Overwegingen bij COM(2025)18 - Op de Conferentie van de partijen namens de EU in te nemen standpunt over wijziging van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)18 - Op de Conferentie van de partijen namens de EU in te nemen standpunt over wijziging van bijlage III bij het Verdrag van ... |
---|---|
document | COM(2025)18 |
datum | 29 januari 2025 |
(2) Op grond van artikel 7 van het Verdrag kan de Conferentie van de Partijen besluiten tot opname van chemische stoffen in bijlage III bij het Verdrag vaststellen.
(3) De Conferentie van de Partijen zal naar verwachting tijdens haar twaalfde gewone vergadering besluiten vaststellen om acetochloor, carbosulfan, chloorpyrifos, wit asbest (chrysotiel), fenthion (ULV-formuleringen (Ultra Low Volume) met 640 g werkzame stof/liter of meer), iprodion, vloeibare formuleringen (emulgeerbaar concentraat en oplosbaar concentraat) die paraquatdichloride in een concentratie van 276 g/liter of meer bevatten, wat overeenkomt met een paraquat-ion-concentratie van 200 g/liter of meer, en kwik, methylbromide en paraquat op te nemen in bijlage III bij het Verdrag.
(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie op de Conferentie van de Partijen moet worden ingenomen, aangezien de besluiten voor de Unie bindend zullen zijn.
(5) Om gedeelde verantwoordelijkheid en gezamenlijke inspanningen te bevorderen onder de partijen die bij de internationale handel in bepaalde gevaarlijke chemische stoffen betrokken zijn, teneinde de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen tegen eventuele schade en bij te dragen tot een milieuverantwoord gebruik van die stoffen, moeten verdere chemische stoffen worden opgenomen die aan alle relevante criteria van bijlage III bij het Verdrag bleken te voldoen. Het is daarom passend om de opname van acetochloor, carbosulfan, chloorpyrifos, wit asbest (chrysotiel), fenthion (ULV-formuleringen (Ultra Low Volume) met 640 g werkzame stof/liter of meer), iprodion, vloeibare formuleringen (emulgeerbaar concentraat en oplosbaar concentraat) die paraquatdichloride in een concentratie van 276 g/liter of meer bevatten, wat overeenkomt met een paraquat-ion-concentratie van 200 g/liter of meer, en kwik, methylbromide en paraquat in bijlage III bij het Verdrag te steunen.