Overwegingen bij COM(2024)561 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)561 - .
document COM(2024)561
datum 29 november 2024
 
(1) Een van de doelstellingen van Richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad2 betreffende meetinstrumenten is de goede werking van de eengemaakte markt te waarborgen. Overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2014/32/EU moeten meetinstrumenten die binnen het toepassingsgebied van die richtlijn vallen, voldoen aan de essentiële eisen van bijlage I en de desbetreffende instrumentspecifieke bijlagen.

(2) Het toepassingsgebied en de daarmee samenhangende essentiële eisen die onder Richtlijn 2014/32/EU vallen, zijn reeds vastgesteld bij Richtlijn 2004/22/EG3, waarvan Richtlijn 2014/32/EU een herschikking is. Die inhoud is dus meer dan twintig jaar ongewijzigd gebleven. Ondertussen zijn er nieuwe meetinstrumenten op de markt verschenen die niet onder Richtlijn 2014/32/EU vallen. Dat is met name het geval voor oplaadapparatuur voor elektrische voertuigen en pompen voor gecomprimeerd gas, die belangrijk zijn voor de succesvolle uitrol van schone mobiliteit. Bovendien is Richtlijn 2014/32/EU niet van toepassing op thermische-energiemeters voor koelingstoepassingen. Wat elektriciteits- en gasmeters betreft, heeft Richtlijn 2014/32/EU geen betrekking op het gebruik van waterstof en andere gassen die als alternatief voor meer traditionele gassen kunnen worden gebruikt, noch maakt zij het volledige gebruik van slimme meters mogelijk, die een belangrijke rol spelen bij de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen van de Unie. Daarom moeten het toepassingsgebied van Richtlijn 2014/32/EU en de essentiële eisen in de bijlagen bij die richtlijn worden gewijzigd om rekening te houden met de technologische vooruitgang.

(3) De bijlagen I, IV, V en VI bij Richtlijn 2014/32/EU zijn niet langer technologisch neutraal, aangezien zij geen essentiële eisen bevatten voor nieuwe technologieën die de consument een betere bescherming bieden, en moeten daarom worden gewijzigd.

(4) Bijlage I bij Richtlijn 2014/32/EU moet worden gewijzigd om rekening te houden met de uitrol van slimme gas- en elektriciteitsmeters en de nieuwe meetinstrumenten die onder de nieuwe instrumentspecifieke bijlagen vallen.

(5) Bijlage IV bij Richtlijn 2014/32/EU moet worden gewijzigd om rekening te houden met het toenemende gebruik van waterstof en andere gassen die als alternatief voor meer traditionele gassen kunnen worden gebruikt, en met de uitrol van slimme gasmeters.

(6) Bijlage V bij Richtlijn 2014/32/EU moet worden gewijzigd om rekening te houden met de uitrol van slimme elektriciteitsmeters.

(7) Er moet een nieuwe bijlage V bis bij Richtlijn 2014/32/EU worden ingevoegd om tegemoet te komen aan de behoefte aan geharmoniseerde essentiële eisen voor meetinstallaties voor oplaadapparatuur voor elektrische voertuigen.

(8) Bijlage VI bij Richtlijn 2014/32/EU moet worden gewijzigd om thermische-energiemeters voor koelingstoepassingen op te nemen om aanvullende certificering van dergelijke producten op nationaal niveau te voorkomen.

(9) Vanwege het toegenomen gebruik van gecomprimeerde gassen, zoals waterstof en aardgas, moet in Richtlijn 2014/32/EU een nieuwe bijlage VII bis betreffende meetinstallaties voor pompen voor gecomprimeerd gas worden opgenomen.

(10) Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk waarborgen dat meetinstrumenten op de markt aan de eisen voldoen die een hoog niveau van bescherming van de onder deze richtlijn vallende algemene belangen bieden zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de werking van de interne markt, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(11) Om distributeurs in staat te stellen voorraden meetinstrumenten te leveren die vóór de datum van toepassing van de nationale maatregelen tot omzetting van deze richtlijn in de handel zijn gebracht, moet worden voorzien in redelijke overgangsregelingen die het mogelijk maken meetinstrumenten die reeds vóór de datum van toepassing van de nationale maatregelen tot omzetting van deze richtlijn overeenkomstig Richtlijn 2014/32/EU in de handel zijn gebracht, op de markt aan te bieden en in gebruik te nemen.

(12) Om fabrikanten voldoende tijd te geven om hun producten aan de essentiële eisen van de bijlagen bij deze richtlijn aan te passen, moet bovendien worden voorzien in redelijke overgangsregelingen die het mogelijk maken meetinstrumenten die vóór de datum van toepassing van de nationale maatregelen tot omzetting van deze richtlijn in de handel zijn gebracht overeenkomstig nationale certificaten of waarvoor vóór die datum overeenkomstig Richtlijn 2014/32/EU een certificaat is afgegeven en die vanaf de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2014/32/EU zullen vallen, op de markt aan te bieden en in gebruik te nemen.

(13) Richtlijn 2014/32/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.