Overwegingen bij COM(2024)543 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)543 - .
document COM(2024)543
datum 21 november 2024
 
(1) Overeenkomstig artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG is de belastingplichtige die op belastbare wijze goederen levert of diensten verricht, in de regel ook de persoon die tot voldoening van de btw is gehouden.

(2) Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 van de Raad2 is Hongarije gemachtigd tot invoering van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG (“de bijzondere maatregel”) wat betreft de tot voldoening van de btw gehouden persoon wanneer bepaalde prestaties worden verricht door een belastingplichtige die in liquidatie is of in een andere procedure waarbij officieel zijn staat van insolventie is vastgesteld.

(3) Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1775 van de Raad van 5 oktober 20213 is de machtiging om de bijzondere maatregel toe te passen verlengd tot en met 31 december 2024.

(4) Bij brief van 10 juni 2024 (“het verzoek”) heeft Hongarije de Commissie verzocht de machtiging om de bijzondere maatregel toe te passen, verder te verlengen tot en met 31 december 2027. Hongarije heeft tegelijk met het verzoek een verslag ingediend, waarin het onder meer een evaluatie van de bijzondere maatregel heeft opgenomen.

(5) Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie het verzoek bij brief van 7 augustus 2024 aan de andere lidstaten toegezonden. Bij brief van 9 augustus 2024 heeft de Commissie Hongarije meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(6) Hongarije voert aan dat belastingplichtigen die in liquidatie of in staat van insolventie zijn, veelal de verschuldigde btw niet afdragen. Tegelijkertijd is de koper een belastingplichtige met recht op aftrek die nog altijd de btw in mindering kan brengen, wat dus negatieve gevolgen heeft voor de overheidsbegroting. Hongarije heeft ook fraude geconstateerd waarbij bedrijven in liquidatie fictieve facturen uitreiken aan actieve bedrijven, waardoor de belasting die deze bedrijven moeten betalen, fors daalt zonder dat er een garantie is dat de uitreiker van de facturen de verschuldigde btw betaalt.

(7) Overeenkomstig artikel 199, lid 1, punt g), van Richtlijn 2006/112/EG kunnen de lidstaten bepalen dat de btw moet worden voldaan door de belastingplichtige aan wie onroerend goed wordt geleverd dat in een openbare verkoop op grond van een executoriale titel door de executieschuldenaar is verkocht (“de verleggingsregeling”). De bijzondere maatregel stelt Hongarije in staat de verleggingsregeling ook toe te passen op andere leveringen door belastingplichtigen in staat van insolventie, namelijk de levering van kapitaalgoederen en de levering van andere goederen of diensten met een normale waarde van meer dan 100 000 HUF.

(8) Op grond van door Hongarije verstrekte informatie heeft de toepassing van de verleggingsregeling op dat soort transacties de belastinginning daadwerkelijk vereenvoudigd en belastingontduiking en -ontwijking voorkomen. De uitvoering van de maatregel heeft de inkomstenderving voor de overheid beperkt en heeft extra begrotingsinkomsten gegenereerd.

(9) De verzochte verlenging moet in de tijd worden beperkt om de belastingdienst de tijd geven om in de periode totdat de bijzondere maatregel is verstreken andere, klassieke maatregelen te nemen om het betreffende probleem aan te pakken en de verliezen voor de overheidsbegroting te verminderen, met name verliezen die verband houden met frauduleuze praktijken, zodat een verdere verlenging van die maatregel overbodig wordt. Een derogatie van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG op grond waarvan de verleggingsregeling kan worden gebruikt, wordt slechts bij uitzondering verleend voor specifieke fraudegebieden en moet als een laatste redmiddel worden gezien. Voorts blijft artikel 199 bis van Richtlijn 2006/112/EG van kracht tot en met 31 december 2026. De machtiging om de bijzondere maatregel toe te passen moet daarom slechts tot en met 31 december 2026 worden verlengd.

(10) De bijzondere maatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

(11) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/789 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.