reizen maken, moeten een aanvulling vormen op de bescherming die deze passagiers al genieten krachtens de Uniewetgeving betreffende passagiersrechten. Daarom moet deze verordening de krachtens die wetgeving vastgestelde rechten en verplichtingen onverlet laten.
(7) Deze verordening mag niet van toepassing zijn op afzonderlijke multimodale overeenkomsten als die deel uitmaken van een pakket en er een recht op terugbetaling ontstaat uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/2302 van het Europees Parlement en de Raad6. Gezien de bescherming die passagiers uit hoofde van die richtlijn genieten, mag deze verordening evenmin van toepassing zijn op gecombineerde multimodale vervoerbewijzen als die door een organisator worden gecombineerd als onderdeel van een pakket.
(8) Als vervoerders of tussenpersonen contractvoorwaarden en tarieven voor multimodale reizen aanbieden aan het grote publiek, moeten de lidstaten verzekeren dat discriminatie op grond van de nationaliteit van de passagier of de plaats van vestiging in de Unie van de vervoerder of tussenpersoon, verboden is. Er mag geen verbod op sociale tarieven gelden, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen evenredig zijn en niet gebonden zijn aan de nationaliteit van de passagier in kwestie. In het licht van de ontwikkeling van onlineplatforms waar vervoerbewijzen voor passagiersvervoer worden verkocht, moeten de lidstaten er in het bijzonder voor zorgen dat er tijdens de procedure voor de toegang tot online-interfaces of de aankoop van vervoerbewijzen niet wordt gediscrimineerd op grond van de nationaliteit van de passagier of de plaats van vestiging in de Unie van de vervoerder of tussenpersoon. Voorts moet, ongeacht de wijze waarop een bepaald type vervoerbewijs wordt gekocht, het beschermingsniveau van de reiziger gelijk zijn.
(9) De lidstaten moeten verzekeren dat vervoerders en tussenpersonen die vervoersovereenkomsten voor een multimodale reis aanbieden, de passagier informeren over het soort vervoerbewijs of vervoerbewijzen voor die reis en over hun rechten, met name met betrekking tot gemiste aansluitingen.
(10) Toegang tot reisinformatie, met inbegrip van realtimegegevens, vergemakkelijkt multimodaal reizen en biedt passagiers een ruimere keuze aan reismogelijkheden. In dat verband is in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1926 van de Commissie7 bepaald dat dergelijke reis- en verkeersgegevens toegankelijk moeten zijn via nationale toegangspunten, zodat verkopers van vervoerbewijzen passagiers vóór en tijdens de reis kunnen informeren. Om onnodige lasten te vermijden voor vervoerders die enkelvoudige multimodale overeenkomsten aanbieden, moeten die vervoerders kunnen voldoen aan de bepalingen van deze verordening om reisinformatie te verstrekken aan andere vervoerders en tussenpersonen die hun diensten verkopen, voor zover zij die gegevens aan dergelijke nationale toegangspunten verstrekken.
(11) Vervoerders en tussenpersonen die kleine en middelgrote ondernemingen zijn en aan de criteria van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie8 voldoen, beschikken vaak slechts over beperkte middelen, waardoor hun toegang tot informatie kan worden beperkt, met name als het om nieuwe technologie gaat. Daarom moeten die vervoerders en tussenpersonen worden vrijgesteld van de voorschriften voor het verstrekken van realtime-informatie aan multimodale passagiers.
(12) Passagiers met een enkele multimodale overeenkomst die een aansluiting missen door een vertraging of annulering van een voorafgaande dienst in het kader van die overeenkomst, moeten hun vervoerbewijzen terugbetaald kunnen krijgen of onder bevredigende voorwaarden langs een andere route kunnen reizen, en zij moeten voldoende worden verzorgd in afwachting van een latere aansluiting.
(13) Als een enkele multimodale overeenkomst wordt geboekt via een tussenpersoon, moeten de tussenpersoon en de contractuele vervoerder de passagier op de hoogte brengen van de terugbetalingsprocedure. De contractuele vervoerder moet met name publiekelijk aangeven of hij voor de verwerking van terugbetalingen samenwerkt met tussenpersonen en zo ja, met welke.
(14) Correcte informatie over een multimodale vervoersdienst is ook essentieel als passagiers vervoerbewijzen kopen van tussenpersonen. Als tussenpersonen afzonderlijke vervoerbewijzen voor verschillende vervoersdiensten gebundeld verkopen in de vorm van een gecombineerd multimodaal vervoerbewijs, moeten zij de passagier duidelijk meedelen dat die vervoerbewijzen niet hetzelfde beschermingsniveau bieden als een enkele multimodale overeenkomst en dat ze niet door de vervoerder/vervoerders die de dienst aanbiedt/aanbieden, zijn afgegeven als één enkele multimodale overeenkomst. Als tussenpersonen niet aan die eis voldoen, moeten zij aansprakelijk zijn voor de terugbetaling van het bedrag van het vervoerbewijs en een aanvullende vergoeding van 75 % van dat bedrag.
