Overwegingen bij COM(2024)501 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)501 - .
document COM(2024)501
datum 31 oktober 2024
 
(1) De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds, (“de overeenkomst”) is bij Besluit 2006/356/EG van de Raad0 door de Unie gesloten en is op 1 april 2006 in werking getreden. Protocol 4 definieert het begrip “producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking (Protocol 4).

(2) Krachtens artikel 38 van dat protocol kan de bij artikel 74, lid 1, van de overeenkomst opgerichte Associatieraad (“de Associatieraad”) besluiten bepalingen van dat protocol te wijzigen.

(3) De Associatieraad zal op zijn volgende vergadering of via briefwisseling een besluit vaststellen over een wijziging van Protocol 4.

(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad, aangezien het besluit van de Associatieraad voor de Unie bindend zal zijn.

(5) De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (“de conventie”) is door de Unie gesloten bij Besluit 2013/93/EU van de Raad0 en is voor de Unie in werking getreden op 1 mei 2012. Deze conventie bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld en deze bepalingen zijn van toepassing onverminderd de beginselen in die overeenkomsten.

(6) De conventie is gewijzigd bij Besluit nr. 1/2023 van het Gemengd Comité van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels van 7 december 20230.

(7) De wijziging van de conventie treedt op 1 januari 2025 voor alle partijen in werking. Voor een doeltreffende en onmiddellijke toepassing van de wijziging van de conventie tussen de partijen moet in Protocol 4 een verwijzing naar de conventie worden opgenomen, zodat altijd naar de recentste versie van de geldende conventie wordt verwezen. Zonder een dergelijke verwijzing zou de effectieve toepassing van de wijziging van de conventie niet kunnen worden gegarandeerd, wat van invloed zou kunnen zijn op het systeem van diagonale cumulatie.

(8) In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe moet de Associatieraad een besluit vaststellen waarbij in Protocol 4 bij de overeenkomst een verwijzing naar de conventie wordt opgenomen, zodat altijd naar de recentste versie van de geldende conventie wordt verwezen.