Overwegingen bij COM(2024)525 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)525 - . |
---|---|
document | COM(2024)525 |
datum | 14 november 2024 |
(2) Overeenkomstig artikel 66, lid 1, van het verdrag is de Groep van deskundigen inzake actie tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Grevio) belast met het toezicht op de uitvoering van het verdrag door de partijen. Overeenkomstig artikel 68, lid 3, van het verdrag worden de daaropvolgende evaluatieprocedures na de initiële basisevaluatieprocedure van Grevio onderverdeeld in rondes, die de thematische evaluatierondes van Grevio worden genoemd. Overeenkomstig artikel 68, lid 11, van het verdrag neemt Grevio zijn verslagen en conclusies aan betreffende de maatregelen die door de desbetreffende partij zijn genomen tot uitvoering van de bepalingen van het verdrag. Op basis van de verslagen van Grevio kan het Comité van de Partijen bij het verdrag aanbevelingen aannemen die gericht zijn tot de betrokken partij, overeenkomstig artikel 68, lid 12, van het verdrag.
(3) De eerste thematische evaluatieronde met als titel “Building Trust by Delivering Support, Protection and Justice” ging van start in 2022 en loopt van 2023 tot 2031. Zij behandelt 19 specifieke bepalingen van het verdrag17 en betreft de uitvoering door partijen van de bepalingen van het verdrag die ook op de Unie van toepassing zijn met betrekking tot haar eigen instellingen en openbaar bestuur.
(4) In september 2024 heeft het secretariaat van het Comité van de partijen een ontwerpbesluit gedeeld over de door het Comité van de Partijen vast te stellen aanbevelingen in het licht van de verslagen die Grevio heeft aangenomen in het kader van zijn eerste thematische evaluatieronde [IC-CP(2024)10]. Deze ronde voorziet in een procedure voor de vaststelling van aanbevelingen en voor het toezicht daarop door het Comité van de partijen en bevat een modelaanbeveling. Het ontwerpbesluit moet op 17 december 2024 tijdens de 17e vergadering van het Comité van de Partijen worden besproken en, indien mogelijk, worden goedgekeurd.
(5) De Unie is exclusief bevoegd om verplichtingen uit hoofde van het verdrag te aanvaarden met betrekking tot haar eigen instellingen en openbaar bestuur, binnen het toepassingsgebied van artikel 336 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. In zijn advies 1/19 (Verdrag van Istanbul) van 6 oktober 2021, EU:C:2021:832, punt 305, heeft het Hof van Justitie bevestigd dat een aanzienlijk gedeelte van de verplichtingen van het verdrag om preventieve en beschermende maatregelen te nemen, in wezen ook de Unie zou binden in haar verhouding tot haar administratief personeel en tot het publiek dat de kantoren en gebouwen van haar instellingen, organen en instanties bezoekt.
(6) Het is raadzaam het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Comité van de Partijen, aangezien in de voorgenomen handeling de procedure zal worden bepaald voor de vaststelling van en het toezicht op de uitvoering van aanbevelingen aan de partijen met betrekking tot aangelegenheden die verband houden met de instellingen en het openbaar bestuur van de Unie. Die aanbevelingen zullen een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van het recht van de Unie, aangezien zij in de toekomst gevolgen kunnen hebben voor de uitlegging van de relevante bepalingen van het verdrag.
(7) Volgens het ontwerpbesluit moeten de aanbevelingen beperkt blijven tot de meest dringende punten van zorg die Grevio in zijn verslagen heeft aangewezen. Het gaat onder meer om tekortkomingen die volgens Grevio onmiddellijke actie vereisen, waarbij de aanwijzing “ urges” wordt gebruikt, alsook die problemen die naar het oordeel van Grevio in de nabije toekomst moeten worden verholpen, zoals in de aanwijzing “ strongly encourages”, die betrekking hebben op alle hoofdstukken van het verdrag.
(8) Wat het toezicht betreft, bepaalt het ontwerpbesluit dat het Comité van de Partijen moet toezien op de uitvoering van deze aanbevelingen, door de partij te verzoeken binnen een periode van drie jaar na de vaststelling van de aanbevelingen een schriftelijk verslag over de genomen maatregelen in te dienen. Het Comité van de Partijen kan er vervolgens voor kiezen in zijn toezicht geen verdere stappen te ondernemen om overlapping met toekomstige evaluatierondes van Grevio te voorkomen.
(9) Tot slot bepaalt het ontwerpbesluit dat de partij door middel van de aanbevelingen moet worden aanbevolen de resterende, minder dringende voorstellen van Grevio uit te voeren, als een manier om de conclusies van Grevio integraal te onderschrijven en de partij uit te nodigen tot een permanente dialoog met Grevio.
(10) Voorgesteld wordt dat de Unie instemt met het ontwerpbesluit, aangezien de voorgestelde procedure in overeenstemming is met de basisevaluatieprocedure, die doeltreffend is geweest en een doeltreffende uitvoering garandeert van alle voor de thematische evaluatie gekozen bepalingen, waarbij overlappende monitoringprocessen worden vermeden.
(11) Het standpunt van de Unie in het Comité van de Partijen moet er derhalve in bestaan de vaststelling van het ontwerpbesluit in document IC-CP(2024)10, met inbegrip van de voorgestelde modelaanbeveling in aanhangsel I daarvan, te ondersteunen.
(12) Om tijdens de vergadering van het Comité van de Partijen de nodige flexibiliteit mogelijk te maken, moet worden bepaald dat kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit zonder nader besluit van de Raad kunnen worden goedgekeurd.