(15) In het licht van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, en teneinde personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit de mogelijkheid te bieden multimodaal te reizen zoals andere burgers, moeten regels voor non-discriminatie en bijstand tijdens hun reis worden vastgesteld. Er moet met name speciale aandacht worden besteed aan het informeren van personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit over de toegankelijkheid van vervoersdiensten, de toegang tot voertuigen en de faciliteiten aan boord tijdens het overstappen. Als aan personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit informatie wordt verstrekt in een toegankelijk formaat, moet die worden verstrekt overeenkomstig de toepasselijke wetgeving, zoals de toegankelijkheidseisen van bijlage I bij Richtlijn (EU) 2019/8829. Gezien de voordelen op het gebied van veiligheid, gemak en toegankelijkheid moeten de lidstaten het gebruik van Europese portemonnees voor digitale identiteit aanmoedigen voor identificatie en authenticatie in multimodale vervoersscenario’s, met name ten behoeve van kwetsbare personen of personen met een handicap.
(16) Vervoerders en beheerders van multimodale knooppunten moeten actief samenwerken met organisaties die personen met een handicap vertegenwoordigen teneinde vervoersdiensten toegankelijker te maken. Om de toegang tot multimodale passagiersdiensten voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit te vergemakkelijken, moeten de lidstaten, vervoerders en terminalbeheerders nationale centrale contactpunten opzetten om de informatie en bijstand in multimodale knooppunten voor personenvervoer in een aantal grote stedelijke knooppunten te coördineren.
(17) De lidstaten moeten vervoerders en terminalbeheerders ook kunnen verplichten om nationale centrale contactpunten op te zetten teneinde informatie en bijstand te coördineren in andere multimodale knooppunten voor personenvervoer.
(18) Vervoerders en terminalbeheerders moeten kwaliteitsnormen voor multimodale passagiersdiensten uitwerken, beheren en opvolgen. Vervoerders moeten ook informatie over hun kwaliteitsnormen voor dienstverlening openbaar maken.
(19) Deze verordening doet geen afbreuk aan de rechten van passagiers om een klacht in te dienen bij een nationale instantie of om in het kader van nationale procedures verhaal te halen.
(20) Om een hoog niveau van consumentenbescherming in het multimodaal vervoer te behouden, moeten de lidstaten worden verplicht nationale handhavingsinstanties aan te wijzen die nauw toezicht houden op de toepassing van deze verordening en deze op nationaal niveau handhaven. Die instanties moeten verschillende handhavingsmaatregelen kunnen nemen. Passagiers moeten bij die instanties of bij een andere door een lidstaat aangewezen instantie een klacht kunnen indienen over vermeende inbreuken op de verordening. Er moet worden opgemerkt dat de lidstaten ervoor kunnen kiezen om een nationale handhavingsinstantie aan te wijzen die ook is aangewezen als verantwoordelijke instantie voor de handhaving van andere EU-regels voor passagiersrechten.
(21) Persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig het Unierecht betreffende de bescherming van persoonsgegevens zoals vastgesteld bij Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad10. Elke verwerking van persoonsgegevens moet met name gebeuren overeenkomstig de vereisten van artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 1, van die verordening. Er moet ook worden opgemerkt dat de verplichting om passagiers informatie te verstrekken over hun rechten, geen afbreuk doet aan de verplichting van de verwerkingsverantwoordelijke om de betrokkene informatie te verstrekken overeenkomstig de artikelen 12, 13 en 14 van Verordening (EU) 2016/679.
(22) Om te waarborgen dat een passagier zowel voor als tijdens een multimodale reis informatie krijgt over die reis, kan het nodig zijn om de contactgegevens van de passagier te delen met de vervoerder. De vervoerder mag die contactgegevens alleen gebruiken om te voldoen aan de informatieverplichting uit hoofde van deze verordening en om te voldoen aan de verplichtingen van de vervoerder uit hoofde van het toepasselijke Unierecht betreffende veiligheid en beveiliging. De persoonsgegevens mogen niet voor andere doeleinden worden verwerkt en moeten binnen 72 uur na de voltooiing van de vervoersovereenkomst worden gewist, tenzij verdere bewaring van de contactgegevens gerechtvaardigd is om te voldoen aan verplichtingen met betrekking tot het recht van de passagier op een andere route, terugbetaling of compensatie.
(23) De lidstaten moeten sancties vaststellen voor inbreuken op deze verordening en garanderen dat die sancties worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
(24) Omdat de doelstellingen van deze verordening, namelijk de ontwikkeling van de EU-markt voor multimodaal passagiersvervoer en de vaststelling van passagiersrechten voor multimodale reizen, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en daarom beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie verankerde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegd evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.
(25) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad11. Voor de vaststelling van de gemeenschappelijke formulieren voor terugbetalings- en compensatieaanvragen moet gebruik worden gemaakt van de onderzoeksprocedure.
(26) Bij deze verordening worden de grondrechten en de beginselen geëerbiedigd die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, met name de artikelen 21, 26, 38 en 47 inzake respectievelijk het verbod op elke vorm van discriminatie, de integratie van personen met een handicap, het verzekeren van een hoog niveau van consumentenbescherming, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en het recht op een onpartijdig gerecht. De gerechten van de lidstaten moeten deze verordening toepassen op een wijze die overeenstemt met die rechten en beginselen.
(27) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad geraadpleegd en heeft op [...] een advies uitgebracht.