Overwegingen bij COM(2024)168 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)168 - . |
---|---|
document | COM(2024)168 |
datum | 30 mei 2024 |
(2) In artikel 41 van de overeenkomst is bepaald dat regeringen van alle staten tot de overeenkomst kunnen toetreden onder de door de Internationale Suikerraad (“ISR”) vastgestelde voorwaarden. Op zijn eerste bijeenkomst in 1993 heeft de ISR een toetredingscomité ingesteld dat als subgroep belast is met de behandeling van toetredingsaanvragen van staten die niet in de bijlage bij de overeenkomst zijn vermeld. De Unie is lid van het toetredingscomité.
(3) De regering van Koeweit heeft formeel kenbaar gemaakt dat het zou willen toetreden tot de overeenkomst. Koeweit is niet vermeld in de bijlage bij de overeenkomst, hetgeen betekent dat toetredingsvoorwaarden moeten worden vastgesteld. Daarom is het toetredingscomité verzocht om door middel van correspondentie een besluit tot vaststelling van de toetredingsvoorwaarden voor Koeweit te nemen. Deze voorwaarden betreffen het aantal stemmen, de betaling van een jaarlijkse bijdrage en de rapportageverplichtingen jegens de ISR.
(4) Gezien de positie van Koeweit als significante regionale importeur van suiker en als vaste uitvoerbestemming van in de Unie geproduceerde suiker is het in het belang van de Unie dat op basis van de door de ISR vastgestelde aanpak wordt ingestemd met de toetredingsvoorwaarden voor Koeweit.
(5) Als een staat na de inwerkingtreding toetreedt en niet in de bijlage bij de overeenkomst is vermeld, bepaalt de ISR het aantal stemmen dat aan dat lid wordt toegewezen, overeenkomstig artikel 25, lid 4, van de overeenkomst. Toetreding van Koeweit is derhalve van invloed op de besluitvormingsverhoudingen binnen de ISR.
(6) Het is derhalve passend de standpunten te bepalen die namens de Unie moeten worden ingenomen in het ISR-toetredingscomité.