Overwegingen bij COM(2024)559 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2024)559 - .
document COM(2024)559
datum 29 november 2024
 
(1) De Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en Turkije, ondertekend in Ankara op 12 september 19630 (associatieovereenkomst), omschrijft het toepassingsgebied en de inhoud van de associatiebetrekkingen, terwijl de slotfase van de douane-unie wordt omschreven in Besluit nr. 1/95 van de bij artikel 6 van de associatieovereenkomst ingestelde Associatieraad van 22 december 19950, dat op 31 december 1995 in werking is getreden.

(2) Overeenkomstig artikel 24 van de associatieovereenkomst kan de Associatieraad besluiten comités in te stellen die hem kunnen bijstaan bij de vervulling van zijn taken.

(3) Bij Besluit nr. 2/690 van de Associatieraad van 15 december 1969 is het Comité douanesamenwerking opgericht.

(4) Artikel 28, leden 1 en 3, van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad belast het Comité douanesamenwerking met de vaststelling van passende maatregelen voor de uitvoering van de douanebepalingen van dat besluit.

(5) In artikel 6, lid 1, van Besluit nr. 1/20060 van het Comité douanesamenwerking van 26 juli 2006 is bepaald dat het certificaat inzake goederenverkeer A.TR het bewijsstuk vormt om aan te tonen dat aan de voorwaarden voor de toepassing van de bepalingen van Besluit nr. 1/95 betreffende het vrije verkeer is voldaan.

(6) Begin 2020 werden de contacten tussen de douaneautoriteiten van de EU-partnerlanden en de marktdeelnemers in een aantal landen opgeschort als gevolg van de COVID-19-pandemie. Het werd daarom passend geacht uitzonderlijke maatregelen op basis van wederkerigheid vast te stellen, die ertoe strekten dat certificaten inzake goederenverkeer die elektronisch waren afgegeven met een digitale handtekening, stempel of zegel van de bevoegde autoriteiten, dan wel een papieren of elektronische kopie van die certificaten (gescand of online beschikbaar), werden aanvaard.

(7) Deze maatregelen waren ook van toepassing op de certificaten inzake goederenverkeer A.TR die dienen voor het vrije verkeer van goederen binnen de douane-unie tussen de EU en Turkije.

(8) Toen werd geoordeeld dat de uitzonderlijke omstandigheden die tot de vaststelling van deze flexibele maatregelen hadden geleid, niet langer bestonden, werd besloten de toepassing ervan met ingang van 1 mei 2024 te beëindigen.

(9) De Europese Unie en Turkije erkenden dat de uitzonderlijke maatregelen die naar aanleiding van de COVID-19-pandemie waren vastgesteld, de handel ten goede waren gekomen, en achtten het dienstig een passend rechtskader vast te stellen om deze goede praktijken opnieuw in te voeren. Een besluit van het Comité douanesamenwerking vormt te dien einde een passende rechtsgrondslag.

(10) De partijen zijn overeengekomen om met ingang van 8 juli 2024 elektronisch afgegeven certificaten inzake goederenverkeer A.TR te aanvaarden, op voorwaarde dat een ad-hocbesluit van het Comité douanesamenwerking EU-Turkije wordt vastgesteld, met terugwerkende kracht vanaf 8 juli 2024, om de continuïteit te waarborgen van de goede praktijken die vanaf die datum opnieuw in werking zijn getreden, onverminderd maatregelen die de douanediensten van beide partijen in de periode van 1 mei 2024 tot en met 8 juli 2024 hebben genomen en zonder afbreuk te doen aan de rechten die in dezelfde periode aan natuurlijke personen zijn toegekend.

(11) Het Comité douanesamenwerking zal een besluit vaststellen over het gebruik van elektronisch afgegeven certificaten inzake goederenverkeer A.TR.

(12) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Comité douanesamenwerking, aangezien het besluit van toepassing wordt in de Unie.