Overwegingen bij COM(2024)154 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)154 - .
document COM(2024)154
datum 24 mei 2024
 
(1) Krachtens artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG is een belastingplichtige gerechtigd de belasting over de toegevoegde waarde (btw) die in een lidstaat is verschuldigd of voldaan, af te trekken van de btw die wordt geheven ter zake van aan hem geleverde goederen en diensten die hij voor zijn belaste activiteiten gebruikt. Krachtens artikel 26, lid 1, punt a), van die richtlijn wordt het gebruik van een tot het bedrijf behorend goed voor de privédoeleinden van een belastingplichtige of van zijn personeel, of meer in het algemeen voor andere dan bedrijfsdoeleinden, wanneer voor dit goed recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de btw is ontstaan, gelijkgesteld aan een dienst verricht onder bezwarende titel.

(2) Bij Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU2 van de Raad werd Roemenië gemachtigd om het recht op aftrek van de btw ter zake van de aankoop, intracommunautaire verwerving, invoer, huur of leasing van bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen alsook van de btw ter zake van met die voertuigen samenhangende uitgaven, tot 50 % te beperken wanneer deze voertuigen niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, en om belastingplichtigen te ontheffen van de verplichting om het gebruik van deze voertuigen voor andere dan bedrijfsdoeleinden gelijk te stellen aan een dienst verricht onder bezwarende titel overeenkomstig artikel 26, lid 1, punt a), van Richtlijn 2006/112/EG.

(3) Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 14 september 2023, heeft Roemenië overeenkomstig artikel 395, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2006/112/EG verzocht om machtiging tot verlenging van de bijzondere maatregelen die afwijken van artikel 26, lid 1, punt a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde het recht op aftrek ter zake van uitgaven voor bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, te mogen beperken en belastingplichtigen te mogen ontheffen van de verplichting om het gebruik van deze voertuigen voor andere dan hun bedrijfsdoeleinden aan te merken als een dienst onder bezwarende titel (hierna “de bijzondere maatregelen” genoemd).

(4) Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 9 november 2023 van het verzoek van Roemenië in kennis gesteld. Bij brief van 10 november 2023 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(5) Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU heeft Roemenië de Commissie, samen met het verzoek om verlenging, een verslag over de toepassing van dit uitvoeringsbesluit voorgelegd. Op basis van actuele gegevens acht Roemenië de beperking van 50 % nog altijd gerechtvaardigd en passend.

(6) De bijzondere maatregelen waarvoor bij Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU machtiging was verleend, zijn op 31 december 2023 verstreken. Gezien het positieve effect op zowel bedrijven als overheden is het passend de bijzondere maatregel toe te staan.

(7) De duur van de bijzondere maatregelen moet worden beperkt tot de tijd die nodig is om te evalueren of deze maatregelen doeltreffend zijn en het percentage van de beperking passend is. Daarom moet Roemenië worden gemachtigd de bijzondere maatregelen toe te passen tot en met 31 december 2026.

(8) Gezien de beperkte werkingssfeer en toepassingsduur van de bijzondere maatregelen staan deze in verhouding tot het beoogde doel, namelijk de inning van de btw vereenvoudigen en bepaalde vormen van belastingontduiking of -ontwijking voorkomen. De bijzondere maatregelen houden ook niet het risico in dat de fraude zal verschuiven naar andere sectoren of andere lidstaten.

(9) Indien Roemenië een verlenging van de bijzondere maatregelen na 2026 nodig acht, moet het de Commissie uiterlijk 31 maart 2026, samen met het verzoek om verlenging, een verslag voorleggen met daarin ook een evaluatie van het percentage van de beperking van het recht op aftrek van de btw.

(10) Volgens de door Roemenië verstrekte informatie zullen de bijzondere maatregelen geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst die Roemenië in het stadium van het eindverbruik int, en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.