Overwegingen bij COM(2024)282 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)282 - .
document COM(2024)282
datum 9 juli 2024
 
(1) De richtsnoeren van de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten (“de regeling”) zijn omgezet en derhalve in de Unie juridisch bindend gemaakt bij Verordening (EU) nr. 1233/2011 van het Europees Parlement en de Raad6.

(2) Overeenkomstig artikel 6 van de regeling moeten de deelnemers aan de regeling (“de deelnemers”) dit artikel herzien om de voorwaarden ervan verder te versterken teneinde bij te dragen tot de gemeenschappelijke doelstelling om klimaatverandering aan te pakken.

(3) Het beoogde besluit tot herziening van artikel 6 van de overeenkomst moet in overeenstemming zijn met de internationale verbintenissen van de Europese Unie uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs en het klimaatbeleid van de Unie.

(4) De Raad van de Europese Unie heeft in zijn conclusies over exportkredieten van 15 maart 2022 reeds het voornemen van de lidstaten aangekondigd om uiterlijk eind 2023 in hun nationale beleid hun eigen wetenschappelijk onderbouwde termijnen vast te stellen voor de beëindiging van door de overheid gesteunde exportkredieten voor projecten in de fossiele-energiesector, tenzij in beperkte en duidelijk omschreven omstandigheden die verenigbaar zijn met een opwarmingslimiet van 1,5 °C en met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs.

(5) Aangezien het beoogde besluit van de deelnemers aan de regeling bindend zal zijn voor de Unie en beslissende invloed kan hebben op de inhoud van het recht van de Unie, is het passend om op grond van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1233/2011 het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen ten aanzien van de herziening van artikel 6 van de regeling.